maandag 8 februari 2016

Nijntje Museum Utrecht

Hoeveel generaties zijn er inmiddels al opgegroeid met Nijntje?
Ikzelf niet, Nijntje is van na mijn tijd.
Toch was ik zaterdag in het Nijntje Museum in Utrecht, nota bene op de openingsdag, toevallig. Eerder was Nijntje - op bescheiden schaal - ondergebracht in het Centraal Museum, maar nu heeft het beroemde konijn van Dick Bruna een hoogstpersoonlijke museum aan de overkant.
Beroemd? Noem het gerust wereldberoemd. Bij een eerder bezoek aan het voormalige onderkomen was me al opgevallen hoeveel volwassen Japanners er met vertederde blik rondliepen.


In het nieuwe museum komen zij nog beter aan hun trekken. De informatieborden zijn in het Nederlands, Engels én Japans.
Zo staat er te lezen over de oorsprong van Nijntje in mijn geliefde Egmond aan Zee.

Het museum is helemaal ingericht op jonge gasten van peuter- en kleuterleeftijd. In de entreehal is uitgebreid ruimte gemaakt voor transportmiddelen als buggy's en kinderbolides.
Wie zou denken dat de jonge bezoeker wordt onthaald op louter beeldschermen en eigentijdse devices heeft het mis. Ze zijn er nauwelijks.
Het speelgoed blinkt uit in  helderheid en eenvoud. Loopfietsen, een duwtreintje en een spoorwegboom die met de hand bediend wordt. Een koe is een koe, met een subtiel streelvachtje, en schaap is schaap met een aaiwolletje in de flank.

Licht hout, primaire kleuren. Zo simpel kan de kinderwereld zijn. En zie, de kindjes, ze razen niet rond vanwege te veel prikkels waardoor ze niet weten waar ze het zoeken moeten.
Maar ze spelen poppenkast, draaien aan een wieltje en hurken bij een kastje dat open en dicht kan.
Meer hebben ze blijkbaar niet nodig om ontspannen en blij hun Nijntje te bezoeken.



Op de website van het Nijntje Museum staat een treffend citaat van schepper Dick Bruna: 'Ik geef ieder kind de ruimte zijn eigen fantasie in te vullen'.

De museuminrichters hebben dat mooie adagium goed begrepen.

Website Nijntje Museum

Geen opmerkingen:

Een reactie posten