Wie verzint zoiets? En in wat voor dichterlijke, liever gezegd melige bui moet je verkeren om tot deze aanprijzing (lees: aanfluiting) te komen?
Ik had de Zwitserse roomvlaai vanmorgen al in mijn winkelwagen liggen toen ik pas de tekst las.
'Glooiende alpen van room in een rijk en luchtig landschap.'
Wie koopt nou zoiets? Niemand valt toch voor zulke reclamepraatjes?
Eerlijk is eerlijk, de vlaai was lekker, maar door de mierzoete etikettering springt het glazuur alsnog van mijn tanden.
zaterdag 31 augustus 2013
De eerste ...
Vandaag begint de Week van het Schrijven met schrijfactiviteiten in het hele land. Elke dag schrijf ik een blog over mijn schrijfervaringen. Met tips.
De omstandigheden zijn ideaal: kamer met uitzicht, papier lelieblank en de pen in de aanslag. En dan ... niets.
De eerste zin, de eerste bladzijde, die moeten de lezer grijpen en niet meer loslaten tot de laatste bladzijde van het verhaal. Maar ineens is de pen in de aanslag volkomen verslagen door het zwaard van Damocles.
De druk van die eerste zin sloeg me ooit lam toen ik een verhaal wilde schrijven en geen flauwe notie had waarover.Tot ik een list verzon. 'Als die eerste zin me niet bevalt, gooi ik hem toch gewoon weg.'
Dat werd de eerste zin. Maar hij mocht blijven en werd het begin van een verhaal over een schrijfster in een strandhuisje.
Martin was veranderd.
'Ze zingen!' riep het kind.
Wat dacht je van een waterketel?
Driemaal een eerste zin, tamelijk willekeurig uit mijn boekenkast geplukt, weliswaar van de afdeling favoriete boeken.*) Geen slechte zinnen, maar ik had toch niet met zekerheid durven voorspellen dat ik me zou laten meeslepen in het verhaal dat volgde.
Voor de eerste bladzijde geldt hetzelfde. Meermalen heb ik me als lezer door een stroef begin heen geworsteld, soms zelfs door tientallen bladzijden, maar werd ik uiteindelijk ruimschoots beloond.
Als schrijver moet je je ook afvragen of je je werk als gemaksvoedsel wil opdienen, wat overigens best mag. Als ik een jeugdboek voor moeilijke lezers schrijf, doe ik dat ook, al is dat iets anders dan oppervlakkig zijn.
Als schrijver heb ik wel eens moeite om in het verhaal te komen. Ik ken mijn personages nog niet, weet niet waar ze wonen en soms evenmin waar ze naar toe gaan. Die verkenningen zijn prima, maar daar moet ik mijn lezer niet mee lastigvallen.
Dat betekent dat ik bij de revisie soms rigoureus in het begin ga schrappen en dat het verhaal pas later begint.
Het sterkst gebeurde dat bij 'Vriend of dealer?', mijn eerste (jeugd)thriller uit 1999. Ik liet de eerste vijf hoofdstukken aan mijn uitgever lezen, maar die vond het nog niet spannend. 'Nee,' wierp ik tegen, 'ik bouw het langzaam op en pas bij het zesde hoofdstuk wordt het spannend.' Hij maakte me duidelijk dat dat zo niet werkt bij thrillers en dat je je lezer bij hoofdstuk zes dan al lang bent kwijtgeraakt. Mijn oplossing: het verhaal begon met hoofdstuk 6 en hoofdstuk 1 tot en met 5 belandden in de prullenbak, met uitzondering van enkele fragmenten die het nog tot flashback wisten te brengen.
Heb jij moeite met die eerste zin, die eerste bladzijde? Of heb je tips? Reageer dan op dit blog.
Tips
* kijk bij de revisie of je het verhaal later kunt laten beginnen. Schrap alles wat jij als schrijver nodig had om in het verhaal te raken.
* als je moeite hebt met de eerste zin, begin dan met de tweede.
* vrijdag 6 september houd ik als Schrijfdokter digitaal spreekuur. Je kunt de eerste bladzijde van een verhaal aan me voorleggen.
De Week van het Schrijven duurt van 31 augustus tot 8 september. Over alle schrijfactiviteiten in het land lees je op: http://www.weekvanhetschrijven.nl
----------------------
*) resp. Stefan Brijs 'Post voor mevrouw Bromley', Rascha Peper 'Vingers van porselein' en Jonathan Safran Foer 'Extreem luid en ongelooflijk dichtbij'.
Week van het Schrijven (1) |
De omstandigheden zijn ideaal: kamer met uitzicht, papier lelieblank en de pen in de aanslag. En dan ... niets.
De eerste zin, de eerste bladzijde, die moeten de lezer grijpen en niet meer loslaten tot de laatste bladzijde van het verhaal. Maar ineens is de pen in de aanslag volkomen verslagen door het zwaard van Damocles.
De druk van die eerste zin sloeg me ooit lam toen ik een verhaal wilde schrijven en geen flauwe notie had waarover.Tot ik een list verzon. 'Als die eerste zin me niet bevalt, gooi ik hem toch gewoon weg.'
Dat werd de eerste zin. Maar hij mocht blijven en werd het begin van een verhaal over een schrijfster in een strandhuisje.
Martin was veranderd.
'Ze zingen!' riep het kind.
Wat dacht je van een waterketel?
Driemaal een eerste zin, tamelijk willekeurig uit mijn boekenkast geplukt, weliswaar van de afdeling favoriete boeken.*) Geen slechte zinnen, maar ik had toch niet met zekerheid durven voorspellen dat ik me zou laten meeslepen in het verhaal dat volgde.
Voor de eerste bladzijde geldt hetzelfde. Meermalen heb ik me als lezer door een stroef begin heen geworsteld, soms zelfs door tientallen bladzijden, maar werd ik uiteindelijk ruimschoots beloond.
Als schrijver moet je je ook afvragen of je je werk als gemaksvoedsel wil opdienen, wat overigens best mag. Als ik een jeugdboek voor moeilijke lezers schrijf, doe ik dat ook, al is dat iets anders dan oppervlakkig zijn.
Als schrijver heb ik wel eens moeite om in het verhaal te komen. Ik ken mijn personages nog niet, weet niet waar ze wonen en soms evenmin waar ze naar toe gaan. Die verkenningen zijn prima, maar daar moet ik mijn lezer niet mee lastigvallen.
Dat betekent dat ik bij de revisie soms rigoureus in het begin ga schrappen en dat het verhaal pas later begint.
Het sterkst gebeurde dat bij 'Vriend of dealer?', mijn eerste (jeugd)thriller uit 1999. Ik liet de eerste vijf hoofdstukken aan mijn uitgever lezen, maar die vond het nog niet spannend. 'Nee,' wierp ik tegen, 'ik bouw het langzaam op en pas bij het zesde hoofdstuk wordt het spannend.' Hij maakte me duidelijk dat dat zo niet werkt bij thrillers en dat je je lezer bij hoofdstuk zes dan al lang bent kwijtgeraakt. Mijn oplossing: het verhaal begon met hoofdstuk 6 en hoofdstuk 1 tot en met 5 belandden in de prullenbak, met uitzondering van enkele fragmenten die het nog tot flashback wisten te brengen.
Heb jij moeite met die eerste zin, die eerste bladzijde? Of heb je tips? Reageer dan op dit blog.
Tips
* kijk bij de revisie of je het verhaal later kunt laten beginnen. Schrap alles wat jij als schrijver nodig had om in het verhaal te raken.
* als je moeite hebt met de eerste zin, begin dan met de tweede.
* vrijdag 6 september houd ik als Schrijfdokter digitaal spreekuur. Je kunt de eerste bladzijde van een verhaal aan me voorleggen.
De Week van het Schrijven duurt van 31 augustus tot 8 september. Over alle schrijfactiviteiten in het land lees je op: http://www.weekvanhetschrijven.nl
----------------------
*) resp. Stefan Brijs 'Post voor mevrouw Bromley', Rascha Peper 'Vingers van porselein' en Jonathan Safran Foer 'Extreem luid en ongelooflijk dichtbij'.
vrijdag 30 augustus 2013
Week van het Schrijven-blog
Week van het Schrijven (0) |
Naast mijn digitale spreekuur als Schrijfdokter schrijf ik elke dag een speciaal blog over mijn schrijverservaringen en worstelingen. Met tips.
Dit speciale blog dient voor mij ook als zelfreflectie en voor de lezer wellicht als spiegel.
Onderwerpen zijn onder meer: de waarheid liegen, schuttingtaal, wezen en halfwezen, en het begin. Daarover gaat morgen, uiteraard, de eerste aflevering.
http://www.weekvanhetschrijven.nl
woensdag 28 augustus 2013
Nazomernieuws
Vandaag heb ik mijn Nazomernieuws de wereld ingestuurd met informatie over lezen en schrijven.
Daarin onder meer:
* als Schrijfdokter geef ik op 6 september weer gratis online schrijfadvies
* cursus Kinderverhalen schrijven vanaf oktober in Veenendaal
* nieuwe schrijfprojecten
* elke dag in de komende Week van het Schrijven (31 aug.-8 sept.) een speciaal blog. Mijn eigen schrijfervaringen/worstelingen kunnen dienen als spiegel voor anderen en daarnaast geef ik schrijftips. Met onderwerpen als: schuttingtaal, wezen en halfwezen, en de waarheid liegen.
Heb je Nazomernieuws niet gekregen en ben je nieuwsgierig? Stuur me een mail met in de onderwerpregel: Nazomernieuws.
Je kunt ook reageren via het contactformulier op mijn website
Daarin onder meer:
* als Schrijfdokter geef ik op 6 september weer gratis online schrijfadvies
* cursus Kinderverhalen schrijven vanaf oktober in Veenendaal
* nieuwe schrijfprojecten
* elke dag in de komende Week van het Schrijven (31 aug.-8 sept.) een speciaal blog. Mijn eigen schrijfervaringen/worstelingen kunnen dienen als spiegel voor anderen en daarnaast geef ik schrijftips. Met onderwerpen als: schuttingtaal, wezen en halfwezen, en de waarheid liegen.
Heb je Nazomernieuws niet gekregen en ben je nieuwsgierig? Stuur me een mail met in de onderwerpregel: Nazomernieuws.
Je kunt ook reageren via het contactformulier op mijn website
maandag 26 augustus 2013
Reisverhalen schrijven
Net terug van vakantie? Beelden en indrukken in hoofd en hart en honderden foto's op je computer?
Te mooi om te laten wegzakken in de vergetelheid, maar waar moet je beginnen met je reisverhaal? Misschien met een cursus reisverhalen schrijven.
Je begint wanneer je wilt en bepaalt je eigen tempo. Vijf schriftelijke lessen met theorie, oefeningen en huiswerkopdrachten die je voor commentaar kunt insturen. Uiteraard kan alles per mail, dus ook praktisch als je in het buitenland zit of wanneer je binnenkort op reis gaat.
Je hebt geen schrijfervaring nodig voor deze cursus.
De cursus Reisverhalen Schrijven laat zien in welke vorm je reiservaringen kunt vastleggen. Daarbij gaat het niet alleen om de ‘klassieke’ weergave op papier, maar ook nieuwere vormen als reisblogs krijgen aandacht.
Naast schrijftechnische aspecten komen beschouwingen over reizen aan de orde. Onderwerpen zijn bv.
- wat voor reiziger ben jij
- reizen en schrijven met je zintuigen
- beschrijvingen (landschappen, personen, voorwerpen, sfeer)
- stijl
- taalkundige tijd en tijdsverloop
- structuur, rode draad
- perspectief
- feiten en fictie
Wil je meer weten, dan vind je meer informatie op mijn website, zoals de folder en het inschrijfformulier.
Te mooi om te laten wegzakken in de vergetelheid, maar waar moet je beginnen met je reisverhaal? Misschien met een cursus reisverhalen schrijven.
Je begint wanneer je wilt en bepaalt je eigen tempo. Vijf schriftelijke lessen met theorie, oefeningen en huiswerkopdrachten die je voor commentaar kunt insturen. Uiteraard kan alles per mail, dus ook praktisch als je in het buitenland zit of wanneer je binnenkort op reis gaat.
Je hebt geen schrijfervaring nodig voor deze cursus.
De cursus Reisverhalen Schrijven laat zien in welke vorm je reiservaringen kunt vastleggen. Daarbij gaat het niet alleen om de ‘klassieke’ weergave op papier, maar ook nieuwere vormen als reisblogs krijgen aandacht.
Naast schrijftechnische aspecten komen beschouwingen over reizen aan de orde. Onderwerpen zijn bv.
- wat voor reiziger ben jij
- reizen en schrijven met je zintuigen
- beschrijvingen (landschappen, personen, voorwerpen, sfeer)
- stijl
- taalkundige tijd en tijdsverloop
- structuur, rode draad
- perspectief
- feiten en fictie
Wil je meer weten, dan vind je meer informatie op mijn website, zoals de folder en het inschrijfformulier.
vrijdag 23 augustus 2013
Herherherschrijven
De deadline nadert. Voor 1 september, zo heb ik met mijn uitgever afgesproken, ligt er een nieuwe versie van mijn kinderboek Schelpen, de werktitel overigens.
Het ziet er naar uit dat ik dat ga halen. Na een uitgebreid gesprek met de uitgever in juni in Antwerpen ging ik opgetogen naar huis: het zou nog beter worden.
Zij was al enthousiast over het verhaal, maar had goede suggesties om het krachtiger te maken. Ook praatten we door over het thema 'afscheid' dat er duidelijk in blijkt te zitten. Die onbewuste lijn heb ik versterkt, puttend uit een ervaring van lang geleden.
Als schrijver en schrijfdocent ben ik vertrouwd met kreten als 'schrijven is schrappen' en 'kill your darlings'. Ik schrik daar ook zeker niet voor terug als het verhaal er beter van wordt.
Je zou zeggen dat schrijven na ongeveer 25 boeken alleen maar makkelijker wordt. Niet bij mij. Ik ben me meer en meer bewust geworden van het belang van iets ongrijpbaars als stijl. Woordkeuze, ritme, beeldspraak, klanken en zinsbouw. Oneindig veel variabelen met onnoemelijk veel kansen op ontsporen en miskleunen.
Het typoscript van de afgelopen weken getuigt van het intensieve proces van herherherschrijven: toevoegingen, maar vooral doorhalingen.
In een subtiel, poëtisch verhaal als Schelpen luistert het zeker nauw. Een lomp woord, te veel uitleg, nadrukkelijke zinnen, een overbodig woord of op de verkeerde plaats in de zin, gedub over komma's en punten. Het maakt het verschil tussen goed en nét-niet.
Maar vanmiddag kon ik die revisie afsluiten: beter dan dit kan het niet. Dus kwam er opnieuw een maagdelijk blank typoscript uit mijn printer rollen.
Beter dan dit kan het niet? Toch ga ik het weer lezen, wikken en wegen, hardop lezen soms. Grote kans dat er, op zijn minst, een kleinigheid anders moet.
Als het een dezer dagen naar de uitgever gaat, moet ik zeker weten: dit is op dit moment het beste wat ik kan schrijven. Dan pas laat ik het met een gerust hart los.
Het ziet er naar uit dat ik dat ga halen. Na een uitgebreid gesprek met de uitgever in juni in Antwerpen ging ik opgetogen naar huis: het zou nog beter worden.
Zij was al enthousiast over het verhaal, maar had goede suggesties om het krachtiger te maken. Ook praatten we door over het thema 'afscheid' dat er duidelijk in blijkt te zitten. Die onbewuste lijn heb ik versterkt, puttend uit een ervaring van lang geleden.
Als schrijver en schrijfdocent ben ik vertrouwd met kreten als 'schrijven is schrappen' en 'kill your darlings'. Ik schrik daar ook zeker niet voor terug als het verhaal er beter van wordt.
Je zou zeggen dat schrijven na ongeveer 25 boeken alleen maar makkelijker wordt. Niet bij mij. Ik ben me meer en meer bewust geworden van het belang van iets ongrijpbaars als stijl. Woordkeuze, ritme, beeldspraak, klanken en zinsbouw. Oneindig veel variabelen met onnoemelijk veel kansen op ontsporen en miskleunen.
Het typoscript van de afgelopen weken getuigt van het intensieve proces van herherherschrijven: toevoegingen, maar vooral doorhalingen.
In een subtiel, poëtisch verhaal als Schelpen luistert het zeker nauw. Een lomp woord, te veel uitleg, nadrukkelijke zinnen, een overbodig woord of op de verkeerde plaats in de zin, gedub over komma's en punten. Het maakt het verschil tussen goed en nét-niet.
Maar vanmiddag kon ik die revisie afsluiten: beter dan dit kan het niet. Dus kwam er opnieuw een maagdelijk blank typoscript uit mijn printer rollen.
Beter dan dit kan het niet? Toch ga ik het weer lezen, wikken en wegen, hardop lezen soms. Grote kans dat er, op zijn minst, een kleinigheid anders moet.
Als het een dezer dagen naar de uitgever gaat, moet ik zeker weten: dit is op dit moment het beste wat ik kan schrijven. Dan pas laat ik het met een gerust hart los.
dinsdag 20 augustus 2013
Levensdrift
Het lezen van Marcel Proust (deel 3 De kant van Guermantes) heb ik even onderbroken, omdat de bijeenkomst van die leeskring een poosje is uitgesteld. Dat gaf me de gelegenheid om op mijn gemak de twee boeken te lezen voor mijn andere leesclub begin september.
Twee totaal verschillende boeken, alleen al het leeftijdsverschil van 113 jaar.
'De vlucht' van Jesús Carrasco dat dit jaar verscheen en 'Langs lijnen van geleidelijkheid' van Louis Couperus uit 1900. Dat koos de leesclub vanwege het 150e geboortejaar van Couperus.
Couperus schrijft meanderend en verfijnd over een vrouw in de societywereld, Carrasco over het keiharde leven van een jongen in een ongenaakbaar Spaans landschap, die meedogenloze mensen tegenkomt. Beide boeken maakten indruk op me, om heel verschillende redenen.
Van Proust naar Couperus is geen grote stap. Hun schrijfstijl is verwant, hun personages brengen hun leven door met ja, waarmee? Diners, soirées, salons, achterklap en indruk maken.
Maar het hoofdpersonage van Couperus' boek Cornélie de Retz van Loo wil meer van het leven. Na de teleurstelling van haar mislukte huwelijk gaat ze naar Italië en denkt ze vervulling te vinden in de feministische strijd (eerste golf feminisme). Ze vindt echter de liefde op haar weg en met Duco van der Staal ontdekt ze andere waarden, zoals de kunst en desnoods eenvoudig leven. Maar ze komen erachter dat je van liefde alleen niet in leven kunt blijven. Toch lijdt hun liefde aanvankelijk niet onder de armoede. Cornélie moet haar gedachten, gevoelens en principes herzien wanneer het verleden niet uit te wissen valt.
Hoofdpersoon in De Vlucht is een naamloze jongen van onbestemde leeftijd. In een heet, dor landschap is hij op de vlucht voor zijn verleden. Enerzijds kinderlijk, anderzijds wantrouwend en dat laatste is ook niet verwonderlijk. Veel goeds heeft hij niet ondervonden in zijn leven.
Mijn geest verzette zich meer dan eens om door te lezen over die wereld van louter hardheid, genadeloze natuur en erger nog: gewetenloze mensen.
Het boek is gruwelijk en goed, zintuiglijk en op de huid geschreven. Het gaat hier om de basis van de piramide van Maslow: eten, drinken, slapen en veiligheid. En aan al die basisbehoeften is gebrek.
Het gaat over doodsangst, maar ook over levensdrift, en die overwint. Dat is dan toch een lichtpuntje in het boek.
In die woestenij die leven heet, trof me des te harder een passage over iets wat je moreel besef kunt noemen. De herder die zich toch lijkt te bekommeren om het lot van de jongen dringt er bij hem op aan dat hij de lijken van twee boosaardige mannen begraaft. De grond is hard en er is geen schop of houweel, werpt de jongen tegen. (p. 190)
'Als je ze niet begraaft, zullen de vogels ze opeten.'
'Wat maakt dat nu nog uit?'
'Dat maakt wél wat uit.'
'Die mannen verdienen het niet.'
'Daarom moet je het doen.'
Die laatste zin, daar zit alles in.
Het wordt even wennen als ik me nu weer met Proust in de wereld van de Parijse salons begeef.
Twee totaal verschillende boeken, alleen al het leeftijdsverschil van 113 jaar.
'De vlucht' van Jesús Carrasco dat dit jaar verscheen en 'Langs lijnen van geleidelijkheid' van Louis Couperus uit 1900. Dat koos de leesclub vanwege het 150e geboortejaar van Couperus.
Couperus schrijft meanderend en verfijnd over een vrouw in de societywereld, Carrasco over het keiharde leven van een jongen in een ongenaakbaar Spaans landschap, die meedogenloze mensen tegenkomt. Beide boeken maakten indruk op me, om heel verschillende redenen.
Van Proust naar Couperus is geen grote stap. Hun schrijfstijl is verwant, hun personages brengen hun leven door met ja, waarmee? Diners, soirées, salons, achterklap en indruk maken.
Maar het hoofdpersonage van Couperus' boek Cornélie de Retz van Loo wil meer van het leven. Na de teleurstelling van haar mislukte huwelijk gaat ze naar Italië en denkt ze vervulling te vinden in de feministische strijd (eerste golf feminisme). Ze vindt echter de liefde op haar weg en met Duco van der Staal ontdekt ze andere waarden, zoals de kunst en desnoods eenvoudig leven. Maar ze komen erachter dat je van liefde alleen niet in leven kunt blijven. Toch lijdt hun liefde aanvankelijk niet onder de armoede. Cornélie moet haar gedachten, gevoelens en principes herzien wanneer het verleden niet uit te wissen valt.
Hoofdpersoon in De Vlucht is een naamloze jongen van onbestemde leeftijd. In een heet, dor landschap is hij op de vlucht voor zijn verleden. Enerzijds kinderlijk, anderzijds wantrouwend en dat laatste is ook niet verwonderlijk. Veel goeds heeft hij niet ondervonden in zijn leven.
Mijn geest verzette zich meer dan eens om door te lezen over die wereld van louter hardheid, genadeloze natuur en erger nog: gewetenloze mensen.
Het boek is gruwelijk en goed, zintuiglijk en op de huid geschreven. Het gaat hier om de basis van de piramide van Maslow: eten, drinken, slapen en veiligheid. En aan al die basisbehoeften is gebrek.
Het gaat over doodsangst, maar ook over levensdrift, en die overwint. Dat is dan toch een lichtpuntje in het boek.
In die woestenij die leven heet, trof me des te harder een passage over iets wat je moreel besef kunt noemen. De herder die zich toch lijkt te bekommeren om het lot van de jongen dringt er bij hem op aan dat hij de lijken van twee boosaardige mannen begraaft. De grond is hard en er is geen schop of houweel, werpt de jongen tegen. (p. 190)
'Als je ze niet begraaft, zullen de vogels ze opeten.'
'Wat maakt dat nu nog uit?'
'Dat maakt wél wat uit.'
'Die mannen verdienen het niet.'
'Daarom moet je het doen.'
Die laatste zin, daar zit alles in.
Het wordt even wennen als ik me nu weer met Proust in de wereld van de Parijse salons begeef.
maandag 19 augustus 2013
Vallend blad
Met spijt keek ik vandaag weer in het tijdschriftenvak. Geen nieuw nummer meer van Esta. Het tweewekelijkse vrouwenblad hield vorige maand, na negen jaar, op te bestaan.
Uitgeverij Sanoma zag er geen brood meer in, omdat er te weinig bladen werden verkocht. De doelgroep zou te weinig onderscheidend zijn. Maar als het blad zoveel leek op andere, waarom voel ik dan toch een gemis?
De uitgeverij opperde alternatieven als Viva, maar daar ben ik toch echt te oud voor. En Zin past wel wat leeftijd betreft, maar ik ben meer dan mijn leeftijd. Esta had oorspronkelijke invalshoeken, goede interviews en toch een speelse aanblik. Opzij lees ik ook, maar ik wil ook wel eens iets lichters, dat toch diepgang heeft.
Ja, Van Gansewinkel, je moet niet mauwen (zoals ze dat in Tilburg zeiden). Ik nam zelf immers ook nooit een abonnement.
Ik lees behoorlijk wat tijdschriften, maar afgezien van krant, vakbladen en omroepblad wil ik geen abonnementen. Ik ben een bladhopper, per keer wil ik beslissen wat ik koop.
Maar in deze tijd van journalistieke krimp houd je daar niet structureel bladen mee overeind. Ik neem aan dat de rendementseisen ook steeds meer worden aangescherpt en dat te weinig groei al wordt aangemerkt als mislukt.
Natuurlijk, bladen komen, en bladen gaan. Maar in het geval van Esta vind ik dat toch jammer.
Gelukkig is er ook positief bladennieuws. Onlangs verscheen Scènes, een tweemaandelijks blad over toneel, dans, muziektheater, cabaret en musical. Een heel breed gebied. Het oogt goed, maar de tijd zal leren of het een eigen lezerspubliek weet te bereiken.
O ja, onlangs ging er nog een ander blad ter ziele: FHM, een mannenglossy. Maar dat heb ik natuurlijk nooit gelezen. Ook niet bij de kapper.
Uitgeverij Sanoma zag er geen brood meer in, omdat er te weinig bladen werden verkocht. De doelgroep zou te weinig onderscheidend zijn. Maar als het blad zoveel leek op andere, waarom voel ik dan toch een gemis?
De uitgeverij opperde alternatieven als Viva, maar daar ben ik toch echt te oud voor. En Zin past wel wat leeftijd betreft, maar ik ben meer dan mijn leeftijd. Esta had oorspronkelijke invalshoeken, goede interviews en toch een speelse aanblik. Opzij lees ik ook, maar ik wil ook wel eens iets lichters, dat toch diepgang heeft.
Ja, Van Gansewinkel, je moet niet mauwen (zoals ze dat in Tilburg zeiden). Ik nam zelf immers ook nooit een abonnement.
Ik lees behoorlijk wat tijdschriften, maar afgezien van krant, vakbladen en omroepblad wil ik geen abonnementen. Ik ben een bladhopper, per keer wil ik beslissen wat ik koop.
Maar in deze tijd van journalistieke krimp houd je daar niet structureel bladen mee overeind. Ik neem aan dat de rendementseisen ook steeds meer worden aangescherpt en dat te weinig groei al wordt aangemerkt als mislukt.
Natuurlijk, bladen komen, en bladen gaan. Maar in het geval van Esta vind ik dat toch jammer.
Gelukkig is er ook positief bladennieuws. Onlangs verscheen Scènes, een tweemaandelijks blad over toneel, dans, muziektheater, cabaret en musical. Een heel breed gebied. Het oogt goed, maar de tijd zal leren of het een eigen lezerspubliek weet te bereiken.
O ja, onlangs ging er nog een ander blad ter ziele: FHM, een mannenglossy. Maar dat heb ik natuurlijk nooit gelezen. Ook niet bij de kapper.
donderdag 15 augustus 2013
Help, het e-book komt!
Als ik in boekenland mijn oor te luister leg, hoor ik noodkreten als: Help, het e-book komt!
Een grote bedreiging voor het eeuwenoude beschavingsproduct: hard copy-boek. Bovendien legt het de bijl aan het bestaansminimum van sappelende schrijvers.
Gevolg: schrijvers reddeloos, uitgevers redeloos en boekhandels en bibliotheken radeloos.
Rustig maar, het e-book komt niet. Het is er al! Met een marktaandeel van zo'n 4%. Dat is nog niets, al is het wel een verdubbeling in een jaar, en je hoeft geen rekenmeester te zijn om te weten wat een multiplier doet.
Bovendien zitten in die officiële verkoopcijfers uiteraard niet de illegaal gedownloade e-books. Ooit sprak ik iemand die trots verkondigde maar liefst 5000 boeken op haar e-reader te hebben. Dan kan ik alleen maar mompelen: 'Arme schrijvers'.
Nu vind ik ook dat veel uitgeverijen dat over zichzelf afroepen omdat ze het e-book letterlijk uit de markt prijzen. Ik heb nooit begrepen waarom het bijna net zo duur moet zijn als een papieren exemplaar. Geen drukkosten immers, geen transport, geen opslag en geen boekhandelskorting.
Ik krijg sterk de indruk dat de boekenwereld sinds de introductie van het e-book, toch al weer een aantal jaren geleden, nog steeds in verwarring is. Wel of niet beveiligen, wel of niet samenwerken, een uitleensysteem van de bibliotheken.
Ondertussen gaat de productie van e-books door. Zo kun je bijvoorbeeld bij Kobo Writing Life gemakkelijk je eigen e-book publiceren. De verkoop van e-readers is nog nooit zo hoog geweest als afgelopen kwartaal. Enkele uitgevers kondigden pas een soort spotify aan, een bibliotheek voor e-books (art. HP/De Tijd)
Ondertussen stopt schrijver David de Poel de hele eerste druk van zijn nieuwe boek bij wildvreemde mensen in de brievenbus. Als protestactie tegen het e-book. Wanhoopsdaad of uitgekiende publiciteitsstunt?
De wereld van het boek is volop in beweging en voorspellen hoe het zich ontwikkelt, is koffiedik kijken. Zet het e-book door? Ja. Verdwijnt het papieren boek? Nee. Daar durf ik wel op in te zetten.
Maar hoe snel en hoe sterk en ten koste of ten bate waarvan of van wie? Wie waakt er over kwaliteit? Wie brengt al die boeken aan de man?
Zijn er op zeker moment meer schrijvers dan lezers?
Ik volg de ontwikkelingen kritisch en hol niet meteen achter elke nieuwe nieuwigheid aan. Maar ik voel er niks voor om mee te huilen met de wolven in het bos, ik ga evenmin als een konijn in een lichtbak zitten staren. Daar ben ik ook te nieuwsgierig voor naar nieuwe mogelijkheden.
Dat is een van de redenen dat ik vorig jaar zelf mijn eerste e-book uitbracht: Zeezucht. Inmiddels te koop bij Boenda en bij Kobo. En welke uitgever brengt nu een papieren boek uit met extra's die een uniek inzicht geven in het wordingsproces, zoals: The making of, foto's en deleted scenes?
Een grote bedreiging voor het eeuwenoude beschavingsproduct: hard copy-boek. Bovendien legt het de bijl aan het bestaansminimum van sappelende schrijvers.
Gevolg: schrijvers reddeloos, uitgevers redeloos en boekhandels en bibliotheken radeloos.
Rustig maar, het e-book komt niet. Het is er al! Met een marktaandeel van zo'n 4%. Dat is nog niets, al is het wel een verdubbeling in een jaar, en je hoeft geen rekenmeester te zijn om te weten wat een multiplier doet.
Bovendien zitten in die officiële verkoopcijfers uiteraard niet de illegaal gedownloade e-books. Ooit sprak ik iemand die trots verkondigde maar liefst 5000 boeken op haar e-reader te hebben. Dan kan ik alleen maar mompelen: 'Arme schrijvers'.
Nu vind ik ook dat veel uitgeverijen dat over zichzelf afroepen omdat ze het e-book letterlijk uit de markt prijzen. Ik heb nooit begrepen waarom het bijna net zo duur moet zijn als een papieren exemplaar. Geen drukkosten immers, geen transport, geen opslag en geen boekhandelskorting.
Ik krijg sterk de indruk dat de boekenwereld sinds de introductie van het e-book, toch al weer een aantal jaren geleden, nog steeds in verwarring is. Wel of niet beveiligen, wel of niet samenwerken, een uitleensysteem van de bibliotheken.
Ondertussen gaat de productie van e-books door. Zo kun je bijvoorbeeld bij Kobo Writing Life gemakkelijk je eigen e-book publiceren. De verkoop van e-readers is nog nooit zo hoog geweest als afgelopen kwartaal. Enkele uitgevers kondigden pas een soort spotify aan, een bibliotheek voor e-books (art. HP/De Tijd)
Ondertussen stopt schrijver David de Poel de hele eerste druk van zijn nieuwe boek bij wildvreemde mensen in de brievenbus. Als protestactie tegen het e-book. Wanhoopsdaad of uitgekiende publiciteitsstunt?
De wereld van het boek is volop in beweging en voorspellen hoe het zich ontwikkelt, is koffiedik kijken. Zet het e-book door? Ja. Verdwijnt het papieren boek? Nee. Daar durf ik wel op in te zetten.
Maar hoe snel en hoe sterk en ten koste of ten bate waarvan of van wie? Wie waakt er over kwaliteit? Wie brengt al die boeken aan de man?
Zijn er op zeker moment meer schrijvers dan lezers?
Ik volg de ontwikkelingen kritisch en hol niet meteen achter elke nieuwe nieuwigheid aan. Maar ik voel er niks voor om mee te huilen met de wolven in het bos, ik ga evenmin als een konijn in een lichtbak zitten staren. Daar ben ik ook te nieuwsgierig voor naar nieuwe mogelijkheden.
Dat is een van de redenen dat ik vorig jaar zelf mijn eerste e-book uitbracht: Zeezucht. Inmiddels te koop bij Boenda en bij Kobo. En welke uitgever brengt nu een papieren boek uit met extra's die een uniek inzicht geven in het wordingsproces, zoals: The making of, foto's en deleted scenes?
Kinderarbeid
In sommige delen van Nederland, zoals in de regio Wageningen, hebben de kinderen nog enkele weken vakantie. Van de zomers en van mijn vakanties als kind herinner ik me dat ze eindeloos leken. Doorgaans amuseerden we ons goed.
We (mijn jongere zusje en ik, en vriendinnetjes) speelden met de poppen ('Moedertje spelen'), bouwden tenten in de tuin en organiseerden een songfestival met kinderen uit de buurt. Bij warm weer fungeerde de teil als zwembad.
Geen weg-vakanties, laat staan verweg-vakanties, maar het was goed. Het heeft bij mij een intens gevoel van geborgenheid en tevredenheid nagelaten.
Toch kan ik me ook herinneren dat zelfs wij af en toe niet wisten wat we moesten doen: verveling.
Bestaat verveling tegenwoordig nog bij kinderen? Ze worden beziggehouden door ouders in quality time, naar clubs en cursussen gebracht en anders zijn er desnoods oppassen in de vorm van tv, gameboy of computer. En dat terwijl verveling juist tot creativiteit kan leiden.
Ho, ik zeg niet dat vroeger alles beter was.
Toen ik onlangs tuinbonen aan het doppen was, bedacht ik dat wij als kind al jong onze bijdrage moesten leveren aan huishoudelijke klusjes. We hadden aardbeien en een kersenboom in de tuin. De vruchten moesten geplukt en ontsteeld worden voor de weck. Maar ook waren er de groenten die ingemaakt werden of voor het dagelijks gebruik moesten worden gedopt of schoongemaakt.
Met vier kinderen had onze moeder het druk en wij begrepen dat we een handje moesten helpen. Aardappels schillen en ook mijn eigen schoenen poetsen, vanaf een jaar of 10 denk ik. Gras maaien op mijn twaalfde toen mijn moeder hoogzwanger was van mijn jongste broer.
Die 'kinderarbeid' was vanzelfsprekend en zonder zwaarte. We werden er ook niet voor betaald. Ik denk dat kinderen tegenwoordig, áls ze klusjes doen, daarvoor in klinkende munt worden beloond.
Ik stond er zomaar bij stil onder het doppen van de tuinbonen. Spelenderwijs geleerd.
We leven in een tijd waarin veel groenten voorverpakt zijn, gesneden en gewassen (met de aanprijzing: driemaal in ijswater gewassen. Geen idee trouwens waarom dat driemaal moet).
Ik realiseerde me dat dus niet iedereen meer van jongsafaan leert hoe je groenten schoonmaakt en bv. tuinbonen dopt.
Maar daar hebben we tegenwoordig filmpjes voor. Ik ontdekte Koken met Dorus waarop een duidelijke instructie staat voor het doppen van tuinbonen. En voor het 'dubbel doppen'.
Kijk, dat wist ik niet. Logisch, want bedoeld voor niet zo verse tuinbonen of diepvriesbonen, en die hadden we vroeger niet.
We (mijn jongere zusje en ik, en vriendinnetjes) speelden met de poppen ('Moedertje spelen'), bouwden tenten in de tuin en organiseerden een songfestival met kinderen uit de buurt. Bij warm weer fungeerde de teil als zwembad.
Geen weg-vakanties, laat staan verweg-vakanties, maar het was goed. Het heeft bij mij een intens gevoel van geborgenheid en tevredenheid nagelaten.
Toch kan ik me ook herinneren dat zelfs wij af en toe niet wisten wat we moesten doen: verveling.
Bestaat verveling tegenwoordig nog bij kinderen? Ze worden beziggehouden door ouders in quality time, naar clubs en cursussen gebracht en anders zijn er desnoods oppassen in de vorm van tv, gameboy of computer. En dat terwijl verveling juist tot creativiteit kan leiden.
Ho, ik zeg niet dat vroeger alles beter was.
Toen ik onlangs tuinbonen aan het doppen was, bedacht ik dat wij als kind al jong onze bijdrage moesten leveren aan huishoudelijke klusjes. We hadden aardbeien en een kersenboom in de tuin. De vruchten moesten geplukt en ontsteeld worden voor de weck. Maar ook waren er de groenten die ingemaakt werden of voor het dagelijks gebruik moesten worden gedopt of schoongemaakt.
Met vier kinderen had onze moeder het druk en wij begrepen dat we een handje moesten helpen. Aardappels schillen en ook mijn eigen schoenen poetsen, vanaf een jaar of 10 denk ik. Gras maaien op mijn twaalfde toen mijn moeder hoogzwanger was van mijn jongste broer.
Die 'kinderarbeid' was vanzelfsprekend en zonder zwaarte. We werden er ook niet voor betaald. Ik denk dat kinderen tegenwoordig, áls ze klusjes doen, daarvoor in klinkende munt worden beloond.
Ik stond er zomaar bij stil onder het doppen van de tuinbonen. Spelenderwijs geleerd.
We leven in een tijd waarin veel groenten voorverpakt zijn, gesneden en gewassen (met de aanprijzing: driemaal in ijswater gewassen. Geen idee trouwens waarom dat driemaal moet).
Ik realiseerde me dat dus niet iedereen meer van jongsafaan leert hoe je groenten schoonmaakt en bv. tuinbonen dopt.
Maar daar hebben we tegenwoordig filmpjes voor. Ik ontdekte Koken met Dorus waarop een duidelijke instructie staat voor het doppen van tuinbonen. En voor het 'dubbel doppen'.
Kijk, dat wist ik niet. Logisch, want bedoeld voor niet zo verse tuinbonen of diepvriesbonen, en die hadden we vroeger niet.
donderdag 8 augustus 2013
Nu online!
Hij is er: mijn nieuwe website staat nu online!
Al mijn boeken en bijdragen aan bundels en tijdschriften. Verhalen en gedichten. Maar ook nieuwe rubrieken als: tentoonstellingen, in de pers, reizen, zakelijk schrijven, schrijfretraites en mijn complete cursusaanbod.
Met veel foto's.
Neem een kijkje, stel een vraag of schrijf iets in mijn gastenboek.
http://www.annievangansewinkel.nl
maandag 5 augustus 2013
Glimp
En hier is alvast een glimp van mijn nieuwe website, binnenkort online.
Eerder blog Derde generatie website
Eerder blog Derde generatie website
zondag 4 augustus 2013
Onschuldig
Is het de schrijfster van kinderboeken in mij, of die van thrillers? Of is het gewoon omdat ik mens ben?
Het is een onschuldig beeld. Schoentje gevonden, vinder hangt het goed zichtbaar neer en eigenaar vindt het hopelijk terug.
Waarom ontrolt zich dan toch meteen ergens in mijn achterhoofd een noodlotscenario? Verbeelding is een zegen voor een schrijver, maar in het dagelijks leven meer dan eens een handicap.
Nou krijg ik altijd wel een wat unheimisch gevoel als ik ergens een verlaten schoen zie liggen. Vreemd genoeg heb ik dat minder wanneer ik een paar aantref. Dat lijkt nog op een doelbewust afstand doen (ze hebben nooit lekker gezeten, iemand anders meer plezier). Maar eentje, dat kan nooit de bedoeling zijn geweest.
Op het strand tref ik regelmatig aangespoelde schoenen aan en zeker die vondsten zijn voor mij omgeven met vragen, en met dramatiek.
Overigens, het schoentje hing vanmorgen aan het hek op de Grebbedijk in Wageningen, vlakbij de Pabstsendam.
Het is een onschuldig beeld. Schoentje gevonden, vinder hangt het goed zichtbaar neer en eigenaar vindt het hopelijk terug.
Waarom ontrolt zich dan toch meteen ergens in mijn achterhoofd een noodlotscenario? Verbeelding is een zegen voor een schrijver, maar in het dagelijks leven meer dan eens een handicap.
Nou krijg ik altijd wel een wat unheimisch gevoel als ik ergens een verlaten schoen zie liggen. Vreemd genoeg heb ik dat minder wanneer ik een paar aantref. Dat lijkt nog op een doelbewust afstand doen (ze hebben nooit lekker gezeten, iemand anders meer plezier). Maar eentje, dat kan nooit de bedoeling zijn geweest.
Op het strand tref ik regelmatig aangespoelde schoenen aan en zeker die vondsten zijn voor mij omgeven met vragen, en met dramatiek.
Overigens, het schoentje hing vanmorgen aan het hek op de Grebbedijk in Wageningen, vlakbij de Pabstsendam.
donderdag 1 augustus 2013
Derde generatie website
Huidige website 2002-2013 |
Hoewel hij nog goed functioneerde, begon toch - net als bij de eerste site, waar ik bijna early adopter was - weer de wet van de remmende voorsprong te gelden.
Hoogste tijd dus voor een frisse blik. Marcel van Langen (Morloff) heeft mijn nieuwe site ook deze keer ontworpen en ik ben er erg blij mee. Het mooie is dat ik alle teksten en foto's, content voor intimi, zelf in de website kan plaatsen met een CMS (voor intimi-plus).
Maar daar zat 'm de afgelopen tijd ook de crux. Het is een goed bruikbaar systeem, maar het vereist wel concentratie en is niet iets om af en toe in een verloren uurtje te doen. De afgelopen maanden kregen andere werkklussen als schrijven, cursussen en bedrijfstrainingen meestal voorrang. Maar deze zomermaanden kan ik er eindelijk ruimschoots tijd voor maken.
De website van een schrijver bestaat bijna vanzelfsprekend voor een groot deel uit tekst. Mijn nieuwe site moest geen knip- en plakwerk worden vanaf de oude. Ik heb dus veel nieuwe teksten geschreven. Bovendien is beeldmateriaal steeds belangrijker geworden en zitten er veel links in om de bezoeker beter te bedienen. Gastenboek en reactieformulieren maken vanzelf deel uit van de nieuwe site.
Ik kwam erachter hoeveel verschillende activiteiten ik had en heb, maar ook hoeveel er de afgelopen jaren al is gepubliceerd, boeken natuurlijk, en werk in bundels en tijdschriften. De rubriek Boeken op de nieuwe site is dan ook behoorlijk uitgedijd.
Binnenkort komt hier een voorproefje van mijn nieuwe website, die trouwens hetzelfde webadres houdt. Voor nu is hier een screenshot van de oude, althans de huidige.
Kijk er nog maar eens goed naar: http://www.annievangansewinkel.nl
Nu kan het nog. Straks verdwijnt hij naar het kerkhof van het world wide web.
Abonneren op:
Posts (Atom)