woensdag 2 april 2014

Dag van het Kinderboek

Illustratie: Niamh Sharkey
Vandaag is het de Internationale Dag van het Kinderboek, zoals elk jaar op 2 april, de geboortedag van schrijver Hans Chr. Andersen. Deze dag is een initiatief van IBBY (International Board on Books for Young People, opgericht in 1953).
Ook Nederland heeft een actieve IBBY-afdeling en ik verheug me al weer op de Vriendendag deze maand in Den Haag.
Goede herinneringen bewaar ik nog steeds aan het grote IBBY-congres in Groningen in 1996. Elke twee jaar is er een internationaal congres ergens op de wereld. Het was een feest om kinderboekenliefhebbers en -makers uit de hele wereld te ontmoeten.
De Ierse afdeling van IBBY heeft voor deze dag een open brief aan de kinderen van de wereld gericht. Secretaris Toin Duijx van IBBY-Nederland stuurde de brief door en ik neem hem graag op in dit blog.


Brief aan de kinderen van de wereld

Lezers vragen vaak aan schrijvers hoe ze hun verhalen verzinnen: waar komen die ideeën vandaan? Uit mijn fantasie, antwoordt de schrijver. Ja, maar waar zit je fantasie, en waar is die van gemaakt, en heeft iedereen dat?, vraagt de lezer dan.
            Nou, zegt de schrijver, de fantasie zit natuurlijk in mijn hoofd, en is gemaakt van plaatjes en woorden en herinneringen en sporen van andere verhalen en woorden en stukjes verbeelding en muziek en gedachten en gezichten en monsters en gebeurtenissen en woorden en bewegingen en woorden en golven en danspassen en landschappen en woorden en geuren en gevoelens en kleuren en gedichten en ingevingen en zuchten en smaken en uitbarstingen van energie en raadsels en windvlagen en woorden. En dat alles draait rond in mijn hoofd en zingt en verandert en zwemt en broedt en denkt en puzzelt.
            Natuurlijk heeft iedereen fantasie: anders zouden we ook geen dromen hebben. Maar niet iedereen heeft hetzelfde soort fantasie. Die van een kok bestaat vast vooral uit allerlei smaken, van een kunstenaar vooral uit kleuren en vormen. En de fantasie van een schrijver bestaat vooral uit veel woorden.
            En als je leest en naar verhalen luistert, weet je dat je eigen fantasie ook door woorden wordt gevoed. De fantasie van de schrijver werkt, kneedt en kleit net zo lang met ideeën, geluiden, stemmen en mensen tot er een verhaal is, en dat verhaal bestaat uit woorden, uit een heel leger kriebeltjes dat over de bladzijden marcheert. Dan komt er een lezer bij en de kriebeltjes gaan leven. Ze blijven op de bladzijde, ze zijn nog steeds een leger, maar ze spelen nu ook met de fantasie van de lezer, en nu kneedt en kleit de lezer de woorden en gaat het verhaal in zijn of haar hoofd wonen zoals het eerst in het hoofd van de schrijver woonde.
            Daarom is een lezer net zo belangrijk voor het verhaal als de schrijver. Een verhaal heeft maar één schrijver, maar wel honderd, of duizend, of misschien zelfs een miljoen lezers,  die het verhaal in de eigen taal van de schrijver lezen of misschien zelfs in heel veel andere talen. Zonder de schrijver zou het verhaal nooit geboren zijn, maar zonder al die duizenden lezers over de hele wereld zou het verhaal niet al die levens krijgen die mogelijk zijn.
            Elke lezer van een verhaal deelt iets met alle andere lezers van het verhaal. Ieder voor zich, en toch ook allemaal samen, maken lezers er in hun fantasie een eigen verhaal van: een gebeurtenis die heel privé en toch ook openbaar is, heel persoonlijk en toch ook algemeen, heel intiem en toch ook internationaal.
            Daarin zijn mensen misschien wel op hun best.
            Blijf lezen!

Siobhán Parkinson, schrijver, redacteur, vertaler en voormalig Laureate na nÓg (Kinderlaureaat van Ierland)                                                     
Vertaald door Annelies Jorna

Geen opmerkingen:

Een reactie posten