Over enkele weken komt mijn nieuwe thriller Stekeblind uit. Na 17 jaar eindelijk weer een Anne Winkels, het pseudoniem dat ik voor mijn spannende boeken gebruik. In 2006 verscheen ‘Deadline’.
Het is een schrijfproces van lange adem geweest. Tussen prille vingeroefeningen
in november 2010 en publicatie nu liggen precies 13 jaren. Dat klinkt vrij dramatisch
en moeizaam. Maar ik was maanden, soms zelfs jaren niet met deze thriller
bezig. Het leven en veel andere boeken kwamen er tussendoor.
Toch liet het boek mij niet los en telkens was ik verrast
als ik doorlas wat ik ook alweer had opgeschreven. Dat geeft soms ook de afstand
om kritisch en opnieuw te kijken naar een verhaal.
Ik bekijk nu de mappen met researchmateriaal en eerdere versies. In november 2010 schreef ik in het schrijvershuis van Adriaan Roland Holst in Bergen. Daar tikte ik de eerste hoofdstukken, die ik vingeroefeningen noemde. Herkenbaar aan de groene inkt waarmee de printer daar ze afdrukte.
Maar ik kom ook knipsels tegen uit mappen met ideeën. Een daarvan nam ik mee naar het Roland Holst Huis in april 2009 toen ik daar ook al een maand verbleef. Ik noteerde er voor mezelf het idee om een thriller te schrijven over een verdwijning. Blijkbaar een thema dat me lang intrigeerde. Ik vind daar zelfs een krantenknipsel over terug uit 1994.
Het is dan ook geen wonder dat mijn thriller in wording
vele jaren ‘Verdwijning’ als werktitel had. Mijn hoofdpersonage verdwijnt
namelijk ook. Maar ergens anders een nieuw leven beginnen komt haar aanvankelijk
goed uit.
Daarna gaf ik de thriller de voorlopige titel ‘Hoe blind
kun je zijn?’ Pas na de uitgeefbeslissing van uitgeverij Ellessy deze zomer
werd de titel definitief ’Stekeblind’.
Voor deze thriller had ik een andere werkwijze dan bij
mijn eerdere spannende boeken. In september 2019 schreef ik daarover in een
blog:
Bij mijn thrillers had ik steeds gewerkt met strakke
concepten. Maar de thriller waar ik nu al een poosje mee bezig ben, ben ik
zonder plan begonnen. Het gaf me toch wel een vreemd gevoel toen ik over de
helft was en nog steeds geen lijk had. Tot op de laatste bladzijden bleef het
voor mij spannend. Maar aan het eind had ik dan toch een dode en een dader.
Gelukkig, dat staat anders ook zo slordig in een thriller. Maar het boek is nog
lang niet af. Door deze merkwaardige manier van werken zit ik nu nog met allerlei
losse eindjes.
Je kunt zeggen dat Stekeblind heel organisch tot stand is
gekomen, maar dat haalde misschien ook wel de vaart uit het schrijfproces. Des
te blijer ben ik dat het boek dan nu eindelijk verschijnt én beter dan in al
die eerdere versies.
Spannend vind ik het ook. Het voelt toch een beetje alsof ik na zo’n lange tijd opnieuw debuteer als thrillerschrijver.