vrijdag 9 juli 2010

Oudleren


Ik heb iets met circus en vooral met jongleren. Meermalen maakte ik als journalist reportages over circusscholen. Hoe jonge mensen maanden bezig waren om hun act te vervolmaken, fascineerde me. Met bewondering keek ik een dag lang hoe ze welgemoed de 4, 5, 6 of meer balletjes opraapten en opnieuw begonnen. In de wetenschap overigens dat zij de volgende dag weer stonden te oefenen, en de volgende volgende dagen.
Het is geen wonder dat circusacts een plaats kregen in enkele boeken: 'Reisgenoten gezocht' en 'Circus in gevaar'.
Mijn motoriek is niet geweldig, mijn oog-handcoördinatie evenmin en mijn links-rechts gevoel bedroevend. Toch besloot ik 10 jaar geleden dat ik in de kampeervakantie wilde leren jongleren. Met drie balletjes, dat was mijn hoogste ambitie. Ik ken mijn beperkingen. En het lukte. Daarna durfde ik zelfs enkele keren in schoolklassen op te treden als verluchtiging van mijn boeken.
In navolging van de klassieker 'Oom Jan leert zijn neefje schaken' zie je op de foto: Tante Annie leert haar neefjes jongleren. Zij bleken natuurtalenten, terwijl ik een paar weken ploeteren nodig had gehad.
Inmiddels weet ik dat voor mij jongleren niet hetzelfde is als fietsen. Ik ben het verleerd.
Vorige week las ik het - goede - jeugdboek 'Jongleren' van Marc van Velzen en ik kreeg er weer zin in. Daar komt bij dat mijn nieuwe huis met tuin toch handiger jongleert dan een balkon op vierhoog. Ik heb de balletjes van zolder gehaald, er valt weer iets te overwinnen deze zomermaanden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten