Je zou het bijna vergeten bij alle ellende-berichten uit de boekenwereld: dat schrijven een prachtig vak is. Alleen al de gedachte dat op dit moment een kind of volwassene ergens in Nederland of Vlaanderen een boek van mij zit te lezen.
Toch nog, ondanks dat er steeds minder boeken worden gelezen, gekocht en ook minder geleend. Bibliotheken hebben minder budget of sluiten complete vestigingen, dus er komen minder boeken in de uitleen.
In Nederland zorgt de stichting Lira voor het incasseren en verdelen van leengelden. Die leenvergoeding komt elk jaar in december binnen bij schrijvers. In het verleden hadden we het onder collega's wel eens over het goudschip dat dan binnenvoer. Relatief gezien, want de meeste schrijvers halen geen riant inkomen uit hun vak.
In 1992 verscheen mijn eerste boek 'Reisgenoten gezocht' en daarna volgden er nog ongeveer 25. Zolang bibliotheken een boek in hun collectie hebben én uitlenen, krijg je daar als schrijver dus geld voor. Als ik het goed heb, is dat ongeveer een dubbeltje per uitlening. Bij grote aantallen en veel boeken tikt dat leuk aan.
De afgelopen jaren heb ik, maar ook mijn collega's, het goudschip zien afbladderen en zeker de laatste jaren werd de vracht telkens 25% minder. Van een substantiële inkomstenpost dreigt het te krimpen tot een speelgoedboot. Niet zeewaardig meer, eerder een aardigheidje, maar evenzeer van harte welkom. Het is niet anders, het boekenvak verkeert nu eenmaal in zwaar weer en de meeste schrijvers zitten in hetzelfde schuitje, om te vissen in dezelfde, steeds kleinere vijver.
Maar laat ik ophouden met mijn schipbreuk lijdende beeldspraak.
Collega Marcel van Driel schreef het blog 'Wat je aandacht geeft groeit'. Het biedt troost en herkenning.
Ook ik wil vooral kijken naar de positieve dingen in het vak. Als ik me laat verlammen door de paniek die soms toeslaat, kan ik niet meer schrijven.
Laat ik bijvoorbeeld kijken naar de enthousiaste kinderen tijdens mijn schoolbezoeken, en geraakt worden door mails van lezers die iets herkennen in een boek.
Ik neem het overzicht van mijn leenvergoeding erbij en kijk voorbij het bedrag onder de streep. Dan krijg ik een ander beeld. Van bibliotheken die zuinig (moeten) zijn op hun collectie, die ook boeken beschikbaar houden die geen uitleentoppers zijn. Op de lijst zie ik dat ook mijn oude boeken nog steeds geleend worden. Trouwe lezers, die niet alleen de bestsellers willen lezen.
Mijn meest uitgeleende boek in 2013 is nog steeds 'Eén meisje, twee jongens', een 12+boek uit 2005. Dat mijn prentenboek Logeerbeer uit 2012 op nummer 2 staat is minder vreemd.
Maar de trouw van bibliotheken en lezers gaat verder terug. Op 3. Kampioen Superbraaf (2004), 4. De Superhoofdprijs (1996 en remake 2009), 5. Zat (2010) 6. Stoerewatjeskamp (2010).
Zelfs mijn tweede boek 'Kopje-onder' uit 1993 is nog 21 keer uitgeleend. Alleen mijn eerste 'Reisgenoten gezocht' (1992) is dit jaar voor het eerst niet meer uitgeleend. Maar vorig jaar had het boek toch nog 1 lener.
Dank aan Lira, maar dank vooral aan al die trouwe lezers en ook aan de bibliotheken die onze schat bewaren die cultuurgoed heet.
http://annievangansewinkel.nl/boeken.cfm
maandag 30 december 2013
zaterdag 28 december 2013
Cultureel lef
Gisteren, de donkerste dag na Kerstmis, leende zich bijzonder goed voor een cultureel bezoek aan Zwolle. Een probaat middel om te vergeten dat het somber, grijs en druil was.
Ik had een tweeledig doel: de tentoonstelling Tropisch Koninkrijk in het verbouwde museum De Fundatie en de 'nieuwe' boekhandel Waanders in de voormalige Broerenkerk.
Beide gebouwen belichamen voor mij lef en ook cultureel ondernemerschap.
De recente eivormige uitbouw, als een ufo geland, op de klassieke bouwstijl van het museum. Is dit nou mooi? Kloppen de verhoudingen? Je blijft er in ieder geval naar kijken. Kunst mag, nee moet, vragen oproepen.
En wie durft het in deze tijd nog aan om een nieuwe boekhandel te beginnen, in een bewerkelijk monument nog wel? Waanders wil meer zijn dan alleen een boekhandel, en dus kun je er eten en drinken, een tentoonstelling bekijken, muziek luisteren en kopen, en de monumentale kerk bewonderen.
Een plek om uren door te brengen en dat doen mensen dus ook. Kortom: beleving verkopen, dat is het toverwoord voor eigentijds zakendoen. En als het om cultuur en boeken gaat, mijn zegen hebben ze, zeker als het ook nog eens in een bijna sacrale sfeer gebeurt.
Mooi dat cultureel lef dan ook nog eens wordt beloond. Voor boekhandel Waanders was 2013 zakelijk gezien een goed jaar en ook De Fundatie had ongekend hoge bezoekersaantallen.
Ik was erg benieuwd naar de tijdelijke tentoonstelling met werk van twintig kunstenaars van de zes eilanden van de voormalige Nederlandse Antillen. In 2002 was ik zelf op Aruba en in 2004 op Curaçao voor een schrijfretraite van een maand.Toen heb ik ook enkele tentoonstellingen bezocht.
Ook nu weer was er werk in uiteenlopende materialen, genres en onderwerpen. De aanklacht en herinnering aan de slavernij, zoals in werk van Felix de Rooy, kleurige natuurtaferelen, maar ook politieke stellingname.
Voor mij sprong met name het werk van Cira Abath eruit en dat van Ellen Spijkstra. Krachtig, juist door hun eenvoud.
Ik kan er geen woorden aan geven, maar ze raakten iets diep in mij, reminiscenties aan mijn verblijf op die bijzondere eilanden.
Museum De Fundatie
Boekhandel Waanders Zwolle
Ik had een tweeledig doel: de tentoonstelling Tropisch Koninkrijk in het verbouwde museum De Fundatie en de 'nieuwe' boekhandel Waanders in de voormalige Broerenkerk.
Beide gebouwen belichamen voor mij lef en ook cultureel ondernemerschap.
De recente eivormige uitbouw, als een ufo geland, op de klassieke bouwstijl van het museum. Is dit nou mooi? Kloppen de verhoudingen? Je blijft er in ieder geval naar kijken. Kunst mag, nee moet, vragen oproepen.
En wie durft het in deze tijd nog aan om een nieuwe boekhandel te beginnen, in een bewerkelijk monument nog wel? Waanders wil meer zijn dan alleen een boekhandel, en dus kun je er eten en drinken, een tentoonstelling bekijken, muziek luisteren en kopen, en de monumentale kerk bewonderen.
Een plek om uren door te brengen en dat doen mensen dus ook. Kortom: beleving verkopen, dat is het toverwoord voor eigentijds zakendoen. En als het om cultuur en boeken gaat, mijn zegen hebben ze, zeker als het ook nog eens in een bijna sacrale sfeer gebeurt.
Mooi dat cultureel lef dan ook nog eens wordt beloond. Voor boekhandel Waanders was 2013 zakelijk gezien een goed jaar en ook De Fundatie had ongekend hoge bezoekersaantallen.
Ik was erg benieuwd naar de tijdelijke tentoonstelling met werk van twintig kunstenaars van de zes eilanden van de voormalige Nederlandse Antillen. In 2002 was ik zelf op Aruba en in 2004 op Curaçao voor een schrijfretraite van een maand.Toen heb ik ook enkele tentoonstellingen bezocht.
Werk van Cira Abath |
Ellen Spijkstra (detail) |
Voor mij sprong met name het werk van Cira Abath eruit en dat van Ellen Spijkstra. Krachtig, juist door hun eenvoud.
Ik kan er geen woorden aan geven, maar ze raakten iets diep in mij, reminiscenties aan mijn verblijf op die bijzondere eilanden.
Museum De Fundatie
Boekhandel Waanders Zwolle
donderdag 26 december 2013
Op zoek naar een bestaan
In vliegende vaart heb ik het nieuwste boek van Lieve Joris uitgelezen: 'Op de vleugels van de draak'.
Bijna ademloos probeerde ik haar verslag bij te houden van reizen binnen China en Afrika, en tussen China en Afrika. Zoveel namen en ontmoetingen, dwarsverbanden, relaties, zowel familiaal als zakelijk. Het boek laat zien dat er een hele wereld is buiten onze westerse wereld en het arrogante machtsdenken dat 'zij in Afrika' ons nodig hebben. Afrikanen vinden hun eigen weg wel in de wereld, op zoek naar een beter bestaan. Noem ze gelukszoekers. Het woord heeft in sommige kringen de connotatie van een scheldwoord gekregen. Wat zou ik zelf doen in die situatie wanneer ik een gezin had en nog een beetje energie om een beter leven proberen te krijgen?
Van Lieve Joris heb ik praktisch al haar Afrikaanse reisboeken gelezen en hoewel zij veel vaker en langer in Afrika was, delen we de voorliefde voor het continent. In wat ze schrijft over haar verblijf in China voel je de heimwee naar Afrika. Ze veert op als ze er mensen treft die er ooit waren of vandaan komen.
Er is een levendige uitwisseling tussen China en Afrika, van personen en handel. Er zijn bv. de grote infrastructurele projecten van China en de betrokkenheid in de Afrikaanse mijnbouw. Maar ook individuen steken steeds vaker de Indische Oceaan over. Afrikanen gaan naar China voor koopwaar, Chinezen naar Afrika om er een afzetgebied te ontsluiten.
Grote groepen mensen verlaten geboortegrond of huis en haard in de hoop het elders beter te hebben. In hun dromen misschien met de hoop op overvloedige rijkdom, in de praktijk vaak een ontheemd bestaan dat nét iets beter is dan heel slecht.
De ontheemding van veel personen in het boek stemde me wat droevig. Waarom blijven de Congolezen voor minder dan het minimumloon werken in het bedrijfje van de Chinees in Zuid-Afrika? Uiteengevallen gezinnen, die te weinig verdienen om elkaar minstens eens per jaar te zien.
Maar er zijn ook de sterke Afrikaanse vrouwen die naar Dubai reizen en zelfstandig hun handel organiseren. Wellicht maakt een aantal van hen de sprong ook naar China. De benodigde durf en werklust die ze daar van pas komt, hebben ze in ieder geval in huis.
Lieve Joris signaleert - in het algemeen gesproken - een verschil tussen Afrikanen en Chinezen. Chinezen blijven alsmaar aan het werk, ze gunnen zich geen rust en ontspanning.
Een observatie van Lieve Joris in een Afrikaanse wijk in Guangzhou in China, p. 104: 'Ik word overvallen door een immens gevoel van droefheid. Al dat gesjouw van het ene continent naar het andere - kan Afrika dan niets zelf maken?'
De schrijfster ontmoet ook mensen die met minder inkomen genoegen nemen vanwege immateriële waarden, zoals zij die zich inzetten voor een Afrikaans museum in China of Chinezen die liever leven onder de blauwe lucht en de wolken in Zuid-Afrika.
Het is mooi te zien hoe Lieve Joris haar verhaal tot stand laat komen. Ik krijg de indruk dat ze een vaag plan heeft en adressen van mensen die ze op eerdere reizen ontmoette. Ze laat zich vooral leiden door ontmoetingen en contacten. Zonder strakke planning kom je verder en op plaatsen waar je anders niet zou komen. De broer van de neef van kent iemand en die weet wel iemand die. De Afrikaanse manier hanteert ze volgens mij.
Haar werkwijze is in wezen eenvoudig: gaan zitten, niet aan de kant, maar op een stoep, midden in een dorp, in het lokaal vervoer. En vervolgens kijken en luisteren. Daarna schrijven.
Het klinkt eenvoudig, maar je moet het wel kunnen. Lieve Joris kan dat en het leverde weer een prachtig boek op dat mijn wereld vergrootte.
Website Lieve Joris
Bijna ademloos probeerde ik haar verslag bij te houden van reizen binnen China en Afrika, en tussen China en Afrika. Zoveel namen en ontmoetingen, dwarsverbanden, relaties, zowel familiaal als zakelijk. Het boek laat zien dat er een hele wereld is buiten onze westerse wereld en het arrogante machtsdenken dat 'zij in Afrika' ons nodig hebben. Afrikanen vinden hun eigen weg wel in de wereld, op zoek naar een beter bestaan. Noem ze gelukszoekers. Het woord heeft in sommige kringen de connotatie van een scheldwoord gekregen. Wat zou ik zelf doen in die situatie wanneer ik een gezin had en nog een beetje energie om een beter leven proberen te krijgen?
Van Lieve Joris heb ik praktisch al haar Afrikaanse reisboeken gelezen en hoewel zij veel vaker en langer in Afrika was, delen we de voorliefde voor het continent. In wat ze schrijft over haar verblijf in China voel je de heimwee naar Afrika. Ze veert op als ze er mensen treft die er ooit waren of vandaan komen.
Er is een levendige uitwisseling tussen China en Afrika, van personen en handel. Er zijn bv. de grote infrastructurele projecten van China en de betrokkenheid in de Afrikaanse mijnbouw. Maar ook individuen steken steeds vaker de Indische Oceaan over. Afrikanen gaan naar China voor koopwaar, Chinezen naar Afrika om er een afzetgebied te ontsluiten.
Grote groepen mensen verlaten geboortegrond of huis en haard in de hoop het elders beter te hebben. In hun dromen misschien met de hoop op overvloedige rijkdom, in de praktijk vaak een ontheemd bestaan dat nét iets beter is dan heel slecht.
De ontheemding van veel personen in het boek stemde me wat droevig. Waarom blijven de Congolezen voor minder dan het minimumloon werken in het bedrijfje van de Chinees in Zuid-Afrika? Uiteengevallen gezinnen, die te weinig verdienen om elkaar minstens eens per jaar te zien.
Maar er zijn ook de sterke Afrikaanse vrouwen die naar Dubai reizen en zelfstandig hun handel organiseren. Wellicht maakt een aantal van hen de sprong ook naar China. De benodigde durf en werklust die ze daar van pas komt, hebben ze in ieder geval in huis.
Lieve Joris signaleert - in het algemeen gesproken - een verschil tussen Afrikanen en Chinezen. Chinezen blijven alsmaar aan het werk, ze gunnen zich geen rust en ontspanning.
Een observatie van Lieve Joris in een Afrikaanse wijk in Guangzhou in China, p. 104: 'Ik word overvallen door een immens gevoel van droefheid. Al dat gesjouw van het ene continent naar het andere - kan Afrika dan niets zelf maken?'
De schrijfster ontmoet ook mensen die met minder inkomen genoegen nemen vanwege immateriële waarden, zoals zij die zich inzetten voor een Afrikaans museum in China of Chinezen die liever leven onder de blauwe lucht en de wolken in Zuid-Afrika.
Het is mooi te zien hoe Lieve Joris haar verhaal tot stand laat komen. Ik krijg de indruk dat ze een vaag plan heeft en adressen van mensen die ze op eerdere reizen ontmoette. Ze laat zich vooral leiden door ontmoetingen en contacten. Zonder strakke planning kom je verder en op plaatsen waar je anders niet zou komen. De broer van de neef van kent iemand en die weet wel iemand die. De Afrikaanse manier hanteert ze volgens mij.
Haar werkwijze is in wezen eenvoudig: gaan zitten, niet aan de kant, maar op een stoep, midden in een dorp, in het lokaal vervoer. En vervolgens kijken en luisteren. Daarna schrijven.
Het klinkt eenvoudig, maar je moet het wel kunnen. Lieve Joris kan dat en het leverde weer een prachtig boek op dat mijn wereld vergrootte.
Website Lieve Joris
dinsdag 24 december 2013
Goed voornemen: meer schrijven?
Van jaar tot jaar neem ik me voor om in het nieuwe jaar meer te schrijven. Dit jaar is me dat gelukt en toch wil ik volgend jaar nóg meer schrijven. Daar is het uiteindelijk allemaal om begonnen.
Dat wil niet zeggen dat ik à contrecoeur mijn andere werk doe, integendeel. Met veel plezier geef ik bv. schrijfcursussen en bedrijfstrainingen schriftelijke communicatie.
Maar dat genoegen is ook een valkuil. Voor die activiteiten maak ik afspraken met anderen en die gaan voor. De afspraken die ik met mezelf maak, bijvoorbeeld schrijfdagen, moeten soms wijken.
Daarom is het goed om rond de jaarwisseling kritisch terug te kijken en de doelen weer helder te stellen.
Misschien schrijf jij ook graag. Maar als je eerlijk bent, zie je ook dat het schrijven er te veel bij inschoot. Je deed een cursus en nadat je geen 'huiswerk' meer had, kwam er weinig meer van.
Of je hebt behoefte aan enige theoretische ondergrond, maar wil geen lange opleiding volgen. Of je wilt gerichte schrijfoefeningen doen.
Een korte schrijfcursus kan jouw schrijven in het nieuwe jaar weer aanslingeren.
Ik help je graag, ook door mijn valreepkorting: wie zich voor 31 december 2013 aanmeldt voor een schriftelijke schrijfcursus krijgt 10 euro korting.
Dit zijn mijn cursussen:
Creatief schrijven 1
Creatief schrijven 2
Kinderverhalen schrijven 1
Kinderverhalen schrijven 2
Reisverhalen schrijven
Columns en weblogs
Schrijven met losse handen (3 opties)
Schrijven met een stok achter de deur
Op de pagina schriftelijke cursussen van mijn website kun je de folders en inschrijfformulieren downloaden.
Al dan niet met cursus, ik wens je alvast een mooi schrijfjaar toe!
Dat wil niet zeggen dat ik à contrecoeur mijn andere werk doe, integendeel. Met veel plezier geef ik bv. schrijfcursussen en bedrijfstrainingen schriftelijke communicatie.
Maar dat genoegen is ook een valkuil. Voor die activiteiten maak ik afspraken met anderen en die gaan voor. De afspraken die ik met mezelf maak, bijvoorbeeld schrijfdagen, moeten soms wijken.
Daarom is het goed om rond de jaarwisseling kritisch terug te kijken en de doelen weer helder te stellen.
Misschien schrijf jij ook graag. Maar als je eerlijk bent, zie je ook dat het schrijven er te veel bij inschoot. Je deed een cursus en nadat je geen 'huiswerk' meer had, kwam er weinig meer van.
Of je hebt behoefte aan enige theoretische ondergrond, maar wil geen lange opleiding volgen. Of je wilt gerichte schrijfoefeningen doen.
Een korte schrijfcursus kan jouw schrijven in het nieuwe jaar weer aanslingeren.
Ik help je graag, ook door mijn valreepkorting: wie zich voor 31 december 2013 aanmeldt voor een schriftelijke schrijfcursus krijgt 10 euro korting.
Dit zijn mijn cursussen:
Creatief schrijven 1
Creatief schrijven 2
Kinderverhalen schrijven 1
Kinderverhalen schrijven 2
Reisverhalen schrijven
Columns en weblogs
Schrijven met losse handen (3 opties)
Schrijven met een stok achter de deur
Op de pagina schriftelijke cursussen van mijn website kun je de folders en inschrijfformulieren downloaden.
Al dan niet met cursus, ik wens je alvast een mooi schrijfjaar toe!
zondag 15 december 2013
Van een kleine Roodborst
De roodborst, een levendig, wat brutaal vogeltje, maar ook symbool van hoop. Je zou het niet direct associëren met angst. Toch is dat wat de vogel in het boek van Remko Zijlstra overkomt. En niet een beetje angst, een levensgrote angststoornis.
Gistermiddag presenteerde hij 'Van een kleine Roodborst' tijdens een mooie bijeenkomst in de goed gevulde Wageningse bblthk.
In woord en beeld geeft hij het proces weer van hoop en vrees, verlangen en loslaten. Daarmee schetst hij de periode die hij zelf heeft doorgemaakt waarin een angststoornis zijn leven bepaalde. Maar het is geen inktzwart boek en het zal lezers soms herkenning bieden en in ieder geval enig inzicht in hoe zoiets kan voelen.
Als een van zijn vrienden sprak ik ook een kort woord. 'Zelfs met het grootste inlevingsvermogen van de wereld zijn we meestal niet in staat te voelen wat de ander echt doormaakt.
Maar kunstenaars hebben gelukkig vaak wel het vermogen om wat hen bezighoudt, ook de ellende van het leven, om te zetten in iets moois, of dat nou woord, beeld of muziek is. Hun werk kan anderen blij maken, troosten, herkenning bieden en inzicht geven.'
Vaak in slechts enkele pennenstreken weet Remko de levenslust van de vogel te tonen, maar ook de zwaarte wanneer het dwangmatige bouwen aan zijn veilige vesting tot verstikking en verlies leidt.
Met dit boekproject sluit Remko Zijlstra een bewogen periode af. De heftigheid is verstild en juist in zijn ingetogenheid ontroert het boekje.
In de inleiding wenst Remko 'ieder die op een of andere manier te maken heeft met een angst of paniekstoornis veel vertrouwen toe.'
Ik sluit me van harte aan bij zijn wens.
Het boek 'Van een kleine Roodborst' is te koop via website Remko Zijlstra
Daar is ook een film te zien over het ontstaan van het boek.
Gistermiddag presenteerde hij 'Van een kleine Roodborst' tijdens een mooie bijeenkomst in de goed gevulde Wageningse bblthk.
In woord en beeld geeft hij het proces weer van hoop en vrees, verlangen en loslaten. Daarmee schetst hij de periode die hij zelf heeft doorgemaakt waarin een angststoornis zijn leven bepaalde. Maar het is geen inktzwart boek en het zal lezers soms herkenning bieden en in ieder geval enig inzicht in hoe zoiets kan voelen.
Als een van zijn vrienden sprak ik ook een kort woord. 'Zelfs met het grootste inlevingsvermogen van de wereld zijn we meestal niet in staat te voelen wat de ander echt doormaakt.
Maar kunstenaars hebben gelukkig vaak wel het vermogen om wat hen bezighoudt, ook de ellende van het leven, om te zetten in iets moois, of dat nou woord, beeld of muziek is. Hun werk kan anderen blij maken, troosten, herkenning bieden en inzicht geven.'
Vaak in slechts enkele pennenstreken weet Remko de levenslust van de vogel te tonen, maar ook de zwaarte wanneer het dwangmatige bouwen aan zijn veilige vesting tot verstikking en verlies leidt.
Met dit boekproject sluit Remko Zijlstra een bewogen periode af. De heftigheid is verstild en juist in zijn ingetogenheid ontroert het boekje.
In de inleiding wenst Remko 'ieder die op een of andere manier te maken heeft met een angst of paniekstoornis veel vertrouwen toe.'
Ik sluit me van harte aan bij zijn wens.
Het boek 'Van een kleine Roodborst' is te koop via website Remko Zijlstra
Daar is ook een film te zien over het ontstaan van het boek.
woensdag 11 december 2013
Dan kantelt de tijd
Vorige maand verscheen een bijzonder boek: 'Dan kantelt de tijd'. Het heeft als ondertitel: 'Vertellingen over key-persons - sleutelfiguren, ook bij wie ze er niet waren of gemist werden'.
Met het boek rondt Simon Buschman zijn werk in Nederland af als consultant, lifecoach en therapeut. Inmiddels emigreerden hij en zijn vrouw naar Zuid-Spanje.
In zijn leven en werk zijn sleutelpersonen en verwantschapsvragen centrale thema's. Aan het boek leverden ook 90 anderen een verhaal, al dan niet autobiografisch. Daar zijn bekende namen bij als Frits Abrahams, Gerard Beentjes, Job Degenaar, Koos Dijksterhuis, Johanna Kruit en Daan Manneke.
Ook van mij staat er een bijdrage in en ik ben er blij om dat mijn persoonlijke ervaring mag figureren in dit opmerkelijke boek.
Simon Buschman ken ik niet persoonlijk en ik keek dan ook op van zijn verzoek een bijdrage te sturen over een sleutelpersoon die een rol had gespeeld tussen mijn 14e en 24e. Na lang nadenken concludeerde ik dat ik die niet had en schreef hem dat. Maar hij liet het er niet bij zitten: hoe had ik dat dan ervaren?
Ik besefte dat ik in mijn studententijd wel twee sleutelzinnen had gehad, die mij aanvankelijk sterk hielpen, maar me later in mijn leven juist tegenwerkten. Simon Buschman wilde die ervaring graag opnemen in zijn boek (p. 52).
Deze dagen heb ik het boek met intense aandacht en soms bewondering gelezen. Al die mensen die een inkijkje gaven in vaak donkere periodes van hun leven. Waar hadden zij het moeten zoeken zonder sleutelpersoon? Die ene die wel vertrouwen in hen had, die hun echte wezen zag en accepteerde. Soms was het een vluchtige ontmoeting, precies op het juiste moment. Zo'n kantelpunt waarbij het ook heel anders had kunnen aflopen.
Uit de verhalen spreekt veel vitaliteit. Ondanks alles doorgaan, leren van het leven en er zin aan geven.
Het zijn goed geschreven teksten zonder effectbejag die juist door hun ingetogenheid en openhartigheid veel indruk maken en ontroeren. Allemaal doen we immers aandoenlijk ons best orde in de chaos te brengen die leven heet, en op onze eigen manier gelukkig te zijn.
Het boek van Buschman kan lezers een spiegel voorhouden (wie was jóuw sleutelpersoon?), herkenning bieden of troosten.
Het is echter, een maand na verschijnen, al uitverkocht. Dan het goede nieuws: het boek is integraal op zijn site te lezen: Boek 'Dan kantelt de tijd'
Website Simon Buschman
Met het boek rondt Simon Buschman zijn werk in Nederland af als consultant, lifecoach en therapeut. Inmiddels emigreerden hij en zijn vrouw naar Zuid-Spanje.
In zijn leven en werk zijn sleutelpersonen en verwantschapsvragen centrale thema's. Aan het boek leverden ook 90 anderen een verhaal, al dan niet autobiografisch. Daar zijn bekende namen bij als Frits Abrahams, Gerard Beentjes, Job Degenaar, Koos Dijksterhuis, Johanna Kruit en Daan Manneke.
Ook van mij staat er een bijdrage in en ik ben er blij om dat mijn persoonlijke ervaring mag figureren in dit opmerkelijke boek.
Simon Buschman ken ik niet persoonlijk en ik keek dan ook op van zijn verzoek een bijdrage te sturen over een sleutelpersoon die een rol had gespeeld tussen mijn 14e en 24e. Na lang nadenken concludeerde ik dat ik die niet had en schreef hem dat. Maar hij liet het er niet bij zitten: hoe had ik dat dan ervaren?
Ik besefte dat ik in mijn studententijd wel twee sleutelzinnen had gehad, die mij aanvankelijk sterk hielpen, maar me later in mijn leven juist tegenwerkten. Simon Buschman wilde die ervaring graag opnemen in zijn boek (p. 52).
Deze dagen heb ik het boek met intense aandacht en soms bewondering gelezen. Al die mensen die een inkijkje gaven in vaak donkere periodes van hun leven. Waar hadden zij het moeten zoeken zonder sleutelpersoon? Die ene die wel vertrouwen in hen had, die hun echte wezen zag en accepteerde. Soms was het een vluchtige ontmoeting, precies op het juiste moment. Zo'n kantelpunt waarbij het ook heel anders had kunnen aflopen.
Uit de verhalen spreekt veel vitaliteit. Ondanks alles doorgaan, leren van het leven en er zin aan geven.
Het zijn goed geschreven teksten zonder effectbejag die juist door hun ingetogenheid en openhartigheid veel indruk maken en ontroeren. Allemaal doen we immers aandoenlijk ons best orde in de chaos te brengen die leven heet, en op onze eigen manier gelukkig te zijn.
Het boek van Buschman kan lezers een spiegel voorhouden (wie was jóuw sleutelpersoon?), herkenning bieden of troosten.
Het is echter, een maand na verschijnen, al uitverkocht. Dan het goede nieuws: het boek is integraal op zijn site te lezen: Boek 'Dan kantelt de tijd'
Website Simon Buschman
dinsdag 10 december 2013
Zeesterrendag
Het is vandaag zeesterrendag, zoals je soms van die handschoenendagen hebt, messendagen of kwallendagen. Opvallend veel zeesterren vanochtend op het strand van Egmond. Sommige bevallig neergevlijd, andere onflatteus op het zand gekwakt met zichtbaar gehavende ledematen.
Er zijn ook grote witte schelpen aangespoeld, plat en ovaal. Sommige lijken hun tong uit te steken. Is dat het nog levend dier? Weer besef ik dat ik maar bitter weinig weet van gestrande natuur, hoewel ik graag de vloedlijn afspeur op aanspoelsels.
Die krab ook, licht spartelend nog. Zijn laatste stuiptrekkingen. Een natuurlijke dood laten sterven of is hij nog te redden?
Helemaal niets doen kan ik niet. Ik keer hem, zet hem op zijn poten. Hij beweegt een teen. Alsof hij zijn duim opsteekt: goed gedaan, mens.
Maar zijn weg naar de vloedlijn is nog ver. Oppakken en naar het water brengen? Is hij niet juist aangespoeld omdat hij niet sterk genoeg is? Ik laat hem.
Op de terugweg zie ik hem weer. Onder zijn schild beweegt iets. Een laatste stuip? Ik ben teleurgesteld dat hij daar nog steeds ligt.
Had ik dan werkelijk gedacht dat hij op eigen kracht naar zee was gekropen en nog lang en gelukkig ging leven?
Er zijn ook grote witte schelpen aangespoeld, plat en ovaal. Sommige lijken hun tong uit te steken. Is dat het nog levend dier? Weer besef ik dat ik maar bitter weinig weet van gestrande natuur, hoewel ik graag de vloedlijn afspeur op aanspoelsels.
Die krab ook, licht spartelend nog. Zijn laatste stuiptrekkingen. Een natuurlijke dood laten sterven of is hij nog te redden?
Helemaal niets doen kan ik niet. Ik keer hem, zet hem op zijn poten. Hij beweegt een teen. Alsof hij zijn duim opsteekt: goed gedaan, mens.
Maar zijn weg naar de vloedlijn is nog ver. Oppakken en naar het water brengen? Is hij niet juist aangespoeld omdat hij niet sterk genoeg is? Ik laat hem.
Op de terugweg zie ik hem weer. Onder zijn schild beweegt iets. Een laatste stuip? Ik ben teleurgesteld dat hij daar nog steeds ligt.
Had ik dan werkelijk gedacht dat hij op eigen kracht naar zee was gekropen en nog lang en gelukkig ging leven?
zaterdag 7 december 2013
Afstand
maandag 25 november 2013
Veldeke Literatuurprijs 2013 (2)
Vandaag heb ik een interview gegeven voor de nieuwsbrief van Veldeke die in december verschijnt.
Het kunstwerk van Jenny Roost dat ook bij de prijs hoort, heb ik nog niet echt in bezit. Het moet namelijk nog in brons gegoten worden. Tijdens de prijsuitreiking mocht ik van Veldeke-voorzitter Lei Pennings het wasmodel even vasthouden. In februari krijg ik het werk overhandigd tijdens een dialectbijeenkomst.
Mijn verhaal 'Aoje kraom', dat zich afspeelt in een pandhuis, staat inmiddels te lezen op de Veldeke website.
Voor wie Limburgs lezen kan.
In de Midden-Limburgse editie van De Limburger verscheen vorige week een interview met mij en 'Tieske' besteedde zaterdag in zijn column ook nog aandacht aan de prijs. Het is inderdaad bijzonder dat er deze keer twee genomineerden uit Weert waren, Frans Adriaens was immers ook uitverkoren met zijn gedichten 'Sokkerkuuerkes'.
En toeval of niet, De Limburger had zaterdag ook een groot en informatief achtergrondverhaal over 'Het pandhuis, de laatste reddingsboei'.
maandag 18 november 2013
Veldeke Literatuurprijs 2013
Na drie eerdere nominaties is het me gelukt om nu de prijs zelf in de wacht te slepen: de Veldeke Literatuurpries 2013.
De jury heeft in haar wijsheid besloten dat zij mijn bijdrage het beste vond van de ruim 30 inzendingen van proza en poëzie uit Nederlands en Belgisch Limburg.
Gisteren was de feestelijke prijsuitreiking door de gedeputeerde voor Cultuur Noël Lebens in kasteelhoeve de Grote Hegge in Thorn. De prijs bestaat uit een geldbedrag en een kunstwerk van Jenny Roost.
Mijn verhaal 'Aoje kroaom' heb ik geschreven in mijn moedertaal, het dialect van de stad Weert waar ik geboren en getogen ben. Ik woon er ruim veertig jaar niet meer, al kom ik er vaak omdat mijn familie er nog woont. Veel mensen vroegen me of het dat niet extra lastig maakt om in het Weerts te schrijven. Maar het is mijn moedertaal, een betere uitleg heb ik nauwelijks. Bovendien maak ik als emigrant een bewuste overstap van de ene taal naar de andere. Dat maakt wel dat mijn Weerts wellicht soms een wat archaïsche indruk maakt. Ik wil zeker geen museum maken van mijn verhalen waar fraaie dode woorden in een vitrine pronken. In mijn hoofd zijn ze nog levend, al kennen jongeren ze vaak passief al niet meer.
De prijsuitreiking voelde als een warm bad, de familie om me heen versterkte dat nog. Er waren veel felicitaties, van bekenden en onbekenden. Interviews voor Limburgse krant en radio, zelfs de Vlaamse. Websites in Limburg besteedden er aandacht aan, het nieuws twitterde zich verder.
Vandaag is de dag na ... En de felicitaties en lovende woorden gaan door. Zo fijn te ervaren dat mensen me die prijs gunnen.
Ik heb het deze week erg druk met werkklussen, maar door de drukte heen blijft een roezig gevoel van blijheid en trots.
Verslag prijsuitreiking op website Veldeke
L1 radio - kort interview
Nieuwssite Weert de gekste
Dagblad De Limburger
De jury heeft in haar wijsheid besloten dat zij mijn bijdrage het beste vond van de ruim 30 inzendingen van proza en poëzie uit Nederlands en Belgisch Limburg.
Gisteren was de feestelijke prijsuitreiking door de gedeputeerde voor Cultuur Noël Lebens in kasteelhoeve de Grote Hegge in Thorn. De prijs bestaat uit een geldbedrag en een kunstwerk van Jenny Roost.
Mijn verhaal 'Aoje kroaom' heb ik geschreven in mijn moedertaal, het dialect van de stad Weert waar ik geboren en getogen ben. Ik woon er ruim veertig jaar niet meer, al kom ik er vaak omdat mijn familie er nog woont. Veel mensen vroegen me of het dat niet extra lastig maakt om in het Weerts te schrijven. Maar het is mijn moedertaal, een betere uitleg heb ik nauwelijks. Bovendien maak ik als emigrant een bewuste overstap van de ene taal naar de andere. Dat maakt wel dat mijn Weerts wellicht soms een wat archaïsche indruk maakt. Ik wil zeker geen museum maken van mijn verhalen waar fraaie dode woorden in een vitrine pronken. In mijn hoofd zijn ze nog levend, al kennen jongeren ze vaak passief al niet meer.
De prijsuitreiking voelde als een warm bad, de familie om me heen versterkte dat nog. Er waren veel felicitaties, van bekenden en onbekenden. Interviews voor Limburgse krant en radio, zelfs de Vlaamse. Websites in Limburg besteedden er aandacht aan, het nieuws twitterde zich verder.
Vandaag is de dag na ... En de felicitaties en lovende woorden gaan door. Zo fijn te ervaren dat mensen me die prijs gunnen.
Ik heb het deze week erg druk met werkklussen, maar door de drukte heen blijft een roezig gevoel van blijheid en trots.
Verslag prijsuitreiking op website Veldeke
L1 radio - kort interview
Nieuwssite Weert de gekste
Dagblad De Limburger
woensdag 13 november 2013
Turning 65
Net verschenen: Turning 65: 65 vrouwen van 65 in portretten en verhalen.
Het boek van Martijn Gijsbertsen en Ria de Wit is mede dankzij crowdfunding tot stand gekomen.
65 jaar, dat is de feitelijke overeenkomst tussen de vrouwen. De foto's en verhalen laten heel verschillende levens zien, al heeft geen enkele vrouw louter lichtvoetig door het leven gevlinderd. Dat is ze vaak ook aan te zien. In die zin heeft fotograaf Martijn Gijsbertsen soms in close-up genadeloos vastgelegd hoe het leven heeft huisgehouden op hun gezicht. Anderzijds laat hij ook zien dat een gerimpeld gelaat met sprankelende ogen prachtig is.
Exact dezelfde leeftijd en toch ogen sommige vrouwen nog bijna als meisjes.
Ik vraag me wel af of de vrouwen inspraak hebben gehad bij de selectie door de fotograaf. Herkennen ze zichzelf in de gekozen foto, geeft die een wezenskenmerk van hen goed weer? Elke foto is waar, want een fragmentje uit de werkelijkheid. Maar foto's kunnen toch liegen en de zaak mooier of lelijker voorstellen.
Ik weet niet of de fotograaf een bepaalde kant van de vrouwen wilde laten zien. Waarschijnlijk ook hun kracht, maar zelf vind ik het dan jammer dat dat bij sommige portretten als afstandelijk of hooghartig uitpakt.
Voor mij komen de vrouwen echt goed uit de verf in de verhalen van journalist en schrijver Ria de Wit. Dertig jaar geleden - ook wij worden oud - waren we studievriendinnen op de Academie voor de Journalistiek in Tilburg.
In kort bestek en in een prettig leesbare stijl tekent Ria de Wit knap de kern van die vrouwenlevens op. Haar motto luidt: iedereen heeft een verhaal.
Sterk en kwetsbaar, zo komen de vrouwen daaruit naar voren. Krachtig bij het geven van een nieuwe wending aan hun leven, al is daarvoor de prijs soms hoog. Actieve vrouwen die ook willen leren van narigheid, onvermijdelijk in een mensenleven. Opvallend dat geportretteerden ondanks de stevige averij die ze opliepen, geen slachtofferhouding aannemen.
Ik vind het daarom ook een hoopvol boek. Ook na je 65e is er een goed leven mogelijk, zeker als je dan hebt geleerd waar het werkelijk om draait.
Website Turning 65
Het boek van Martijn Gijsbertsen en Ria de Wit is mede dankzij crowdfunding tot stand gekomen.
65 jaar, dat is de feitelijke overeenkomst tussen de vrouwen. De foto's en verhalen laten heel verschillende levens zien, al heeft geen enkele vrouw louter lichtvoetig door het leven gevlinderd. Dat is ze vaak ook aan te zien. In die zin heeft fotograaf Martijn Gijsbertsen soms in close-up genadeloos vastgelegd hoe het leven heeft huisgehouden op hun gezicht. Anderzijds laat hij ook zien dat een gerimpeld gelaat met sprankelende ogen prachtig is.
Exact dezelfde leeftijd en toch ogen sommige vrouwen nog bijna als meisjes.
Ik vraag me wel af of de vrouwen inspraak hebben gehad bij de selectie door de fotograaf. Herkennen ze zichzelf in de gekozen foto, geeft die een wezenskenmerk van hen goed weer? Elke foto is waar, want een fragmentje uit de werkelijkheid. Maar foto's kunnen toch liegen en de zaak mooier of lelijker voorstellen.
Ik weet niet of de fotograaf een bepaalde kant van de vrouwen wilde laten zien. Waarschijnlijk ook hun kracht, maar zelf vind ik het dan jammer dat dat bij sommige portretten als afstandelijk of hooghartig uitpakt.
Voor mij komen de vrouwen echt goed uit de verf in de verhalen van journalist en schrijver Ria de Wit. Dertig jaar geleden - ook wij worden oud - waren we studievriendinnen op de Academie voor de Journalistiek in Tilburg.
In kort bestek en in een prettig leesbare stijl tekent Ria de Wit knap de kern van die vrouwenlevens op. Haar motto luidt: iedereen heeft een verhaal.
Sterk en kwetsbaar, zo komen de vrouwen daaruit naar voren. Krachtig bij het geven van een nieuwe wending aan hun leven, al is daarvoor de prijs soms hoog. Actieve vrouwen die ook willen leren van narigheid, onvermijdelijk in een mensenleven. Opvallend dat geportretteerden ondanks de stevige averij die ze opliepen, geen slachtofferhouding aannemen.
Ik vind het daarom ook een hoopvol boek. Ook na je 65e is er een goed leven mogelijk, zeker als je dan hebt geleerd waar het werkelijk om draait.
Website Turning 65
zaterdag 9 november 2013
Centraal Boekhuis
Waar zouden míjn boeken liggen?
Ik wist dat het een naïeve en belachelijke vraag was, maar toch dook die nieuwsgierigheid even op. Alsof ergens op een lopende band ineens 'Logeerbeer' of een van mijn thrillers in het oog zou springen.
Donderdag bracht ik een bezoek aan het Centraal Boekhuis in Culemborg, als excursie van de Volksuniversiteit Wageningen. Eindelijk de gelegenheid om te zien waar praktisch de hele voorraad (nog) onverkochte boeken ligt opgeslagen, en dus ook die van mij.
Met de getallen die onze rondleider noemde, duizelde het me al gauw. Het bedrijf is de schakel tussen uitgeverijen en boekhandels en particulieren. Veertig miljoen boeken heeft het Centraal Boekhuis op voorraad en vandaaruit gaan ze naar boekwinkels en ook rechtstreeks naar particulieren die via internet hebben besteld.
Overigens heet het bedrijf tegenwoordig CB want naast opslag en vervoer van boeken waarmee het in de 19e eeuw begon, is er nu ook een kledingtak en een 'healthcare'-afdeling.
Ook bij CB laat de teruggang van het papieren boek zich zien. Uit de grote gevelafbeelding dachten we op te maken dat het boek bijna wat achteloos werd losgelaten. Niet echt een aandachtig lezertje, maar de afbeelding blijkt al van lang voor de terugloop te dateren.
De rondleider zei terecht dat er in ons land meer wordt gelezen dan ooit, alleen neemt dat lezen tegenwoordig steeds meer andere vormen aan.
Bij het CB is alles groot. Het hart van de opslag bestaat uit onmetelijk hoge stellingen waartussen machines manoeuvreren die de pallets even meenemen om er de bestelde boeken uit te halen.
Een iets menselijker maat is er bij het kleinere magazijn waar medewerkers op een karretje razendsnel de bestellingen verzamelen uit vakjes. Via lopende banden stoppen verderop in het bedrijf mensen bestellingen voor elke boekhandel afzonderlijk in dozen.
Voor de internetbestellingen aan particulieren komen er nauwelijks meer mensen aan te pas: doosje passeert, bestelbon glijdt op de bodem, folder erbij en even later het bestelde boek.
Het mag duidelijk zijn: de streepjescode is van doorslaggevend belang. Een misser met een streepje en je krijgt het verkeerde boek in huis of de foutieve rekening, of het wordt elders bezorgd.
Als je via internet boeken bestelt, kun je die als cadeau naar iemand laten versturen. De rollen kleurig inpakpapier deden aandoenlijk kleinschalig en persoonlijk aan tussen al die geautomatiseerde grootheden.
Van mijn 25 boeken is niet alles meer nieuw leverbaar en alleen nieuwe boeken liggen bij het CB. De boeken die nog regelmatig worden verkocht, verblijven in het grote hoofdgebouw, de minder verkochte aan de overkant. We hoorden dat daar soms wel eens een dag helemaal geen enkel boek wordt opgehaald. Treurig lot. Misschien maar goed ook dat ik niet weet waar mijn boeken precies liggen.
Mijn e-book Zeezucht dat onder meer via Kobo wordt verkocht, is opgeslagen op computers bij het CB.
Het hoofdgebouw is onderkelderd met een soort zwembad en voorzien van megasprinklers. Je moet er niet aan denken dat er een fatale brand uitbreekt, want dan zou in een klap praktisch de boekenvoorraad van ons land vernietigd worden.
Het tv-programma Het Klokhuis heeft een kort filmpje dat mooi laat zien hoe de weg van het boek loopt: Filmpje over het Centraal Boekhuis
Ik wist dat het een naïeve en belachelijke vraag was, maar toch dook die nieuwsgierigheid even op. Alsof ergens op een lopende band ineens 'Logeerbeer' of een van mijn thrillers in het oog zou springen.
Donderdag bracht ik een bezoek aan het Centraal Boekhuis in Culemborg, als excursie van de Volksuniversiteit Wageningen. Eindelijk de gelegenheid om te zien waar praktisch de hele voorraad (nog) onverkochte boeken ligt opgeslagen, en dus ook die van mij.
Met de getallen die onze rondleider noemde, duizelde het me al gauw. Het bedrijf is de schakel tussen uitgeverijen en boekhandels en particulieren. Veertig miljoen boeken heeft het Centraal Boekhuis op voorraad en vandaaruit gaan ze naar boekwinkels en ook rechtstreeks naar particulieren die via internet hebben besteld.
Overigens heet het bedrijf tegenwoordig CB want naast opslag en vervoer van boeken waarmee het in de 19e eeuw begon, is er nu ook een kledingtak en een 'healthcare'-afdeling.
Ook bij CB laat de teruggang van het papieren boek zich zien. Uit de grote gevelafbeelding dachten we op te maken dat het boek bijna wat achteloos werd losgelaten. Niet echt een aandachtig lezertje, maar de afbeelding blijkt al van lang voor de terugloop te dateren.
De rondleider zei terecht dat er in ons land meer wordt gelezen dan ooit, alleen neemt dat lezen tegenwoordig steeds meer andere vormen aan.
Bij het CB is alles groot. Het hart van de opslag bestaat uit onmetelijk hoge stellingen waartussen machines manoeuvreren die de pallets even meenemen om er de bestelde boeken uit te halen.
'Kleine' magazijn |
Voor de internetbestellingen aan particulieren komen er nauwelijks meer mensen aan te pas: doosje passeert, bestelbon glijdt op de bodem, folder erbij en even later het bestelde boek.
Het mag duidelijk zijn: de streepjescode is van doorslaggevend belang. Een misser met een streepje en je krijgt het verkeerde boek in huis of de foutieve rekening, of het wordt elders bezorgd.
Als je via internet boeken bestelt, kun je die als cadeau naar iemand laten versturen. De rollen kleurig inpakpapier deden aandoenlijk kleinschalig en persoonlijk aan tussen al die geautomatiseerde grootheden.
Van mijn 25 boeken is niet alles meer nieuw leverbaar en alleen nieuwe boeken liggen bij het CB. De boeken die nog regelmatig worden verkocht, verblijven in het grote hoofdgebouw, de minder verkochte aan de overkant. We hoorden dat daar soms wel eens een dag helemaal geen enkel boek wordt opgehaald. Treurig lot. Misschien maar goed ook dat ik niet weet waar mijn boeken precies liggen.
Mijn e-book Zeezucht dat onder meer via Kobo wordt verkocht, is opgeslagen op computers bij het CB.
Het hoofdgebouw is onderkelderd met een soort zwembad en voorzien van megasprinklers. Je moet er niet aan denken dat er een fatale brand uitbreekt, want dan zou in een klap praktisch de boekenvoorraad van ons land vernietigd worden.
Het tv-programma Het Klokhuis heeft een kort filmpje dat mooi laat zien hoe de weg van het boek loopt: Filmpje over het Centraal Boekhuis
woensdag 6 november 2013
Pikas
Gisteren was het dan eindelijk zo ver: Pikas werd gelanceerd. Een nieuwe manier van verhalen lezen én schrijven. Korte verhalen of een serie, speciaal geschreven voor smartphone en tablet, in verschillende genres, zoals realistisch, humoristisch, spannend. Biografieën, kinderverhalen en reisverhalen.
Sinds dit voorjaar was ik ook zijdelings betrokken bij de voorbereidingen van bedenker en initiatiefnemer Ric Hofmans. Op dit moment zitten er van mij acht verhalen voor volwassenen in het aanbod: 6 van mij en 2 van Anne Winkels, mijn pseudoniem als thrillerschrijver.
De Pikas singles, verhalen die op zichzelf staan, zijn totaal verschillend, maar hebben allemaal dezelfde opbouw. Te lezen in ongeveer 20 minuten met een keuze uit drie eindes.
Ik heb de Pikas met veel plezier geschreven. Voordat ik begon, stuurde ik een uitgewerkt schema in ter beoordeling door de redactie. Terwijl ik meestal niet werk met strakke schema's was het bij de Pikas verrassend aangenaam om zo te werken. Ik hoefde bij het daadwerkelijke schrijven van het verhaal, versimpeld gezegd, alleen nog maar het schema te volgen. Dat gaf een enorme dynamiek aan het schrijven. Regelmatig vergat ik op zo'n dag te pauzeren of zelfs te eten.
Ik ontdekte weer dat ik ook geniet van het kortebaan-werk. Even intens in een verhaal zitten en daarna weer bezig met een ander genre en nieuwe personages en settings. Nu zijn er dus twee spannende Pikas (Vast, Schoonheid door Anne Winkels). De zes verhalen onder mijn eigen naam zijn elk totaal verschillend: Zandbak, Maskers, After date, Teamgeest, Strandparadijs, Goede daad.
Voor mij is het schrijven van Pikas een inhoudelijke verrijking van mijn schrijven. In een kort verhaal goed een situatie neerzetten, spelen met spanning en woekeren met beperkte omvang, dat bepaalt mede de kwaliteit. En kwaliteit moeten Pikas hebben en daarom heb ik ook de inbreng van de eindredactie zo gewaardeerd. Samen komen tot een nog beter verhaal.
Ik kijk er al naar uit om weer nieuwe Pikas te schrijven. Ideeën genoeg, nu de tijd nog.
Andere schrijvers dragen ook bij aan Pikas, onder meer Jan Dijkgraaf, Harri Theirlynck en Marelle Boersma. Elke week komen er nieuwe Pikas bij.
Lezers kunnen in een wedstrijd ook Pikas-schrijver worden. Elke week wordt een inzending uitgeroepen tot gratis Pikas van de week. Daarvoor is een schrijverstool ontwikkeld.
Vanaf de website van Pikas kun je de gratis app downloaden en daarna de verhalen (de meeste kosten 0,89 ct)
Website Pikas
Voor een indruk en fragmenten van mijn verhalen:
Pikas van Annie van Gansewinkel
Pikas van Anne Winkels
Sinds dit voorjaar was ik ook zijdelings betrokken bij de voorbereidingen van bedenker en initiatiefnemer Ric Hofmans. Op dit moment zitten er van mij acht verhalen voor volwassenen in het aanbod: 6 van mij en 2 van Anne Winkels, mijn pseudoniem als thrillerschrijver.
De Pikas singles, verhalen die op zichzelf staan, zijn totaal verschillend, maar hebben allemaal dezelfde opbouw. Te lezen in ongeveer 20 minuten met een keuze uit drie eindes.
Ik heb de Pikas met veel plezier geschreven. Voordat ik begon, stuurde ik een uitgewerkt schema in ter beoordeling door de redactie. Terwijl ik meestal niet werk met strakke schema's was het bij de Pikas verrassend aangenaam om zo te werken. Ik hoefde bij het daadwerkelijke schrijven van het verhaal, versimpeld gezegd, alleen nog maar het schema te volgen. Dat gaf een enorme dynamiek aan het schrijven. Regelmatig vergat ik op zo'n dag te pauzeren of zelfs te eten.
Ik ontdekte weer dat ik ook geniet van het kortebaan-werk. Even intens in een verhaal zitten en daarna weer bezig met een ander genre en nieuwe personages en settings. Nu zijn er dus twee spannende Pikas (Vast, Schoonheid door Anne Winkels). De zes verhalen onder mijn eigen naam zijn elk totaal verschillend: Zandbak, Maskers, After date, Teamgeest, Strandparadijs, Goede daad.
Voor mij is het schrijven van Pikas een inhoudelijke verrijking van mijn schrijven. In een kort verhaal goed een situatie neerzetten, spelen met spanning en woekeren met beperkte omvang, dat bepaalt mede de kwaliteit. En kwaliteit moeten Pikas hebben en daarom heb ik ook de inbreng van de eindredactie zo gewaardeerd. Samen komen tot een nog beter verhaal.
Ik kijk er al naar uit om weer nieuwe Pikas te schrijven. Ideeën genoeg, nu de tijd nog.
Andere schrijvers dragen ook bij aan Pikas, onder meer Jan Dijkgraaf, Harri Theirlynck en Marelle Boersma. Elke week komen er nieuwe Pikas bij.
Lezers kunnen in een wedstrijd ook Pikas-schrijver worden. Elke week wordt een inzending uitgeroepen tot gratis Pikas van de week. Daarvoor is een schrijverstool ontwikkeld.
Vanaf de website van Pikas kun je de gratis app downloaden en daarna de verhalen (de meeste kosten 0,89 ct)
Website Pikas
Voor een indruk en fragmenten van mijn verhalen:
Pikas van Annie van Gansewinkel
Pikas van Anne Winkels
donderdag 31 oktober 2013
Alleen vandaag nog
Alleen vandaag nog zijn de oude gulden postzegels geldig. Post NL kondigde begin dit jaar al aan dat vanaf 1 november alleen nog maar de eurozegels geldig zijn.
De gulden/centzegels waren, en blijven, voor de echte postzegelverzamelaars nog wel van belang. Maar ze bleken ook in trek bij verzenders van bijvoorbeeld tweedehandsboeken. Soms kreeg ik pakketjes helemaal volgeplakt met kleurige postzegels. Vanaf morgen wordt dat een stuk saaier.
Heel even heb ik in de afgelopen maanden overwogen om mijn eigen postzegelalbum leeg te plakken. Voor een verzamelaar is het van nul en geen waarde. Maar ik heb toch besloten dat het in mijn kast blijft staan, bij de afdeling Nostalgia.
Urenlang kon ik er als kind mee bezig zijn. Geduldig weekte ik ze los van de enveloppen. Ik zie ze nog drijven in soepborden met water. Ik sorteerde, herschikte en bekeek trots mijn bescheiden bezit.
In de puberteit liet ik ook die hobby achter me, evenals ooit het verzamelen van lucifersmerken, sigarenbandjes en speldjes.
Het zou een mooi gebaar zijn als we vandaag met zijn allen Post NL eens zouden verrassen met een overvloed aan handgeschreven en guldenbeplakte brieven.
Zondag heb ik zelf nog weer eens een vulpengeschreven brief verstuurd. Het heeft ontegenzeglijk iets. Met meer aandacht en rust geschreven en vermoedelijk ook met meer aandacht gelezen dan een mailtje.
En wat is het heerlijk om een echte brief te ontvangen, al dan niet met eurozegels.
Eerder blog over postzegelverzameling: Oudroze
Post NL over ongeldige guldenzegels.
De gulden/centzegels waren, en blijven, voor de echte postzegelverzamelaars nog wel van belang. Maar ze bleken ook in trek bij verzenders van bijvoorbeeld tweedehandsboeken. Soms kreeg ik pakketjes helemaal volgeplakt met kleurige postzegels. Vanaf morgen wordt dat een stuk saaier.
Heel even heb ik in de afgelopen maanden overwogen om mijn eigen postzegelalbum leeg te plakken. Voor een verzamelaar is het van nul en geen waarde. Maar ik heb toch besloten dat het in mijn kast blijft staan, bij de afdeling Nostalgia.
Urenlang kon ik er als kind mee bezig zijn. Geduldig weekte ik ze los van de enveloppen. Ik zie ze nog drijven in soepborden met water. Ik sorteerde, herschikte en bekeek trots mijn bescheiden bezit.
In de puberteit liet ik ook die hobby achter me, evenals ooit het verzamelen van lucifersmerken, sigarenbandjes en speldjes.
Het zou een mooi gebaar zijn als we vandaag met zijn allen Post NL eens zouden verrassen met een overvloed aan handgeschreven en guldenbeplakte brieven.
Zondag heb ik zelf nog weer eens een vulpengeschreven brief verstuurd. Het heeft ontegenzeglijk iets. Met meer aandacht en rust geschreven en vermoedelijk ook met meer aandacht gelezen dan een mailtje.
En wat is het heerlijk om een echte brief te ontvangen, al dan niet met eurozegels.
Eerder blog over postzegelverzameling: Oudroze
Post NL over ongeldige guldenzegels.
woensdag 30 oktober 2013
Quiet 500
Onlangs verscheen in Tilburg de Quiet 500, de minstens zo glossy tegenhanger van Quote, maar over armoede.
Het blad, belangeloos gemaakt door professionale bladenmakers vraagt aandacht voor stille armoede en wil armen op deze manier een stem en een gezicht geven. Niet door ze voor te stellen als zielig, maar door duidelijk te maken dat arm zijn vaak hard werken is en dat er niet zoveel voor nodig is om in zo'n situatie te geraken.
Er staan portretten in van mensen die van een minimum moeten zien rond te komen. Sommigen zijn nauwelijks anders gewend geweest, met armoede opgegroeid, anderen zijn door de omstandigheden plotseling in die positie terechtgekomen.
Een snelle weg kan al zijn: ziekte terwijl je zelfstandige bent, een scheiding eroverheen, faillissement. Van alles hebben wat je hart begeert tot niets meer. Lang niet altijd te voorkomen.
Toen de Quiet 500 vorige week bij mij in de bus viel, was mijn eerste gedachte: 'Ik hoop niet dat er iemand in staat die ik ken.' En de tweede gedachte was: 'Met pech had ik er ook in kunnen staan.'
Bij de makers van het blad is veel creativiteit losgekomen en dat valt alleen al af te lezen aan de quasi advertenties die ogen als commercials voor glamorous gadgets.
Er staan gedichten, cartoons, columns, reportages en interviews in, met armen maar ook met Gerrit Poels, vroeger pater Poels. Hij is de 80 gepasseerd en haalt nog elke ochtend in alle vroegte bij de bakkers oud brood op dat hij op zijn fiets rondbrengt bij zijn vaste adressen.
Toen ik nog in Tilburg woonde, had pater Poels een opvanghuis in de stad en ik herinner me nog dat we in de jaren '70 ook vanuit de studentenkerk Maranatha actie voerden om dat opvanghuis te steunen. Gerrit Poels is op zijn oude dag nog even gemotiveerd en eigenzinnig bezig de mensen te steunen die hulp nodig hebben.
De opbrengst van de Quiet 500 komt ten goede aan 'broodpater' Gerrit Poels en de Tilburgse voedselbank.
De redactie van de Quiet 500 daagt de 500 rijksten uit, - de mensen uit de Quote 500 - iets te doen aan armoedebestrijding. Quote 500 heeft schijnbaar jammer genoeg geweigerd samen te werken met de Quiet en de bladen tegelijk te verspreiden.
Maar de Quiet 500 vindt gelukkig zijn eigen weg en de eerste druk is al bijna uitverkocht. Vanaf 8 november gaat Bruna de bladen zelfs landelijk aanbieden in zijn winkels. En de 500 rijkste Nederlanders die in de Quote 500 staan, krijgen de Quiet 500 toegestuurd, met een bedelbrief.
Anderen kunnen de Quiet 500 ook bestellen via de speciale site
Een mooi vormgegeven blad, maar wat minstens zo belangrijk is, met verhalen die lezenswaardig zijn, zeker voor mensen die denken: dat zal mij nooit overkomen.
Het blad, belangeloos gemaakt door professionale bladenmakers vraagt aandacht voor stille armoede en wil armen op deze manier een stem en een gezicht geven. Niet door ze voor te stellen als zielig, maar door duidelijk te maken dat arm zijn vaak hard werken is en dat er niet zoveel voor nodig is om in zo'n situatie te geraken.
Er staan portretten in van mensen die van een minimum moeten zien rond te komen. Sommigen zijn nauwelijks anders gewend geweest, met armoede opgegroeid, anderen zijn door de omstandigheden plotseling in die positie terechtgekomen.
Een snelle weg kan al zijn: ziekte terwijl je zelfstandige bent, een scheiding eroverheen, faillissement. Van alles hebben wat je hart begeert tot niets meer. Lang niet altijd te voorkomen.
Toen de Quiet 500 vorige week bij mij in de bus viel, was mijn eerste gedachte: 'Ik hoop niet dat er iemand in staat die ik ken.' En de tweede gedachte was: 'Met pech had ik er ook in kunnen staan.'
Bij de makers van het blad is veel creativiteit losgekomen en dat valt alleen al af te lezen aan de quasi advertenties die ogen als commercials voor glamorous gadgets.
Er staan gedichten, cartoons, columns, reportages en interviews in, met armen maar ook met Gerrit Poels, vroeger pater Poels. Hij is de 80 gepasseerd en haalt nog elke ochtend in alle vroegte bij de bakkers oud brood op dat hij op zijn fiets rondbrengt bij zijn vaste adressen.
Toen ik nog in Tilburg woonde, had pater Poels een opvanghuis in de stad en ik herinner me nog dat we in de jaren '70 ook vanuit de studentenkerk Maranatha actie voerden om dat opvanghuis te steunen. Gerrit Poels is op zijn oude dag nog even gemotiveerd en eigenzinnig bezig de mensen te steunen die hulp nodig hebben.
De opbrengst van de Quiet 500 komt ten goede aan 'broodpater' Gerrit Poels en de Tilburgse voedselbank.
De redactie van de Quiet 500 daagt de 500 rijksten uit, - de mensen uit de Quote 500 - iets te doen aan armoedebestrijding. Quote 500 heeft schijnbaar jammer genoeg geweigerd samen te werken met de Quiet en de bladen tegelijk te verspreiden.
Maar de Quiet 500 vindt gelukkig zijn eigen weg en de eerste druk is al bijna uitverkocht. Vanaf 8 november gaat Bruna de bladen zelfs landelijk aanbieden in zijn winkels. En de 500 rijkste Nederlanders die in de Quote 500 staan, krijgen de Quiet 500 toegestuurd, met een bedelbrief.
Anderen kunnen de Quiet 500 ook bestellen via de speciale site
Een mooi vormgegeven blad, maar wat minstens zo belangrijk is, met verhalen die lezenswaardig zijn, zeker voor mensen die denken: dat zal mij nooit overkomen.
zaterdag 26 oktober 2013
Mannenboeken
Is er verschil tussen mannen- en vrouwenboeken? In onze leesclub hebben we het er wel eens over of het gelezen boek typisch een boek is dat alleen maar door een man of alleen door een vrouw geschreven zou kunnen zijn. Dan gaat het erom of de schrijver zich goed heeft ingeleefd in hoe een man of vrouw voelt en denkt.
Maar of mannen en vrouwen anders lezen? Ik weet het niet. Volgens sommige boekverkopers houden mannen meer van non-fictie en van science-fiction dan vrouwen. Maar in het geval van de voorliefde voor non-fictie heb ik ook begrepen dat dat een leeftijdskwestie is. Naarmate je ouder wordt, schijn je meer van non-fictie te gaan houden. In mijn geval klopt dat zeker.
Joost van Velzen deed deze week in dagblad Trouw een poging om te onderzoeken of er verschil is tussen mannen- en vrouwenboeken. Hij interviewde onder meer een onderzoeker, schrijvers en anderen uit het boekenvak. Is na de chicklit nu de dicklit aan een opmars begonnen? Van Velzen komt ook niet met het verlossende antwoord.
In zijn artikel komen een aantal boeken naar voren die populair zijn bij mannen en misschien wel mannenboeken zijn?
'J. Kessels: The Novel' van P.F. Thomése, boeken van Nick Hornby en 'Ventoux' van Bert Wagendorp.
Ik kan psychologische romans zeer waarderen met hoofdpersonages die lijden aan het leven en wier hersenspinsels en intermenselijke tobberijen breed worden uitgesponnen. Maar de genoemde 'mannenboeken' in het artikel waren ook aan mij besteed. Boeken met humor ook en dat is in 'vrouwenboeken' soms ver te zoeken. Ai, zeg ik nu iets generaliserends en dus stigmatiserends?
Vanmiddag heb ik 'Ventoux' uitgelezen. Het las als een trein en ik heb er veel plezier aan beleefd. Een mannenboek? Ik kan me voorstellen dat het mannen zeker aanspreekt.
Vijf van de zes personages zijn immers mannen, en de zesde is een vrouw op wie ze alle vijf verliefd waren, en misschien dertig jaar later nog zijn. Ze komen op een scharnierpunt van hun leven, zo rond hun vijftigste. Natuurlijk. En nog een keer willen ze de Mont Ventoux op de fiets beklimmen.
Mannen en wielrennen, ook een inkoppertje.
Natuurlijk hebben die mannen gevoelens en diepere gedachten, maar als een lang gesprek dreigt, stoppen ze dat snel af met een gore grap, gestoei of ze slaan een fotolijst te pletter op het hoofd van de ander.
Een verademing ook, dacht ik soms onder het lezen, dat niet alles altijd helemaal hoeft te worden geanalyseerd, maar dat er gewoon een pilsje overheen gedronken kan worden.
Vriendschap, daar gaat dit boek ook over, samen iets ondernemen, zwijgzaam dezelfde inspanning leveren. Niet over alles hoeft gepraat te worden.
Kijk, zo kennen we ze weer.
Typisch mannen, goed dat zij er ook zijn.
Trouw, artikel Joost van Velzen: Chicklit van Venus, dicklit van Mars
Maar of mannen en vrouwen anders lezen? Ik weet het niet. Volgens sommige boekverkopers houden mannen meer van non-fictie en van science-fiction dan vrouwen. Maar in het geval van de voorliefde voor non-fictie heb ik ook begrepen dat dat een leeftijdskwestie is. Naarmate je ouder wordt, schijn je meer van non-fictie te gaan houden. In mijn geval klopt dat zeker.
Joost van Velzen deed deze week in dagblad Trouw een poging om te onderzoeken of er verschil is tussen mannen- en vrouwenboeken. Hij interviewde onder meer een onderzoeker, schrijvers en anderen uit het boekenvak. Is na de chicklit nu de dicklit aan een opmars begonnen? Van Velzen komt ook niet met het verlossende antwoord.
In zijn artikel komen een aantal boeken naar voren die populair zijn bij mannen en misschien wel mannenboeken zijn?
'J. Kessels: The Novel' van P.F. Thomése, boeken van Nick Hornby en 'Ventoux' van Bert Wagendorp.
Ik kan psychologische romans zeer waarderen met hoofdpersonages die lijden aan het leven en wier hersenspinsels en intermenselijke tobberijen breed worden uitgesponnen. Maar de genoemde 'mannenboeken' in het artikel waren ook aan mij besteed. Boeken met humor ook en dat is in 'vrouwenboeken' soms ver te zoeken. Ai, zeg ik nu iets generaliserends en dus stigmatiserends?
Vanmiddag heb ik 'Ventoux' uitgelezen. Het las als een trein en ik heb er veel plezier aan beleefd. Een mannenboek? Ik kan me voorstellen dat het mannen zeker aanspreekt.
Vijf van de zes personages zijn immers mannen, en de zesde is een vrouw op wie ze alle vijf verliefd waren, en misschien dertig jaar later nog zijn. Ze komen op een scharnierpunt van hun leven, zo rond hun vijftigste. Natuurlijk. En nog een keer willen ze de Mont Ventoux op de fiets beklimmen.
Mannen en wielrennen, ook een inkoppertje.
Natuurlijk hebben die mannen gevoelens en diepere gedachten, maar als een lang gesprek dreigt, stoppen ze dat snel af met een gore grap, gestoei of ze slaan een fotolijst te pletter op het hoofd van de ander.
Een verademing ook, dacht ik soms onder het lezen, dat niet alles altijd helemaal hoeft te worden geanalyseerd, maar dat er gewoon een pilsje overheen gedronken kan worden.
Vriendschap, daar gaat dit boek ook over, samen iets ondernemen, zwijgzaam dezelfde inspanning leveren. Niet over alles hoeft gepraat te worden.
Kijk, zo kennen we ze weer.
Typisch mannen, goed dat zij er ook zijn.
Trouw, artikel Joost van Velzen: Chicklit van Venus, dicklit van Mars
donderdag 24 oktober 2013
Workshop Reisverhalen in de maak
Zo, even plof. Dat was dus wat ze flow noemen. Doorwerken zodat je pas om 16 uur denkt: toch maar eens lunchen. En: hé, het is prachtig weer. Zojuist nog even de laatste zonnestralen in mijn tuin proberen te pakken, maar het was al te laat.
Geeft niets, want tevreden kijk ik naar de uitgeprinte pagina's. De eerste versie van mijn online workshop Reisverhalen schrijven voor Libelle Academy ligt voor me. Hij staat stevig in de steigers en als alles volgens plan verloopt, haal ik met glans de deadline eind van de week.
Daarna gaan mensen bij Libelle met tekst, beeld en vormgeving aan de slag. Zoals het er nu uitziet, komt de workshop nog dit jaar beschikbaar binnen Libelle Academy. Deelnemers kunnen de workshop downloaden en in eigen tempo de opdrachten uitwerken.
Al een jaar of tien geef ik mondelinge cursussen reisverhalen schrijven en sinds 2010 heb ik ook een schriftelijke variant. Daarbij kunnen deelnemers huiswerkopdrachten ter beoordeling insturen.
Natuurlijk zit die kennis en ervaring in mijn achterhoofd, maar de workshop voor Libelle is compleet nieuw.
Wat ik bij schrijven belangrijk vind, komt natuurlijk ook in deze workshop aan bod. Dat is onder meer schrijven met al je zintuigen, reflectie op je schrijven maar ook op hoe je reist, en structuur.
Structuur. Als ik het brainstormschema bekijk waaruit de structuur voor deze workshop ontstond, verbaast het me bijna dat het stuk nu al stevig in de steigers staat.
Kwestie van ordenen, wegstrepen en vooral concentratie. Flow dus. En dat was het.
Hoe heerlijk om gedreven aan het werk te zijn met een mooi project. Alleen de gedachte al dat straks cursisten van Libelle Academy door mijn workshop - hopelijk in een flow - met hun reisverhaal bezig zijn. Hun reis opnieuw beleven, vastleggen en nagenieten.
Website Libelle Academy
Mijn website: Reizen
Volkskrant schrijfwedstrijd Reisverhaal, deadline 18 november
Brainstormschema workshop Reisverhalen schrijven |
Geeft niets, want tevreden kijk ik naar de uitgeprinte pagina's. De eerste versie van mijn online workshop Reisverhalen schrijven voor Libelle Academy ligt voor me. Hij staat stevig in de steigers en als alles volgens plan verloopt, haal ik met glans de deadline eind van de week.
Daarna gaan mensen bij Libelle met tekst, beeld en vormgeving aan de slag. Zoals het er nu uitziet, komt de workshop nog dit jaar beschikbaar binnen Libelle Academy. Deelnemers kunnen de workshop downloaden en in eigen tempo de opdrachten uitwerken.
Al een jaar of tien geef ik mondelinge cursussen reisverhalen schrijven en sinds 2010 heb ik ook een schriftelijke variant. Daarbij kunnen deelnemers huiswerkopdrachten ter beoordeling insturen.
Natuurlijk zit die kennis en ervaring in mijn achterhoofd, maar de workshop voor Libelle is compleet nieuw.
Wat ik bij schrijven belangrijk vind, komt natuurlijk ook in deze workshop aan bod. Dat is onder meer schrijven met al je zintuigen, reflectie op je schrijven maar ook op hoe je reist, en structuur.
Structuur. Als ik het brainstormschema bekijk waaruit de structuur voor deze workshop ontstond, verbaast het me bijna dat het stuk nu al stevig in de steigers staat.
Kwestie van ordenen, wegstrepen en vooral concentratie. Flow dus. En dat was het.
Hoe heerlijk om gedreven aan het werk te zijn met een mooi project. Alleen de gedachte al dat straks cursisten van Libelle Academy door mijn workshop - hopelijk in een flow - met hun reisverhaal bezig zijn. Hun reis opnieuw beleven, vastleggen en nagenieten.
Website Libelle Academy
Mijn website: Reizen
Volkskrant schrijfwedstrijd Reisverhaal, deadline 18 november
dinsdag 22 oktober 2013
Hart voor het vmbo
Bijna veertig jaar geleden begon ik als 20-jarige lerares op de Stefanus-mavo in Tilburg. De M.O.-opleiding voorzag niet in een stage en ook daardoor werd mijn eerste jaar als docent een goede en soms harde leerschool. Zeven jaar gaf ik er met veel plezier Frans en later ook Nederlands, tot de journalistiek lonkte. Toch is de juf in mij, of positiever gezegd: het talent om kennis en ervaring over te brengen, niet verdwenen. Ook nu nog geef ik enthousiast uiteenlopende cursussen creatief schrijven en bedrijfstrainingen schriftelijke communicatie.
Als schrijfster kom ik ook graag op scholen om te vertellen over mijn boeken en het schrijverschap. Zeker op vmbo-scholen voel ik me thuis en dat heeft vast ook te maken met mijn onderwijsverleden.
Ik vind het onnoemelijk jammer dat het vmbo te lijden heeft onder een slecht imago, en dat terwijl toch bijna de helft van alle middelbare scholieren naar het vmbo gaat. Destijds als lerares begreep ik al niet goed waarom sommige ouders hun kind met tegenzin naar de mavo stuurden, terwijl dat kind juist graag met zijn handen werkte of handelstalent had. Ik had leerlingen die in 2-mavo al hun eigen bedrijf hadden en van minstens een weet ik dat die later miljonair is geworden.
Maar ook voor een vakkundige ambachtsman of -vrouw heb ik bewondering, omdat ik zelf zulke talenten ontbeer.
Kijken naar wat een kind wél kan, waarderen als het over beperkingen heendurft, het beste bovenhalen. Niet doodknuffelen, maar serieus nemen, interesse tonen en vertrouwen geven. Zulke leraren hebben alle kinderen, maar zeker die van het vmbo, nodig.
Trudy Coenen, docent Nederlands aan het Montessori College Oost in Amsterdam is zo'n docent. In 2010 werd ze Leraar van het Jaar en nu staan haar jarenlange ervaringen in het vmbo in het boek 'Spijbelen doe je maar thuis'. Louise Koopman heeft haar verhaal opgetekend en in haar nawoord legt ze uit wat het Coenen-effect is.
Direct is Trudy Coenen, zoals veel van haar leerlingen en ze eist respect, maar geeft dat ook. En daardoor krijg je het meestal terug. De afgelopen jaren kwam ze regelmatig in de media met haar uitspraken waarin ze op de eerste plaats aandacht en krediet voor haar leerlingen vroeg. Van contacten met mensen uit politiek en bedrijfsleven maakt ze graag gebruik om iets voor haar leerlingen te bereiken.
Een week of wat geleden ontdekte ik dat ik Trudy Coenen ken. Ze komt ook oorspronkelijk uit Weert, woonde bij mij in de straat en zat een klas lager op de Fatima Meisjesschool.
Mooi om haar zo terug te zien als sterke, humoristische en bevlogen docente.
Aanbevolen boek voor iedereen die het vmbo ten onrechte beschouwt als het afvoerputje van het onderwijs. Dat is een belediging en miskenning van leerlingen en onderwijzend personeel.
Filmpje: Spijbelen doe je maar thuis
Als schrijfster kom ik ook graag op scholen om te vertellen over mijn boeken en het schrijverschap. Zeker op vmbo-scholen voel ik me thuis en dat heeft vast ook te maken met mijn onderwijsverleden.
Ik vind het onnoemelijk jammer dat het vmbo te lijden heeft onder een slecht imago, en dat terwijl toch bijna de helft van alle middelbare scholieren naar het vmbo gaat. Destijds als lerares begreep ik al niet goed waarom sommige ouders hun kind met tegenzin naar de mavo stuurden, terwijl dat kind juist graag met zijn handen werkte of handelstalent had. Ik had leerlingen die in 2-mavo al hun eigen bedrijf hadden en van minstens een weet ik dat die later miljonair is geworden.
Maar ook voor een vakkundige ambachtsman of -vrouw heb ik bewondering, omdat ik zelf zulke talenten ontbeer.
Kijken naar wat een kind wél kan, waarderen als het over beperkingen heendurft, het beste bovenhalen. Niet doodknuffelen, maar serieus nemen, interesse tonen en vertrouwen geven. Zulke leraren hebben alle kinderen, maar zeker die van het vmbo, nodig.
Trudy Coenen, docent Nederlands aan het Montessori College Oost in Amsterdam is zo'n docent. In 2010 werd ze Leraar van het Jaar en nu staan haar jarenlange ervaringen in het vmbo in het boek 'Spijbelen doe je maar thuis'. Louise Koopman heeft haar verhaal opgetekend en in haar nawoord legt ze uit wat het Coenen-effect is.
Direct is Trudy Coenen, zoals veel van haar leerlingen en ze eist respect, maar geeft dat ook. En daardoor krijg je het meestal terug. De afgelopen jaren kwam ze regelmatig in de media met haar uitspraken waarin ze op de eerste plaats aandacht en krediet voor haar leerlingen vroeg. Van contacten met mensen uit politiek en bedrijfsleven maakt ze graag gebruik om iets voor haar leerlingen te bereiken.
Een week of wat geleden ontdekte ik dat ik Trudy Coenen ken. Ze komt ook oorspronkelijk uit Weert, woonde bij mij in de straat en zat een klas lager op de Fatima Meisjesschool.
Mooi om haar zo terug te zien als sterke, humoristische en bevlogen docente.
Aanbevolen boek voor iedereen die het vmbo ten onrechte beschouwt als het afvoerputje van het onderwijs. Dat is een belediging en miskenning van leerlingen en onderwijzend personeel.
Filmpje: Spijbelen doe je maar thuis
Overspel
Geheel toevallig heb ik in een paar dagen tijd twee romans gelezen over overspel. Beide dit jaar verschenen, geschreven door vrouwen, met een overspelige vrouw als hoofdpersonage. Opmerkelijk is ook dat in allebei de verhalen god opduikt, in één boek is het zelfs een van de belangrijkste thema's. Beide vrouwen hebben geen slechte relatie en ze staan voor de beslissing wat ze willen met hun leven. Willen ze verder met de ander, is er plaats voor een kind? Nog een overeenkomst: de boeken lezen vlot.
Dat is Vonne van der Meer wel toevertrouwd, ervaren schrijfster die ik al jarenlang met plezier lees. Ik wilde haar recente 'Het smalle pad van de liefde' dus zeker lezen. Vaardig ontrafelt ze de levens van de twee vriendenstellen en verweeft die ook weer tot een van de kernthema's van het boek: waar vriendschap ophoudt en verraad begint. Zo geleidelijk en aannemelijk beschreven dat voor veel lezers de verleiding invoelbaar is. Wat je er vervolgens mee doet, daar komt de persoonlijke verantwoordelijkheid in het geding. Vonne van der Meer geeft het verhaal nog een dimensie door het ontwakend religieus besef te beschrijven van de overspelige vrouw (de vriend van het andere stel is natuurlijk net zo overspelig).
Ik kan me veel voorstellen bij een geleidelijk of verpletterend godsbesef, maar op de een of andere manier vond ik het in het verhaal niet geloofwaardig gemaakt. Een aardig boek om te lezen, maar voor een fan als ik drukt die kwalificatie toch teleurstelling uit.
Het debuut van Julia Chavanu 'Ik moet je iets vertellen' was daarentegen een veel grotere, aangename verrassing. Toen ik vrijdag bij de bibliotheek bij de 'Zojuist retour'-bak stond, duwde een onbekende bezoekster me het boek in handen. 'Erg goed,' benadrukte ze. Ik had noch van de schrijfster noch van het boek gehoord, maar na een vluchtige blik op de achterflap besloot ik het te lenen.
Geen overspel binnen de vriendenkring van twee stellen, maar van een gebonden vrouw met een vrije vogel. De innerlijke conflicten tussen geborgenheid en (vermeende?) vrijheid vormen een van de boeiende aspecten van dit boek. Gewoon je werk blijven doen en doorgaan met het gezinsleven, alsof er geen dubbelleven is. Hoe lang houd je dat vol en zeker als je slechts twee weken de tijd hebt om een belangrijke beslissing voor de toekomst te nemen.
De strijd tussen vertrouwd en spannend, tussen emoties en ratio, het ingewikkelde van twee liefdes. Julia Chavanu slaagt er in op mij als lezer de intensiteit en spanning van zo'n situatie zo invoelbaar over te brengen dat ik bij de laatste zinnen een zucht van opluchting slaakte.
Ik kijk zeker uit naar haar volgende boek.
Dat is Vonne van der Meer wel toevertrouwd, ervaren schrijfster die ik al jarenlang met plezier lees. Ik wilde haar recente 'Het smalle pad van de liefde' dus zeker lezen. Vaardig ontrafelt ze de levens van de twee vriendenstellen en verweeft die ook weer tot een van de kernthema's van het boek: waar vriendschap ophoudt en verraad begint. Zo geleidelijk en aannemelijk beschreven dat voor veel lezers de verleiding invoelbaar is. Wat je er vervolgens mee doet, daar komt de persoonlijke verantwoordelijkheid in het geding. Vonne van der Meer geeft het verhaal nog een dimensie door het ontwakend religieus besef te beschrijven van de overspelige vrouw (de vriend van het andere stel is natuurlijk net zo overspelig).
Ik kan me veel voorstellen bij een geleidelijk of verpletterend godsbesef, maar op de een of andere manier vond ik het in het verhaal niet geloofwaardig gemaakt. Een aardig boek om te lezen, maar voor een fan als ik drukt die kwalificatie toch teleurstelling uit.
Het debuut van Julia Chavanu 'Ik moet je iets vertellen' was daarentegen een veel grotere, aangename verrassing. Toen ik vrijdag bij de bibliotheek bij de 'Zojuist retour'-bak stond, duwde een onbekende bezoekster me het boek in handen. 'Erg goed,' benadrukte ze. Ik had noch van de schrijfster noch van het boek gehoord, maar na een vluchtige blik op de achterflap besloot ik het te lenen.
Geen overspel binnen de vriendenkring van twee stellen, maar van een gebonden vrouw met een vrije vogel. De innerlijke conflicten tussen geborgenheid en (vermeende?) vrijheid vormen een van de boeiende aspecten van dit boek. Gewoon je werk blijven doen en doorgaan met het gezinsleven, alsof er geen dubbelleven is. Hoe lang houd je dat vol en zeker als je slechts twee weken de tijd hebt om een belangrijke beslissing voor de toekomst te nemen.
De strijd tussen vertrouwd en spannend, tussen emoties en ratio, het ingewikkelde van twee liefdes. Julia Chavanu slaagt er in op mij als lezer de intensiteit en spanning van zo'n situatie zo invoelbaar over te brengen dat ik bij de laatste zinnen een zucht van opluchting slaakte.
Ik kijk zeker uit naar haar volgende boek.
maandag 21 oktober 2013
Weert zoekt jonge stadsschrijver
Welke jongere in de gemeente Weert voelt zich betrokken bij zijn of haar woonplaats en wil daar graag over schrijven? Dat kunnen verhalen of gedichten zijn, maar ook songteksten of raps.
Tot 31 december kunnen jongeren tussen 12 en 18 jaar zich kandidaat stellen voor de functie van jongerenstadsschrijver.
Die wordt de opvolger van Henk Simons, sinds 2011 stadsdichter van Weert. De aanstelling geldt voor 2014, het jubileum van 600 jaar Weert, en 2015. Per jaar moet de jongerenschrijver minimaal zes teksten schrijven die iets te maken hebben met Weert. Die worden gepubliceerd in allerlei media.
Op de Dag van de Poëzie 30 januari 2014 wordt duidelijk wie de nieuwe jongerenstadsschrijver wordt.
Met plezier neem ik plaats in de jury, samen met de huidige stadsdichter Henk Simons en directeur Liesbeth Vogelaar van Bibliocenter. Wij beoordelen de teksten en de motivatie die de kandidaten insturen.
Meer informatie staat op de website van Bibliocenter Weert Daar is ook het reglement te vinden.
Kom op, jongeren in de gemeente Weert, laat zien hoe levendig en jong de stad is. En zorg dat er voor ons als jury iets te kiezen valt, sterker nog: maak het ons knap lastig.
Tot 31 december kunnen jongeren tussen 12 en 18 jaar zich kandidaat stellen voor de functie van jongerenstadsschrijver.
Die wordt de opvolger van Henk Simons, sinds 2011 stadsdichter van Weert. De aanstelling geldt voor 2014, het jubileum van 600 jaar Weert, en 2015. Per jaar moet de jongerenschrijver minimaal zes teksten schrijven die iets te maken hebben met Weert. Die worden gepubliceerd in allerlei media.
Op de Dag van de Poëzie 30 januari 2014 wordt duidelijk wie de nieuwe jongerenstadsschrijver wordt.
Met plezier neem ik plaats in de jury, samen met de huidige stadsdichter Henk Simons en directeur Liesbeth Vogelaar van Bibliocenter. Wij beoordelen de teksten en de motivatie die de kandidaten insturen.
Meer informatie staat op de website van Bibliocenter Weert Daar is ook het reglement te vinden.
Kom op, jongeren in de gemeente Weert, laat zien hoe levendig en jong de stad is. En zorg dat er voor ons als jury iets te kiezen valt, sterker nog: maak het ons knap lastig.
woensdag 16 oktober 2013
Het ruisen van de peppels
Ik ging vanmiddag naar het Binnenveld, om de peppels te zien. Nu kan het immers nog.
De populieren aan de Nieuwe Kanaal en de Veensteeg staan nog in blad. De komende weken worden ze kaal en als het aan de gemeente Wageningen ligt, wordt het op termijn volledige kaalslag. De bomen zouden te zwak zijn en daardoor gevaar opleveren. Ik heb helemaal geen verstand van bomen, maar ik vraag me toch in gemoede af of er geen andere oplossing is. Niet alle bomen kappen, alleen de gevaarlijke, gefaseerd eventueel?
Hoewel er zelfs ooit stemmen opgingen voor een open polderlandschap, zal de gemeente wellicht herplanten.
'Boompje groot, plantertje dood,' zei mijn schoonmoeder vroeger en zij kon het als Boskoopse weten. Als er nieuwe bomen komen, maak ik waarschijnlijk niet meer mee dat het weer bomen van formaat zijn.
Het gaat niet alleen om mij en andere mensen. De dieren vinden er nu ook meer beschutting. Zal de ijsvogel er zich nog vertonen? Wat voelde ik me een geluksvogel toen hij eerder dit jaar vlak voor me opdook.
De paddenstoelen die zich thuisvoelen bij de bomen en zich hier en daar verdekt opstellen tussen afgevallen blad. Hebben zij er nog iets te zoeken als het een kale oever is?
Voor het eerst kijk ik echt goed naar de oude stammen. Ze zijn door het leven getekend. Bijna wetmatige ruitpatronen en grillige kronkels.
En ik luister.
Ik luister naar het ruisen van de peppels.
Geruststellend, lijkt het. Maar zij weten niet wat hun boven het hoofd hangt.
Ik voel het gemis nu al.
Blog Eric Wijnacker in De Gelderlander: Wageningen kan niet zonder peppels
De populieren aan de Nieuwe Kanaal en de Veensteeg staan nog in blad. De komende weken worden ze kaal en als het aan de gemeente Wageningen ligt, wordt het op termijn volledige kaalslag. De bomen zouden te zwak zijn en daardoor gevaar opleveren. Ik heb helemaal geen verstand van bomen, maar ik vraag me toch in gemoede af of er geen andere oplossing is. Niet alle bomen kappen, alleen de gevaarlijke, gefaseerd eventueel?
Veensteeg |
'Boompje groot, plantertje dood,' zei mijn schoonmoeder vroeger en zij kon het als Boskoopse weten. Als er nieuwe bomen komen, maak ik waarschijnlijk niet meer mee dat het weer bomen van formaat zijn.
Het gaat niet alleen om mij en andere mensen. De dieren vinden er nu ook meer beschutting. Zal de ijsvogel er zich nog vertonen? Wat voelde ik me een geluksvogel toen hij eerder dit jaar vlak voor me opdook.
De paddenstoelen die zich thuisvoelen bij de bomen en zich hier en daar verdekt opstellen tussen afgevallen blad. Hebben zij er nog iets te zoeken als het een kale oever is?
Voor het eerst kijk ik echt goed naar de oude stammen. Ze zijn door het leven getekend. Bijna wetmatige ruitpatronen en grillige kronkels.
En ik luister.
Ik luister naar het ruisen van de peppels.
Geruststellend, lijkt het. Maar zij weten niet wat hun boven het hoofd hangt.
Ik voel het gemis nu al.
Blog Eric Wijnacker in De Gelderlander: Wageningen kan niet zonder peppels
Abonneren op:
Posts (Atom)