donderdag 31 januari 2013

Klank en ritme

Gedichtendag is het vandaag, en het begin van de Poëzieweek met activiteiten in het hele land. Thema is dit jaar: Muziek.
Het is een thema dat me wel aanspreekt, maar het voelt ook wat dubbelop. Belangrijkste kenmerken van een gedicht zijn voor mij klank en ritme. Nee, niet rijm, mijn gedichten althans rijmen vaker niet dan wel.
Klank en ritme, ook zeer kenmerkend voor muziek. Muziek is poëzie en poëzie is muziek.
Voor de gelegenheid hier mijn gedicht The boy from Ipanema


The boy from Ipanema


Zijn stem swingt
als zijn heupen.
Maar het zijn vooral
zijn ogen.

Met ogen vol warmte
van dáár,
waar de mensen weten
wat leven is,
hoe leven voelt
kijkt hij me aan.

Zoals hij even later

met fluwelen boortjes
binnendringt in háár ziel,
en in haar hart.

Daarna bij haar,

bij haar
en bij haar.

En allemaal dansen we

voor hem
de Hollandse schonkigheid
uit ons lijf.


Meer gedichten op mijn website


http://www.gedichtendag.com/

woensdag 30 januari 2013

Mooie recensie Logeerbeer

Rita Ghesquiere, literatuurwetenschapper en deskundige op het gebied van jeugdboeken, schreef een mooie recensie over mijn boek Logeerbeer.
Zij schrijft onder meer: 'Een aanrader voor wie een kleuter op een logeerpartij wil voorbereiden'.

De recensie staat net op de Vlaamse website Kerknet, die ruim aandacht besteedt aan cultuur, boeken en jeugdliteratuur.

Recensie Logeerbeer door Rita Ghesquiere op website Kerknet

http://www.annievangansewinkel.nl/boeken/logeerbeer.cfm

dinsdag 29 januari 2013

Bedrijfsongeval

Twitblog:


Snijden aan papier*) - zojuist open wond opgelopen #breakingnews #bedrijfsongeval #onderzoekarbeidsinspectie # overdrijvenisookeenkunst



*) met dank aan Co Westerik - 'Snijden aan gras'
http://www.stedelijkmuseum.nl/kunstwerk/306-snijden-aan-gras

zondag 27 januari 2013

Als sneeuw voor de regen


het witte dons
druppelt weg
kleuren worden scherper
lijnen zwart
de kaders hard
wereld weer zoals hij was

zaterdag 26 januari 2013

Liefde tot het eind

Lang heb ik geaarzeld of ik de film Amour van Michael Haneke wel wilde zien. Ik ben altijd wat huiverig voor een film die je 'gezien moet hebben'. De filmpers was zeer enthousiast evenals mensen uit mijn omgeving. Daar kwam bij dat ik vermoedde dat de film te veel herinneringen zou losmaken aan de zware, maar ook goede jaren dat mijn vader 24 uur per dag mantelzorgde voor mijn moeder.
Ik heb de film deze week toch gezien en de situatie leek helemaal niet en ook weer heel erg op die intens beleefde tijd. Andere hoofdpersonages dan mijn ouders, andere omstandigheden. In ons gezin stonden we gelukkig met de vier kinderen, goede professionele zorg en andere meelevenden om onze ouders heen. In de film staat de dochter er alleen voor en je ziet haar wanhopig zoeken naar een vorm om haar betrokkenheid te uiten.

Maar er is ook zoveel herkenbaars. Tegen beter weten in hopen dat het met sprongen vooruitgaat, hard werken om te revalideren, hapje voor hapje, woordje voor woordje, stapje voor stapje, en dan ineens weer achteruit geworpen worden. Niet meer zonder de ander kunnen, zowel de zieke als de gezonde, in feite een wederzijdse afhankelijkheid. Wat wil je na meer dan vijftig jaar samen?
Jean-Louis Trintignant en Emmanuelle Riva spelen hun rol zo dat je erbij bent. Blij zijn als de humor tussen het echtpaar er nog is, de benauwdheid meevoelen die hem naar de strot vliegt, die doodgewone kleine gebaren van aandacht en liefde, en de ontreddering als het einde onontkoombaar is.
Haneke heeft een prachtige film gemaakt over het mooie en pijnlijke van samen oud worden.

woensdag 23 januari 2013

Geluksvogel

Wat lijkt Blue Monday al weer lang geleden. En helemaal nu ik net terugkeer van een middagwandelingetje in het Binnenveld. Na geconcentreerd werken moest ik er even uit en ik hoef niet ver en niet lang weg om er weer helemaal tegen te kunnen.
Koud was het wel, verstild ook, sneeuwig en ijzig het landschap en wat in zichzelf gekeerd. Of is dat louter projectie?
De schapen stonden roerloos met de Greb in de verte op de achtergrond. De eenden in het water van Nieuwe Kanaal hadden zo te zien nergens last van. Maar de reigers leken meer dan anders ineengedoken te staan of met tegenzin traag rond te stappen.
Ik dacht weer aan hoe reigers steeds meer de bebouwing zijn gaan opzoeken. Vroeger - jaren '70/80 - gingen we wel eens een eindje toeren met mijn schoonmoeder. 'Kijk, daarginds, een reiger', wees ze dan en opgetogen tuurden we naar een stip ver weg langs een sloot.
Van de reigers heden ten dage kan ik nu op een paar meter afstand een foto maken. Wat heeft de natuur toch een groot aanpassingsvermogen, mijmerde ik nog, toen mijn blik plotseling gewekt werd door beweging en kleur.
Laag over het water in een rechte lijn fel blauw: een ijsvogel! Voor het eerst signaleerde ik die in Wageningen. Ik voelde hoe een grote glimlach over mijn gezicht trok.
Lang geleden zag ik hem voor de eerste keer in mijn leven bij de Jeker in Maastricht, en daarna nooit meer. Ik weet hoe blij ik toen was en vaak hoopte ik hem hier in de buurt te zien. Ik zag hem ook wel verschijnen in de waarnemingen van de KNNV-afdeling Wageningen.
En nu, zonder dat ik er op bedacht was, duikt hij onverwacht op.
Hij heeft mijn dag gekleurd.

maandag 21 januari 2013

Blue monday

Twitblog:

Blue Monday onzin? Voor de schaatsers is het niks, voor mij als langlaufer is het niks, gewoon een rustige werkweek voor de boeg #geenzinin

Dagblad Trouw 19-1-2013: Blue Monday  

donderdag 17 januari 2013

Dit zijn de namen (2)

Dit zijn de namen - heel wat serieuzer dit blog dan dat van gisteren - dat is de titel van het nieuwste boek van Tommy Wieringa. Het boek heeft veel indruk op me gemaakt.
Het gebeurt niet vaak dat ik me bijna deel voel van de wereld van de personages. Dat overkwam me bij Ademschommel van Herta Müller, toen ik voor het eerst een beetje 'dacht' te voelen wat het is om honger te lijden.
Dat gebeurde nu weer bij Dit zijn de namen. Daarin verhaalt Tommy Wieringa over de barre tocht van een groep vluchtelingen in een desolaat steppelandschap. Anderzijds lezen we over het leven van de politieambtenaar Pontus Beg bij wie uiteindelijk de overlevenden van de groep op het bureau belanden als hun vlucht naar betere oorden jammerlijk is gestrand. Ze blijken in handen gevallen van mensensmokkelaars, bereiken de grens dus nooit en zijn hun paspoort en veel geld kwijtgeraakt.
In feite zijn ze naamloos, ze worden aangeduid met onder meer: de jongen, Afrika, de vrouw, de stroper, de man uit Asjchabad. In de klem van honger en pijn is het laatste restje vernis van de beschaving snel afgebladderd, blijkt weer eens uit dit verhaal. Ieder vecht voor zijn eigen kruimel, probeert te pakken wat er te pakken valt. Alleen de Ethiopiër lijkt onbaatzuchtig en dat moet hij bekopen. Maar in de uiterste nood wordt hij postuum tot redder uit de ballingschap 'gekroond'.
Ondertussen is Pontus Beg een zoektocht begonnen naar zijn joodse wortels en voelt hij de sterke behoefte om al het vuil van zijn verrotte en gecorrumpeerde omgeving van zich af te spoelen met zijn doop.
De doortocht door de woestijn en andere bijbelse passages had Wieringa er minder dik bovenop hoeven te leggen. Maar dat is slechts een miniem puntje van kritiek.
Het zoeken naar wortels en zingeving van Pontus Beg, de rauwe drang tot overleven, het besef dat we vrijwel allemaal ratten worden als we in de knel zitten, dat zijn de elementen in dit boek die me raakten.
De omstandigheden zijn compleet anders, maar is elk mens niet op zoek naar vervulling en zingeving? Allemaal zijn we immers gelukszoekers.

Website Tommy Wieringa

woensdag 16 januari 2013

Dit zijn de namen (1)

Dit zijn de namen: Daan, Emma, Bram, Sophie, Sem, Julia, respectievelijk de nummers 1, 2 en 3 van 2012.
Het doorgaans serieuze instituut Sociale Verzekeringsbank (SVB) laat zich soms ook van zijn frivole kant zien: de jaarlijkse hitlijst van populaire voornamen. Die kan de SVB opstellen, omdat hij voor het uitbetalen van de kinderbijslag alle voornamen weet.
Vorige week verscheen op de site van de SVB de lijst van 2012. Daan en Emma blijven aan kop.
Als schrijver heb ik al jaren een lijstje met namen in mijn werkagenda zitten die ik ooit nog eens denk te gebruiken. Een enkele keer pluk ik die van zo'n jaarlijst. De personages in mijn boeken moeten namelijk een naam hebben. Namen van mensen die ik ken, - hoe mooi ook -, zijn uitgesloten. Ik wil niet dat onder het schrijven achter mijn personage ineens een familielid of vriend opduikt.
Volgens mij ben ik niet zo gevoelig voor trends, maar bij de top-20 van 2012 blijken toch enkele namen van hoofdpersonen uit mijn boeken te zitten: Stijn (Stijn Klein), Tim (Reisgenoten gezocht), Thomas (Vriend of dealer?), Julia (Nachtspel), Sarah (Kampioen Superbraaf), Sara (Zeezucht), Lotte (Het liefje van de leraar) en Roos (Zat).
Van de bijrollen in mijn boeken figureren er nog meer namen op de lijst zoals Max en Fenna.
Omdat de SVB zo aardig was om de complete namenlijst voor 2012 op de site te zetten, heb ik natuurlijk ook aan egosurfen gedaan. Bij lezingen op scholen vertel ik wel eens dat ik blij was dat ik voor mijn thrillers zelf een schuilnaam mocht uitkiezen. Anne Winkels koos ik, toch nog iets van mezelf erin, maar niet die voornaam Annie waar ik vroeger zo'n hekel aan had. 'Annies worden tegenwoordig niet meer gemaakt', zeg ik dan.
Maar dat blijkt dus niet te kloppen. In 2012 hebben maar liefst 10 Annies het levenslicht gezien. Beleeft de naam een revival? Ik heb het niet kunnen nagaan.
Op mijn 17e heb ik er nog serieus over gedacht om mijn naam te veranderen in Anniek (21 maal in 2012) of in Antje (16 maal), zoals mijn oma heette. Ik besloot om toch maar Annie te blijven heten en daar ben ik al weer jaren blij mee. De naam Annie is (nog) lekker uitzonderlijk en hij past bij mij.
En de naam Antje, die heb ik toebedacht aan mijn hoofdpersonage in Pretpark.

dinsdag 15 januari 2013

Bezuinigingen bij de post

Twitblog:

Als het zo slecht met postNL gaat, waarom komen er dan de laatste tijd soms twee bezorgers op één ochtend post brengen? #durftevragen # lijktmijduurder

vrijdag 11 januari 2013

Feestjaar is begonnen

Gisteravond hebben we in Wageningen het feestjaar ingeluid. Wageningen viert zijn 750-jarig bestaan als stad. In 1263 kreeg de nederzetting aan de Rijn stadsrechten van Otto van Gelre, vooral vanwege de strategische ligging tegenover Betuwe en als vooruitgeschoven post in de strijd tegen Utrecht.
De Markt liep gisteravond goed vol en op het podium verschenen onder meer representanten van bestuur, onderwijs en carnavalsvereniging. Liesbeth List en Chris Hordijk traden op. Het jubileumboek over de geschiedenis van Wageningen werd aangekondigd en mooie activiteiten voor dit hele jaar. Ook zijn er de jubileumgadgets, de - blijkbaar onvermijdelijke - sleutelhangers, T-shirts en mokken.
Een waar spektakel was de flitsende lasershow over Wageningen die bewonderende oh's en ah's opriep.
Zo divers als de bevolking van Wageningen is, zo divers was gelukkig ook de opkomst bij het startschot voor het feestjaar. Echte Waogeningers, al die near-natives, passanten, en vertegenwoordigers van de meer dan 150 nationaliteiten die Wageningen rijk is. Stadsdichter Laurens van der Zee benadrukte het 'samen' van Wageningen.

In 2013 is het precies 20 jaar geleden dat ik in Wageningen kwam wonen. Het voelt als mijn stad, hoewel Wageningen mijn liefde toch nog altijd moet delen met Weert, waar ik geboren en getogen ben. Inmiddels woon ik al langer in Wageningen dan ik in Weert heb gewoond, maar mijn Limburgse wortels voel ik sterk, ook door mijn moedertaal.
Tilburg blijft nog even de stad waar ik het langst heb gewoond, 22 jaar, maar het zou goed kunnen dat het gepasseerd wordt door Wageningen. Vooralsnog heb ik geen plannen om weg te gaan.
Grappig om even in de geschiedenis te duiken: Tilburg kreeg pas in 1809 stadsrechten. Dat 200-jarig feestje ben ik in 2009 dus misgelopen. De verzameling dorpen groeide sindsdien wel uit tot een stad van meer dan 150.000 inwoners.
Weert is nu een stad van bijna 50.000 inwoners. Wageningen moet het met 35.000 doen (en dat is ook genoeg. Klein, maar fijn).
Ik wil dit jaar wel wat festiviteiten meebeleven, want het 8e eeuwfeest zal ik niet meer meemaken. Graag wil ik 98 worden, maar dan kom ik toch nog 10 jaar te kort.
Niet getreurd. Volgend jaar valt er een ander eeuwfeest te vieren. Dan bestaat Weert namelijk 600 jaar, in 1414 kreeg het zijn stadsrechten.
(Hallo Wieërt, doon vae dao nog wat aan?)

NASCHRIFT: Ik heb niet goed opgelet. Weert is blijkbaar al bezig met de voorbereidingen, zo blijkt uit een artikel vandaag in De Limburger (12-1-2013).

Stadsdichter Laurens van der Zee: En die stad dat zijn wij

Film Lasershow start Wageningen 750  Wie de lasershow miste, heeft iets gemist. Dit filmpje geeft er toch een kleine indruk van.

woensdag 9 januari 2013

vrijdag 4 januari 2013

Ontbindingsangst

Bindingsangst, verlatingsangst, niets menselijks is mij vreemd. En waarschijnlijk lijd ik ook aan ontbindingsangst, de vrees om de-connected te zijn. Is er leven zonder digitaal leven?
Er zijn nog steeds mensen die prima schijnen te functioneren zonder virtuele verbindingen en hoewel ik absoluut niet vooroploop met digitale gadgets en nouveautés kan ik me een leven zonder internet niet voorstellen.
Ik hoop wel dat ik mezelf vragen blijf stellen over doelmatigheid en of ik echt moet upgraden naar Verbinding 2.0, 3.0, 4.0 enz. Zo kwam met oudjaar het idee op om te scrabbelen en de Wordfeud-fanaat in ons gezelschap maakte meteen aanstalten om zijn tablet voor de dag te halen. Hij leek even ontregeld toen ik zei dat ik het kartonnen bord met letterblokjes wel van zolder zou halen.
Het werd trouwens Triviant. Toen we een antwoord betwistten van een kaartje, kwam ik overigens als eerste met de suggestie om toch maar even te googelen. Ik corrigeerde mezelf snel met het oeroude adagium: Het kaartje heeft gelijk.

Nog altijd heb ik geen iPad, -Pod of Phone, noch tablet, noch e-reader. Ik heb 'al' jarenlang een mobiel, maar kan voorlopig nog prima uit de voeten met mijn tweede exemplaar, een Nokia Classic, het epitheton ornans zegt het al. Maar ik bel of sms nauwelijks met het ding en ermee op internet geraken, is een oefening in geduld en daarna ergernismanagement voor gevorderden. Ik gebruik hem nog het meest als instant fototoestelletje voor mijn weblog.
Ik schuim niet eindeloos internet af, wel is mijn computer als venster op de wereld onmisbaar, voor mijn werk en vrije tijd.
Toch vind ik dat ik te veel en te vaak mijn computer heb aanstaan en naar mijn in-box kijk. Het maakt me onrustig, haalt me uit mijn concentratie en zoveel interessante mailtjes komen er nu ook weer niet binnen.
Verslaafd? Het heeft er alle schijn van. Verkeer ik buitenshuis, dan licht als in een enorme woordwolk altijd het woord wifi op. Een dag geen mailbox gezien is een dag niet geleefd.
Ik ben geen uitzondering. 'Technostress' schijnt te heersen en dagblad Trouw voorspelde vorige week al dat 'Nomofobie' wel eens hét woord van 2013 kan worden. Nomophobia of No-mobilefobie, de grote angst dat je mobieltje kwijtraakt of dat je geen bereik hebt.

Gelukkig bespeur ik bij mezelf langzamerhand een verandering. Verslavingsgedrag kan pas veranderen als je er zelf heel veel last van hebt. De laatste maanden kan ik soms echt genoeg hebben van mijn onkritisch computergebruik, uit gewoonte, gedachteloze verveling wellicht, uit de angst om iets te missen. Het gebeurt steeds vaker dat ik mijn computer urenlang uit heb. Dat verbetert mijn concentratie en geeft heilzame rust.
Een goed voornemen voor 2013 ga ik er niet van maken. Maar wie weet, kom ik mijn verslaving/ontbindingsangst op eigen kracht te boven. 

dinsdag 1 januari 2013

Mooi nieuw jaar!

Ongerept en veelbelovend ligt het voor ons, het nieuwe jaar.
Nieuwe kansen om de wereld - om te beginnen de kleine wereld om ons heen - een stukje beter te maken.

Ik wens iedereen een mooi nieuw jaar!