zaterdag 30 april 2011

Koninginnedag Weert (2)


Daar is ze.
 Ze kwam, zag en won de harten van de Weertenaren. Was er tevoren in sommige kringen nog enig gemor over de beveiligingsmaatregelen zoals de screenings en over de kosten, vandaag smolt elk zurig of republikeins elementje in de oranjezon.
'Daar is ze. Ik zie haar.' Jawel, voor de derde keer in mijn leven zag ik Beatrix. Als 11-jarige zag ik haar al in levenden lijve toen ze in een toernee door de provincies haar verloofde Claus kwam voorstellen. In de jaren 80 kwamen ze samen op bezoek in Weert en was ik er toevallig ook.

En vandaag stonden we op zo'n strategische plek dat we haar en haar familie uitgebreid zagen stil staan bij gymnastiekvereniging Jan van Weert.
Toen Máxima een van de turnsters de hand schudde, kwamen er uiteraard meer op haar af. Even verderop sloeg Máxima enthousiast aan het trommelen, evenals Maurits. 
De sfeer was ontspannen en een van de agenten had zelfs gelegenheid om tevoren met het publiek de wave te oefenen.
Toen het publiek oog in oog met de koninklijke familie kwam te staan, ging er vooral een golf van vertedering, ontzag en vrolijkheid door de mensen heen. En trots, Weert had zich met een geweldig feest toch maar mooi op de kaart gezet. Ik heb het allemaal even zeer gevoeld. Mijn geboortestad die goed is in feest vieren, samen.
Weert viert nog een aantal dagen feest, de Oranjeweek is feestelijk ingeluid en Weert is voorlopig oranje gekleurd.
  

Koninginnedag Weert


Het is zover, over luttele uren betreedt koningin Beatrix met haar familie de oranje loper van 800 meter lang die Weert voor hen heeft uitgelegd. Sporters, muzikanten en kunstenaars laten haar zien waar Weert sterk in is. Samen is het sleutelwoord. Eendrachtig hebben verenigingen en ondernemers het beste in elkaar boven gehaald. Zo hebben de bakkers gezamenlijk een speciale vlaai - Weert is al van oudsher vlaaienstad - ontworpen.

Repetitie slotact bij oude gemeentehuis

Gisteren waren tot laat in de avond de voorbereidingen in volle gang. Check, dubbelcheck, soundcheck, één grote generale repetitie.
Burgemeester Wim Dijkstra liep met zijn gevolg de koninklijke route, alsof het voor het echt was. Een proeverijtje, een gesprekje, een knikje.


Gisteravond testten regen-, hagel- en onweersbuien nog danig de weersbestendigheid van de organisatie, maar vanochtend schijnt dan toch het oranjezonnetje.   

donderdag 28 april 2011

Hunebedden

Grootste hunebed
van Nederland (detail)
Het dagje Drenthe vandaag was gepland, maar niet de toeristische invulling. Onverwacht beklom ik bij Poolshoogte (Odoorn) het hoogste punt van de Hondsrug en aanschouwde ik in Borger het grootste hunebed van Nederland. Daar blijkt zelfs een heus Hunebedcentrum te zijn gevestigd.
Ik kan me herinneren hoe teleurgesteld ik lang geleden was toen ik voor het eerst in mijn leven een hunebed zag. Na alle ophef in de geschiedenislessen van de lagere school was die kei in het echt werkelijk een desillusie.
Maar de verzameling stenen vandaag maakte beduidend meer indruk.
Ik voelde me bijna weer schoolreisjesblij. 

Naast educatie is er ook ruimte voor kunst in het Hunebedcentrum. Zo is er 'Levensmuur', ofwel 'Endangered World Life Wall' van de Amerikaanse kunstenaar Xavier Cortada.
Met zwerfstenen en bakstenen vraagt hij aandacht voor bedreigde en uitgestorven (de zwarte steen) diersoorten. 

Het meest frappeerde me toch het zogenoemde spiekerhuis bij de entree van het Hunebedcentrum. De vorm deed me denken aan de graanschuren in Mali bijvoorbeeld, al hebben die een meer gesloten bouw.
Voor de tweede keer deze week dacht ik: Hoe ver is Afrika? 
En dat doet me weer denken aan het gedicht dat ik in 1995 schreef na een blik uit mijn raam.

Een zwarte vrouw
loopt voorbij.
Op haar hoofd
een zak aardappelen.
Hoe ver is Afrika?


http://www.hunebedcentrum.nl/

dinsdag 26 april 2011

Volksfeesten

Grote gebeurtenissen werpen hun schaduwen vooruit. Mijn geboortestad Weert maakt zich op voor de ontvangst op 30 april van de koninklijke familie. De stad kleurt steeds meer oranje en alles en iedereen wordt gescreend. Vierdubbele veiligheidsringen doorsnijden de stad en je moet van goeden huize komen om je in de 'inner circle' te mogen begeven.
Donderdag trekken notabelen en inwoners naar het klooster van de Birgittinessen en vragen de nonnen hun gebed voor goed weer op Koninginnedag.
[Ineens denk ik aan het boek van Marnel Breure dat ik net las: 'Het land van Legba. Over voodoo in Afrika.'
Hoe ver is Afrika?]
Laten we hopen dat het, al dan niet met oranjezonnetje, een waar volksfeest wordt.

Mijn woonplaats Wageningen - Stad der Bevrijding - prepareert zich op zijn jaarlijkse grote evenement op 5 mei. De dodenherdenking op 4 mei en het aansteken om middernacht van het bevrijdingsvuur vormen de indrukwekkende overgang naar het volksfeest op Bevrijdingsdag.
Inmiddels zijn overal in de stad de voorbereidingen zichtbaar, ook op allerlei waarschuwings- en verbodsborden. Zo is parkeren in het havengebied verboden, op straffe van 140 euro per voertuig, las ik gisteren op een bord.
Drank in glas en blik is verboden, en petflessen ziet de gemeente liever ook niet. Maar het mag dus wel, denkt iedereen er achteraan.
De ligweiden achter het Bassecour, waar op 5 mei het Parka Kultura plaatsvindt, waren gisterochtend al in gebruik bij enkele zonnebadende of studerende meisjes. Geen idee of ze zich eerst een weg hebben moeten banen langs hondendrollen. Blijkbaar wordt het terrein als uitlaatplaats gebruikt, wat mij bevreemdt. We hadden in Wageningen toch een uitgekiend hondenbeleid met uitlaatstroken en losloopvelden, maar dat terrein is geen losloopveld.
Het lijkt erop dat de gemeente er hondenpoeperij gedoogt, getuige het bordje dat nu bij het bruggetje langs het Spijk staat. Met het oog op het Bevrijdingsfeest hangt er een vriendelijk verzoek om honden daar niet meer te laten poepen.
Het verzoek geldt vanaf heden. Wie er gisteren lag, had dus pech.

http://www.koninginnedag2011.nl/weert/nieuws/donderdag-28-april-om-1400-uur-bidden-voor-goed-weer

http://www.4en5meiwageningen.nl/

maandag 25 april 2011

Droog

Met opzet maakte ik vanmorgen vroeg mijn fietsrondje door Binnenveld en over de dijk en toch zat heel Wageningen al op de fiets. Gelukkig was het in de uiterwaarden bij de Bovenste Polder nog rustig om te lopen.
Ik kan me niet herinneren dat ik het daar zo vroeg in het jaar al zo droog heb gezien. In de nevengeul zijn eilandjes drooggevallen waarop vogels paraderen.


drooggevallen paddenpoel
 De officieuze paddenpoel bij de brug over de nevengeul staat goeddeels droog, maar dat opent wel nieuwe wegen naar het vogelobservatiescherm.
Langs de Nederrijn hebben de strandjes al aanzienlijk terrein veroverd op het water en ze zullen later op de dag ook vast wel bevolkt worden. Zwemmen wordt afgeraden in de rivier vanwege de sterke stroming.
Ik zou er nog een persoonlijke zomertip aan willen toevoegen. Houd de hekgolf van passerende boten in de gaten als je daar zit te picknicken. Als je er niet meer op bedacht bent, kunnen er nog gemene golven achteraan komen.
Ik heb ooit met mijn gezelschap moeten rennen om witte wijn en zalm, en het vege lijf te redden.
Overigens was er vandaag al iemand in de Rijn aan het zwemmen. Geen pootje baden of poedelen, maar met grote slagen meters maken. Tegen de stroom in nota bene, het zag er geroutineerd uit. Zo te zien had de zwemmer wel een wetsuit aan, maar toch. 
Op de foto zwemt hij/zij ongeveer onderaan in beeld in het midden.

vrijdag 22 april 2011

Priemgetallen

'De eenzaamheid van de priemgetallen' van de jonge Italiaanse schrijver Paolo Giordano werd in ons land een bestseller.
Ook ik werd getroffen door de hoofdpersonages Mattia en Alice die elkaar raakten, maar elkaar uiteindelijk toch niet konden bereiken. De verwonde kinderen die ze waren, bleven toch te veel doorschemeren in hun volwassen leven. 
Inmiddels is er een film verschenen, die ik niet wilde zien, omdat ik bang was dat die alleen maar kon tegenvallen.

Waarom ik dan toch de toneelvoorstelling had gereserveerd, vroeg ik me deze week dan ook ernstig af toen ik naar theater Junushoff in Wageningen fietste? Wel had ik de eerdere toneelbewerking gezien die regisseur Madeleine Matzer maakte van het prachtige boek 'Knielen op een bed violen' van Jan Siebelink. Het toneelstuk met onder meer Cees Geel was anders dan het boek, maar goed!

Madeleine Matzer heeft met 'De eenzaamheid van de priemgetallen' eigenlijk een nieuw werk gemaakt, het raakte me zelfs meer dan het boek. Het ingetogen spel, de onmacht die voelbaar was bij de hoofdpersonages Mattia en Alice, de andere twee acteurs die aannemelijk wisselden tussen verschillende andere rollen. Twee uur lang was ik geboeid, terwijl ik wist hoe het verhaal afliep.

Wat me na afloop ook nog wel even bezighield, waren de twee priemgetallen die Mattia op de vloer kalkte. Zo dichtbij elkaar, slechts twee cijfers verschil, maar ver verwijderd van de andere priemgetallen. Het waren veelcijferige getallen die ik niet kon onthouden. Wél dat het ene op 9 eindigde en het andere op 11. Maar - zeg ik dan, als alfavrouwtje - een getal eindigend op 9 kan toch geen priemgetal zijn? Het is immers deelbaar door drie.
Behalve, bedenk ik nu, als er bijvoorbeeld een 1 of 2 voor stond, want 19 en 29 zijn ook priemgetallen.
Het wachten is op het toneelstuk op tv. Dan ga ik die scène eindeloos vertraagd afspelen en de cijfers nauwgezet bestuderen.
Wat een toneelstuk over de diepste gemoedsbewegingen al niet losmaakt.

http://www.matzer.org/matzer-momenteel/de-eenzaamheid-van-de-priemgetallen/

dinsdag 19 april 2011

Oudroze (2)

Mijn eerste gedachte bij oudroze is niet meteen een postzegel, maar het maakt me wel nieuwsgierig naar de exacte kleur. Op zoek dus naar mijn postzegelalbum.
Herinnering aan lang geleden: soepborden met water op de huiskamertafel waarin ik de postzegels van hun enveloppen liet losweken.
De speerpunten van mijn verzameling werden grotendeels bepaald door waar ik toevallig de meeste postzegels van had, zoals ruimtevaart en Indonesië. Ik denk dat ik binnenkort maar eens mijn postzegelalbum ga herlezen en analyseren.
Vertel me wat u verzamelt en ik zal zeggen wie u bent.
Vooruit, niet langer gemijmerd, op zoek naar oudroze.


Et voilà, op de eerste bladzijde in mijn eigen verzameling prijkt de Julianazegel van 62 ct. Zo zeldzaam kan hij dus niet zijn.
Maar de mijne is helaas wel gestempeld en niet geheel meer van gave tandjes voorzien.

Dit is wellicht ook de postzegel uit de conference 'Man achter het loket' van Wim Sonneveld, die waarop 'hare majesteit zo beeldig uitkomt'.

http://annievangansewinkel.blogspot.com/2011/04/oudroze.html

Oudroze

Een jeugdtrauma heb ik niet van roze opgelopen, maar ik moet ver in mijn geheugen teruggaan om mezelf in iets rozigs te vinden. Het is duidelijk niet mijn kleur.
Plechtige communie, 8 mei 1966

Als ik in deze tijd kind was, zou ik waarschijnlijk geen huppelend prinsesje in roze tule zijn. Snoezig speelgoed als 'My little pony' zou evenmin aan mij besteed zijn. Ik was overigens wel een poppenkind.
Voorzover ik nu kan nagaan, ging ik op mijn twaalfde voor het laatst in roze gekleed. Op die leeftijd deed ik de plechtige communie zoals dat bij de katholieken heette. Je hernieuwde dan de doopbeloften. De doop werd voor je beslist, maar het leek een goed idee om dat op latere leeftijd zelf te herhalen, als je de jaren des onderscheids begon te naderen.
Maar hoe wijs was ik op mijn twaalfde? Het prepubertje van de foto ziet er vroegwijs uit: mantelpakje, haar in de permanent, en nog verguld met de bril die ik sinds enkele maanden droeg.
Vroegoud, denk ik nu, maar toen was ik ongetwijfeld blij met mijn feestelijk deux-pièces.

http://annievangansewinkel.blogspot.com/2011/04/roze.html

maandag 18 april 2011

Roze

Ineens lag het gisteren op mijn eettafel, tussen de etensresten en vuile vaat van onze boeiende en smakelijke leesbrunch: het roze potlood. Roze?
Van wie was dat? We keken elkaar aan.
Zojuist hadden we in agenda's en op kladjes onze volgende bijeenkomst genoteerd en het te lezen boek: 'De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween' van Jonas Jonasson. We hadden wel zin in wat volgens een recensie een hilarische, absurde roadnovel was.
Pennen en andere spullen werden opgeborgen, en toen lag daar dat potlood. Van jou? Van jou dan?
Niemand had het daar neergelegd, niemand had het ooit eerder gezien.
Absurd leidde tot ongemakkelijk tot hilariteit. Twijfel aan onszelf, aan elkaar. Uiteindelijk werd het tijd om het grappige raadsel te onthullen. Maar ... niets, niemand.
Opties werden afgevinkt. De sterkste hypothese was dat het potlood op de een of andere manier in het zakje bij een boekaankoop terecht was gekomen. Maar hoe kwam het dan zo bij ons op tafel?

En hoe kwamen we er weer van af?
De een was allergisch voor roze, de andere beriep zich op een jeugdtrauma. Gelukkig heeft een van ons zich opgeofferd en het meegenomen.

Ik dacht aan het voodoopoppetje dat ik ooit heb gekocht en waar ik bijna onmiddellijk weer van af wilde. Hoewel ik niet bijgelovig zeg te zijn, had ik het sterke gevoel dat ik het beter niet weg kon doen. Tot dusver is het me welgezind. 

Vanmorgen dook het roze potlood onmiddellijk weer in mijn hoofd op toen ik op het pad naast mijn huis iets wonderlijks aantrof.
Zomaar, vanuit het niets: een roze cirkel!


http://annievangansewinkel.blogspot.com/2011/04/losgeslagen.html

donderdag 14 april 2011

Schrijvershuis

Het is al meer dan vier maanden geleden dat ik de deur van het Roland Holst Huis in Bergen achter me dichttrok. Eind november verliet ik na een maand het schrijvershuis met half voltooid werk, aanzetten en opzetjes, en vooral veel bezieling om verder te schrijven.
Het kwam er de afgelopen maanden helaas niet van, maar hopelijk heb ik nog tijd van schrijven.
Het schrijvershuis, waar ik ook al in april 2009 mocht werken, heeft een bijzondere plaats in mijn hart. Ik hoor dan ook graag de verhalen van collega's over hun ervaringen daar.

Pas ontdekte ik een aardig videootje van het Financieel Dagblad over Het Huis: 'In de rij voor een schrijvershuis'. Daarin vertelt Gijs IJlander over zijn verblijf en over zijn werk in het schrijfkamertje van Adriaan Roland Holst.
Ikzelf heb daarboven overigens nooit een letter op papier gekregen. Bij het schrijven heb ik een kamer met uitzicht nodig en ruimte om me heen. Aan die behoefte voldeed de kamer beneden ruimschoots.

Het filmpje geeft een mooie indruk van onder meer het schrijfkamertje, het gastenboek en de omgeving:
http://videoplayer.neos.nl/fd/index.php?item=2310


http://annievangansewinkel.blogspot.com/2010/11/laatste-blik.html

woensdag 13 april 2011

Game, set, match

Vorige week is voor mij het nieuwe tennisseizoen weer begonnen. Voor de meeste mensen van mijn club is er geen sprake meer van seizoenen, die tennissen gewoon zomer en winter door. Maar ik ben een watje, hou niet van koud en nat.
Elk jaar weer als ik begin april de baan opstap, kan ik me enigszins voorstellen hoe een koe zich voelt als zij voor het eerst na de winter de wei in mag.
Hoewel ik al vanaf mijn zestiende tennis, is er nauwelijks sprake meer van vorderingen. Zeker de laatste jaren heb ik weinig gespeeld, maar ik blijf het een heerlijke sport vinden. En zoals ik om me heen op de club zie, is het een sport die je tot op hoge leeftijd kunt blijven beoefenen. Zeventigers en zelfs tachtigers laten me soms alle hoeken van de baan zien.

Toen ik mijn tennisschoenen uit hun winterslaap haalde, zagen ze er niet uit alsof ze er nog zin in hadden. Vormloos, afgetrapt en aangevreten.
Aangevreten? Muizen op zolder? Ik hou het er maar op dat het kunststof materiaal van de hakken van binnenuit is verkruimeld.

Een kritische beschouwing van het setje dat ik jaar na jaar gedachteloos aantrek, leert me ook dat ik nog het sweatshirt draag van het 75-jarig bestaan van de club. Dat dateert dus zeker al van meer dan tien jaar geleden.
En de ballen die te weinig uit hun koker komen, murmelen met hun laatste krachten: New balls, please.
De noodzaak is me duidelijk: een nieuwe lente, een nieuwe outfit.


 http://www.nvltb.nl/

dinsdag 12 april 2011

Losgeslagen

Dat we heel uiteenlopende boeken lezen met onze leesclub is juist een van de charmes. Dat we dat combineren met genoeglijke brunches, is een ander pluspunt. Een aantal van ons spant zich telkens in om smakelijke gerechten te bereiden bij de boeken die we lezen.
Tijdens onze laatste bijeenkomst bespraken we 'Axolotl Roadkill' van de jonge Duitse schrijfster Helene Hegemann. In dit boek verhaalt een losgeslagen postpuber over haar leven van spuiten, slikken en ander onmatig gedrag. Tussen een overkill aan scabreuze taal en laconieke beschouwingen over abject burgerlijk leven, in de ogen van het hoofdpersonage althans, wordt haar tragedie pijnlijk duidelijk.
Zij is als de axolotl, een dier dat niet volwassen wordt.
Het boek van Helene Hegemann verscheen toen ze 17 was en op zo'n jonge leeftijd schrijft ze al, jaloersmakend, goed. Toch vond ik het boek door zijn associatieve inslag en een overdaad aan eigentijdse sample-taal soms vermoeiend en lastig te lezen, inspannender welhaast dan het werk van Marcel Proust waarin ik me de laatste tijd verdiep (andere leesclub).

Ook deze keer was er weer smakelijk voedsel bedacht en een van ons had wel heel toepasselijk zijn inkopen gedaan. Daardoor viel er op de eerzame brunchtafel een opvallend stilleven te aanschouwen.

Voor de eerstvolgende bijeenkomst lezen we 'Het grote huis' van Nicole Krauss, other stuff.


http://www.arbeiderspers.nl/web/Auteurs/Boek-5.htm?dbid=29553&typeofpage=94280 

maandag 11 april 2011

Doorleefd

Het leven lijkt geheel vervloden, maar wellicht biedt deze boomstam in de Blauwe Kamer nog voedingsstoffen aan kleine organismen.

Ooit gekliefd door de bliksem, de gangen leeggezogen of afgeschraapt door insecten? Doorleefd in elk geval.

Maar wat straalt hij daar levendig.

zondag 10 april 2011

De Blauwe Kamer (2)

Mijn fietstocht vanmorgen bracht me weer eens in de Blauwe Kamer, waar het voorjaar losgebarsten is. Er liet zich overigens geen kikker of pad zien bij wat ik de paddenpoel noem, maar het frisse groen maakte veel goed.
Wellicht in een poging toekomstige zomerse losbandigheid van de vegetatie te beteugelen leek er op sommige plekken flink gedund en gerooid. Het natuurgebied lag er daar wat aangeharkt bij.

Ik had bedacht dat ik op zondag vroeg moest zijn om ongestoord van de vogels te genieten in de vogelobservatiehut. Maar een complete fotoclub was me voor.
Voor het eerst zag ik met het blote oog lepelaars. Gelukkig had ik eens een keer met vooruitziende blik mijn verrekijker meegenomen, dus ik kon ze nog wat dichterbij halen. Alleen fotograferen, tja, dat wil dan met mijn mobieltje niet lukken. Daar, de witte vlekken ergens tussen die twee boomstammen, dat zijn enkele lepelaars.
Even benijdde ik de mensen van de fotoclub om me heen die met degelijke fototoestellen en indrukwekkende teletoeters alles konden vangen.
Maar een aantal van hen leek drukker bezig te zijn met het diafragma dan met het stil bewonderen van de verrichtingen van de lepelaars.

http://annievangansewinkel.blogspot.com/2010/09/de-blauwe-kamer.html

vrijdag 8 april 2011

Vragen

Toen ik zondag door de uiterwaarden bij Wageningen wandelde, riepen twee beelden vragen bij me op. Tot dusver heb ik er ook nog geen antwoorden op gevonden.

Waarvoor diende de witte cirkel op het enkelhoge opstapje? Voor het eerst zag ik die langs het pad vanaf de zomerdijk naar het vogelobservatiescherm dat uitziet over de nevengeul. Het zou een meetpunt kunnen zijn voor cartografen, zoals ik die vroeger wel vaker aantrof ergens in het midden van nergens.
Maar deze witte cirkel op zwarte (de camera van mijn mobiel kleurt die trouwens anders in) ondergrond zag er daarvoor te amateuristisch gefiguurzaagd uit. De cirkel leek met onvaste hand ingekleurd. Landingsplaats voor ufootjes? Of toch landschapskunst?

Terwijl ik nog over een plausibel antwoord liep na te denken, stuitte ik op het vogelobservatiescherm. Tot dusver heb ik nog niet méér vogels vanachter het scherm ontdekt dan buiten dat scherm. Maar het is een mooi rustpunt en de stilte is er goed hoorbaar.
Deze keer echter was mijn rust meteen verstoord. Onvermijdelijk viel mijn oog op de plastic tassen met afval, waaruit lege frisdrankflessen puilden, geflankeerd door een picknickdekentje. Dat je je op zo'n plek komt verpozen, kan ik me voorstellen. Maar dat je dan de schillen en de dozen... (Ach, wie kent de slogan nog uit de fatsoensrakkertijd?).
Waarom wel al het afval netjes verzamelen in plastic tassen en ze vervolgens achterlaten? Met de gedachte dat we daarvoor immers belasting betalen? Dat de vuilnisdienst deze plek wel in zijn route heeft opgenomen?
Ik begreep het niet, en nog niet.

Wat ik bovendien achteraf niet begrijp: waarom heb ik dat afval daar laten staan? Omdat ik andermans rommel toch zeker niet hoef op te ruimen?
Ik hoop dat inmiddels iemand anders meer burgerzin heeft getoond dan ik op dat moment.

dinsdag 5 april 2011

Thuis

De afgelopen tijd was ik meer bij mijn familie in Weert dan thuis in Wageningen. We stonden met elkaar om mijn moeder heen en de blik was naar binnen gekeerd.
Nu ik thuis in Wageningen ben en weer om me heen begin te kijken, is alles in de wereld hetzelfde, en ook niet.
De omvang van de ramp in Japan is nog altijd bangmakend ongewis. In Libië en Ivoorkust, bijvoorbeeld, offeren de leiders in hun machtswellust nog steeds hun eigen mensen op.
Een leider die het goed met zijn mensen voorheeft, wil niet gewapenderhand zijn gelijk halen. Een echte leider weet van wijken.
  
Pinksterbloem
langs de Grift

Ondertussen is de lente losgebarsten en die uitbundigheid contrasteert soms pijnlijk met mijn verdriet. Tegelijkertijd troost de natuur ook.
 Na mijn afwezigheid voelde ik de sterke behoefte om mijn terugkomst meteen te markeren op mijn dierbare plekken. Wroeten in de tuin, letterlijk aarden.
Maar ook een fietstocht door mijn Binnenveld, langs de Grift, over de dijk, een wandeling in mijn uiterwaarden. Voor het eerst weer de pinksterbloem zien, kikkers en een padje in mijn eigen tuin.



Het verdriet en gemis van mijn ouders was die dag verweven met mijn gang in de natuur.
Hoorbaar in het aanhoudend Lamentum van de kudde schapen langs de dijk. Zichtbaar in het beeld van de koeien bij de steenfabriek en de troost van de psalm die in mijn hoofd opdook: Hij legt mij in grazige weiden, hij geeft rust aan mijn ziel.



maandag 4 april 2011

De draad oppakken (2)

En weer probeer ik de draad op te pakken.


Treurberk
 Emmasingel Weert
Alleen, de draad zal er nog wel zijn, maar ik ben veranderd. Vorige week, nog geen drie maanden na mijn vader, is mijn moeder overleden.
Nadat 2 1/2 jaar lang mijn vader 24 uur per dag haar mantelzorger was geweest, kon ze sinds zijn onverwachte overlijden in januari niet meer thuiswonen.
Een oude boom moet je niet verplanten, en zeker geen twee keer. Na tijdelijk onderdak in het verpleeghuis kreeg ze een vaste plek in een zorgcentrum, gelukkig ook in Weert. Ze deed haar best om er haar draai te vinden en wij probeerden zoveel mogelijk bij haar te zijn.
Maar nieuw lichamelijk onheil en het grote gemis van mijn vader maakten dat ze steeds meer achteruit ging. De laatste week waren we dag en nacht bij haar en op 28 maart is ze 's avonds in het bijzijn van haar vier kinderen gestorven.
Zaterdag hebben we haar te ruste gelegd in het graf bij mijn vader. Nu zijn ze weer samen.

Wie de breekbare vrouw van de laatste jaren zag, kan zich misschien nauwelijks herinneren hoe sterk de kleine, tengere vrouw ooit was.
Anderzijds moet je enorm sterk zijn om, in het volle besef, je afhankelijkheid en verlies van krachten te aanvaarden en zonder klagen te dragen.

De omvang van het gemis van mijn ouders kan ik nu nog nauwelijks overzien. Ik ben trots op ze en ik voel me intens dankbaar voor de onschatbare waarden die ze me voor mijn leven hebben meegegeven.

http://annievangansewinkel.blogspot.com/2011/01/de-draad-oppakken.html