woensdag 4 september 2013

Wezen en halfwezen

Van 31 augustus tot 8 september is de Week van het Schrijven met schrijfactiviteiten in het hele land. Elke dag schrijf ik een blog over mijn schrijfervaringen. Met tips.
Week van het Schrijven (5)


Exact geturfd heb ik het niet, maar in mijn jeugdboeken komen weinig standaardgezinnen voor. Laten we zeggen: papa, mama en een stuk of twee, drie kinderen.
Een snelle scan van mijn 20 jeugdboeken levert het volgende resultaat op:
5 boeken: ouders gescheiden
2 boeken: kind kent de vader niet
1 boek: zusje overleden
7 boeken: hoofdpersoon is enig kind
In twee boeken gaat het om een enig kind van gescheiden ouders dat de vader niet heeft gekend.
En in mijn komende boek 'Schelpen' (werktitel) is het hoofdpersonage bijna helemaal alleen op de wereld, een weeskind. Maar opa is vader, moeder en oma tegelijk. Wie je niet hebt gekend, mis je ook niet?
Verder komen er in mijn boeken geen wezen of halfwezen voor, al sluit ik dat niet uit voor de toekomst. Sinds het overlijden van mijn ouders kan ik me misschien iets beter verplaatsen in dat bijzondere oer-gemis, al is het een groot verschil wanneer je op jonge leeftijd een ouder verliest.

Ik creëer niet bewust zoveel niet-standaardgezinnen en bovendien is dat begrip 'standaard' tegenwoordig ook aan slijtage onderhevig. Sommige kinderen hebben geen vader in de buurt, maar wel twee moeders, of omgekeerd.
Ik herinner me een gesprek jaren geleden met collega's. We bleken vaker 'onvolledige' gezinnen op te voeren in onze boeken.
Van ouders heb je namelijk soms last in een boek, van te veel broers of zussen ook. Het wordt snel onoverzichtelijk met een groot gezin en je hoofdpersonage komt moeilijker uit de verf.
Ouders bemoeien zich ook met alles wat een boek nou net zo baldadig en rebels kan maken. Pippi Langkous had simpelweg niet bestaan als haar ouders ook in Villa Kakelbont hadden gewoond.

Natuurlijk, bij thema's als scheiding of overlijden kun je niet anders, maar ook bij andere thema's kun je familieleden beter beperken.Toch is dat voor mij zeker niet altijd een bewuste keuze.
Soms kies ik juist wel voor een broertje of zusje erbij om karakterverschillen duidelijker te maken. In mijn kinderboek Zusjes aan de top zijn Edith en Laura totaal verschillend. In mijn jeugdboek Blanco strafblad is Elsa de hoofdpersoon, maar haar relatie tot broer Niels en vooral zus Kathy is juist cruciaal in het boek.
Ik ben nog bezig aan een nieuw jongerenboek met als werktitel 'Winkeldochters'. Daarin gaat het om de verhouding tussen pleegzussen onderling en met hun ouders en pleegouders. De familie is hier dus een belangrijk thema.
En juist ook het ontbreken van familie kan een wezenlijk onderwerp van een boek zijn.
Wie zouden we zijn zonder familie?

Tips
* voer je een groot gezin op in je boek zorg er dan voor dat de karakters duidelijk verschillen. Bovendien kun je niet van alle personages round characters maken, een aantal zal toch wat meer op de achtergrond blijven. Wanneer je echter een boek schrijft met het perspectief vanuit verschillende personen, geven juist die andere gezichtspunten een extra dimensie aan je verhaal.
* naarmate je meer personages in je boek gebruikt, is ook het onderscheid tussen de namen van belang. Als je Tim, Thomas, Timo en Tom in hetzelfde boek gebruikt, raakt de lezer makkelijk de draad kwijt.
Maar soms zijn de personen onderling uitwisselbaar en samen één sterk personage en dan is het ook minder belangrijk wie wat precies doet. Fictief voorbeeld: wildebrassen als de onafscheidelijke Bas en Bom die in gezamenlijke acties de schrik van de buurt zijn.
* vrijdag 6 september houd ik als Schrijfdokter digitaal spreekuur. Je kunt de eerste bladzijde van een verhaal aan me voorleggen.

Informatie over alle activiteiten in de Week van het Schrijven: http://www.weekvanhetschrijven.nl

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten