Ik vind het een pijnlijke en grootse bundel. Met toegankelijke en tegelijkertijd gelaagde gedichten. Zwaarte en relativering. Verwijzingen die ik meen te zien naar Lucebert, Kopland, Tolstoi en dominee Gremdaat.
Als het ik-personage 1:1 samenvalt met de dichter zelf, leest het als een autobiografie. Ooit de katholieke opvoeding afgezworen, komt er in wat de laatste periode van zijn leven bleek te zijn, een zoekende man naar voren.
'Bestaan' - Beeld Marc Mulders - De Pont |
'Nochtans belijd ik
dat ik, tegen de klippen op,
uiteindelijk in Hem geloof. (...)'
In een aantrekken en afstoten, een gevecht soms zelfs, door de bundel heen lijkt hij in dit gedicht ferm zijn geloof te belijden. Toch zegt hij enkele regels verderop dat God er niet is, zoals de ik er zelf ook niet is. 'Dat schept een band'.
'Contact' - Marc Mulders - De Pont |
Ik beschouw mezelf als een weldenkend en kritisch mens en toch geloof ik. In sommige intellectuele en wetenschappelijke gezelschappen schijnt dat moeilijk te rijmen.
Daarom is het misschien voor mensen uit die kringen, zoals Joost Zwagerman, dan ook zo'n gevecht om níet te zoeken, niet te geloven.
Vorige week nog moest schrijver en columnist Stephan Sanders als een soort coming-out toegeven dat hij toch tot een soort van geloof is gekomen (Trouw: 'God' zeggen zonder te giechelen).
En ik herinner me een kop in Trouw boven een column van kerkredacteur Stijn Fens: Ik geloof in de helende kracht van religie. Sorry.
Hoezo, sorry?
'Hier' - beeld Marc Mulders - De Pont |
De katholieke cabaretier Fons Jansen, - kent iemand hem nog? - zei al: God is goed, maar hij heeft soms slecht grondpersoneel. Geloven is voor mij iets anders dan instituties, hoewel ze soms wel gelovigen kunnen ondersteunen.
Pijnlijk en groots vind ik deze bundel van Joost Zwagerman. Om te lezen, en te herlezen en weer nieuwe dingen te ontdekken.
Pijnlijk omdat er zoveel vooruitwijzingen in zitten naar zijn zelfgekozen dood, maar ja, dat zie je achteraf pas. Pijnlijk ook in zijn zoeken, zijn lijden en kwetsbaarheid, die ook de nietigheid en kwetsbaarheid van elk mens representeert.
Groots ook in de zorg om anderen, de wereld. Zoals God waakt over ons, en volgens de gedichten ons soms met een vilein genoegen op onze bek laat gaan, zo wil de ik-persoon over God waken.
Geschreven in een beeldrijke taal, meedogenloos hard soms en dan weer teder en vol deernis. Met zijn geliefden, met zichzelf en met God.
'Kern' - Marc Mulders - De Pont |
De tentoonstelling in De Pont duurt nog tot en met 13 maart 2016.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten