maandag 14 februari 2011

Hoofdtooi

Onlangs zat ik tijdens het zanguur met mijn moeder in het verpleeghuis nostalgische liedjes te zingen. Daar kwam ook een van mijn favoriete Limburgse liedjes voorbij: 't Huikske van Frits Rademacher uit 1956. Voor het eerst keek ik toen eens goed naar de tekst en las hoe hij zijn ideale meisje zag:
'Ei knap gezichske, ’n aardig kéndje

Mit öm de kop ei duikske'
Met om haar hoofd een doekje!

In de jaren 50 en 60 sierden hoofddoekjes in Nederland het straatbeeld. Tegenwoordig ook, maar zijn ze evenzeer voorwerp van felle discussie.
Vorige week heeft het PvdA-Statenlid Weike Medendorp de hele dag een hoofddoekje gedragen in het Limburgs provinciehuis. Ze protesteerde daarmee tegen ideeën om hoofddoekjes te verbieden bij bijvoorbeeld overheidsdiensten.

Hoofddoekjes zijn nuttig, bij sloopwerk bijvoorbeeld en tegen woestijnzand of stof. Ze zijn handig, als je haar niet goed zit of in de krulspelden zit, zoals vroeger. Ze beschermen tegen de zon en ze kunnen mooi staan.

Hoofddoekjes mógen, ze moeten niet.






Overigens, na deze hoofddoekjesshow kan er maar één conclusie zijn: ik heb toch meer een petten-hoofd.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten