zondag 31 januari 2016

Reünie - Academie voor de Journalistiek

Reünies, ik heb er een dubbel gevoel bij. Leuk om mensen van vroeger terug te zien, maar die bijeenkomsten munten meestal ook uit in oppervlakkigheid en dat blijkt vaak al in de eerste zinnen.

- Heeeee. Wat leuk om jou weer te zien. Zoen, zoen, hug, hug.
- Da's lang geleden. Hoe gaat het met jou?
- Ja goed, en met jou.
- Ook goed.
- Tjonge, leuk om elkaar hier weer tegen te komen. Hé, daar is ...
Einde gesprek.

Maar de afgelopen decennia heb ik geleerd dat het zo kan gaan en alles wat er meer is, is mooi meegenomen.
Vorige week 22 januari was de reünie van de Academie voor de Journalistiek zoals die in mijn tijd (1981-1984) heette. Sindsdien veranderde de journalistenopleiding in Tilburg meermalen van naam en zij heet nu Fontys Hogeschool Journalistiek, 35 jaar oud inmiddels. Bij de alumni kun je de opeenvolgende generaties zien. Van piepjong tot grijs en kaal.
Er heerste een positieve sfeer in de feestzaal in Tilburg, ondanks de malaise in de journalistiek. Het is natuurlijk altijd de vraag waarom de afwezigen wegbleven. Is een reünie niet toch vaak een feestje van de geslaagden?
Van mijn lichting waren er niet zoveel mensen, maar er waren ook nog oud-collega's van de krant waar ik 9 jaar werkte (voorheen Het Nieuwsblad van het Zuiden, daarna Het Nieuwsblad, nu Brabants Dagblad).

Voor het feest kon je het schoolgebouw bezoeken aan de Prof. Gimbrèrelaan. Zo netjes, gereguleerd.
De herinnering aan het rommelige, wat verspochte gebouw aan de Groenstraat kreeg ineens glans.
Wíj waren de pioniers, de proefkonijnen en samen met docenten vogelden we uit hoe een journalistieke opleiding moest zijn. Zo voelde dat even, terwijl we rondliepen langs saaie theorielokalen op de begane grond waaruit geen nieuwe stijl van onderwijs sprak.
De praktijklokalen van schrijvende pers, radio en tv heb ik jammer genoeg niet gezien. Die zullen zeker anders zijn. Destijds nog tikmachines, vellen kopijpapier, een enkele opmaakcomputer, we sjouwden voor radio met loodzware Uhers en de camera's waren log en groot. Maar het voelde als fladderen in een speeltuin.

Iets van dat speelse weerspiegelt de schotelantenne in de binnentuin van de school. Of Deus de tag is van de maker weet ik niet. Ik denk niet dat het een verwijzing is naar de oorspronkelijke katholieke signatuur van de opleiding.
Wij mochten er onze naam aanbrengen. Alsof de Wall of Fame al niet genoeg eer was. 

Ik heb me op de reünie prima vermaakt.
Er waren de heerlijke 'Weet je nog?'s. Maar het ging ook over het heden en de soms kronkelige wegen die erheen leidden. Mooi om te zien hoe sommige studiegenoten veranderd waren, terwijl ze in wezen misschien niet eens zozeer veranderden. Ontdekten ze uiteindelijk wat altijd al in hen zat.
En dan de docenten met wie we in de jaren 80 in dat nog kleine schooltje joviaal omgingen. Een aantal gepensioneerd, andere leraren still going strong. Sommigen waren destijds ook leeftijdsgenoten. Ik begon immers pas op mijn 27e aan de opleiding. Grappig om van een oud-studiegenoot nu te horen: ik kan me niet meer herinneren dat jij zoveel ouder was.

De opleiding leidde op voor journalistiek en communicatie, maar bleek voor sommige studiegenoten ook een goed beginpunt voor andere wegen.
Wie weet op welk punt we over vijf jaar staan.

Ook voor wie er niet was, terugblik en foto's op de reüniepagina op facebook

Eerder blog over (Academie voor) de Journalistiek 
Op de reüniesite video's en foto's van 35 jaar FHJ

vrijdag 29 januari 2016

Bij het vallen van de peppels

Vaak probeerde ik ze de afgelopen maanden weg te denken: de populieren langs Nieuwe Kanaal en Veensteeg in het Wageningse Binnenveld. Hoe leeg en desolaat zou het zijn, en stil ook zonder het vertrouwde ruisen in zomer en herfst.
Met lede ogen zag ik de dag naderbij komen dat de kap zou beginnen. Te oud, te zwak en gevaarlijk volgens deskundigen en de breed samengestelde klankbordgroep werd het eens: helaas, maar de 900 populieren moesten gekapt. De afgelopen jaren zijn ze me zo dierbaar geworden sinds het Binnenveld mijn uitloopgebied werd, zowat vanuit mijn achtertuin.
Ze omringden me bij het fietsen, wandelen en zelfs langlaufen. Ik schreef op dit blog al eerder over het ruisen van de peppels.

Gisteren begon de kap en van tevoren vroeg ik me af of ik er wel getuige van zou willen zijn. In mijn gedicht Weten ze het al? betwijfelde ik dat. Het gedicht staat in het boek Het ruisen van de populieren. Een requiem van Wim Huijser en Henk Meeuwsen.
Een fragment uit dat gedicht:

Kom ik dan nog om adem te halen
of maakt jullie gehavende aanblik
me onrustig, verdrietig zelfs
en blijf ik laf weg, deins ik terug
voor het aanzicht van de dood.  

Toch ben ik gaan kijken, op de eerste ochtend van de kap. Een vage gedachte als: je laat een stervende niet alleen.
Ik zag hoe de eerste stam werd weggetild en krachteloos in de takels hing.
De eerste van de 899 die nog volgen.
Alleen de rij aan de noordkant van de Kanaalweg blijft voorlopig gespaard, maar van omringen is nooit meer sprake.

Vanmorgen hoorde ik in mijn achtertuin het gejank van de motorzagen: dag 2.
Toen ik eind van de middag even ging kijken, moest ik met mijn ogen knipperen. Zoveel al omgehakt? Een ravage van stompen, terwijl de 'oogst' keurig lag opgestapeld.


  

Zelfs nu lukt het niet me een voorstelling te maken van hoe het Wageningse Binnenveld voorgoed veranderd zal zijn na de massakap.
Ik ben er niet gerust op dat ik straks weer ten volle geniet van dit natuurgebied.
Nog een fragment uit mijn gedicht:

Waar vinden wij straks beschutting,
de eenden, het ijsvogeltje,
de huisreiger en ik.

donderdag 28 januari 2016

Gedichtendag - herinneringen


Gedichtendag - vandaag -  staat in het teken van Herinneringen. Daarom hier mijn recente gedicht Van ooit en later

Ik schreef het voor de grote tentoonstelling Op schouders van reuzen die het Platform Beroepskunstenaars Wageningen eind vorig jaar hield.

Gedichtendag luidt de Poëzieweek in met uiteenlopende activiteiten in Nederland en België.



 


Van ooit en later                                                        

I

Alles weet je, van
krukas en kruiskoppeling
verbindt en ontregelt met een lach.
Jij weet alles van
ruches, biaisband en biesjes
en het naadje van de
kous. Heel precies.
Liedjes die wiegen
Jantje was een kleine kleuter
en hoe stil is mijn heide.


II

Ha, ik ben al veel groter dan jij,
mijn voetstap wordt flinker
en ik zoek verder
en verder, en dieper.
Kinderlijke onschuld jubelt
om je eerste grijze haar,
het speldenprikje voel ik
jaren later zelf.
Maar pijnlijker mijn oog dat valt
op je krullen die dunnen.


III

Je gang vertraagt,
die van jou valt
plots stil.
Huis van altijd gaande
herbergt dan zachte zorg
en stille tranen om verlies
van ooit en later.
Veel leerde ik.
Wat telt, is jullie les
hoe te leven. Te sterven





 

zaterdag 2 januari 2016

Een mooi jaar

Schijn bedriegt. Als ik naar buiten kijk, zie ik een grijs en wat saai jaar voor me liggen. Maar vanmorgen kwam er, welhaast uit het niets, een interessant aanbod voor een schrijfretraite in mijn mailbox. En zie, mijn dag krijgt op slag kleur en het jaar lacht me ineens toe met nieuwe kansen.
Meer schrijven, mijn jaarlijkse in stilte herhaalde goede voornemen*), krijgt wellicht een krachtige impuls.
Ook vervult de publicatie in maart van weer een nieuw boek mij met dankbaarheid en trots: een 14+ boek bij uitgeverij De Eenhoorn. Daarover binnenkort meer.
En natuurlijk gaat dit jaar de samenwerking met Laurens van der Zee en Martijn Adelmund in Schrijversharten verder en dieper.
Ook in 2016 heb ik gelukkig een goed gevulde portefeuille bedrijfstrainingen schriftelijke communicatie voor opdrachtgever Schouten & Nelissen.

Maar ik kijk ook met dankbaarheid terug op het oude jaar, zowel in leven als werk. Voor mij als schrijver en zelfstandige zijn die nauw verweven.
Hieronder mijn (werk)jaar 2015 in beeld.

Ik wens iedereen gezondheid, geluk en succes voor 2016!

*) voor de mensen die zich voornemen om serieus werk te maken van schrijven: misschien helpt een schrijfcursus