Oerol 2014 is afgelopen en een week lang beleefde ik het mee. Inmiddels al zo vaak dat ik de tel ben kwijtgeraakt. Een keer of acht, schat ik.
Wat resteert, zijn doorgeknipte entreebandjes, een gehavend programmaboekje, een stapeltje dagkrantjes, en natuurlijk herinneringen en beelden.
De wind op de fiets, altijd tegenwind trouwens, felblauwe luchten met bloemkoolwolken, onhandige manoeuvres op het fietspad. Iemand die plots stopt, afslaat of zo tergend langzaam voor me rijdt dat het nog knap is dat de fietser niet omvalt. En ík was natuurlijk een voorbeeldige weggebruiker.
In ieder geval is mijn fiets nooit in het Stoutefietsenvak beland op Westerkeyn en heb ik mijn medefestivalgangers niet lastig hoeven vallen met niet aan te horen losgeld: een liedje zingen op het schavotje ten aanschouwen van geamuseerde goedparkeerders.
Het hoort allemaal bij de folklore en rituelen van Oerol, evenals het goedmoedig in de rij staan, grappen maken met onbekenden en met de glimlach van een kind de wereld speels beleven.
Deze keer zag ik 'slechts' acht voorstellingen. Een ging niet door wegens blessure van een speler en een andere (avond)voorstelling liet ik zelf nota bene schieten vanwege te ver, te fris en te voetbal (#ausned). Cultuurbarbarisme, ik weet het.
Twee voorstellingen sprongen er voor mij uit: Being Arthur van het Kameroperahuis en Het Klooster van Rieks Swarte. Op een mooie plek in het bos bij Hoorn transporteerde de muziektheatervoorstelling de legende van koning Arthur in een busje naar onze tijd. Goede muziek, fris spel, humor en toch wezenlijke vragen als: wat is heldendom en overgave?
Het gezelschap van Rieks Swarte had bij Elvis Plak in Oosterend het oerklooster opgegraven en gaf het publiek in een aanschouwelijke en luchtige lezing inzicht in het franchise-concept van die expansie.
Buzz Aldrin, waar ben je gebleven? van Toneelgroep Oostpool was trouwens eveneens de moeite waard, ook vanwege de locatie bij de Wierschuur in Oosterend, met riant uitzicht op de Waddenzee. Ook genoot ik van een aantal Expeditie-activiteiten, zoals De zomerbibliotheek, Zonnestand en Tijdelijk Bos.
Zoals andere jaren zijn er ook altijd voorstellingen die ik op zijn best 'aardig' vind, maar er waren ook weer voorbeelden van 'mwah'. Graadmeter: afgeleid worden door niet ter zake doende details, voelen hoe hard het bankje zit of op mijn horloge kijkend hoe lang ik nog moet.
Bij Samurai van Ro Theater bijvoorbeeld blééf ik in Jack Wouterse maar de boodschapper zien van een supermarkt.
En bij Touki Delphine duurde die One Hot Minute wel verrekte lang. Al gauw gaf ik op dat er ook maar enig verhaallijntje in zat. Dat kan ik best aan, maar ik kon de gedachte niet onderdrukken dat ik naar een uitgerekte versie van de lopende band bij Een van de Acht zat te kijken. Maar deze keer was het totaal zinloos om te proberen te onthouden wat ik zag. Nou, vooruit: bakstenen, stoelen, man eet appel, blote man, vaas met bloemen, blote man, fles cola, blote mannen, potplanten, er leek geen eind aan te komen.
Het valt ook niet mee om verwend publiek te boeien. Soms bekroop me ook wel eens de akelige gedachte: dit heb ik al gezien, en beter. Weer hollende en wiekende acteurs die zich geen raad lijken te weten met een groot speelvlak. Weer ballonnen, vuur en vlam, anachronismen en slapstick.
Gelukkig is er dan ook nog het nuchtere eiland zonder fratsen, gewoon zichzelf. Met ook tijdens de Oerolinvasie van 50.000 bezoekers nog onmetelijk lege stranden en de veranderlijke schoonheid van de Waddenzee.
Telkens weer thuiskomen in het kalme Oosterend waar ik in een oogwenk op de Waddendijk sta en mijn longen pure ontspanning inademen. Oerol, graag tot een volgende keer.
Website Oerol
Terug van Oerol - blog 2012
Geen opmerkingen:
Een reactie posten