dinsdag 28 december 2010

Taizé

In Rotterdam begint vandaag de Taizé-jongerenontmoeting. Meer dan 25.000 jongeren uit heel Europa komen enkele dagen bij elkaar om te praten, te zingen, te bidden. Er is ongetwijfeld een groot verschil met hoe ik 36 jaar geleden kennismaakte met Taizé, maar ik begrijp dat eenvoud, uitwisseling en spiritualiteit zijn gebleven.

In april 1974 ging ik een kleine week naar het Franse dorp Taizé met acht andere mensen uit de studentenkerk Maranatha in Tilburg. Ik was daar enkele jaren zeer betrokken en actief in liturgie- en gespreksgroepen.
In Taizé leefde en werkte een oecumenische broederorde rond frère Roger Schütz, die in 2006 op 90-jarige leeftijd werd doodgestoken door een verwarde vrouw. De broeders in het klooster in de Bourgogne zetten zijn werk voort, ze stellen hun gemeenschap nog steeds open voor bezoekers. Jaarlijks is er ook een jongerenontmoeting op wisselende plaatsen in Europa en dit jaar is dat dus in Rotterdam.

 In gesprek met Elisabetta uit Italië


Wat me vooral bijgebleven is, was de ruimte voor anders zijn, anders denken, anders geloven. Ik had prachtige gesprekken, al dan niet met handen en voeten, zoals met Elisabetta uit Italië.
Vanuit totaal andere achtergronden kwamen we in Taizé samen en wisselden we ervaringen, vragen en twijfels uit.
Enkele keren per dag waren er diensten, met eenvoudige gebeden en gezangen. Het lichte, sobere kerkgebouw was altijd open. We kampeerden en het was koud. In de grote legertent met tientallen anderen deed ik nauwelijks een oog dicht, maar het was goed. Het eten, veel pasta, kwam uit grote pannen en het vulde, dat was genoeg.
Ontmoeting in muziek
Ontmoetingen, veel muziek, overal mensen om me heen en toch stilte.
Taizé was voor mij ook een toonbeeld van hoop: zolang mensen zo met elkaar omgingen, was er nog hoop voor de wereld.

De terugkeer naar het gewone studentenleven viel me zwaar. Alles leek oppervlakkig, beperkt en bekrompen en het viel niet uit te leggen wat ik in Taizé had ervaren.
Nog steeds niet, merk ik nu ik dit blog schrijf. Mensen die het hebben meegemaakt, weten waarschijnlijk wat ik bedoel.
Ik wens de deelnemers aan Taizé 2010 in Rotterdam ook zo'n bijzondere ervaring toe.

“In Taizé horen we op sommige zomeravonden, onder een hemel vol sterren, de jongeren door onze geopende ramen. We blijven verbaasd dat ze met zovelen komen. Ze zoeken, ze bidden. En wij zeggen tegen onszelf: hun verlangens naar vrede en vertrouwen zijn als die sterren, kleine lichtjes in de nacht.”

Frère Roger, Voorvoeld geluk, pag. 115

http://www.taize.fr/nl

donderdag 23 december 2010

Twee kerstbomen

Sinds vanmiddag ben ik in het bezit van maar liefst twee kerstbomen. En dat voor iemand die Kerstmis 'vroeger' een gedegenereerd feest vond, vercommercialiseerd en ver afgedreven van de pure betekenis. Bovendien wogen destijds allerlei verplichtingen rond de feestdagen me zwaar, zodat ik altijd weer blij was wanneer de verse kalender 2 januari aangaf.
Maar ik word ouder, milder ook waarschijnlijk en sinds een aantal jaren vier ik Kerstmis op mijn eigen manier, vaak in verstilling en rust. Een kerstboom voegt daar licht aan toe als voorbode van de dagen die gaan lengen.
Zoals ik eerder schreef, stond de kerstboom van vorig jaar te wachten bij de achterdeur. Met échte sneeuw, en dat was nu juist het probleem. De dooi stelde niks voor en dus heb ik toch maar een nieuw exemplaar gekocht. Een kleintje, maar het voelt een beetje als verraad aan de boom die nu de kerstdagen buiten moet doorbrengen, terwijl de nieuwe al glitterend staat te pronken.


Voor het eerst van mijn leven heb ik ook een kerststal gekocht. Vorige maand bezweek ik toen hij daar heel aandoenlijk in een wereldwinkel stond. In alle simpelheid, teruggebracht tot de kern, maar wat een toonbeeld van geduldig handwerk. Hij is gemaakt van bananenblad, in een warm land ver weg.
Het leek me dan ook passend om hem niet bij de kerstboom te zetten, maar naast een baobab.

http://annievangansewinkel.blogspot.com/2010/12/winterdraden.html

woensdag 22 december 2010

Met Proust op de sofa

Sinds een paar maanden ben ik lid van een Proust-leeskring. De komende jaren willen we het oeuvre van Marcel Proust 'Op zoek naar de verloren tijd' lezen en bespreken.
Las ik deze zomer in de hangmat het eerste boek 'Combray', deze winter savoureer ik Proust op een andere plek, de sofa.
Wellicht is 'chaise longue' een passender benaming voor het meubelstuk dat onlangs mijn huis werd binnengedragen.
Ik stel me personages van ruim een eeuw geleden voor uit het werk van Proust die het zo druk hadden met het doorbrengen van hun dagen in ledigheid, bijvoorbeeld kwijnend of smachtend op hun chaise longue.
Maar met deze karikatuur doe ik Proust en zijn personages tekort. Hij geeft een mooi tijdsbeeld van de hogere kringen in Frankrijk en tegelijkertijd zijn de thema's tijdloos: vergankelijkheid, schoonheid, verliefdheid, jaloezie.
De schrijver observeert meesterlijk en heeft verrassend veel gevoel voor humor en ironie, waardoor zijn boek soms ook iets van een soap heeft. Gevoegd bij een uitzonderlijke taalrijkdom is het een genot om te lezen.

Ik heb inmiddels ook het tweede boek uit, 'Een liefde van Swann', waarin Proust het pijnlijke proces van aantrekken en afstoten beschrijft tussen Swann en Odette. Swann is in zijn verliefdheid obsessief, naïef en soms ook herkenbaar.
Een voorbeeld: Voor een uitstapje zegt Swann te hopen dat hij Odette niet tegenkomt. Ondertussen blijft hij wel naar haar speuren. "(...) alsof hij zocht wat hij zei te willen ontlopen en trouwens zou ontlopen zodra hij het had gevonden, want als hij het groepje was tegengekomen zou hij ostentatief een andere kant uit zijn gegaan, tevreden dat hij Odette had gezien en zij hem had gezien, vooral dat ze zag hoe weinig hij zich van haar aantrok."


Ik moest denken aan een prozaïscher uitdrukking die in Tilburg vroeger geciteerd werd van iemand die een oogje had op een ander (de spelling is waarschijnlijk niet correct): kèk of t-ie kèkt en as t-ie kèkt, nie kèke.

Filosofie, psychologie, spiegelen en zelfkennis, er valt nog veel te leren en uit te wisselen over Proust.


http://annievangansewinkel.blogspot.com/2010/08/met-proust-in-de-hangmat.html

dinsdag 21 december 2010

Winterdraden

Bij mijn weten praat ik niet hardop tegen mezelf. Maar toen ik vanmorgen de tuin inkeek, hoorde ik mezelf zeggen: 'Oh, wat prachtig.'
Tegen de schuur hangt een groot spinnenweb te schitteren, dat door de rijp extra helderheid krijgt.
Ik bestudeer de winterdraden, maar de spin blijkt niet thuis. In oktober schreef ik in mijn weblog over herfstdraden.
Nu ik dat weblog teruglees, zie ik dat het kerstfeest toen al zijn schaduwen vooruitwierp. Ik maakte er melding van dat de kerstboom van vorig jaar zelfs in de pot weer begon uit te lopen. Hij kon dit jaar wel weer als kerstboom dienen.

Vorige week had ik hem dus alvast bij de achterdeur gezet. Hoewel Kerstmis snel dichterbij komt, staat hij daar nog steeds. Een halfslachtige poging om hem sneeuwvrij te maken, is ingehaald door een nieuw pak sneeuw.
Hem laten ontdooien in de keuken is geen optie, hem naar de schuur slepen met dat doel vind ik te veel gedoe.

Nu hang ik nog tussen geduldig de dooi afwachten en hem te elfder ure alsnog optuigen, een nieuwe kerstboom aanschaffen (maar dan heeft deze - heel sneu - het hele jaar door voor niks zijn best gedaan) of kerstboomloos deze dagen zien door te komen. Het is de vraag of gemakzucht het wint van de hang naar idyllische sfeer.

http://annievangansewinkel.blogspot.com/2010/10/herfstdraden.html

maandag 20 december 2010

Groene vingers

Soms kan de goedheid van anderen me met schaamte vervullen.
Gisteren joeg de welwillendheid van een plant me zo ongeveer het schaamrood op de kaken.
Met een schok zag ik namelijk dat de clivia bloeit.
Dat onooglijke kamerplantje, dat al tijden stemloos vraagt om een grotere pot en verse potaarde. Dat het al lang heeft opgegeven ingehouden te smeken om enige regelmaat in begieting.
Het had ook gewoon dood kunnen gaan. Maar het had me niet beter op mijn nummer kunnen zetten dan door sans rancune te gaan bloeien.

Deze clivia is een overlever in optima forma. Vorig jaar toen ik verhuisde, heb ik hem als scheut van de moederplant gehaald. Die oerplant was uitgewoond en uitgeleefd en daar was mijn nalatigheid vast debet aan. Eigenlijk nog een wonder dat hij het zo lang had volgehouden. Ik kreeg die plant in 1993 uit de nalatenschap van mijn schoonmoeder, die groene vingers had en haar planten verwende met rust, reinheid en regelmaat.

Nu heb ik de kleine clivia toegesproken - daar schijnen ze ook bij te gedijen - en hem beloofd dat hij binnenkort nieuwe aarde krijgt, een grotere pot en dat ik hem op gezette tijden te drinken geef.
Maar als me dat echt gaat lukken, bloeit hij daarna misschien nooit meer. Ik heb wel eens gehoord dat planten vooral bloeien uit armoede.
Hem dus toch maar weer een nieuwe kans geven me met zijn schoonheid te verpletteren? 

zondag 19 december 2010

Langlaufen

De natuur laat zich, terecht, door de mens niets gezeggen, maar deze keer werd ik op mijn wenken bediend. Droomde ik donderdag nog in mijn blog over langlaufen vanuit de achterdeur, vanmorgen kon het al.
Natuurlijk profiteerde ik van die uitgelezen kans. De ski's lagen inmiddels meer dan een jaar voor het grijpen op zolder en ik heb al vroeg een heerlijke tocht gemaakt door het Binnenveld bij Wageningen.
De sneeuw was precies goed, dik genoeg, stevig en toch zacht, vrijwel ongerept. Slechts enkele wandelaars kruisten mijn pad en af en toe kon ik het spoor oppikken van een andere langlaufer.

Nieuwe Kanaal 
 Ik hoefde nog niet eens in het stiltegebied van de Slagsteeg te komen om de stilte te horen. Alleen was er soms het gakken van grote vluchten ganzen. Waren ze op weg naar betere oorden of maakten ze gewoon hun vlieguren?

Het leven lijkt voor even gedempt en gaat een versnelling lager. Reisplannen worden aangepast of helemaal geschrapt.
Rustig in het moment glijden. Alleen het zjoef-zjoef van de ski's en dan weer in verwondering stilstaan bij zoveel moois van de natuur.

vrijdag 17 december 2010

Aya uit Yopougon

Precies 15 jaar geleden was ik in Ivoorkust en dat was voor mij de kennismaking met Afrika. Daarvoor had ik al 'iets' met Afrika en die reis heeft mijn gevoel alleen nog maar versterkt.
Deze weken is Ivoorkust weer in het nieuws en zodra wij hier over het West-Afrikaanse land lezen, betekent dat niet veel goeds. Ivoorkust is op dit moment maar liefst twee presidenten rijk. Zowel Gbagbo als Ouattara betwisten elkaar de overwinning van de verkiezingen. In elk geval is het land, - de mensen dus -, de grote verliezer. Het ooit zo stabiele en redelijk welvarende land was na de burgeroorlog begin deze eeuw al onttakeld en staat nu weer op scherp.
Vorige week in Parijs sprak ik de Ivoriaanse eigenaar van een winkel met Afrikaanse kunst. Zijn familie woont grotendeels nog in Ivoorkust en hij was uiteraard bezorgd om de situatie.
Ik gun de mensen van Ivoorkust onderhand een beter lot.
In Parijs kocht ik het recente deel 6 van 'Aya de Yopougon', een stripboek (graphic novel, zoals het tegenwoordig heet) over het meisje Aya. Ze is afkomstig uit Yopougon, een wijk in Abidjan. De respectabele Franse uitgeverij Gallimard brengt het boek uit.
Het gaat over dagelijks leven, relaties, moraal en ook over politiek, zie ik al bladerend. Zo is er een tekening van een krant die, ongetwijfeld verwijzend naar het Ivoriaanse dagblad Fraternité Matin, Calamité Matin heet.
Gisteren ontdekte ik tot mijn verbazing dat er blijkbaar ook een Nederlandse markt is voor de serie. Er zijn namelijk inmiddels al vier delen beschikbaar van 'Aya uit Yopougon'.
De humor in het boek weerspiegelt voor mij de levenskracht van de mensen zoals ik die daar heb ervaren. Ze hebben die in deze benarde tijden ook broodnodig.

http://www.annievangansewinkel.nl/boeken/de_helft_van_de_route.cfm