Vandaag is het 19 maart. Feest van de H. Jozef weet ik meteen en ik denk aan mijn oudtante, Kleine Zuster van de H. Joseph. Wonderlijk hoe dat geheugen werkt. Op zo'n moment raak ik weer aan mijn katholieke wortels en opvoeding, als laatste generatie van het rijke roomse leven.
Deze week is het Boekenweek met het fijne thema: Bij ons in de familie.
Reden genoeg dus voor dit blog over Vrome vrouwen, de werktitel van het (auto)biografische boek dat mij, naast andere boekprojecten, al een aantal jaren bezighoudt.
Mijn tante Zuster trad op haar achttiende in bij de Kleine Zusters van de H. Joseph. Een groot deel van haar leven woonde en werkte ze in het seminarie Rolduc in Kerkrade. Ze kwam uit het zeer godvruchtige gezin van mijn moeders vader. In het Limburg van de jaren 50 waarin ik opgroeide, was alles en iedereen om ons heen katholiek.
Het eerste idee voor een familieverhaal over de vrome vrouwen in die familielijn ontstond in 2016 toen ik een schrijfretraite had in de pastorie van Veenhuizen. In 2019 ging ik er serieus mee aan de slag tijdens een intensieve schrijfweek in een kapel in Renkum. Toen had ik al in de gaten dat het groter was dan een verhaal.
Als schrijver heb ik er nooit over gedacht om mijn memoires te schrijven, maar deze lijn vond ik wel boeiend om te onderzoeken en te beschrijven. Katholiek zijn in de jaren 50 en 60 ging niet alleen over geloven, het hele leven in Weert (Limburg) was ervan doordesemd. Al mijn opleidingen waren katholiek. Toen ik 20 was, werd ik lerares op een katholieke school en daarna studeerde ik nog aan de katholieke Academie voor de Journalistiek.
Na een actieve rol in de studentenkerk in Tilburg nam ik afstand van de katholieke kerk, maar niet van mijn geloof. Ik had het er zelden over, bang om voor een braaf meisje te worden aangezien. Dat was in mijn jonge jaren net zo erg als om later in mijn post-studentenmilieu als burgerlijk te worden bestempeld. In dit boek schrijf ik wel over mijn geloof en geloofsontwikkeling.
Het schrijven van Vrome vrouwen kost veel tijd, maar levert me veel meer op dan een boek. In deze fase van mijn leven heb ik de rust om terug te kijken en om met zo'n intensief project bezig te zijn. Met de blik van nu zie ik de lijnen en verbinding met mijn ouders en voorouders beter. Ik voel de traditie waar ik in sta. Ik begrijp, en ik ben vooral dankbaar. Voor de kansen die ik wel kreeg en ook voor mijn stevige wortels.
De tastbare oogst tot nu toe: een dik schrijfboek vol aantekeningen, meerdere versies, een kloeke omvang waarin ik nog ongelooflijk veel 'darlings moet killen', de voorlopige structuur tot mindmap vereenvoudigd (zie foto).
En verder mooie ervaringen zoals drie dagen verblijf in Rolduc, waar mijn hotelkamer uitzag op het zusterhuis waar ik als kind tante Zuster meermalen bezocht. Ik stond bij haar graf bij moederhuis De Berg in Heerlen. Toevallig was ik vorige zomer in een kerk in Frankrijk toen een jonge non de eeuwige geloften aflegde. Bezoek aan het klooster van de Birgittinessen in Weert waar ik ook sprak met de plaatsgenote die op jonge leeftijd was ingetreden in het slotklooster.
Bezoeken aan andere kloosters, kerken en tentoonstellingen, al die boeken die ik las. Een daarvan 'Sodoma' van Frédéric Martel over misbruik en andere misstanden in de kerk, een gedegen boek, voelde als het drinken van een gifbeker, maar ik moest ook dat doen.
Foto's, documentaires, fictie. En vooral ook al die herinneringen waar mijn geheugen me nog telkens mee verrast.
Mijn boek Vrome vrouwen had geweldig in het thema van deze Boekenweek gepast. Jammer dan.
Vrome vrouwen laten zich niet opjagen, en ik ook niet.