zaterdag 31 december 2011

Afrika in verhalen

Uit mijn leeslogboek 2011 blijkt dat ik verhoudingsgewijs veel boeken heb gelezen die over Afrika gaan. Op zich is dat niet zo verwonderlijk, ik heb iets (veel zelfs) met Afrika.
Dit jaar besteedde ik in dit weblog al aandacht aan enkele boeken die ik las: 'Wilde wereld' van Eric Corton, 'Een vlinder in Afrika' van Hans Bronswijk over het Rwanda-project van scholengemeenschap Pantarijn in Wageningen, 'Het land van Legba' van Marnel Breure over voodoo in Afrika. Dan waren er nog Aya de Yopougon, de strip uit Ivoorkust, en de roman 'Hoe laat eigenlijk' van Jannah Loontjens die speelt in Senegal.

Vorige week heb ik met bewondering 'De roeiers van Port Dauphin' van Cees Nooteboom uitgelezen. Alle Afrikaanse reizen, zo luidt de ondertitel. Jammer dat hij er niet meer heeft gepubliceerd, want dit smaakt naar veel meer. Sommige verhalen zijn al 50 jaar oud, toen reizen nog meer ontdekken was en toch staat daar ook veel herkenbaars en voorstelbaars in.
Maar Nooteboom is er dan ook een meester in om woorden te geven aan situaties waarvoor ik zelf soms geen woorden vind. Zo beschrijft hij op p. 110 de steeds feller wordende dans 'alsof ze samen één groot, woedend, zwetend, stampend lichaam waren (...). Zelf staat zijn lichaam daarbuiten, in het pijnlijke besef dat hij alles weet van westerse beschaving maar zich voelt als 'de armoedige bediende van betere tijden.'
Hij verwoordt ook goed het dilemma: moet je de mensen daar willen behoeden voor de valkuilen van onze westerse levenswijze, en zo opnieuw bevoogdend zijn? Op p. 128: 'Zover is het gekomen met onze onverdraaglijke arrogantie: niet alleen hebben we bij onszelf de boel verziekt en vinden we maar met moeite een weg in de doolhof van onze eigen vooruitgang, het liefst zouden we, met onze pijnlijke wetenschap gewapend, de nog onbedorvenen willen waarschuwen, om ze zo puur te houden dat wij er ons, per vliegtuig, en uitstekend bediend, nog aan kunnen komen laven.'


Nu ben ik bezig in maar liefst twee boeken tegelijk over Afrika. Ze lagen al een poosje op mijn leesstapel en ze zijn totaal verschillend, maar daarom ook goed ter afwisseling.
'Toubab', een bundel van Nederlandse en Vlaamse schrijvers over Afrika, en 'Congo', het terecht geprezen meesterwerk van David van Reybrouck.

vrijdag 30 december 2011

Kunstje

Twitblog: Ik ben een vlaamse gaai en ik dóe een koolmees # vogelsvoeren

donderdag 29 december 2011

Verhalen over leven en dood

Doorgaans lees ik vooral eigentijdse romans, maar dit jaar zaten er opvallend veel biografieën en autobiografieën in mijn leesvoer.
Gisteren schreef ik al over de rouwboeken die ik las. Uit mijn leeslogboek 2011 kan ik daar nog een juweel aan toevoegen: 'Gestameld liedboek' van Erwin Mortier.
Als ego-documenten las ik 'Knock-out' van Rein Gerritsen, 'De dood heeft mij een aanzoek gedaan' van Kristien Hemmerechts en 'Liefs van Annie', brieven van Annie M.G. Schmidt.
Ook de vuistdikke biografie van Vasalis door Maaike Meijer kon me boeien, evenals de biografie van Eva Rovers over Helene Kröller-Müller (1869-1939) die ik deze week uitlas.
De grondlegster van het Kröller-Müller Museum op de Hoge Veluwe heeft kosten noch moeite gespaard om haar ideaal te bereiken. Eva Rovers laat zien hoe de gedrevenheid van de kunstverzamelaarster vooral werd ingegeven door teleurstelling over haar kinderen.
Omdat haar kinderen niet beantwoordden aan haar ideaalbeeld stortte ze zich op een ander levensdoel, de kunst. Huisvriend Sam van Deventer bleek wel gevoelig voor haar lessen over kunst en hij begreep beter wat haar dreef. In de nalatenschap van Sam van Deventer zat ook een kist met 3400 brieven van Helene Kröller-Müller waaruit Eva Rovers kon putten voor haar biografie 'De eeuwigheid verzameld'.
Daarin volg je als lezer op de voet de ontwikkeling van deze sterke vrouw, die het zichzelf en anderen niet gemakkelijk maakte.
Meermalen bezocht ik het Jachtslot St. Hubertus op de Hoge Veluwe en elke keer weer fascineert me de discipline en orde die tot in de theekopjes is doorgevoerd. Ik krijg echter ook een ongemakkelijk gevoel van die overmaat aan perfectie waaronder ik een (dwang)neurotisch karakter vermoed.
Uit het boek wordt me veel duidelijker hoe moeizaam die ogenschijnlijke perfectie tot stand is gekomen en hoeveel offers het heeft gekost, ook van haar omgeving.
Tegelijkertijd bewonder ik het doorzettingsvermogen waarmee zij alle weerstand en tegenslagen heeft getrotseerd. Van het marktdenken dat nu van de culturele sector wordt gevraagd, was Helene Kröller-Müller een exponent avant la lettre.
Ze heeft de rijkdom uitdrukkelijk niet voor zichzelf willen houden, waardoor wij nog steeds kunnen genieten van de kunstschatten en een museum in een kostbaar landschap.


Eerder weblog over: Gestameld liedboek, Erwin Mortier
Eerder weblog over: Vasalis. Een biografie

woensdag 28 december 2011

Rouwboeken

Nog nooit gingen er in een jaar zoveel mensen uit mijn omgeving dood als dit jaar. Wellicht wordt dat er niet beter op naarmate ik ouder word.
Heel dichtbij mijn ouders en een geliefde nicht van mijn leeftijd, maar ook mijn eerste 'baas', de directeur van de Stefanusmavo in Tilburg waar ik op mijn 20ste lerares werd. Zeven jaar lang heb ik hem daar meegemaakt als ruimhartige, beminnelijke man. Achteraf gezien een voorrecht om onder zijn hoede mijn entree te maken in het beroepsleven.
Verder overleden onder meer de moeder van, de broer van, en een vroegere buurvrouw.
Mijn hoofd stond lange tijd niet naar schrijven dit jaar en slechts mondjesmaat heb ik iets geschreven over het verlies, gemis en verdriet. Het meeste was hooguit voor kleine kring bedoeld en vooralsnog kan ik me niet voorstellen dat ik 'de hele wereld' wil laten delen in die gevoelens.
Uiteraard gaat iedereen, en dat geldt ook voor schrijvers, anders om met verlies. Maar hoe anders was het blijkbaar voor A.F.Th. van der Heijden die in 'Tonio' zijn rauwe verdriet uitschreef over het verlies van zijn zoon.
En voor Connie Palmen van wie vorige maand het boek verscheen over het verlies van haar man Hans van Mierlo: 'Logboek van een onbarmhartig jaar'.
Gelukkig waren de twee schrijvers wel in staat erover te schrijven, want ik vond het prachtige boeken. Allebei benadrukken ze dat ze ook niet anders konden dan dit schrijven.
48 dagen na het overlijden van haar man begon Connie Palmen al te schrijven, uit angst dat ze anders de ergste pijn zou vergeten, ze wilde 'met de pen op de huid van de pijn zitten' (p. 14).
Ze schrijft aangrijpend over de diepste wanhoop, in puin liggen. 'Voor geliefden geldt de harde wet: zodra het wij verdwenen is dondert het ik in elkaar, in brokken uiteen, stukgesmeten, kapot, door niets anders bij elkaar te houden en te definiëren. Niet alleen hij is dood, mijn liefste ik is ook dood.' (p. 27).
In het boek lees ik de aandoenlijke en manhaftige pogingen om zichzelf weer bij elkaar te rapen. Het wordt de kunst om na zo'n verlies toch weer tot leven en tot overgave te komen. 'Wie de angst voor de dood ontvlucht, loopt het geluk mis.' (p. 166) en op p. 220: We hebben de illusie van oneindigheid nodig, anders is het leven niet te doen.'
De schrijvers geven onverbloemd weer hoe verlies diep en meedogenloos zijn wonden slaat. Beide boeken ontstijgen de particuliere rouwverwerking en raken indringend aan de universele emoties rond leven, liefde en dood. 

Weblog over Tonio, van A.F.Th. van der Heijden

dinsdag 27 december 2011

Uitglijer

Op mijn wandelrondje vanmiddag heb ik eens niet het water opgezocht van Binnenveld, Grift of de dijk, maar via de campus heb ik een stukje van De Eng gedaan. Ook mooi, al mis ik al gauw zicht op water. Het slootje langs de Droevendaalsesteeg is dan toch wat karig.
Ook bezocht ik het kerkhof en het viel me op dat veel graven waren voorzien van kerststukjes, soms van kerstballetjes en zelfs een enkele kerstboom. Zo laten we onze doden 'meeleven' met de seizoenen en hoogtijdagen.

Ik kom niet vaak op de campus van Wageningen Universiteit, ik heb daar ook meestal niets te zoeken. Ook nu weer viel me op dat die zich blijft uitbreiden. Bouwwerken in uiteenlopende stadia, kunstwerken die her en der gedropt lijken, hopelijk in afwachting van een betere plek.
Even waande ik me in het buitenland met louter Engelstalige bordjes, bijvoorbeeld naar gebouwen als Restaurant of the Future. Ik keek vergeefs of op de achterkant wellicht de Nederlandse vertaling stond.
Bij elk bruggetje staat een gele waarschuwing: Slippery when icy. De universiteit maakt serieus werk van haar internationale oriëntatie, maar ik dacht dat zij wel voor tweetaligheid had gekozen. Getuige de bordjes is het Engels toch richtinggevend op de campus. 
Bij het driehoekig waarschuwingsbord van een voorrangskruising stond dan weer wel een onderbord: Voorrang verlenen. Kijk, dat zou nou nuttig in het Engels (eventueel ook het Chinees) zijn.

Voor het eerst zag ik dat het WUR-terrein een Golf Disc Course rijk is. Een soort trapveldje voor frisbees, als ik het goed begrijp.
Met uitleg in het Engels, maar ook in het Nederlands. Daar wordt uitgelegd wat het eindoel van het spelletje is.
Maar wat is in hemelsnaam een oel? 

zaterdag 24 december 2011

Twee kerststallen

Had ik vorig jaar even twee kerstbomen, nu heb ik twee kerststallen. Voor het eerst van mijn leven kocht ik in 2010 een kerststalletje, deze week heb ik een tweede stal gekocht.
Dat was nodig omdat ik in het gelukkige bezit kwam van een kerstgroep. Nou ja, gelukkig? Het is de kerstgroep die ik al bijna mijn hele leven ken, die van mijn ouders namelijk.
Vorig jaar heb ik de beeldjes nog samen met mijn moeder uitgepakt. Mijn vader heeft later de kerstspullen mee opgeruimd en weer naar de zolder gebracht.
Dit jaar zijn onze ouders er niet meer met Kerstmis. Er kan veel veranderen in korte tijd.

Het beeld van een kerststal naast mijn kerstboom is nog wat onwennig. Maar de beelden zijn zo vertrouwd. Meer dan 50 kerstmissen waren ze erbij in onze familie. Ze zijn de kinderhandjes en al die jaren niet helemaal ongeschonden doorgekomen. Subtiele lijmresten verraden breuken en onhandige onthoofdingen. Er is wat bijgepleisterd of bijgeschilderd, maar hier en daar bladdert er toch wat af, zie ik. Volgend jaar misschien maar eens een likje verf. Niet helemaal in de geest van mijn vader, die klusjes niet uitstelde, en zeker geen jaar.
Ik herinner me dat in onze jeugd niet elk beeldje meer te redden was, maar een restant van een schaapje bleek perfect stoepkrijt.
Ook weet ik nog dat we ons bij het uitpakken soms even afvroegen: was dit nou de zwarte koning? Waarom had hij dan geen kroon en hermelijnen mantel zoals de andere twee? Een sterk gevoel voor rechtvaardigheid zit nu eenmaal in onze genen. Maar er bleek ook een zwarte herder te zijn.
Net als vroeger thuis wachten de koningen nu met hun gulle gaven nederig naast de kerststal tot ze op audiëntie mogen komen.


Delen wat je hebt, aandacht, liefde, zorgzaamheid, eenvoud. En bezinning. Dat is voor mij de essentie van de kerstgedachte.

Goede kerstdagen!



Blog 2010: Twee kerstbomen en de eerste kerststal 

woensdag 21 december 2011

Licht in deze dagen

De donkere dagen voor Kerstmis, maar het zijn dit jaar eerder de drukke dagen voor Kerstmis. Geen sprake van kalmpjes naar het kerstreces toedrijven, maar nog flink in touw, met bedrijfstrainingen bijvoorbeeld.
Tussen die bedrijven door heb ik toch nog de kerstboom weten op te tuigen en die brengt licht en ogenschijnlijk rust in huis.
Tot overmorgen eindelijk echt de rust en stilte losbarsten.




Weblog 23 dec. 2010 Twee kerstbomen

woensdag 14 december 2011

Nieuwer

Als ik een weekje ben weggeweest, ga ik er zomaar van uit dat alles thuis min of meer hetzelfde is gebleven.
Maar maandagmiddag keek ik vreemd op toen ik nog een rondje Binnenveld wandelde.
Natuurlijk, de wijk Nieuw Kortenoord in Wageningen ontwikkelt zich voortvarend, maar er blijkt plotseling een nieuw kanaaltje te zijn gegraven, haaks op de Nieuwe Kanaal. Een nieuwer Nieuwe Kanaal dus.
Het maakt me wel een beetje onrustig, al die grondverzetmachines en megamolshopen die opduiken tot verder in het Binnenveld dan ik verwachtte.

Eerder weblog over de nieuwe wijk Kortenoord

zondag 11 december 2011

Dag zee!

Het zit er bijna op, een week Egmond aan Zee. Uitgewaaid, uitgewoed, ingekeerd. In evenwicht.
Balans tussen werk en rust, gezelschap en alleen, zon en regen, buiten en binnen, warm en koud.
Uitzicht vanaf mijn werktafel
Mooi dat lichaam en geest zo goed zelf weten wat ze nodig hebben. Fijn dat ik ze deze week hun gang kon laten gaan. Onbegrensde ruimte en toch (dus?)oneindig hard werken.
Mijn kinderboek 'Schelpen' heb ik rigoureus omgegooid en herschreven. Hoewel er revisie nodig is, lijkt het me nu evenwichtiger en nog beter dan de eerdere versie.
Het 12+boek 'Winkeldochters' heb ik na bijna een jaar opnieuw ter hand genomen en ik was aangenaam verrast over hoe goed het al bleek te zijn. Ik heb weer zin om ermee verder te gaan.
Aanzetten tot gedichten en enkele flarden van ideeën. Een onvermoede oogst van een week retraite.
Plus flink wat wandelkilometers in de benen, gezonde zeelucht in de longen en nieuwe energie om drukke werkweken thuis tegemoet te gaan.
Wat voelde ik me weer een bevoorrecht mens dat ik een week lang kon werken met het altijd inspirerende zicht op zee.

Dag zee!  

Blog na aankomst in Egmond aan Zee

Monument

Al een jaar of vijftien kom ik minstens eens per jaar een aantal dagen in Egmond om te werken met zicht op zee. Dan huur ik op mijn vertrouwde adres een appartement aan de boulevard.
Elke keer zie ik dan ook weer het huis van de buren, een eigenwijs geel houten huis. Het doet me deugd dat het heeft standgehouden ondanks de vernieuwingsdrift en hoogbouw die culmineerde in de sterflat van 10-hoog, de buren aan de andere kant.
Vandaag viel mijn oog voor het eerst op een verweerd bordje voor het huis dat een naam heeft: de Geveerde Kikker. Het blijkt een rijksmonument uit 1922, relict van het vroege strandtoerisme in begin 20e eeuw en het kwam als bouwpakket uit Silezië.
Een geruststellende tekst, want zijn monumentenstatus zal de villa wat beter behoeden tegen eventuele megalomane skylineprojecten voor Egmond. Helemaal gerust ben ik niet op het aanzien van de boulevard, want wat gaat er een eind verderop verrijzen na de sloop van voormalig hotel Bellevue?  
Ik kom graag terug om het proces nauwlettend te volgen.

Website Geveerde kikker   

zaterdag 10 december 2011

Zaterdag aan Zee

Zaterdag aan Zee, zo totaal anders dan, ik noem maar iets, zaterdag in Wageningen. Wat viel hier deze dag zoal te beleven?

Renners en fietsers maakten een rondje of deden een lijntje heen en weer.


Als voorbereiding misschien voor de Strandrace Egmond-Pier-Egmond voor mountainbikers of de Halve (marathon) van Egmond begin januari, of vandaag al voor het echie in de Derp Bikers Beachrace 2011.
Derp, zoals de Derpers hun eigen dorp Egmond liefkozend noemen.
Verder werd er gedart in het Masters tournooi en stoer gekitesurft.

De Egmonder reddingsboot voer zijn zaterdagse trainingsrondes en kon zich uitleven in de indrukwekkende golven.







                                  Ook werd er gezweefvliegd.
                                     
 

En gebadmintond.
Gebadmintond? Met die wind?


Hoe ik zelf mijn zaterdag heb doorgebracht?
Kijken naar de zee, wandelen langs het strand én schrijven. Een werkdag dus, maar wel weer een heerlijke werkdag.
     

vrijdag 9 december 2011

Verdwalen

Wat is verdwalen in dit land? Dit land vergeven van bordjes en richtingaanwijzers en met overal mensen aan wie je altijd de weg kunt vragen ('je hebt een Hollandse mond en je mag altijd alles vragen. Als je het maar netjes doet', zoals het adagium van mijn schoonmoeder vroeger luidde).

Verdwalen is ergens terechtkomen waar je niet wilde zijn. Maar soms brengt het je wel op plaatsen waar je anders niet was gekomen.
Vanmiddag liepen we in een rechte lijn over het strand van Egmond naar Bergen aan Zee. De weg terug zouden we door het duingebied afleggen. Maar ergens moeten we een afslag hebben gemist en dus raakten we steeds verder van zee af.
Zo bleek later pas. De duinvalleien lagen er prachtig bij. Een bordje waarschuwde voor een afdaling van 10 %, dus die mag ik weer bijschrijven in mijn logboekje hoogtetraining en de paarden en runderen stoffeerden prachtig het landschap.
Wat maal je om een paar extra kilometer als het lopen lekker gaat en je in goed gezelschap verkeert. Bovendien kwam ik zo wel voor het eerst van mijn leven in Wimmenum.
Dacht ik dat ik de afgelopen 15 jaar toch wel alles had gezien in Egmond en omgeving. Mooi dat verdwalen zelfs in dit land nog kan waar alles in kaart is gebracht.
Overigens is dat voor mij ook geen bovenmenselijke opgave. Weinig gevoel voor richting en een grote portie eigenwijsheid blijken regelmatig een fatale combinatie te zijn. Maar ik kom nog eens ergens.  

Palm Beach

Twitblog: Palm Beach in Egmond # hoezo winter?

donderdag 8 december 2011

Trendwatching

Twitblog: Haken is in opkomst, breien wellicht spoedig passé, maar in Egmond heb ik vandaag de nieuwste trend gespot: macramé # zo helemaal 2012


Kwallendag

Had ik het in mijn blog gisteren over kwallendag, en jawel, vandaag dus.
Ik was er helemaal niet op bedacht. Naar mijn weten heb je dan hier een noordwestelijke wind nodig en vandaag was hij immers zuidwest.
Die kwallen hadden zich trouwens wel een schutkleur aangemeten. Het waren niet van die grote, prachtige inktblauwe exemplaren, maar kleine, snotterige klodders.
Dat klinkt niet erg respectvol. Bovendien, nu ik de foto bekijk, vind ik deze kwal vooral stemmig en subtiel.

woensdag 7 december 2011

Wederhelft (2)

In de serie Strandvondsten vandaag: de handschoen. Vroeg ik me gisteren bij de aangetroffen schoen af waar de wederhelft was, vandaag struikelde ik op het strand van Egmond zowat over die existentiële vraag.
Ik was nog maar net begonnen aan mijn wandeling of ik trof een blauwige, of eerder turquoise, handschoen aan.

Op de vraag waar zijn wederhelft zou kunnen zijn, kreeg ik al binnen honderd meter antwoord.
Fijn, hereniging kon niet ver meer zijn.
 
Tevreden over deze heelheid stapte ik verder en stuitte tientallen meters verder op een oranje handschoen. Ach ... alleen.

Of was dit een Dritte im Bunde, stoker wellicht in een goed huwelijk?
De vraag liet me niet los, maar gelukkig, een eindje verder lag zijn maatje.
Eind goed, al goed. Happy end, als te vaak in een Amerikaanse film, en dat is me dan weer te makkelijk en te saai.
Bovendien heb je geen verhaal als het zo vanzelfsprekend goedkomt. Een ernstig probleem voor een schrijver die op zoek is naar conflict, spanning, dilemma.

Maar op de terugweg, een heel eind verderop, word ik op mijn wenken bediend: op de vloedlijn nóg een turquoise handschoen.
Is zijn maat nog niet aangespoeld, of hoort hij nergens bij? Het vijfde wiel aan de wagen?
Kijk, nu hebben we misschien een verhaal.

In elk geval was het vandaag handschoenendag, zoals ik op het strand ook wel eens een kwallendag meemaak of een zwaardschededag of een zeesterrendag.
Handschoenendag. Laat ik er de volgende keer wel aan denken mijn handschoenen aan te trekken. Windkracht 8-achtig in december is frisjes.   

Strandstorm

Twitblog: Het strand van Egmond waait leeg # volgend jaar maar weer zandsuppletie

dinsdag 6 december 2011

Lichtpunt

Twitblog: Met altijd goed weer mis je wel een regenboog, - of twee, voor de helder zienden # lekkerbinnenweer

Wederhelft


Twitblog: De vraag is al zo oud sinds Plato: waar is de wederhelft gebleven? # durf te vragen
strandvondst Egmond 6 december
ofwel: wat ik in mijn schoentje vind

maandag 5 december 2011

Hallo zee!


uitzicht vanaf het balkon
Terug in Egmond aan Zee en nu voor langer dan een dagje en een nachtje. Dagenlang uitwaaien en inkeren, rust en gedreven werken. Dat kan hier allemaal samengaan. Eindelijk weer de draad van mijn kinderboek 'Schelpen' oppakken en aan de slag met de zinvolle opmerkingen van mijn uitgever.
Ik hoop dat ik ook de geest krijg om weer verder te gaan met mijn 12+boek 'Winkeldochters'. En ik heb nog enkele andere onvoltooide schrijfprojecten meegebracht, plus volop lege vellen papier voor als zich iets geheel nieuws aandient.
De afgelopen periode was ik vooral druk met cursussen en bedrijfstrainingen geven, andere mensen begeleiden met schrijven. Nu mag ik zelf weer.
Als er zo'n zee van tijd voor me ligt, slaat ook altijd wel een faalangstig gevoel toe: wat als het niet lukt?
Als het niet lukt, zeg ik nu ferm, zal dat wel ergens goed voor zijn. Dan ben ik misschien aan verdiende rust toe.
Het uitwaaien lukt in elk geval. Windkracht 7 staat pal op de ramen van mijn onderkomen en het giert en tiert. Ik prijs me gelukkig met mijn vertrouwde stek hier. Als het weer te bar en boos is, hoef ik niet eens de deur uit om de woeste zee te zien. Maar ik ga ervan uit dat ik toch ook mijn trainingswandelingen kan maken deze dagen.
Terwijl ik dit schrijf, besef ik dat ik ongemerkt een to-do lijst aan het maken ben. Niet handig, ik weet immers dat dat bij het schrijven juist niet werkt. Misschien moest ik mezelf maar eens een schrijfverbod opleggen.    

zondag 4 december 2011

De Koningin van het Levenslied

Het levenspad van de Zangeres zonder Naam (1919-1998) voerde niet over rozen, dat werd weer eens duidelijk in de gelijknamige musical die gisteravond in Weert de Limburgse première beleefde. En ik mocht erbij zijn.
Tot mijn verrassing kreeg ik namelijk een persoonlijke uitnodiging, die ik waarschijnlijk te danken had aan het blog dat ik eerder wijdde aan haar graf in Stramproy, haar woonplaats bij Weert.

Bij de ingang van het Munttheater schreden wij niet over een rode loper, maar over een rozenloper. Dat motief werd voortgezet in het tapijt in de foyer waarin bovendien het portret van de Zangeres was verwerkt. Museum De Lakenhal in Leiden had enkele japonnen van de koningin van het levenslied uitgeleend en evenals een duplicaat van haar diadeem waren ze opgeborgen in vitrines.
Dat had de sneue Rietje Beij in haar jeugd vast nooit verwacht. Eind jaren 60 werd mevrouw Mary Servaes-Beij overigens al salonfähig verklaard.
Tot de gasten gisteravond behoorden dan ook de gouverneur van Limburg en het college van B. en W. van Weert. In een uitverkochte zaal zagen wij de musical over haar roemruchte en tragische leven.

Feit en fictie waren knap verweven, de cast bleek van veel markten thuis, zoals ook bij een musical past en het decor was smaakvol voorzien van toepasselijke bling-bling.
Een aanzienlijke rol was weggelegd voor Johnny Hoes die haar ontdekte en haar vele gouden platen produceerde in zijn studio in Weert. Hoes, - in mijn jeugd onze buurman -, overleed dit jaar, anders was hij waarschijnlijk eregast geweest bij deze speciale voorstelling in Weert.

Vooral Ellen Pieters speelde als de Zangeres de sterren van de hemel. Haar stem, de dictie, de snik en al die wisselingen in emoties en situaties. De meeste indruk maakte op mij de scène waar ze, klein en subtiel gespeeld, oud en gebroken is. Maar zodra ze dan 'Mijn leven' (My way) zingt, is de oerkracht terug.
Dat 'My way' ten afscheid, het tranen trekken waartoe de noblesse van een smartlap verplicht, het had allemaal makkelijk óver de rand kunnen zijn. Maar schrijver, regisseur en spelers hebben met vakmanschap en humor de voorstelling op het podium gebracht.
En, ja, natuurlijk zong ik aan het eind ook 'Mexi...i..i..i..i...cooo'.

Onlangs is in Stramproy het Zangeres zonder Naam-museum geopend, je kunt een naar haar genoemde lunch bestellen en zelfs een Zangeres zonder Naam arrangement boeken, inclusief fietstocht die onder meer leidt naar haar graf.
Had ze dat ooit kunnen denken in die laatste zware en eenzame periode van haar leven?


http://www.dezangereszondernaam.com/

Eerder weblog over haar graf in Stramproy

Interview Gert Berg met de Zangeres zonder Naam over haar moeilijke laatste jaren

donderdag 1 december 2011

Hallo wereld!

De Kinderboekenweek is voor mijn gevoel nog maar nauwelijks achter de rug of die van oktober 2012 wordt al gelanceerd. Een mooi thema: Hallo wereld! over de ontmoeting met andere culturen. Daar kan ik wel wat mee.

Hallo wereld!
op kraambezoek in Mali - 2008

Natuurlijk kom je die andere culturen ook dichtbij huis tegen. Letterlijk, mijn kleine stad Wageningen telt zeker 160 nationaliteiten, bijna net zoveel als Amsterdam. Maar het gaat evenzeer over culturen voorbij de grens en daar heb ik de afgelopen jaren ook over geschreven. Zo staat op mijn website een verhaal over Mali: Alleen maar een bal. Daarin beschrijf ik de ontmoeting met de jongen Alhadj, maar ook mijn kraambezoek in alle vroegte: hallo wereld, dag nieuwe wereldburger!

Ik ga graag in de Kinderboekenweek naar scholen en bibliotheken mét de verre vrienden uit mijn verhalen: schoenpoetser Souris uit Ivoorkust, Alhadj uit Mali en Moussa, de Afrikaan, die verhalen vertelt in Stoerewatjeskamp en de kinderen djembé leert spelen.
Ik neem misschien wel weer mijn mini-baobab mee of mijn djembé, en het voodoobeeldje dat in De oppas een rol speelt. Ik kan vertellen over Astrid die in Ik kom naar je toe dwaalt tussen de beelden van Paaseiland.
Wie weet heb ik tegen die tijd wel een fonkelnieuw verhaal geschreven over een avontuur in Nepal. Ik kijk nu al uit naar de Kinderboekenweek, waarvoor Tosca Menten trouwens het geschenkboek gaat schrijven.

Reisverhaal Mali: Alleen maar een bal

CPNB over de Kinderboekenweek 2012

Stichting Schrijvers School Samenleving, organiseert schrijversbezoeken