donderdag 28 februari 2013

Vulpennen

Ik betwijfel ten zeerste of het Letterkundig Museum ooit (ik wil graag 98 worden) met grote dankbaarheid mijn literaire nalatenschap zal aanvaarden. Van de grote schrijvers worden bijvoorbeeld manuscripten, oerboeken en schrijversparafernalia zoals vulpennen bewaard en tentoongesteld.

In de maand maart is er in de bibliotheek van Wageningen een kleine expositie waarbij collega Mieke van Hooft en ik de bezoekers een kijkje geven in ons schrijfproces.
In een van de vitrines ligt onder meer mijn eerste, afgekloven vulpen. Ik kreeg hem rond mijn twaalfde en hij loodste mij door proefwerken, tentamens en examens. Kauwend op het vertrouwde dopje gaf hij me blijkbaar rust en inspiratie, want ik slaagde en schreef er ook mijn eerste boeken mee. Ik heb hem altijd bewaard als een van mijn kleinodiĆ«n.

In 1992 kwam mijn eerste boek uit en mijn man kon destijds het gepiep en gekras van dat oude pennetje niet meer aanhoren. Tijd voor een nieuw exemplaar, een robuuste Parker die tot anderhalf jaar geleden dienst deed. Opgetogen schreef ik over die nieuwe vulpen in mijn schrijflogboek, met een grijns naar eventueel toekomstige schrijversactiviteiten. Twintig jaar later terugkijkend zijn die contracten en zelfs signeersessies er inderdaad gekomen.

Anderhalf jaar geleden gunde ik mezelf een nieuwe en viel in een speciaalzaak na gedegen vergelijking en proefschrijven mijn keuze op een Waterman. Die schreef het prettigst en lag het beste in de hand, ook nog eens mijn sterrenbeeld en in prachtig blauw.
Nu heb ik dus drie generaties vulpennen. Ik kan ook best schrijven met plastic krijgertjes en goedkope stiften. Maar voor werk van langere adem of van meer diepte of zwaarte schroef ik graag met enige plechtigheid de dop los van mijn vulpen.

Bblthk Wageningen: expositie Mieke van Hooft en Annie van Gansewinkel

Geen opmerkingen:

Een reactie posten