maandag 29 februari 2016

Schrijversharten over de grens

Schrijversharten - het collectief van Laurens van der Zee, Martijn Adelmund en ikzelf - gaat op 12 maart over de grens. In de bibliotheek Cultura in Ede treden we op in het kader van de Boekenweek die dit jaar als thema Duitsland heeft.
We geven niet alleen inzicht in ons schrijfproces, maar laten ook horen wat de invloed van Duitsland en van Duitse literatuur is op ons werk.
Ons optreden is van 14.15-15.15 uur. Verder die middag is er Duitse muziek en komen andere schrijvers aan het woord.
De toegang is gratis.
Molenstraat 45, Ede

Het volledige programma:


ZA 12-MRT | BOEKENWEEK SCHRIJVERSMIDDAG | GRATIS
14.00 – 14.15 uur
Duitse muziek door muziekleerlingen Cultura.

14.15 – 15.15 uur
Schrijversharten, bestaande uit de Wageningse schrijvers Annie van Gansewinkel, Martijn Adelmund en Laurens van der Zee, vertellen over hun schrijverschap en hun band met Duitsland.

15.15 – 15.30 uur
Duitse muziek door muziekleerlingen Cultura.

15.30 – 16.30 uur
De Duitse en Nederlandse schrijvers Bianca Boer (NL), Ellen Widmaier (D) en Katharina Bauer (D) schrijven elkaar brieven en vertalen elkaars gedichten, lezen voor en vertellen over hun samenwerking en over de grote & kleine verschillen tussen Duitsers en Nederlanders.

16.30 – 16.45 uur
Duitse muziek door muziekleerlingen Cultura.                                                                                     
         



      

dinsdag 23 februari 2016

Jheronimus Bosch

Omslag catalogus
Mensen schuifelen in bijna devote stilte langs de 500 jaar oude schilderijen. Af en toe enkele woorden van bewondering, een vinger die wijst naar een detail dat ineens ontdekt wordt. Een bijzondere sfeer alsof er een collectief besef is dat we iets bijzonders meemaken. Jheronimus Bosch is weer thuis. In de stad die hem blijkbaar opriep en inspireerde om zijn originele schilderijen te maken.
Wat een vakmanschap en wat een andere manier van kijken. Hoewel ik absoluut geen kenner ben, meen ik toch verschil te zien tussen zijn werk en dat van zijn atelier en navolgers. Alsof zij het met het puntje van hun tong uit hun mond ijverig hebben nagemaakt, niet onverdienstelijk, maar de zwier en de schwung en het lef ontbreekt. Zelfs de zware helletaferelen lijken in lichtheid geschilderd. Ik kan me ook voorstellen dat Jeroen Bosch zich soms verkneukelde om de meest afschuwelijke martelingen weer te geven en zijn toeschouwers bang te maken voor hel en verdoemenis.
Ik zag nu pas echt hoe schatplichtig veel kunstenaars zijn aan Bosch. Dalí bijvoorbeeld, maar ook zag ik in bomen werk van Henri Le Douanier Rousseau.

Ondanks de te verwachten drukte wist ik dat ik de tentoonstelling wilde zien. Zoiets maak je maar een keer in je leven mee.
Ik vergelijk het met de grote Dalí-tentoonstelling in Boymans Rotterdam in 1970. Wij gingen er met de MMS vanuit Weert heen, een bijzondere excursie, dat realiseerde ik me toen al.
Op dit filmpje zie ik dat daar bijvoorbeeld 'De verzoeking van de heilige Antonius' van Dalí tentoongesteld werd. Dat werk ontbreekt juist in Den Bosch waar maar liefst 17 van de 24 schilderijen te zien zijn.
In het onderzoeksproject (waarover de fascinerende documentaire van Pieter van Huijstee gaat) kon dat bezit van het Prado in Madrid niet aan Bosch worden toegeschreven. En met die vermelding mocht het Noordbrabants Museum het werk dus niet tentoonstellen.

Tip: bestel met het toegangskaartje ook de audiotour. Er valt zoveel te ontdekken in de schilderijen en de tour helpt je kijken.

Website Noordbrabants Museum - Jheronimus Bosch
 

Lang Leve Kunst

Lang Leve Kunst in Renkum. Onder die noemer start een bijzonder kunstproject in de gemeente Renkum. Vrijwilligers krijgen een training waarmee ze zelf ouderen kunnen begeleiden bij beeldende kunst, zang en schrijven.
Zelf train ik de vrijwilligers voor het onderdeel schrijven.
Ook was ik bij de voorbereiding betrokken en er is een mooi programma ontstaan.
De vrijwilliger ontwikkelt zichzelf, leert vaardigheden over te brengen en krijgt informatie over specifieke aanpak bij ouderen.
Meer informatie in het bericht hieronder en op de website van Lang Leve Kunst in Renkum
Op 9 maart is de aftrap voor de vrijwilligers. Aanmelden kan nog!


Lang Leve Kunst zoekt vrijwilligers

Wilt u uw passie voor kunst en cultuur verder ontwikkelen en delen met anderen? Word vrijwilliger bij Lang Leve Kunst in Renkum! Lang Leve Kunst in Renkum zoekt vrijwilligers om ouderen in woonzorgcentra te gaan begeleiden om zich artistiek te ontplooien. Het project biedt de vrijwilligers praktische ondersteuning en training, de gelegenheid om hun passie voor kunst en cultuur te delen, zichzelf te ontwikkelen en verbinding te maken met andere mensen.

Wie zoeken we?
Mensen die affiniteit hebben met kunst en cultuur, zichzelf willen ontplooien en nieuwsgierig zijn in de interactie met de ander.

Wat gaat u doen?
In periode van 9 maart tot en met en 26 mei 2016 krijgt u in 10 bijeenkomsten training van professionele docenten van Lang Leve Kunst in Renkum. De disciplines zijn: zang, schilderen/collages maken en creatief schrijven. De trainingen zijn zowel praktisch als theoretisch van aard: u krijgt oefeningen en voorbeelden aangereikt, maar ook didactiek en het omgaan met ouderen komen aan bod. Aan het einde van de training is de affiniteit met de culturele discipline van uw voorkeur omgezet in vaardigheden. U hebt een aantrekkelijk netwerk opgebouwd en gaat onder begeleiding van een coach zelf aan de slag met ouderen in woonzorgcentra.
De organisatie van Lang Leve Kunst in Renkum zorgt voor de praktische ondersteuning. Zij legt contact met de woonzorgcentra waar de artistieke activiteiten plaatsvinden, zorgt voor benodigde materialen en organiseert intervisiebijeenkomsten met collega-vrijwilligers.

Belangstelling?
Hebt u belangstelling om als vrijwilliger aan de slag te gaan voor Lang Leve Kunst in Renkum? U bent van harte welkom. Weet u nog niet zeker of het iets voor u is? Neem gerust contact met ons op of meld u aan via info@langlevekunstinrenkum.nl of 06 – 38 10 36 16

Website Lang Leve Kunst in Renkum 


 

maandag 15 februari 2016

Wakend over God

Over God waken, dat klinkt behoorlijk hovaardig. En dat terwijl Joost Zwagerman allesbehalve hovaardig klinkt in zijn laatste dichtbundel Wakend over God, een paar weken geleden postuum verschenen.
Ik vind het een pijnlijke en grootse bundel. Met toegankelijke en tegelijkertijd gelaagde gedichten. Zwaarte en relativering. Verwijzingen die ik meen te zien naar Lucebert, Kopland, Tolstoi en dominee Gremdaat.
Als het ik-personage 1:1 samenvalt met de dichter zelf, leest het als een autobiografie. Ooit de katholieke opvoeding afgezworen, komt er in wat de laatste periode van zijn leven bleek te zijn, een zoekende man naar voren.

'Bestaan' - Beeld Marc Mulders - De Pont
Hij wilde misschien kost wat kost niet tot geloof vervallen, maar iets was sterker. In het gedicht Bestaan (p. 79) schrijft hij:
'Nochtans belijd ik
dat ik, tegen de klippen op,
uiteindelijk in Hem geloof. (...)'

In een aantrekken en afstoten, een gevecht soms zelfs, door de bundel heen lijkt hij in dit gedicht ferm zijn geloof te belijden. Toch zegt hij enkele regels verderop dat God er niet is, zoals de ik er zelf ook niet is. 'Dat schept een band'.

'Contact' - Marc Mulders - De Pont
Ik geloof. En ik probeer me niet meer te laten verleiden tot verdediging van wat ik ten diepste voel. (Al kan ik het nu toch niet laten om te schrijven: bewijs dan maar eens dat God níet bestaat).
Ik beschouw mezelf als een weldenkend en kritisch mens en toch geloof ik. In sommige intellectuele en wetenschappelijke gezelschappen schijnt dat moeilijk te rijmen.
Daarom is het misschien voor mensen uit die kringen, zoals Joost Zwagerman, dan ook zo'n gevecht om níet te zoeken, niet te geloven.
Vorige week nog moest schrijver en columnist Stephan Sanders als een soort coming-out toegeven dat hij toch tot een soort van geloof is gekomen (Trouw: 'God' zeggen zonder te giechelen).
En ik herinner me een kop in Trouw boven een column van kerkredacteur Stijn Fens: Ik geloof in de helende kracht van religie. Sorry.
Hoezo, sorry?
'Hier' - beeld Marc Mulders - De Pont
Als gelovige verdedig ik me niet meer. En de uitwassen van religies in misbruik van macht en geweld dan? Inderdaad, uitwassen.
De katholieke cabaretier Fons Jansen, - kent iemand hem nog? - zei al: God is goed, maar hij heeft soms slecht grondpersoneel. Geloven is voor mij iets anders dan instituties, hoewel ze soms wel gelovigen kunnen ondersteunen.

Pijnlijk en groots vind ik deze bundel van Joost Zwagerman. Om te lezen, en te herlezen en weer nieuwe dingen te ontdekken.
Pijnlijk omdat er zoveel vooruitwijzingen in zitten naar zijn zelfgekozen dood, maar ja, dat zie je achteraf pas. Pijnlijk ook in zijn zoeken, zijn lijden en kwetsbaarheid, die ook de nietigheid en kwetsbaarheid van elk mens representeert.
Groots ook in de zorg om anderen, de wereld. Zoals God waakt over ons, en volgens de gedichten ons soms met een vilein genoegen op onze bek laat gaan, zo wil de ik-persoon over God waken.
Geschreven in een beeldrijke taal, meedogenloos hard soms en dan weer teder en vol deernis. Met zijn geliefden, met zichzelf en met God.

'Kern' - Marc Mulders - De Pont
In Museum De Pont in Tilburg zag ik onlangs de intense combinatie van 12 gedichten uit deze bundel met beeldend werk van Marc Mulders.
De tentoonstelling in De Pont duurt nog tot en met 13 maart 2016.  

donderdag 11 februari 2016

Schrijfcursussen en ik

Schrijven Magazine febr. 2016
Schrijfcursussen en ik - er zit een merkwaardige tegenstelling in. Ter voorbereiding op mijn schrijverschap heb ik nooit schrijfcursussen gevolgd. Blijkbaar gaat leren bij een eigenwijs iemand als ik toch vooral door springen, vallen, struikelen en weer opstaan, gevoed door een ogenschijnlijk onverwoestbaar optimisme.
De afgelopen jaren heb ik wel met veel plezier specifieke cursussen gedaan, zoals een masterclass scenario schrijven bij Willem Jan Otten en filosofische schrijfweken bij de Internationale School voor Wijsbegeerte in Leusden.

Zelf krijg ik ook vaak de vraag: kun je schrijven léren?
Een groot aantal aspecten van schrijven kun je zeker leren in cursussen. Mijn leerproces was vast sneller gegaan als ik een aantal beginnersfouten dankzij cursussen had vermeden.
En ook nu nog, na meer dan 30 boeken, ben ik zeker niet uitgeleerd. Gelukkig maar, want anders is er toch ook niets meer aan. Leven ís leren, voortdurend.
Hoewel ik dus zelf als schrijver niet ben opgegroeid met cursussen geef ik ze wel al heel lang.
Het lijkt een eeuwigheid geleden dat ik aan de huiskamertafel aan de Churchillweg in Wageningen begon en wekelijks verschillende cursusgroepen ontving. Maximaal zes deelnemers, want meer pasten er niet aan die tafel.
Mondelinge cursussen levensverhaal, kinderverhalen, creatief schrijven, reisverhalen en op woensdagmiddag soms kindercursussen. Later kwamen er cursussen voor speciale doelgroepen zoals een leesclub, kinderen, ouderen en workshops op locatie zoals natuurgebied de Blauwe Kamer.

In 1998 begon ik als schrijfdocent, 18 jaar dus inmiddels. In 2000 kwamen daar schriftelijke cursussen bij na verzuchtingen van belangstellenden uit de Randstad dat Wageningen helaas te ver weg was.
Ik vind het heerlijk om zelf cursusmateriaal te ontwikkelen en tot nu toe heb ik acht verschillende schriftelijke cursussen in mijn aanbod. Honderden cursisten in binnen- en buitenland (lang leve internet) heb ik al ingeschreven en veel verhalen en gedichten zijn voorbijgekomen.
Ik zie hoe cursisten zich ontwikkelen en een aantal van hen is gedebuteerd. Dat zou waarschijnlijk ook gebeurd zijn zonder mijn cursus, maar ik hoop dat ik er toch een kleine bijdrage aan heb geleverd.

Als schrijfdocent heb ik me ook ontwikkeld en ik realiseer me dat ik in die 18 jaar mijn gereedschapskist met aanpak en oefeningen bijna ongemerkt heb aangevuld.


Ik vind het belangrijk om de deelnemers voorbij het vanzelfsprekende te laten kijken. Het moet hún verhaal blijven, maar ik help ze om er alles uit te halen wat erin zit. Als hun zelfvertrouwen groter wordt, durven ze ook meer te onderzoeken en te experimenteren. Zonder vallen en opstaan gaat het niet.
Dé gouden tip heb ik niet, maar wel: schrijf dát boek dat alleen jij kunt schrijven.


In het nieuwe nummer van Schrijven Magazine zit een schrijfcoachspecial waarin schrijfdocenten en coaches zich presenteren. Daarin staat ook een pagina over mij met als motto: Voorbij het vanzelfsprekende.

maandag 8 februari 2016

DreamBody - vervolg

In december 2014 trad dansgezelschap InMotion Dance Traces op in de Wageningse uiterwaarden bij en in Wolfswaard.
De dansgroep onder leiding van Marisa Grande had zich laten inspireren door de locatie en rivier de Rijn.

Ik schreef destijds een blog over die productie, DreamBody.

Als voorbereiding interviewden ze mensen die iets hebben met de Rijn. Ik was een van hen.
Fragmenten van de interviews werden ook gebruikt in de voorstellingen.

 

Sinds vorige week staat een uitgebreide impressie van de voorstelling op internet.

Ook het interview met mij is te zien.




InMotion Dance Traces is al geruime tijd bezig met een vervolg op het project. En wie weet lever ik daar ook weer op een of andere manier een bijdrage aan.

Voor mij als schrijver en dichter is het bijzonder te zien hoe dans een eigen taal heeft. Anders dan met woorden, maar minstens zo krachtig.

Website InMotion dance traces 

Nijntje Museum Utrecht

Hoeveel generaties zijn er inmiddels al opgegroeid met Nijntje?
Ikzelf niet, Nijntje is van na mijn tijd.
Toch was ik zaterdag in het Nijntje Museum in Utrecht, nota bene op de openingsdag, toevallig. Eerder was Nijntje - op bescheiden schaal - ondergebracht in het Centraal Museum, maar nu heeft het beroemde konijn van Dick Bruna een hoogstpersoonlijke museum aan de overkant.
Beroemd? Noem het gerust wereldberoemd. Bij een eerder bezoek aan het voormalige onderkomen was me al opgevallen hoeveel volwassen Japanners er met vertederde blik rondliepen.


In het nieuwe museum komen zij nog beter aan hun trekken. De informatieborden zijn in het Nederlands, Engels én Japans.
Zo staat er te lezen over de oorsprong van Nijntje in mijn geliefde Egmond aan Zee.

Het museum is helemaal ingericht op jonge gasten van peuter- en kleuterleeftijd. In de entreehal is uitgebreid ruimte gemaakt voor transportmiddelen als buggy's en kinderbolides.
Wie zou denken dat de jonge bezoeker wordt onthaald op louter beeldschermen en eigentijdse devices heeft het mis. Ze zijn er nauwelijks.
Het speelgoed blinkt uit in  helderheid en eenvoud. Loopfietsen, een duwtreintje en een spoorwegboom die met de hand bediend wordt. Een koe is een koe, met een subtiel streelvachtje, en schaap is schaap met een aaiwolletje in de flank.

Licht hout, primaire kleuren. Zo simpel kan de kinderwereld zijn. En zie, de kindjes, ze razen niet rond vanwege te veel prikkels waardoor ze niet weten waar ze het zoeken moeten.
Maar ze spelen poppenkast, draaien aan een wieltje en hurken bij een kastje dat open en dicht kan.
Meer hebben ze blijkbaar niet nodig om ontspannen en blij hun Nijntje te bezoeken.



Op de website van het Nijntje Museum staat een treffend citaat van schepper Dick Bruna: 'Ik geef ieder kind de ruimte zijn eigen fantasie in te vullen'.

De museuminrichters hebben dat mooie adagium goed begrepen.

Website Nijntje Museum

maandag 1 februari 2016

Reünie - Fatima meisjesschool Weert

Foto: website buurthuis Fatima
Ik heb nog maar net de reünie van de Academie voor de Journalistiek achter de rug of de volgende reünie dient zich al weer aan. Nooit eerder had ik een reünie van mijn lagere school, maar op zaterdagmiddag 16 april is het zover. Oud-leerlingen van de Fatima meisjesschool in Weert houden een reünie.
Eerder was dat op beperkte schaal van één lichting, maar deze keer staat de reünie open voor alle meisjes die de school bezochten aan de Nieuwstraat.
Het gebouw, twee deuren vanaf mijn ouderlijk huis, staat er nog en is al lang in gebruik als buurthuis. Van de geschiedenis van de school weet ik niet veel, vermoedelijk gebouwd begin jaren 50 in de nieuwe wijk Fatima. Oorspronkelijk zaten er jongens op de school tot die hun eigen nieuwe school kregen aan de Mariënhagenlaan. In mijn tijd en nog een aantal jaren daarna was het alleen meisjesschool tot de jongensschool gemengd werd.
Toen ik er kwam in 1960 was juffrouw Beeker hoofd van de school en ik herinner me ook juffrouw Kruijsberg, strenge imposante vrouwen.
Zelf had ik de juffrouwen Linnartz, Weijers, Jacobs, Strijbos, Van den Broek. Dit lijstje is misschien niet volledig (ik herinner me ook een duobaan, toen al).
klas 2 Fatima Meisjesschool Weert 1961-1962

Ik haal mijn enige klassenfoto uit het album en herinner me praktisch alle namen nog van de meisjes uit klas 2 (1961-1962). Natuurlijk zag je die klasgenoten ook jarenlang, maar sommigen heb ik nu al meer dan 50 jaar niet meer gezien. Zou ik ze nog herkennen?
Ik hoop er veel terug te zien op de reünie, uit te wisselen hoe onze levens liepen.

Rapport klas 2 


Op de foto blikken we open en vol vertrouwen de wereld in. In klas 2 lag ons leven voor ons, leek alles nog mogelijk.

"Kinderen zijn als bloemen" stond er onder ons rapport. Destijds vond ik dat nergens op slaan en nog steeds begrijp ik het niet helemaal.
Mijn uitleg nu: verzorg ze goed, laat ze tot bloei komen. Maar ook voel ik deernis met bloemen die al in de knop werden gebroken, de kwetsbare kinderen.




Hoe kijken mijn klasgenoten terug op die tijd en welk rapportcijfer geven we ons leven nu? Ik ben heel benieuwd.


Informatie en aanmelden voor de reünie kan bij: 
Marlies Hendrix, mail: epg.hendrix@lijbrandt.nl