Gisteren was een dag van contrasten. Eerst was er de schoonheid van kunst in Museum Belvédère in Oranjewoud en ademde ik de schone lucht en de ruimte in van het Friese land.
Enkele uren later stond ik in een gevangeniscel waar de frustratie, woede, angst, verveling en uitzichtsloosheid nog voelbaar was. Vanuit de kleine luchtkooi reikhalsde ik bijna naar de blauwe lucht en het frisse groen van de bomen. Locatie: de voormalige strafgevangenis De Rode Pannen in Veenhuizen.Het was niet mijn eerste bezoek aan dit gevangenisdorp waar nog steeds penitentiaire inrichtingen in gebruik zijn. Ik blijf het een fascinerend oord vinden waar beperking en vrijheid zo dicht bij elkaar liggen.
Op een steenworp afstand van de vriendelijke theetuin en een smakelijke lunch in hotel-restaurant Bitter en Zoet zitten nog steeds mensen hun straf uit.
Sinds 2008 is de inrichting De Rode Pannen - de strafafdeling van de gevangenis, met een zwaar regime, - niet meer in gebruik en tegenwoordig kunnen bezoekers van het Gevangenismuseum er een rondleiding krijgen.
Hoewel ik al veel vaker gevangenissen heb bezocht (zie blog 'Op zaterdag in de bak'), maakte deze inrichting toch weer indruk op me.
De 'fiets' |
De cellenring, twee verdiepingen met aan weerszijden cellen, gordijntjes, boeiluiken en uiteraard degelijk hang- en sluitwerk. Er was de isoleercel en de cel met de 'fiets' waar een extreem weerspannige gedetineerde als uiterste maatregel tijdelijk op wordt vastgebonden, en de kleine luchtplaats. Nooit schijnt er iemand ontsnapt te zijn uit De Rode Pannen en menige 'illustere' gedetineerde heeft er verbleven.
Veenhuizen is doordesemd van de aanwezigheid van inrichtingen, aanvankelijk heropvoedingskampen voor landlopers en 'asociale' gezinnen en daarna gevangenissen. Ooit waren er het Eerste, Tweede (nu museum) en Derde Gesticht, tegenwoordig zijn er nog vijf gevangenissen in gebruik.
De inwoners van Veenhuizen waren meestal in dienst van de inrichtingen en zo leefden gevangenen en inwoners min of meer samen op die oorspronkelijk godverlaten plek in Drenthe.
Gisteren bezocht ik ook het zogenoemde Vierde Gesticht zoals de begraafplaats in de volksmond heet, waar gevangenen en inwoners gebroederlijk bij elkaar begraven liggen. Er zijn meer dan 100 rijksmonumenten in het dorp, woonhuizen bijvoorbeeld met stichtelijke spreuken op de gevel als Rust Roest, Arbeid is Zegen, Orde en Tucht.
Pas in 1983 werd het dorp opengesteld voor buitenstaanders. Sindsdien ontwikkelt Veenhuizen zich beetje bij beetje tot een toeristische trekpleister, wat toch ook iets wrangs in zich heeft.
Op een zonnige dag als gisteren is het een lieflijke plek, maar daardoorheen speelt immers steeds het besef dat Veenhuizen ook bestaat dankzij de lelijke kanten van het menselijke bestaan.
http://www.gevangenismuseum.nl/
Geen opmerkingen:
Een reactie posten