woensdag 29 december 2010

Goede voornemens

Tegenwoordig maakt 75 % van de Nederlanders geen goede voornemens meer voor het nieuwe jaar, aldus een recent onderzoek.
mei 1961 H. Communie
Ik ben er lang geleden ook al mee opgehouden.

Als kind had ik nog de illusie dat ik me aan zo'n voornemen kon houden, als ik maar hard genoeg wilde. Gelukkig kreeg ik een katholieke opvoeding en nadat ik de H. Communie had gedaan, kreeg ik ook toegang tot de biecht. Na elke biecht kon je namelijk opnieuw beginnen. Ik zou geen ruzie meer maken met mijn zusje, niet meer jokken, niet zeuren. En als het mis ging - en dat ging het - was er een maand later weer een biecht waar ik schoon schip kon maken. Ik herinner me nog dat ik me bijna fysiek gezuiverd voelde als mijn zieltje weer schoongepoetst was na boetedoening met enkele gebeden.
Bij goede voornemens voor het nieuwe jaar moet je echter een heel jaar wachten voordat je je goede wil en inzet kunt tonen.

Van latere jaren kan ik me nog maar één goed voornemen herinneren. Toen ik in 1997 de journalistiek uit stapte om voortaan alleen nog te schrijven, noteerde ik in een logboek: 'Ik wil lui en dik worden'.
Wie mij kennen, weten dat ik hopeloos mislukt ben in dat streven.
Misschien was het ook vooral een verlangen naar kunnen ontspannen en luieren: het hangmatgevoel, en dat gaat me gelukkig steeds beter af.

Dat ik graag werk, geeft ook wel aan hoeveel plezier mijn werk me bezorgt. Mijn cursussen creatief schrijven, bedrijfstrainingen communicatie en optredens op scholen en in bibliotheken, maar op de eerste plaats het schrijven. Dat is toch waar het allemaal om begonnen was, en wat nog al te vaak sluitpost is.
Daarom heb ik voor het nieuwe jaar toch een goed voornemen, nee, laat ik het een plan noemen: ik ga meer schrijven.

Iedereen die dat ook van plan is, wens ik veel kracht en succes om het plan uit te voeren.
En wellicht kan een schrijfcursus, bij mij of elders, nét dat duwtje over de drempel zijn.

http://www.schrijvenonline.org/schrijfgids/schrijfcursussen%20en%20-workshops
http://www.annievangansewinkel.nl/cursussen/content_001.cfm
http://www.eduhub.nl/artikelen/ik-wil-ook-een-boek-schrijven

Jaaroverzicht

Het is een week van terugblikken, in de media, maar ook bij mezelf. Wat ging goed, wat kon beter?

Voor mijn werk kan ik terugkijken op een mooi jaar. Twee jeugdboeken verschenen: 'Stoerewatjeskamp' en 'Zat'. In maar liefst drie bundels verschenen van mij verhalen en gedichten: 'Heks speciale acties' (in 'Lekker griezelen', uitg. The House of Books), 'Sierra Nevada' en 'Livven Hieër' (in 'D'r Her God versjteet óch plat', uitg. TIC) en de kindergedichten 'Feest' en 'Verliefd' (in 'Wie heeft hier met verf lopen smijten?, uitg. Querido).
Mijn schrijfmaand in het Roland Holst Huis in Bergen was een feest. Uiteenlopende schrijfprojecten heb ik er op de rails gezet, genoeg om nog maanden aan vooruit te kunnen. Ook was er de tentoonstelling 'Verhalende rivier' in Wageningen van het Platform Beroepskunstenaars met mijn gedicht 'Stil staan'.
Twee nieuwe schriftelijke cursussen heb ik op de markt gebracht: Reisverhalen en Schrijven met een stok achter de deur. Mijn eigen cursusinstituut vierde zijn 10-jarig jubileum. En ik werd in Limburg genomineerd voor de Veldeke Literatuurprijs.

In mijn persoonlijk leven waren er grote en kleine ontdekkingen, ontmoetingen, verrassingen. Vers in het geheugen ligt nog de trip naar Parijs, maar de reis naar Nepal, een trekking in de Annapurna, in april werkt ook nog steeds door.
Zo'n totaal andere wereld dan bijvoorbeeld de Afrikaanse landen waar ik was, ook omdat dit een heel fysieke reis was. Stap voor stap, in het moment zijn, ruimte en stilte ervaren en dankbaarheid voelen om het lijf en de gezondheid die dit mogelijk maken.

Gezondheid, niet vanzelfsprekend. Naast de hoogtepunten dit jaar was er ook lijden in mijn omgeving en mede-lijden, voorzover dat mogelijk is. Familieleden en vrienden die lichamelijk of geestelijk lijden en waarbij ik me vaak zo machteloos voel.

Ik weet wel dat er zonder dalen geen toppen zijn en dat lijden en verlies bij het leven horen, maar dat is allemaal maar verstandige praat als het zo dichtbij komt en het mensen treft die je dierbaar zijn. 

dinsdag 28 december 2010

Witte kater

dagen vol roomwit
groen bekleed met crème fraîche
bekroond door bolle toef,
wereld huist in zachte ijstaart

nu heeft een vette vinger
de slagroom weggeschraapt
de vulling laten instorten,
wereld nagenoeg zoals hij was,
vaal en kaal

onderuitgezakte kussens
tafel leeggegeten
nog niet afgeruimd
morsig tafelkleed
resten flutterig en kledderig

het feest is over,
maar vuilwit blijft plakken.

Taizé

In Rotterdam begint vandaag de Taizé-jongerenontmoeting. Meer dan 25.000 jongeren uit heel Europa komen enkele dagen bij elkaar om te praten, te zingen, te bidden. Er is ongetwijfeld een groot verschil met hoe ik 36 jaar geleden kennismaakte met Taizé, maar ik begrijp dat eenvoud, uitwisseling en spiritualiteit zijn gebleven.

In april 1974 ging ik een kleine week naar het Franse dorp Taizé met acht andere mensen uit de studentenkerk Maranatha in Tilburg. Ik was daar enkele jaren zeer betrokken en actief in liturgie- en gespreksgroepen.
In Taizé leefde en werkte een oecumenische broederorde rond frère Roger Schütz, die in 2006 op 90-jarige leeftijd werd doodgestoken door een verwarde vrouw. De broeders in het klooster in de Bourgogne zetten zijn werk voort, ze stellen hun gemeenschap nog steeds open voor bezoekers. Jaarlijks is er ook een jongerenontmoeting op wisselende plaatsen in Europa en dit jaar is dat dus in Rotterdam.

 In gesprek met Elisabetta uit Italië


Wat me vooral bijgebleven is, was de ruimte voor anders zijn, anders denken, anders geloven. Ik had prachtige gesprekken, al dan niet met handen en voeten, zoals met Elisabetta uit Italië.
Vanuit totaal andere achtergronden kwamen we in Taizé samen en wisselden we ervaringen, vragen en twijfels uit.
Enkele keren per dag waren er diensten, met eenvoudige gebeden en gezangen. Het lichte, sobere kerkgebouw was altijd open. We kampeerden en het was koud. In de grote legertent met tientallen anderen deed ik nauwelijks een oog dicht, maar het was goed. Het eten, veel pasta, kwam uit grote pannen en het vulde, dat was genoeg.
Ontmoeting in muziek
Ontmoetingen, veel muziek, overal mensen om me heen en toch stilte.
Taizé was voor mij ook een toonbeeld van hoop: zolang mensen zo met elkaar omgingen, was er nog hoop voor de wereld.

De terugkeer naar het gewone studentenleven viel me zwaar. Alles leek oppervlakkig, beperkt en bekrompen en het viel niet uit te leggen wat ik in Taizé had ervaren.
Nog steeds niet, merk ik nu ik dit blog schrijf. Mensen die het hebben meegemaakt, weten waarschijnlijk wat ik bedoel.
Ik wens de deelnemers aan Taizé 2010 in Rotterdam ook zo'n bijzondere ervaring toe.

“In Taizé horen we op sommige zomeravonden, onder een hemel vol sterren, de jongeren door onze geopende ramen. We blijven verbaasd dat ze met zovelen komen. Ze zoeken, ze bidden. En wij zeggen tegen onszelf: hun verlangens naar vrede en vertrouwen zijn als die sterren, kleine lichtjes in de nacht.”

Frère Roger, Voorvoeld geluk, pag. 115

http://www.taize.fr/nl

donderdag 23 december 2010

Twee kerstbomen

Sinds vanmiddag ben ik in het bezit van maar liefst twee kerstbomen. En dat voor iemand die Kerstmis 'vroeger' een gedegenereerd feest vond, vercommercialiseerd en ver afgedreven van de pure betekenis. Bovendien wogen destijds allerlei verplichtingen rond de feestdagen me zwaar, zodat ik altijd weer blij was wanneer de verse kalender 2 januari aangaf.
Maar ik word ouder, milder ook waarschijnlijk en sinds een aantal jaren vier ik Kerstmis op mijn eigen manier, vaak in verstilling en rust. Een kerstboom voegt daar licht aan toe als voorbode van de dagen die gaan lengen.
Zoals ik eerder schreef, stond de kerstboom van vorig jaar te wachten bij de achterdeur. Met échte sneeuw, en dat was nu juist het probleem. De dooi stelde niks voor en dus heb ik toch maar een nieuw exemplaar gekocht. Een kleintje, maar het voelt een beetje als verraad aan de boom die nu de kerstdagen buiten moet doorbrengen, terwijl de nieuwe al glitterend staat te pronken.


Voor het eerst van mijn leven heb ik ook een kerststal gekocht. Vorige maand bezweek ik toen hij daar heel aandoenlijk in een wereldwinkel stond. In alle simpelheid, teruggebracht tot de kern, maar wat een toonbeeld van geduldig handwerk. Hij is gemaakt van bananenblad, in een warm land ver weg.
Het leek me dan ook passend om hem niet bij de kerstboom te zetten, maar naast een baobab.

http://annievangansewinkel.blogspot.com/2010/12/winterdraden.html

woensdag 22 december 2010

Met Proust op de sofa

Sinds een paar maanden ben ik lid van een Proust-leeskring. De komende jaren willen we het oeuvre van Marcel Proust 'Op zoek naar de verloren tijd' lezen en bespreken.
Las ik deze zomer in de hangmat het eerste boek 'Combray', deze winter savoureer ik Proust op een andere plek, de sofa.
Wellicht is 'chaise longue' een passender benaming voor het meubelstuk dat onlangs mijn huis werd binnengedragen.
Ik stel me personages van ruim een eeuw geleden voor uit het werk van Proust die het zo druk hadden met het doorbrengen van hun dagen in ledigheid, bijvoorbeeld kwijnend of smachtend op hun chaise longue.
Maar met deze karikatuur doe ik Proust en zijn personages tekort. Hij geeft een mooi tijdsbeeld van de hogere kringen in Frankrijk en tegelijkertijd zijn de thema's tijdloos: vergankelijkheid, schoonheid, verliefdheid, jaloezie.
De schrijver observeert meesterlijk en heeft verrassend veel gevoel voor humor en ironie, waardoor zijn boek soms ook iets van een soap heeft. Gevoegd bij een uitzonderlijke taalrijkdom is het een genot om te lezen.

Ik heb inmiddels ook het tweede boek uit, 'Een liefde van Swann', waarin Proust het pijnlijke proces van aantrekken en afstoten beschrijft tussen Swann en Odette. Swann is in zijn verliefdheid obsessief, naïef en soms ook herkenbaar.
Een voorbeeld: Voor een uitstapje zegt Swann te hopen dat hij Odette niet tegenkomt. Ondertussen blijft hij wel naar haar speuren. "(...) alsof hij zocht wat hij zei te willen ontlopen en trouwens zou ontlopen zodra hij het had gevonden, want als hij het groepje was tegengekomen zou hij ostentatief een andere kant uit zijn gegaan, tevreden dat hij Odette had gezien en zij hem had gezien, vooral dat ze zag hoe weinig hij zich van haar aantrok."


Ik moest denken aan een prozaïscher uitdrukking die in Tilburg vroeger geciteerd werd van iemand die een oogje had op een ander (de spelling is waarschijnlijk niet correct): kèk of t-ie kèkt en as t-ie kèkt, nie kèke.

Filosofie, psychologie, spiegelen en zelfkennis, er valt nog veel te leren en uit te wisselen over Proust.


http://annievangansewinkel.blogspot.com/2010/08/met-proust-in-de-hangmat.html

dinsdag 21 december 2010

Winterdraden

Bij mijn weten praat ik niet hardop tegen mezelf. Maar toen ik vanmorgen de tuin inkeek, hoorde ik mezelf zeggen: 'Oh, wat prachtig.'
Tegen de schuur hangt een groot spinnenweb te schitteren, dat door de rijp extra helderheid krijgt.
Ik bestudeer de winterdraden, maar de spin blijkt niet thuis. In oktober schreef ik in mijn weblog over herfstdraden.
Nu ik dat weblog teruglees, zie ik dat het kerstfeest toen al zijn schaduwen vooruitwierp. Ik maakte er melding van dat de kerstboom van vorig jaar zelfs in de pot weer begon uit te lopen. Hij kon dit jaar wel weer als kerstboom dienen.

Vorige week had ik hem dus alvast bij de achterdeur gezet. Hoewel Kerstmis snel dichterbij komt, staat hij daar nog steeds. Een halfslachtige poging om hem sneeuwvrij te maken, is ingehaald door een nieuw pak sneeuw.
Hem laten ontdooien in de keuken is geen optie, hem naar de schuur slepen met dat doel vind ik te veel gedoe.

Nu hang ik nog tussen geduldig de dooi afwachten en hem te elfder ure alsnog optuigen, een nieuwe kerstboom aanschaffen (maar dan heeft deze - heel sneu - het hele jaar door voor niks zijn best gedaan) of kerstboomloos deze dagen zien door te komen. Het is de vraag of gemakzucht het wint van de hang naar idyllische sfeer.

http://annievangansewinkel.blogspot.com/2010/10/herfstdraden.html

maandag 20 december 2010

Groene vingers

Soms kan de goedheid van anderen me met schaamte vervullen.
Gisteren joeg de welwillendheid van een plant me zo ongeveer het schaamrood op de kaken.
Met een schok zag ik namelijk dat de clivia bloeit.
Dat onooglijke kamerplantje, dat al tijden stemloos vraagt om een grotere pot en verse potaarde. Dat het al lang heeft opgegeven ingehouden te smeken om enige regelmaat in begieting.
Het had ook gewoon dood kunnen gaan. Maar het had me niet beter op mijn nummer kunnen zetten dan door sans rancune te gaan bloeien.

Deze clivia is een overlever in optima forma. Vorig jaar toen ik verhuisde, heb ik hem als scheut van de moederplant gehaald. Die oerplant was uitgewoond en uitgeleefd en daar was mijn nalatigheid vast debet aan. Eigenlijk nog een wonder dat hij het zo lang had volgehouden. Ik kreeg die plant in 1993 uit de nalatenschap van mijn schoonmoeder, die groene vingers had en haar planten verwende met rust, reinheid en regelmaat.

Nu heb ik de kleine clivia toegesproken - daar schijnen ze ook bij te gedijen - en hem beloofd dat hij binnenkort nieuwe aarde krijgt, een grotere pot en dat ik hem op gezette tijden te drinken geef.
Maar als me dat echt gaat lukken, bloeit hij daarna misschien nooit meer. Ik heb wel eens gehoord dat planten vooral bloeien uit armoede.
Hem dus toch maar weer een nieuwe kans geven me met zijn schoonheid te verpletteren? 

zondag 19 december 2010

Langlaufen

De natuur laat zich, terecht, door de mens niets gezeggen, maar deze keer werd ik op mijn wenken bediend. Droomde ik donderdag nog in mijn blog over langlaufen vanuit de achterdeur, vanmorgen kon het al.
Natuurlijk profiteerde ik van die uitgelezen kans. De ski's lagen inmiddels meer dan een jaar voor het grijpen op zolder en ik heb al vroeg een heerlijke tocht gemaakt door het Binnenveld bij Wageningen.
De sneeuw was precies goed, dik genoeg, stevig en toch zacht, vrijwel ongerept. Slechts enkele wandelaars kruisten mijn pad en af en toe kon ik het spoor oppikken van een andere langlaufer.

Nieuwe Kanaal 
 Ik hoefde nog niet eens in het stiltegebied van de Slagsteeg te komen om de stilte te horen. Alleen was er soms het gakken van grote vluchten ganzen. Waren ze op weg naar betere oorden of maakten ze gewoon hun vlieguren?

Het leven lijkt voor even gedempt en gaat een versnelling lager. Reisplannen worden aangepast of helemaal geschrapt.
Rustig in het moment glijden. Alleen het zjoef-zjoef van de ski's en dan weer in verwondering stilstaan bij zoveel moois van de natuur.

vrijdag 17 december 2010

Aya uit Yopougon

Precies 15 jaar geleden was ik in Ivoorkust en dat was voor mij de kennismaking met Afrika. Daarvoor had ik al 'iets' met Afrika en die reis heeft mijn gevoel alleen nog maar versterkt.
Deze weken is Ivoorkust weer in het nieuws en zodra wij hier over het West-Afrikaanse land lezen, betekent dat niet veel goeds. Ivoorkust is op dit moment maar liefst twee presidenten rijk. Zowel Gbagbo als Ouattara betwisten elkaar de overwinning van de verkiezingen. In elk geval is het land, - de mensen dus -, de grote verliezer. Het ooit zo stabiele en redelijk welvarende land was na de burgeroorlog begin deze eeuw al onttakeld en staat nu weer op scherp.
Vorige week in Parijs sprak ik de Ivoriaanse eigenaar van een winkel met Afrikaanse kunst. Zijn familie woont grotendeels nog in Ivoorkust en hij was uiteraard bezorgd om de situatie.
Ik gun de mensen van Ivoorkust onderhand een beter lot.
In Parijs kocht ik het recente deel 6 van 'Aya de Yopougon', een stripboek (graphic novel, zoals het tegenwoordig heet) over het meisje Aya. Ze is afkomstig uit Yopougon, een wijk in Abidjan. De respectabele Franse uitgeverij Gallimard brengt het boek uit.
Het gaat over dagelijks leven, relaties, moraal en ook over politiek, zie ik al bladerend. Zo is er een tekening van een krant die, ongetwijfeld verwijzend naar het Ivoriaanse dagblad Fraternité Matin, Calamité Matin heet.
Gisteren ontdekte ik tot mijn verbazing dat er blijkbaar ook een Nederlandse markt is voor de serie. Er zijn namelijk inmiddels al vier delen beschikbaar van 'Aya uit Yopougon'.
De humor in het boek weerspiegelt voor mij de levenskracht van de mensen zoals ik die daar heb ervaren. Ze hebben die in deze benarde tijden ook broodnodig.

http://www.annievangansewinkel.nl/boeken/de_helft_van_de_route.cfm

donderdag 16 december 2010

Parijs (2)

Wageningen ligt er weer sneeuwovergoten bij, terwijl het laatste pakketje van de vorige sneeuw nog net halsstarrig standhield in het plantsoentje voor de deur.

Bij Musée d'Orsay

Tuileries

Ineens schiet me de dichtregel te binnen van de 15-eeuwse Franse dichter François Villon: 'Mais où sont les neiges d'antan?' (Maar waar is de sneeuw van weleer?).
En ik mijmer over de sneeuw van een week geleden in Parijs, waar ik nooit eerder 's winters was. De kerstboom voor de Notre-Dame, de sneeuwpop in het parkje en de kitscherige kerstmarkt in de zakenwijk La Défense.


Kerstmarkt in La Défense
 Sneeuw, het blijft een schitterend ongemak. Hopelijk wordt dat ongemak deze winter weer eens beloond worden met langlaufen op de Ginkelse Hei of de Wageningse Berg. Het is zeker al weer vier jaar geleden dat ik daar mijn sporen heb getrokken.
Het blijft kicken: niet nodig om naar Oostenrijk, het Sauerland of de Ardennen af te reizen, maar simpel zo de achterdeur uit skiën.

zondag 12 december 2010

D'r waeg/De weg

Paul Weelen, uitgever en schrijver, is ook muzikant. In zijn werk laat hij zien en horen hoe rijk een Limburgs dialect kan zijn. In zijn geval is dat het Kerkraads, voor de meeste mensen een minder makkelijk te doorgronden dialect. In de loop der jaren heb ik het beter leren verstaan en waarderen.
Paul timmert de laatste tijd ook via de nieuwe media aan de weg. Zojuist zag ik een videoclip met zijn stem samen met muziek en stemmige sfeerbeelden van José Evers. Melancholie, filosofie, berusting en schoonheid voor de geest.
Meer muziek is te vinden op zijn website: http://www.paulweelen.nl/

De video van D'r Waeg: http://www.youtube.com/watch?v=W_kpdun6RfA

Leesclub (2)

Zoals vaak liepen de meningen in onze leesclub vandaag weer uiteen over het gelezen boek, 'Vaders en zonen' van Toergenjev. Evenveel meningen trouwens als de verschillende uitvoeringen die op tafel kwamen.
Nou ja, gelezen, in mijn geval ging dat niet op: ik had mijn huiswerk namelijk niet af. Toch mag ik blijven, gelukkig.
Maar ik ga het nog wel uitlezen. Het geeft een mooi beeld van hoe vroeger mensen in de hogere klassen leefden en met elkaar omgingen. Het gaat ook over de jongere tegenover de oudere generatie. Dat onstuimige zeker weten als je jong bent, vond ik herkenbaar. Naarmate de leeftijd vordert, vergrijst vaak ook mijn mening. Zo gemakkelijk zwart-wit is het allemaal niet meer.
Ik vond het boek verrassend modern, als je nagaat dat het 150 jaar oud is. Wie van onze grote schrijvers wordt over 150 jaar nog gelezen?

We probeerden te bedenken welke schrijvers in Nederland voortaan de Grote Drie vormen na het verscheiden van Harry Mulisch. We kwamen er niet uit. Arnon Grunberg moest daar zeker wel bij horen, maar andere namen die de revue passeerden - onder meer Van der Heijden, Meijsing, Dorrestein, De Moor, Van Dis, Zwagerman - kregen geen doorslaggevende bijval.
Wellicht zijn wij in deze tijd ook niet meer zo van de Grote Drie. In de cabaretwereld is toch ook nooit duidelijk geworden wie de natuurlijke opvolgers waren van Hermans, Kan en Sonneveld.

Uiteraard hebben we weer uitgebreid gedelibereerd over ons volgende boek en het wordt... een keukenmeidenroman.
En daarna volgen misschien nog wel een kasteelroman, een doktersroman en een streekroman.

http://annievangansewinkel.blogspot.com/2010/12/leesclub.html

zaterdag 11 december 2010

Parijs

Een wereld van contrasten: vorige week nog maar sloot ik een maand rust en schrijven af in Bergen, vanavond kom ik thuis na vijf dagen Parijs.
Het uitzicht vanuit het schrijvershuis op Nesdijk en polder maakte plaats voor een hotel met zicht op het metrostation en de rue Lamarck in Montmartre.
Geen werk deze keer, maar vakantie, al zou ik natuurlijk nascholing en opfrissen van mijn studie Frans kunnen voorwenden. Heerlijk overigens, dat 'bain de français'.
In de jaren '70/'80 kwam ik soms een paar jaar achter elkaar in Parijs, nu was ik er maar liefst 18 jaar niet meer geweest. Nooit eerder verbleef ik er 's winters. De Champs-Elysées waren fraai geïllumineerd en in de high tech Défense detoneerden kneuterig een skihut en de tentjes van de kerstmarkt.
Dat Parijs de volle laag sneeuw kreeg deze dagen, intensiveerde de winterse aanblik.
Het was een mooi weerzien met oude favoriete plekken zoals de Place Fürstenberg, het Square du Vert Galant, boekwinkel Gibert Jeune en het Marais.
Maar er waren ook ontdekkingen als Village St. Paul en het Musée de Branly.
De stad ademde een verrassend ontspannen sfeer, maar dat lag waarschijnlijk even goed aan mezelf. Bijna alle highlights had ik immers al ooit gezien, dus niets hoefde. Kilometers en kilometers wandelen en Parijs opsnuiven.
Wat ik wel miste, was die typische metrowalm: de onbestemde mélange van zweet, parfum, knoflook, tabaksrook en uitlaatgassen. Misschien is die geur wel weggeciviliseerd of hij werd door de vrieskou geneutraliseerd. Aangenaam was die lucht niet, opmerkelijk dat ik die miste. Maar hij hoorde toch bij de 'odeur locale'.

maandag 6 december 2010

Leesclub

Met onze leesclub vieren we binnenkort ons tienjarig bestaan en dankzij de club heb ik al heel wat boeken gelezen die ik anders waarschijnlijk niet ter hand had genomen.
Op voorhand heb ik moeite met boeken die ver weg spelen, of lang geleden of erg dik zijn. Hoewel... ik vloog door de zeven dikke delen van Het Bureau van Voskuil, boeken over (West-)Afrika kunnen er niet genoeg verschijnen en ook historische boeken slepen me soms mee.

De keuze van onze leesclub 'dwingt' me om over die dwaze zelf opgeworpen schuttingen heen te kijken.
Zo was er bijna tien jaar geleden dat heerlijke boek 'Balzac en het Chinese naaistertje' van Dai Sijie. Twee jongens ontdekken de liefde voor een meisje én de literatuur, ondanks hun heropvoeding bij de culturele revolutie in China.

Er bestaan veel leesclubs in ons land en die hebben doorgaans een hoog gehalte van 50+ vrouwen. Nu ben ik dat zelf ook, maar ik vind het verfrissend dat wij gelukkig een gevarieerde samenstelling hebben met ook mannen en 50- ers.
Bovendien combineren wij de gedachtewisseling over boeken met een brunch. Gelukkig zitten er ook keukenprinsen en -prinsessen in de groep. Wij laten ons de boeken goed smaken.
Aan leiding doen we niet en in overleg komen we telkens tot de keuze van een volgend boek.
Na tien jaar is me dat schimmige proces overigens nog altijd niet duidelijk. Meestal duurt de besluitvorming lang, ook omdat we graag boekentips van elkaar horen. Boeken en recensies gaan rond en de meningen over een voorstel zijn al dan niet gefundeerd, bijvoorbeeld:
- van die schrijver hebben we al ooit een boek gelezen (dat weerhoudt ons er niet van om het argument een andere keer terzijde te schuiven; het volgende boek van Dai Sijie viel ons trouwens allemaal tegen.)
- die schrijver ziet er niet leuk uit (ooit mijn ridicuul oppervlakkige 'njet')
- niet weer een boek over de oorlog (maar wat waren we laatst onder de indruk van 'Ademschommel' van Herta Müller).

Wel opmerkelijk dat de boeken die we het afgelopen decennium lazen, toch verdacht veel voorkomen op de lijsten van leesclubfavorieten.
Zijn we dan toch niet zo bijzonder en eigengereid als we denken?
Voor de eerstvolgende keer staat een klassieker op het menu, 'Vaders en zonen' van Toergenjev.

donderdag 2 december 2010

Laatste kans

Nog twee dagen en dan stopt de 'Verhalende rivier' in Wageningen met stromen. Veel bezoekers kwamen sinds 24 oktober naar de tentoonstelling in de Rouwenhofstraat 10, waaraan 16 kunstenaars meedoen.
Er is vooral beeldend werk te zien in uiteenlopende stijlen en vormen, maar er zijn ook gedichten te bekijken. Ik heb voor de expositie het gedicht 'Stil staan' gemaakt.
Eerder schreef ik er in oktober al over op dit weblog.
'Verhalende rivier' is nog open op vrijdag 3 en zaterdag 4 december van 13 tot 17 uur.

http://www.beroepskunstenaars.nl/

Kleur

Uitgerekend in míjn tuin
met één boom:
de grote bonte specht.

Nooit eerder zag ik die en zojuist op een paar meter afstand slechts. Zo geboeid was ik door zijn prachtige kleuren dat ik te laat aan een foto dacht.
De nood van de vogels in deze barre kou moet wel hoog zijn dat ze hun heil zoeken in een stadstuin.
Maar mijn dag gaf hij kleur.

http://www.vogelbescherming.nl/nl/vogels_kijken/vogelgids/zoekresultaat/detailpagina/q/vogel/72

dinsdag 30 november 2010

Laatste blik

Een laatste blik nog bij het tuinhek, de sleutels inleveren en toen zat mijn schrijfmaand in het Roland Holst Huis er onverbiddelijk op.
Gisteren hoopte ik even dat ik zou insneeuwen en dat de decemberschrijver het huis niet kon bereiken. Ik had met alle plezier nog een paar weken willen blijven om langer te schrijven.
Maar het is ook wel goed om onderhand onder de mensen te komen. Dus vanaf morgen is er weer de agenda: cursussen creatief schrijven, bedrijfstraining zakelijk schrijven en andere werkklussen.
Aan de schrijfprojecten die ik in Bergen ben begonnen, zoals het kinderboek en de thriller, kan ik de komende maanden flink vooruit.


schrijflogboek
Roland Holst Huis
 Ik heb nog meer ideeën opgedaan. Allerlei gedachten en reflecties staan genoteerd in mijn schrijflogboek dat ik vorig jaar voor mijn verblijf in het huis in gebruik nam.
Na deze maand is het ook nog niet vol. Er is ruimte voor zeker nog een maand. Wie weet, kan ik nogmaals terug en uiteraard niet alleen om mijn schrijflogboek vol te schrijven.
Maar een mens, en ook een schrijver, moet kunnen leven met lege bladzijden. Terugkijken op veel moois helpt daarbij. 

maandag 29 november 2010

Afscheidstoerneetje

vuurtoren
 Egmond aan Zee
Vandaag heb ik een afscheidstoerneetje gedaan om mijn verblijf hier af te ronden. Een wandeling over de Nesdijk en langs het Paddenpad naar Sams plekje, waar ik eerder over schreef op dit weblog.
Gisteren had ik al mijn laatste bezoek aan het strand gebracht, niet dat van Bergen aan Zee dat er de laatste weken onttakeld bij ligt door de zandsuppletie.
Het strand van Egmond is me ook vertrouwder, omdat ik daar al lang meerdere keren per jaar heenga. Doorgaans is dat voor een schrijfretraite, met zicht op zee.

Ik ben slecht in afscheid nemen en ook het afscheid van de zee valt me soms zwaar. Maar gisteren heb ik het leed meteen verzacht. Ik heb mezelf namelijk voor het voorjaar alvast weer een schrijfweek in Egmond in het vooruitzicht gesteld.

De geest van de schrijver

In dit huis van Roland Holst is bijna 90 jaar geleefd, geleden en geschreven. Ongeveer 40 jaar door de dichter zelf, daarna door zijn vriendin en sinds 2002 dient het als schrijvershuis met elke maand weer een andere bewoner.
Sommige collega's hebben hier gebeurtenissen ervaren waarin zij de geest van de schrijver voelden. Een andere schrijver constateerde juist in het gastenboek: 'Hij heeft helaas niet gespookt zoals de geruchten wilden.'
Schrijfster Claire Polders die hier in augustus werkte schreef er ook over in haar weblog.

Ik voel in dit huis in elk geval wel de aanwezigheid van schrijvers en dat stimuleert me vooral om de kostbare tijd ook goed te benutten. Verder is het in huis rustig en stil, dit jaar zeker.
De meeste geluiden herken ik nu, zoals de verwarmingsketel die eerst mompelt en dan aanslaat. Vorig jaar kon een deur zomaar ineens lichtelijk kreunend opengaan. Inmiddels is hij goed afgehangen, neem ik aan.
Ook was er die eigenaardigheid met de computer. Meestal wanneer ik de e tikte, kwam er ook een e. Maar op onvoorspelbare momenten verscheen echter het woord 'Eleutherius'. Een plantennaam, dacht ik, maar het bleek de naam van een christelijke martelaar lang geleden en in de middeleeuwen een bisschop. Gelukkig was ik niet de enige die dit overkwam, anders was ik toch ernstig aan mezelf gaan twijfelen. Ik hou het op een geintje van een schrijver die handig was met computers. Nu is de e alleen nog maar een e.
En dan nog een slaapkamergeheim uit dit huis: in een laken trof ik onuitwasbare inktvlekken en pennenstreken. Had de eerste bewoner van dit huis daar welllicht de hand in of toch een eigentijdse collega?
Maar wie schrijft er nou in bed?

augustus 2010, blog Bergen, nr. 19 http://www.clairepolders.nl/

Tweede sneeuw

Nu valt er hier in Bergen echt sneeuw, al zijn het dan bescheiden vlokjes. Nog een beetje onwennig lijken ze. Gaat sneeuwen zo?
Op het moment dat ze het weten, is het al weer voorbij. Geen gelegenheid, zoals voor de mens, om te leren van het leven.
Geen herkansing om nog een keer heel elegant of juist vreselijk stoer te vallen.
Misschien is het een troost dat ze nog even samen kunnen bijkomen als warmwit tapijt.

http://annievangansewinkel.blogspot.com/2010/11/eerste-sneeuw.html

zondag 28 november 2010

Camera

De meeste foto's voor mijn weblog maak ik met mijn mobieltje (uitvoering: simpel, niks I of smart of braam). Dat heb ik immers vrijwel altijd bij me, hoewel ik het zelden gebruik. Je schijnt er namelijk ook mee te kunnen telefoneren of sms'en.
De mindere kwaliteit wordt voor mij ruimschoots gecompenseerd door beschikbaarheid en gebruiksgemak. Ik heb geen andere ambitie dan mijn blogs te verluchten met plaatjes.

Toch doet het me deugd dat het in de professionele wereld blijkbaar ook niet allemaal supersonisch en geavanceerd hoeft te zijn. Vrijdag is namelijk een belangrijke filmprijs toegekend aan een documentaire die volledig met de camera van een mobieltje is gemaakt.
Boris Gerrets ontving de prijs voor zijn documentaire People I Could Have Been and Maybe Am. De IDFA Award voor middellange documentaire werd uitgereikt tijens het gelijknamige internationale festival voor documentaires in Amsterdam afgelopen week.

http://www.idfa.nl/nl/tags/project.aspx?id=9CAFC61C-9210-4660-A468-7C740FC0258D

Wachten

Wachten op ...?














Niks wachten, Van Gansewinkel, alleen maar: zijn.

Ik kan geboeid kijken naar zo'n groep meeuwen. Bijna bewegingloos staan ze daar minutenlang, vaak de snavels dezelfde kant uit. Waarom?
Ze wachten op de goede golf, de juiste windvlaag of tot een van hen het seintje geeft tot vertrek, zomaar, zoals ze daar misschien ook zomaar staan.

Een groep meeuwen gadeslaan, een kleine oefening in alleen maar zijn.
  



zaterdag 27 november 2010

Strandvondst (2)

Hier ligt het houtje nu op het bureau, een beetje verweesd te zijn. Vorige week raapte ik het op bij de vloedlijn. Het was een stuk donkerder, doornat. Gladgeschuurd en ingesleten door onophoudelijk inwerken van water. Zacht water dat uiteindelijk zelfs de hardste steen klein krijgt.

Tegenwoordig neem ik slechts af en toe iets van het strand mee. Net die ene schelp die mijn aandacht trekt of die wonderlijk gevormde steen.
In mijn kinderboek-in-wording 'Schelpen' wil het meisje het liefst alle schelpen meenemen. Ze is verbaasd dat haar opa, die toch al oud is, maar zo weinig schelpen heeft verzameld. 'Leven is kiezen,' zegt opa.
Toen ik het schreef, was ik me niet bewust dat het bij mijn strandjutten ook zo heeft gewerkt.
Op mijn achttiende heb ik bijna twee maanden als au pair gewerkt bij een Franse familie op Ile de Ré, een eiland aan de westkust. Elke dag ging ik naar het strand, vaak 's morgens rond zes uur in mijn eentje en later met de drie kinderen op wie ik paste. Aan het eind van mijn verblijf bracht ik een volle bak schelpen mee naar Nederland.
Wat eens als sieraden lag te schitteren op de vloedlijn, verbleekte en vergrijsde en eindigde bij het afval.
Uit die tijd resteert overigens nog wel een steen, die al mijn verhuizingen heeft overleefd: opgeraapt als herinnering aan de jongen op wie ik toen hevig verliefd was.
(Drafi Deutscher had trouwens wel ongelijk, bedenk ik nu: Marmor, Stein und Eisen bricht, aber unsere Liebe nicht. Precies omgekeerd, Herr Deutscher!)

Ik dwaal af, terug naar het houtje op het bureau voor me. Het blijft een wezensvreemd ding hier. Maar in de zee hoorde het ook niet. Er groeien geen bomen op zee.

Bezienswaardigheid

Roland Holst Huis
april 2009
Toen ik hier op 2 november het tuinhek opendeed, viel me meteen het schildje naast het huisnummer op: gemeentelijk monument. Vorg jaar april hing dat er nog niet.
Maar ook vorig jaar al stond het Roland Holst Huis als bezienswaardigheid opgenomen in allerlei wandelroutes. Praktisch elke dag houden wel mensen voor het hek stil en proberen ze zicht te krijgen op het pand dat voor een aanzienlijk deel schuilgaat achter een taxushaag.
Wellicht proberen ze ook een glimp op te vangen van de schrijver die er op dat moment werkt. Als ik mensen zie die mij ontwaren, voel ik me vreemd genoeg enigszins  beschroomd en als ik niet hard aan het werk ben zelfs betrapt.

In het gastenboek van dit huis schreven andere schrijvers al over het fenomeen passanten. Zo noteerde een mannelijke collega: 's Zondags staan er vaak mensen stil, die eerst het bordje lezen en je dan verbaasd aanstaren: is hij het of is hij het niet? Hij was toch dood? Hij lijkt er ook niet op. Is die vent dan familie?

Andere voorbijgangers kennen het huis en zijn geschiedenis wel en hebben zelfs misschien Adriaan Roland Holst ('Jany' voor intimi, 1888-1976) nog gekend. Toen ik vorig jaar eens in de tuin zat te schrijven, hoorde ik een man op de fiets zijn gezelschap wijzen op: 'Jany zijn hof.'

Een van de wandelroutes: http://www.trouwcommunities.nl/groen/natuurtochten/45.html

vrijdag 26 november 2010

Schelpen

Mijn nieuwe kinderboek 'Schelpen' is af!

En nu eerst gauw de disclaimer: het is pas de eerste versie, handgeschreven. Er is een langdurig proces nodig van intikken, opbouw en stijl goed bekijken en over de lezersgroep heb ik ook nog geen duidelijk beeld. Vervolgens is er revisie nodig, en revisie en revisie. Samengevat: er kan nog van alles gebeuren.
P.S. 'Schelpen' is slechts de werktitel.

Anderhalf jaar geleden legde ik in dit huis de basis voor het boek. Ik maakte een opzet en schreef de eerste drie hoofdstukjes. Daarna was ik er nauwelijks meer mee bezig.
Toen ik vorige week de draad toch weer oppakte, bleek de opzet veel hechter in elkaar te zitten dan hij in mijn herinnering was. Het verhaal bleek bovendien gerijpt in mijn hoofd en na enkele dagen hard werken stáát mijn nieuwe boek.
Vanmiddag noteerde ik in mijn schrijflogboek:

Veel zit erin, anderzijds is het sober, ijl, poëtisch. Ik zie er thema's in als: leven, dood, liefde, aanvaarding, keuzes maken, leren van het leven. Kortom: wat leven is.
Goed om te merken dat ik een paar dagen helemaal in dit boek kon zitten. Zojuist stuurde ik mezelf even de polder in, omdat ik gisteren ook al niet verder dan de voortuin was geweest.
Maar ik kon niet goed wegkomen. Met mijn jas al aan heb ik staand aan het bureau het voorlaatste hoofdstuk geschreven, een zware scène nota bene: opa is net doodgegaan.
Nu ben ik leeg, hoef ik vandaag ook niets meer.
Opmerkelijk dat dit verhaal na een draagtijd van anderhalf jaar zo'n vlotte bevalling kent. Niet-werken is waarschijnlijk onbewust toch wel werken geweest.

Quattro stagioni

Wat ik - onder meer - zo fijn vind aan Nederland is de afwisseling van seizoenen. De natuur brengt me echter momenteel even in verwarring.
Hoezo, afwisseling van seizoenen? Als op een pizza quattro stagioni lagen ze vandaag allemaal tegelijk op mijn bord.
Op het water vlakbij lag een flinterdun vliesje ijs, terwijl hier in de tuin sommige rozen nog in volle bloei staan alsof het zomer is. 
Naast het meizoentje in de voortuin dat vastbesloten lijkt zich de hele winter staande te houden, zijn nu ineens cognackleurige paddestoelen opgedoken.   

donderdag 25 november 2010

Druppels




regenboog
gebald in druppel
hangt
tinkelend
aan de tak

Eerste sneeuw

'De eerste sneeuw van het jaar', de titel van een boek van Hubert Lampo.
En  vanmorgen gewoon een feitelijke mededeling. Hier en daar lagen wat wriemeltjes sneeuw, als voorbode van de nieuwe winter, zoals de sneeuwklokjes subtiele voorboden zijn van het voorjaar.
Natte sneeuw, dacht ik, maar tot mijn verbazing bleef de sneeuw op het dak - toegegeven, geen dik pak - nog vrij lang liggen.
De auteur die hier afgelopen januari was, meldde in het gastenboek overigens dat het Roland Holst Huis die maand maar drie dagen niet  wit was geweest.

woensdag 24 november 2010

Schrijven over schrijven (2)

Tijdens mijn verblijf deze maand in het Roland Holst Huis hou ik met een zekere onregelmaat een schrijflogboek bij. Ideeën, onrijp en groen, overwegingen over schrijven en mijn vorderingen en tobberijen.
Een citaat uit wat ik schreef op 22 november:

Ik moet oppassen dat ik niet te veel schrijf óver het schrijven in plaats van dat ik echt verder schrijf aan iets. Toch een soort faalangst?
Daar heb ik mezelf anders nooit op kunnen betrappen. Ik kan toch altijd weer weggooien.
Maar misschien ben ik wel bang om mijn kostbare schrijftijd hier te vermorsen aan iets wat toch niet levensvatbaar is.
Hoogstwaarschijnlijk kom ik daar echter pas achter als ik er al wat, en wellicht zelfs al veel, aan heb geschreven.
Over 'Buiten de lijntjes' heb ik nog steeds mijn aarzelingen. Anderzijds denk ik dat het toch moet kunnen: humor en diepgang.
Maar misschien kan ík het niet, althans in het schrijven niet. In mijn persoonlijk leven wel.
(...)
Is dit trouwens niet heel erg meta: schrijven over schrijven over schrijven.

En vandaag schrijf ik dus een blog over schrijven over schrijven over schrijven. Als dat geen Droste-effect is.

http://annievangansewinkel.blogspot.com/2010/11/schrijven-over-schrijven.html

Duizendpoot

Met dit koudere weer is het binnen soms beter toeven. Ik hoefde gisteren niet per se naar de fauna toe, de fauna zocht mij op.
Zonder dat ik er iets van merkte, hadden duizend pootjes de drempel van dit huis overschreden. 's Avonds merkte ik dat een duizendpoot zich ophield bij de computer.
Toen ik er de spot op zette om hem beter uit te lichten, maakte hij zich uit de voeten om beschutting te zoeken in het donker. Gefascineerd heb ik gekeken hoe hij keerde op zijn schreden. Onnavolgbaar, met eerst een lichte kronkeling en daarna een soepele draai van 180 graden vervolgde hij vol elegantie zijn weg.
Zo'n manoeuvre dwingt bij mij bewondering af, ik struikel al over twee voeten. 

dinsdag 23 november 2010

Hemel

De hemel bestaat. Sinds vanmiddag weet ik het zeker. Het staat te lezen op het strand van Egmond.

Muts

Ineens lijkt het dan toch winter te gaan worden, zo merkte ik zelf vanmiddag op het strand van Egmond. De wind was aanmerkelijk kouder dan de afgelopen weken hier. Ik had mijn handschoenen best kunnen meenemen, al draag ik die doorgaans alleen bij vorst.
Mijn muts had ik wel in mijn jaszak gestopt. Juist toen ik liep te bedenken dat ik hem misschien toch maar moest opzetten, werd mijn aandacht getrokken door iets donkers dat verderop in de branding bewoog.
Was het een bruinvis? Een dag of tien geleden is er hier een gestrand en ondanks uiterste inspanningen van de bemanning van de reddingboot heeft hij het niet overleefd. Of was het een zeehond? Vorige week nog heeft een zeehondje even vin aan land gezet.

Nee, het was een man, een echte. Eentje die kou en harde wind trotseert en zelfs opzoekt om met een surfplankje de golven uit te dagen.
Dan moest ik ook nog maar even afharden zonder muts.
  

maandag 22 november 2010

Asfalt













Als ik hier het tuinhek uitstap, heb ik zicht op de Damlanderpolder. In de verte de bossen, daarachter de zee en binnen handbereik het polderlandschap met groen en water.
Vandaag kon ik er de reiger en eenden bijna aanraken, al lieten ze zich niet scherp vangen met de camera op mijn mobieltje. Een slag draaiend kreeg ik de Damlandermolen in beeld. Hollandser tafereel kan bijna niet.

Maar ik vrees dat een andere karakteristiek voor Nederland de overhand genomen heeft: asfalt.
Ik hoorde vandaag dat er in ons land de afgelopen tien jaar bijna 7000 kilometer aan wegen is bijgekomen. Niet alleen de snelwegen waarover wij ons reppen of vastrijden in de file, ondanks voortdurende verbreding naar 3, 4, 5 banen plus wissel-, carpool- en spitsstroken.
Er zijn blijkbaar vooral veel wegen bijgekomen in steden en dorpen. In totaal hebben we in Nederland nu 137.000 km weg. Je zou denken dat ons  land daarmee dus volgeplaveid is.

Die feiten maken dat ik nog meer geniet van zo'n pareltje natuurgebied. Zolang het nog kan.

vrijdag 19 november 2010

Drieteenstrandloper (2)

Ook vandaag waren de drieteenstrandlopertjes weer actief bij de vloedlijn. Maar deze keer was er een beter fototoestel bij de hand. Daarom nu alsnog het plaatje dat ontbrak bij mijn blog van 3 november.
De hittepetitterige bewegingen van de vogeltjes moeten we er wel nog bijdenken.

http://annievangansewinkel.blogspot.com/2010/11/drieteenstrandloper.html

Kamer met uitzicht

Als ik schrijf, heb ik graag een kamer met uitzicht. Op zijn minst wil ik lucht en wat groen zien, een ruim polderlandschap zoals vanuit dit huis is misschien nog beter. Maar het allermooist blijft toch zicht op zee.
Er zijn schrijvers die het beste schrijven met zicht op niks, een blinde muur. Geen afleiding.
Boven in dit huis is het schrijfkamertje van Adriaan Roland Holst, maar ik krijg geen enkele aanvechting om daar te gaan zitten schrijven. Behalve het zicht op de blinde muur is er wel een raam. Roland Holst had in zijn tijd nog een fraai uitzicht naar het open polderlandschap en de bosrand waarachter hij de zee wist.

In het kamertje heeft het Letterkundig Museum een mini-tentoonstelling over Roland Holst ingericht met foto's en teksten van hem.
Net als ik deed hij ideeën op tijdens zijn wandelingen. Er hangt een brief aan zijn moeder van 8 aug. 1921, toen hij hier net woonde. Een citaat:
Op mijn wandelingen beginnen mijn gedachten en concepten zich al aardig te ordenen tot gegevens zowel voor proza als voor gedichten, en ik zal dan eindelijk weer eens de goede omstandigheden hebben om dat alles te realiseren.
Alles te realiseren! Hij woonde hier ongeveer 40 jaar, ik een maand. Ik ben al blij met gedachten en concepten, en een paar hoofdstukken.