maandag 28 juli 2014

Kijken in de ziel - Journalisten

'Kijken in de ziel', het onvolprezen interviewprogramma van Coen Verbraak is vorige week maandag met een nieuwe serie gestart: journalisten. Na series met o.m. artsen, politici, ondernemers en psychiaters boeit me deze lopende serie extra.
Alle vragen die Coen Verbraak stelt, stel ik mezelf in de huiskamer ook. Hoe heb ik gereageerd in mijn werk als journalist of hoe zou ik reageren?

Van 1981-1984 deed ik de opleiding aan de Academie voor de Journalistiek in Tilburg, toen nog drie jaar. Een goede opleiding vind ik nog steeds, waarvoor ik o.m. een stage deed bij Radio Nederland Wereldomroep, specialiseerde in schrijvende pers en afstudeerde op jongerenjournalistiek bij kranten. Zo kwam ik in mijn eerste krantenbaan terecht, Het Nieuwsblad (van het Zuiden) in Tilburg. In de 9 jaar daarna werkte ik daar op uiteenlopende redacties. Uiteindelijk werkte ik 13 jaar in de journalistiek tot ik in 1997 volledig koos voor het schrijversbestaan.
Met veel plezier werkte ik als journalist, hoewel de waan van de dag me toch wat ging tegenstaan. De journalist in mij is echter nog steeds niet helemaal verschrompeld, al lees ik dan geen vijf kranten per dag meer.

Tijdens de opleiding was er veel tijd en aandacht voor reflectie op het vak, iets wat journalisten van tijd tot tijd zouden moeten inbouwen. Wat wilde je ooit met je werk, waar loop je tegenaan en kun je er iets aan veranderen? Met collega's met je voeten op de papierbak achterover leunen en dagdromen over het vak. Waar haal je die ruimte vandaan als je de krant met steeds minder mensen moet maken in een tijd waarin de papieren krant per definitie achter het harde nieuws aanholt?
Slotwoord reflectie AvdJ

Daarom is 'Kijken in de ziel' zeker voor nog actieve journalisten van belang. Reflectie, toetsing van je eigen waarden aan die uit de dagelijkse praktijk.
Ik vis mijn ethische reflectie uit mijn archief: 'Een korreltje zand'. In dertig pagina's maak ik duidelijk dat ik mijn vermogen als journalist niet overschat. Maar wel wil ik in mijn werk laten zien dat niets vanzelfsprekend is.
Dat ik een weerbarstige praktijk voorzie, blijkt wel uit een hoofdstuk over nevelige grenzen. Het was goed geweest als ik daarna met mezelf jaargesprekken had gehouden met die reflectie als basis. Misschien toch nog eens aardige leesstof zoveel jaren later.

In de eerste uitzending stelde Coen Verbraak de vraag wat de taak is van een journalist. Antwoorden waren: duiden en meer zijn dan een doorgeefluik, selecteren, onrecht aan de kaak stellen. Dat laatste antwoord had ik dertig jaar geleden ook zeker gegeven. Iets daarvan hoorde ik in een reactie van Clairy Polak: 'Journalistiek is overwonnen woede'. Ze lichtte toe dat het gaat om het kanaliseren van eigen emotie over wat er gebeurt in de wereld. 
Herkenning hoorde ik in een antwoord van Step Vaessen over je rol als journalist. Als journalist durfde ik ook veel meer dan als privé-persoon.
Grappig dat ik op de middelbare school nauwelijks durfde te denken aan een toekomst als journalist, want dat waren in mijn ogen hondsbrutale types en zelf was ik een verlegen meisje. Pas tien jaar later, na een loopbaan in het onderwijs, voelde ik me stevig genoeg me aan te melden voor de opleiding.
Nieuwsgierigheid blijkt uit de interviews is ook een drijfveer. Nieuwshonger zat altijd al in me. Vanaf mijn dertiende kocht ik elke zaterdag twee kranten: de Volkskrant en De Tijd (10 cent), naast De Limburger (Maas-en Roerbode in die tijd) die bij ons thuis kwam.
Tijdens mijn tijd als journalist gold het adagium: journalist ben je 24 uur per dag.
En misschien geldt wel dat je je hele leven toch iets van de journalist blijft houden. Ik blijf nieuwsgierig, wil blijven ontdekken en in mijn boeken wil ik ook nog steeds laten zien dat niets vanzelfsprekend is.

Voor journalisten en voor ieder die nieuwsgierig is naar het vak en zijn keuzes: Kijken in de ziel - elke maandagavond tot en met 25 aug. - Ned. 2

Website Kijken in de ziel

zondag 27 juli 2014

Paradijsje van een thuisblijver

Fraaie vergezichten, zon, rust. Ik hoef niet ver en lang weg om er even helemaal uit te zijn. Vanmorgen was ik weer eens in de achtertuin van Wageningen, de uiterwaarden van de Bovenste Polder langs de Neder-Rijn.
In elk seizoen is het er anders, van jaar tot jaar ook trouwens. Paden duiken op en verdwijnen weer, zoals de fuut die vanmorgen kiekeboe speelde in de nevengeul.

Wat is natuur in dit gebied, waar de mens zijn stempel stevig drukt? Er wordt gemaaid, gesnoeid en andere sporen worden getrokken. Maar vervolgens gaat de natuur er lekker weer zelf mee op de loop. Daardoor is het elke keer een verrassing hoe ik het gebied aantref.

Je zou toch zeggen dat veel mensen hier op een fraaie zondagmorgen te vinden zijn. Maar het was er stil, op de kerkklokken van 11 uur na. Geen hond te zien, nou goed één, en een handvol mensen, tijdens een uur wandelen.
Af en toe het geluid van een vogel, een plonzende kikker of een krekel. Een weelde aan zomerbloeiers: munt, moerasvergeet-me-niet, jacobskruiskruid, lisdodden en kaardebollen. Het kon niet op.


De bramen in verschillende stadia van rijpen brachten me tot de mijmerende vergelijking met het menselijk bestaan: wat maakt dat de een,  - onder vergelijkbare omstandigheden -, tot volle wasdom en smaak komt, terwijl de ander in de knop breekt of verpietert?
Niet te lang stil staan bij deze treurig stemmende vraag waarop ik toch geen antwoord weet.




Wel weet ik hoe weldadig het is om in een goed huis terug te komen, waar de passiebloem vanaf de gevel een uitbundig welkom roept.
Veel meer heeft een mens niet nodig.

woensdag 23 juli 2014

Nationale rouw

Op deze dag van nationale rouw voor de slachtoffers van vlucht MH17 voel ik meer nog dan de afgelopen dagen compassie en machteloosheid.
Maar ook de onmacht van woorden. En toch - al is het dan stamelend, stokkend, onbeholpen - het is goed dat we de nabestaanden laten weten dat we met hen meeleven.
Veel sterkte voor hen die achterblijven!


Schrijver en muzikant Paul Weelen heeft over deze tragische gebeurtenis net een lied geschreven. Het staat op zijn website: http://www.paulweelen.nl/ 
Ook de tekst in het Kerkraads is daar te vinden.
Dit schrijft hij in een toelichting:

In de machteloosheid die ons allemaal overvalt heb ik maar één verweer: een liedje schrijven.

dinsdag 15 juli 2014

Beeld van een tuin

Een aangename ontdekking vrijdag in het Brabantse land: beeldentuin Interart in Heeswijk-Dinther. Dit jaar bestaan galerie en beeldentuin al 25 jaar en vreemd genoeg - jammer ook - kwam ik er niet eerder. 
Een beeld van een tuin in alle opzichten. Fraai aangelegd met 'kamers' in verschillende sferen met heel uiteenlopende kunst. Hout, metalen, glas, kunststof. Figuratief en abstract.
Als bezoeker voelde ik de ruimte en de rust die de tentoongestelde kunst er ook krijgt.
Vaak raakt tijdens een tentoonstelling maar een enkel stuk me wezenlijk, nu kon ik niet eens beslissen wat er in mijn persoonlijke top-5 mocht.
Hoog eindigden in elk geval de Afrikaans aandoende wachters van Ida de Roy.

Maar wat me het meest raakte, was de verpletterende eenvoud van het glas van Bert Frijns.
Glaskunstenaar Bert Frijns van wie me altijd het werk is bijgebleven van een kunstmanifestatie lang geleden in Fort Asperen.
Bij Interart werd ik stil van zijn vazen, zo krachtig aan de rand van een waterpartij. Reflectie van bloemen en planten, zelfreflectie en introspectie. Materiaal in zijn meest pure vorm roept dat allemaal op.

http://www.interart.nl/ 

maandag 14 juli 2014

Schrijfzomer

Schrijven en leren schrijven. Dat is mijn core business. De afgelopen maanden was ik overigens meer bezig met leren schrijven, in de zin van anderen begeleiden bij het schrijven en dan met name het zakelijk schrijven.
Als freelance trainer geef ik al 14 jaar bedrijfstrainingen schriftelijke communicatie voor trainings- en adviesbureau Schouten & Nelissen.
Dat doe ik met veel genoegen en omdat ik ook nog blijf leren, zelfs met steeds meer plezier, zo ontdekte ik weer de afgelopen tijd.
Maar in zo'n intensieve periode van trainen komt er van zelf schrijven nauwelijks iets. Tot september is het rustig op het trainingsvlak, dus nu kom ik eindelijk ook weer meer aan schrijven toe. En vakantie dan?
Even tussendoor: ken je de mop van de vrouw die naar Afrika zou gaan? - Nou, ze ging niet.
Ik kan er nog steeds niet echt om lachen. De reis werd geannuleerd vanwege te weinig deelnemers. Hij blijft op mijn wensenlijstje staan.
Voordeel is wel dat mijn lege agenda nu meer ruimte biedt om in alle rust te schrijven. Er ligt nog werk om af te maken, onder meer een jongerenboek, en nieuwe ideeën dienen zich al aan. Ik kan niet wachten tot ik de lopende zaken heb afgerond en ik me kan terugtrekken met pen en papier/laptop.

Ik ga ervan genieten, zeker omdat ik weet dat het vanaf september weer druk wordt met schrijftrainingen en andere cursusactiviteiten.
Zo is er van 6 tot en met 14 september de jaarlijkse Week van het Schrijven en dit jaar heb ik maar liefst drie activiteiten. Later volgt hier meer informatie, maar nu alvast in het kort:

* 7 september - workshop Kinderverhalen schrijven - tijdens schrijfmanifestatie Schrijf, schrijver, schrijfst in Maastricht.
* 12 september - 10-14 uur Schrijfdokter, gratis online spreekuur
* 13 september - schrijfcoach tijdens Coachdag in Wageningen

Het thema van deze Week van het Schrijven is: Schrijven is lezen.
Dat advies neem ik natuurlijk zelf ook graag ter harte in deze schrijfzomer.

maandag 23 juni 2014

Na Oerol

Oerol 2014 is afgelopen en een week lang beleefde ik het mee. Inmiddels al zo vaak dat ik de tel ben kwijtgeraakt. Een keer of acht, schat ik.
Wat resteert, zijn doorgeknipte entreebandjes, een gehavend programmaboekje, een stapeltje dagkrantjes, en natuurlijk herinneringen en beelden.
De wind op de fiets, altijd tegenwind trouwens, felblauwe luchten met bloemkoolwolken, onhandige manoeuvres op het fietspad. Iemand die plots stopt, afslaat of zo tergend langzaam voor me rijdt dat het nog knap is dat de fietser niet omvalt. En ík was natuurlijk een voorbeeldige weggebruiker.
In ieder geval is mijn fiets nooit in het Stoutefietsenvak beland op Westerkeyn en heb ik mijn medefestivalgangers niet lastig hoeven vallen met niet aan te horen losgeld: een liedje zingen op het schavotje ten aanschouwen van geamuseerde goedparkeerders.
Het hoort allemaal bij de folklore en rituelen van Oerol, evenals het goedmoedig in de rij staan, grappen maken met onbekenden en met de glimlach van een kind de wereld speels beleven.
Deze keer zag ik 'slechts' acht voorstellingen. Een ging niet door wegens blessure van een speler en een andere (avond)voorstelling liet ik zelf nota bene schieten vanwege te ver, te fris en te voetbal (#ausned). Cultuurbarbarisme, ik weet het.
Twee voorstellingen sprongen er voor mij uit: Being Arthur van het Kameroperahuis en Het Klooster van Rieks Swarte. Op een mooie plek in het bos bij Hoorn transporteerde de muziektheatervoorstelling de legende van koning Arthur in een busje naar onze tijd. Goede muziek, fris spel, humor en toch wezenlijke vragen als: wat is heldendom en overgave?
Het gezelschap van Rieks Swarte had bij Elvis Plak in Oosterend het oerklooster opgegraven en gaf het publiek in een aanschouwelijke en luchtige lezing inzicht in het franchise-concept van die expansie.
Buzz Aldrin, waar ben je gebleven? van Toneelgroep Oostpool was trouwens eveneens de moeite waard, ook vanwege de locatie bij de Wierschuur in Oosterend, met riant uitzicht op de Waddenzee. Ook genoot ik van een aantal Expeditie-activiteiten, zoals De zomerbibliotheek, Zonnestand en Tijdelijk Bos.
Zoals andere jaren zijn er ook altijd voorstellingen die ik op zijn best 'aardig' vind, maar er waren ook weer voorbeelden van 'mwah'. Graadmeter: afgeleid worden door niet ter zake doende details, voelen hoe hard het bankje zit of op mijn horloge kijkend hoe lang ik nog moet.
Bij Samurai van Ro Theater bijvoorbeeld blééf ik in Jack Wouterse maar de boodschapper zien van een supermarkt.
En bij Touki Delphine duurde die One Hot Minute wel verrekte lang. Al gauw gaf ik op dat er ook maar enig verhaallijntje in zat. Dat kan ik best aan, maar ik kon de gedachte niet onderdrukken dat ik naar een uitgerekte versie van de lopende band bij Een van de Acht zat te kijken. Maar deze keer was het totaal zinloos om te proberen te onthouden wat ik zag. Nou, vooruit: bakstenen, stoelen, man eet appel, blote man, vaas met bloemen, blote man, fles cola, blote mannen, potplanten, er leek geen eind aan te komen.
Het valt ook niet mee om verwend publiek te boeien. Soms bekroop me ook wel eens de akelige gedachte: dit heb ik al gezien, en beter. Weer hollende en wiekende acteurs die zich geen raad lijken te weten met een groot speelvlak. Weer ballonnen, vuur en vlam, anachronismen en slapstick.


Gelukkig is er dan ook nog het nuchtere eiland zonder fratsen, gewoon zichzelf. Met ook tijdens de Oerolinvasie van 50.000 bezoekers nog onmetelijk lege stranden en de veranderlijke schoonheid van de Waddenzee.
Telkens weer thuiskomen in het kalme Oosterend waar ik in een oogwenk op de Waddendijk sta en mijn longen pure ontspanning inademen. Oerol, graag tot een volgende keer.


Website Oerol
Terug van Oerol - blog 2012
 
 

maandag 2 juni 2014

SUB - suppoost

Vergeleken bij de overweldigende belangstelling vorige week zondag tijdens de opening van onze tentoonstelling SUB in Wageningen was het gisteren rustig. Ik stond ingeroosterd als suppoost. Daar heb ik een beeld bij van oude mannetjes die bijna van hun kruk af dommelen of pinnige vrouwen die vernietigende blikken werpen als je ook maar iets te dicht bij een kunstwerk komt. 

Het was gisteren vooral plezierig om belangstellenden te verwelkomen, ze rustig te laten kijken en soms in gesprek te gaan over hun ervaringen. Maar ik had ook tijd om zelf eens op mijn gemak het heel uiteenlopende werk van de andere zes deelnemers te bekijken.
Bij de kijkkastjes van Nienke Schipper heb ik gedichten gemaakt, dus haar werk had ik al wat beter bekeken. Maar ik aanschouwde rustig de stoffen draperieën van Annemieke Kooijman, zo heel erg op hun plaats in de voormalige ovenruimte van 't Venster. De vrolijke entree van Marjan Verloop, oude vormen vervaardigd uit een moderne lasersnijder.


Het werk van Elisabeth Kristensen roept vragen op en haar vrouwvis is prachtig.
Heel voorzichtig opende ik de laden met de tere en toch krachtige sieraden van Dolyn Kuiper. En af en toe waren er weer die klanken van verre en uit de diepte.
Waarom doet het grote werk van Marij Roex me telkens denken aan 'Die Verwandlung' van Kafka? Het vervreemdende effect van een octopus-arm op een huis-, tuin- en keukentafel.
In het donker moet het helemaal een bizar aanzicht hebben, veronderstelde ik toen ik van buiten een blik wierp door de patrijspoort. Een spiegelende, simpele mobieltjesfoto overdag biedt slechts een schamele indruk.
De komende weken, tot de tentoonstelling op 29 juni sluit, is elke avond tussen 20 en 24 uur de exporuimte verlicht en bieden de kijkramen een bijzondere aanblik.

Elke zondag in juni is de tentoonstelling aan de Wilhelminaweg 5 gratis toegankelijk tussen 13 en 17 uur.

Tentoonstelling SUB op facebook