Op 24 april schreef ik in mijn blog 'Levendig' dat mezen mijn nestkastje hadden uitverkoren om hun nest te bouwen. En met resultaat. Sinds een week vliegt het ouderpaartje aan en af om hun kroost van voedsel te voorzien. Zodra ze weg vliegen, beginnen hun nakomelingen al weer te krijsen om meer, meer, meer. Het stel heeft het er maar druk mee.
Ik bekijk het allemaal met belangstelling, van achter glas, want ik wil ze zo min mogelijk storen. Maar ik ben wel nieuwsgierig naar wat zich binnen dat huisje allemaal afspeelt. Ik ga niet zo ver dat ik een cameraatje ophang, die schijnen inmiddels verkrijgbaar te zijn. Ik ben zelf immers ook op mijn privacy gesteld.
Toch stond ik me de afgelopen dagen regelmatig af te vragen hoe dat er binnen aan toegaat. Pa of ma mees komt aangevlogen, kijkt vanaf de naburige acacia eerst of de kust veilig is, vliegt aan, houdt dan een moment stil op de drempel van het kastje en glipt naar binnen. Vervolgens begint voor mij het gissen.
Dat kastje is niet groot, het beest kan zijn bips amper keren en toch moet hij het voedsel aan zijn jongen overdragen. Doet hij dat planerend of daalt hij neer? Maar worden die alsmaar groeiende jongen dan niet verpletterd onder het volwassen lichaam van pa of ma?
Als ik mezelf, toch rank van postuur, projecteer als moedermees, krijg ik het beeld van een plomp, onhandig wezen dat de bloedeigen jongen in dat kleine hokje vermorzelt.
Gelukkig heeft de natuur dat prima geregeld. Een vriendin stuurde me een geruststellend filmpje van een mezenkastje waarin mezen hun jongen grootbrengen.
Mooi om te zien. Ik vroeg me wel af welke onverlaat dat 2 euro muntstuk in het nest heeft gelegd, waarschijnlijk om te laten zien hoe klein het is. Maar als mens moet je met je grote poten uit de buurt blijven van zoiets kwetsbaars.
Even hield ik nog de adem in toen een jong op het randje van uitvliegen stond. Natuurlijk ging het goed.
Ik kijk uit naar de dag dat 'mijn' mezenjongen zo ver zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten