
Kippenboer Bertus Zefat uit Valthe besloot in 1942 joodse onderduikers bij zijn huis onderdak te geven. Maar al snel bleek het daar niet veilig genoeg en groef hij samen met anderen een ondergrondse schuilplaats in het bos.
Ook bijvoorbeeld Aaltjo Oldenburger maakte deel uit van de verzetsgroep en de leden riskeerden eveneens hun eigen veiligheid bij het verzorgen van de vluchtelingen.
Meermalen werd de groep van 16 onderduikers bijna ontdekt, maar zij kwamen uiteindelijk levend de oorlog door. Zefat zelf moest zijn heldhaftigheid met de dood bekopen, in 1944 werd hij geëxecuteerd.
En wat doet zijn vrouw? Ze houdt zich niet, verlamd van schrik - zo voorstelbaar - gedeisd, maar zet samen met anderen de zorg voor de onderduikers voort.
Een van de onderduikers Ab van Dien schreef na de oorlog een boek over zijn ervaringen: De opgejaagden

Vanmorgen stond ik op die plek waar vlakbij ook het ondergrondse vrouwenverblijf was. Terwijl de vogels lenteachtig zongen, was het moeilijk voor te stellen hoe mensen hier jarenlang verbleven, afhankelijk van de heldhaftigheid van anderen en voortdurend benauwd ontdekt te worden.

Het is goed dat we tijdens een aangename boswandeling ineens weer herinnerd worden aan deze verhalen over buitengewone 'gewone' mensen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten