In het Nederlands is een gangbare vertaling voor Silver Linings: achter de wolken schijnt de zon. Dan heb je er dus niet veel aan. Het Engels geeft voor mij toch een ander gevoel weer: dat zilveren randje biedt troost.
Pat, de tegenspeler van Tiffany, gespeeld door Bradley Cooper, is net als zij niet bepaald een zondagskind. Zijn moeder haalt hem na acht maanden, min of meer op eigen risico, uit de psychiatrische inrichting, en probeert hem op een aandoenlijke manier eruit te houden.
Wie haar man, gespeeld door Robert De Niro, ziet, begrijpt dat de zoon met dezelfde opvliegende aard zich eigenlijk nog lang staande heeft weten te houden in de maatschappij. Dat hij door het lint ging toen hij zijn vrouw betrapte met een collega, - terwijl nota bene muziek van hun bruiloft haar overspel begeleidde - verbaast dan ook niet.
Tiffany en Pat laten een spel zien van aantrekken en afstoten, te zeer gekwetst en doodsbang voor geluk. Dat kan immers ook weer kapot.
Mooi dat de film zich beperkt tot twee kussen, en voor mij was die tweede zelfs overbodig, maar hij moest natuurlijk vanwege de feel good end-traditie in Amerikaanse films.
Met de moed der wanhoop probeert Pat de silver linings te blijven zien in het leven.
Persoonlijk vond ik het gezicht van moeder Dolores fascinerend. Gebutst en gemangeld, maar ook vol liefde en mededogen. Haar gezicht had alle hoeken van het leven gezien en weerspiegelde het lot van de mensen om haar heen.
Voor mij had haar visagist wel een Oscar mogen krijgen, want wanneer je op foto's actrice Jacki Weaver als zichzelf ziet, lijkt ze alleen maar door het leven gekust.