zaterdag 25 juli 2015

Scherp kijken

Realisme in de kunst, weergeven wat er is. Zo eenvoudig ligt het natuurlijk niet.
Weergeven wat jij ziet. En elke blik is subjectief. Dat maakt het ook zo boeiend.
De eerste tentoonstelling in MORE, museum voor modern realisme, in Gorssel heet Scherp kijken, voor mij een variant op: Kijk maar, je ziet niet wat je ziet.
Op 2 juni ging het museum open en inmiddels heeft het al zijn 10.000ste bezoeker ontvangen. Toen ik er donderdag om 10 uur aankwam, was ik de eerste bezoeker en in alle rust kon ik door de zeven zalen dwalen.

Bijzonder dat particulier Hans Melchers zijn privé-collectie met het museum toegankelijk heeft gemaakt voor het publiek. Een deel van die verzameling heb ik ooit gezien in Spanbroek waar Dirk Scheringa zijn collectie toonde. Plannen voor een mega-museum strandden in het faillissement van zijn bank.
Maar nu zijn klassiekers als Charley Toorop, Dick Ket, Jan Mankes, Raoul Hynckes, Pyke Koch en Carel Willink in Gorssel weer te zien.

Wat is werkelijkheid, wat ziet de kunstenaar? Bij een familieportret van Charley Toorop hangt een citaat waarin ze duidelijk maakt dat het gaat om het weergeven van het wezenlijke van de geportretteerde. Ik vraag me af of de opdrachtgever zijn echtgenote en kinderen herkende in de niet zo flatteuze weergave.


Willink schilderde fantastisch realistisch werk, magisch realistisch, maar verrassender in dit museum vond ik een vroeg werk van een huis met een open deur in een landschap. Een dreigend landschap, dat al wel.
Bij Dode jongen van Pyke Koch maakten mijn gedachten een bruggetje naar Erwin Olaf, van wie ik later boven foto's aantrof.
Foto's liegen niet, zeggen mensen gemakkelijk, terwijl Olafs foto's geënsceneerd zijn.
Mooi dat het museum ook royaal ruimte geeft aan latere realisten en niet alleen aan bovengenoemde klassiekers.
Herman Berserik bijvoorbeeld. Zijn Ontmoeting in Lixhe heeft overigens weinig realistisch, maar dat maakt het juist intrigerender.
Een wand met zelfportretten van Philip Akkerman, een bescheiden deel van zijn oeuvre dat liefst 3600 zelfportretten kent. Wie is de echte Philip Akkerman?
Allemaal, denk ik.
Grappig om een citaat van hem te lezen: 'Ik vind het totaal niet interessant wie ik ben. Dat ik er ben, dat vind ik schokkend'.
 


Bij Ochtend van Jan Beutener kreeg ik meteen een associatie met Snijden aan gras van Co Westerik. Dat werk, ooit voelbaar scherp in de NS-treinen (waarom doet de NS trouwens niet meer aan kunst in de treinen?) hing er niet.
Maar aan de overzijde van de zaal hingen wel andere werken van Westerik, onder meer Misdadiger.
Welhaast onder het motto: What you see is what you get, en we plakken er ook nog het etiket Misdadiger op.

Zo scherp kijken dat het pijn doet. Le petit monde, werk van Silvia B. met ogenschijnlijk twee keurig geklede meisjes. Maar zie de felle blikken waarmee ze het jochie op de knieën dwingen.

En Tobias Schalken dan met His unexpected return. Op het eerste gezicht een schattig schoolmeisje over haar lessenaar gebogen. Van de andere kant bekeken zie ik pas de volwassen hand en de harige arm.
Kunst die verontrust, vragen oproept, iets doet op zijn minst.

Wat is dit museum MORE, ook het fraaie gebouw van Hans van Heeswijk, een aanwinst voor liefhebbers van modern realistisch werk.
In 2016/2017 wordt Kasteel Ruurlo de tweede locatie en daar krijgt het werk van Carel Willink een centrale plaats.

http://museummore.nl/

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten