woensdag 28 januari 2015

De liefde in gedichten

Met zingen is de liefde begonnen.
Zo luidt het motto van de Poëzieweek die morgen 29 januari begint. Ik heb zitten kauwen op dat motto, maar ik kwam er niet erg uit. Met dansen/fluiten/kijken/zoenen/vrijen enz. is de liefde begonnen. Net zo makkelijk.
Overigens vind ik het ook nogal pretentieus te suggereren dat zingen (lees: dichten) in staat is de liefde te laten ontbranden.
Een kip of ei-kwestie wellicht, want andersom vind ik minstens zo plausibel. Van de liefde ga je zingen, dichten en openen.

Ik schrijf al lang gedichten en net als het oudste bewaarde gedicht in de Nederlandse taal (Hebban olla vogala, enz.) een liefdesgedicht is, gaat ook mijn oudste bewaarde gedicht over de liefde. Nou ja, noem het verliefdheid.
Het staat in mijn eerste dagboek, met een heus slotje.

Ik studeerde toen Frans en heb het in het Frans geschreven, omdat ik dat mooier vond klinken. Als ik het letterlijk vertaal, wordt het inderdaad nóg prozaïscher.
Jij at/ ik at/ jij keek/ ik keek. Zo begint het gedicht Toi.
Het daaropvolgende poëem heet: Einde?
Tussen dat en mijn laatste liefdesgedicht Hotmail liggen tientallen jaren en werelden van verschil. Van dromen tot daden.
Maar het verlangen en missen bleef de doorgaande lijn.


Vandaag schreef ik:

De liefde is een kamer met talloze hoeken
ze heeft me er al vele laten zien.
Maar nog niet alle.

Oppervlakkige beschouwing van mijn liefdesgedichten laat me zien dat ze maar een fractie vormen van het aantal gedichten dat ik schreef.
De zee, de natuur, observaties van de menselijke soort, leven en dood, ze brengen me minstens zo vaak tot dichten.
Bovendien vermoed ik dat bij de liefdesgedichten de juichende, verheerlijkende categorie veruit in de minderheid is. Dat zegt niets over mijn liefdesleven, maar alles over het feit dat de schrijfbehoefte waarschijnlijk groter is bij wanhoop, twijfel en verlies.

Tijdens de Poëzieweek zijn er activiteiten in het hele land, met onder meer optredens en workshops.
In Wageningen wordt morgenavond de nieuwe stadsdichter gekozen. Hij of zij volgt Laurens van der Zee op die de afgelopen drie jaar het eerste stadsdichterschap met verve en toewijding heeft vervuld. Laurens, dank je wel!

De nieuwe stadsdichter van Wageningen wens ik alvast veel succes en plezier!

dinsdag 27 januari 2015

Hoog water

Het Rijnwater zwelt, breed en bruin

Dat kopte het Gelders Dagblad vandaag precies 20 jaar geleden. Zandzakken werden gevuld, dijken in allerijl versterkt, evacuatieplannen gereed gehouden.
Met verschillende journalisten van het Gelders Dagblad versloegen we paginagroot de nieuwste ontwikkelingen in de regio.
Ik werkte in die maanden op de redactie Veenendaal en ik herinner me nog mijn reportages in Elst en Amerongen, die - hoewel aan deze kant van de Rijn - toch door het hoge water werden bedreigd. Ook hier moesten mensen en dieren geëvacueerd worden.

Inhoudelijk gezien zijn voor journalisten zulke nieuwsfeiten de krenten in de pap. Maar ook in deze hectische dagen drong het menselijk leed zich aan me op.
Ik herinner me nog goed dat ik enkele dagen later bij Rhenen de evacués uit de Betuwe de Rijnbrug over zag komen. Een eindeloze stroom vluchtauto's met caravans en aanhangertjes met bezittingen. Een treurig, angstaanjagend beeld. Wat als het water echt vernietigend toesloeg?
Ik weet ook nog dat ik me wel afvroeg of voor mij het verslepen van mijn koelkast de hoogste prioriteit zou hebben. Zou ik mijn karretje niet eerder volladen met fotoalbums, dagboeken, brieven en andere onvervangbare spullen? Maar wie weet wat voor onzinnigs ík in blinde paniek zou meenemen.

In Wageningen rukte het water op tot aan de Grebbedijk, zoals eind 1993 ook was gebeurd. We woonden toen nog maar net een half jaar in Wageningen, aan de Churchillweg, toch nog een eind van de dijk.
Ik weet niet meer of het evacuatieplan dateert van '93 of van '95. In elk geval kregen we een brief van de gemeente waarvan ik me de strekking nog wel herinner, plus het kaartje. Het hoge water zou zowat op de middenstreep van onze weg tot stilstand komen. De overburen zouden nog wel 0,5 meter krijgen, bij ons bleef het wonderwel droog.
Er zou ons dus niets gebeuren, zo stelde de gemeente ons gerust. Maar áls het onverhoopt toch mis zou gaan, dan zouden de evacuatiebussen ook voor ons op de Dreijen gereed staan. Toch niet helemaal geruststellend dus. Maar vergeleken bij de Betuwe was er in Wageningen niet veel aan de hand.

De angst voor hoog water heeft diepe sporen nagelaten, zo valt ook nu weer te lezen in de stukken in de media die terugblikken op het hoog water en de dijkversterkingen die dat tot gevolg had.
Toen ik enkele maanden later voor het weekblad Boerderij aan de slag ging, was toevallig mijn allereerste artikel 'Een stortvloed van leed. Het water is weggeëbd, de misère niet.' Daarin blikten boeren en hulpverleners terug op die bewogen periode.

vrijdag 23 januari 2015

Een man voor Juf

Een man voor Juf
Juf Jet heeft nog geen man en de klas wil wel een handje helpen om er een te vinden. Dus organiseren ze een speeddate.
De een na de andere kandidaat komt opdraven. Maar het loopt natuurlijk allemaal heel anders.

'Een man voor Juf' is een toneelstukje van 10 minuten voor groep 7/8 waaraan veel leerlingen kunnen meedoen. Er zijn geen uitgebreide decors of rekwisieten nodig. Het stuk kan zelfs in een gewoon klaslokaal gespeeld worden.
Ik schreef het onlangs voor de website Kinderpodium waar korte en langere toneelstukken op staan voor uiteenlopende groepen en met verschillende thema's.
Eerder al schreef ik voor Kinderpodium 'Hiep hiep voor Juf' eveneens voor groep 7/8.
De toneelstukjes kunnen na betaling meteen gedownload worden van de site.

Ik vind het heerlijk om toneel te schrijven, al komt het er nog te weinig van. Met deze korte toneelstukken prikkel ik mezelf en de klassen om meer met toneel bezig zijn.
Een toegankelijk toneelstukje voor in de klas. Misschien ook een idee voor Valentijnsdag?

dinsdag 20 januari 2015

Maskers

Mijn voorliefde voor Afrika moet ergens in mijn jeugd begonnen zijn. Misschien dankzij het knikengeltje in de refter van het klooster in Rolduc waar mijn oud-tante zuster Tosanna woonde.
Wellicht door het zilverpapier dat we spaarden voor de 'arme nikkertjes' in de missie of de priester-student Iggi voor wie wij op de middelbare school in Weert een dubbeltje per week spaarden en die wij via de missieclub van de MMS steunden. Op woensdagmiddagen knutselden wij sieraden zoals colliers en oorbellen die we op fancy-fairs verkochten ten bate van ons goede doel.
Vanaf 1978 werd die belangstelling alleen nog maar groter toen mijn man destijds via studie en later werk naar Afrika reisde. Sindsdien kwamen ook Afrikaanse maskers ons huis in, met name van Ivoriaanse stammen als Senoufo, Dan en Baulé.
In 1995 maakten we samen een rondreis van drie weken door Ivoorkust, ver voorbij de toeristische high-lights als Man en Yamoussoukro. Ik schreef erover in mijn boek De helft van de route.

Daarin verhaal ik ook over onze gang langs marktkramen op zoek naar een fraai masker. De rituelen die daarmee gepaard gaan. "Ah, maar meneer is kenner. Dan heb ik iets speciaals. (...) De handelaar troont ons mee naar de achterkant van de kraam. Hij opent een haveloze kist, rommelt er wat in en duikt van onderen iets op, verpakt in gescheurd krantenpapier of in een voddige doek.
Het is of hij een heiligdom uitpakt en misschien was dat oorspronkelijk ook zo. Stoffig, wormgaten, gepluisde haren en uitgebeten mondholtes. (...)
En natuurlijk offreert hij het ons voor een vriendenprijs.
Langzamerhand worden we een beetje moe van alle verhalen over authentieke maskers en speciale prijzen voor ons als vrienden, en van al dan niet opdringerige verkopers.
Uiteindelijk kopen we aan het eind van die reis een prachtig rood Guro-masker in de rustige winkel van Hôtel Ivoire in Abidjan. We rekenen zeker geen vriendenprijs af aan de kassa. Afdingen is er niet bij in de Rose d'Ivoire.

Magisch Afrika, maskers en beelden uit Ivoorkust: Baulé, Lobi, Dan, Senoufo en Guro. Geweldig dat die tentoonstelling nu in Nederland te zien is.
In De Nieuwe Kerk in Amsterdam zijn ze te bewonderen. Ondertitel is: De kunstenaars ontdekt. Deskundigen hebben de werken onderzocht en toegeschreven aan hun makers en hen daarmee uit de anonimiteit gehaald. Het is immers niet vanzelfsprekend dat de kunstenaars van religieuze kunst aandacht krijgen.
Door een enthousiasmerende lezing onlangs van Reno Raaijmakers over oorsprong, thema's en uitwerking ben ik veel beter gaan kijken.
Het was een feest langs de kunstwerken te dwalen en in te zoomen op details. Ze zijn gemaakt als eerbetoon of als bezwering, maar altijd met een enorm vakmanschap.
Films, documentatie en een catalogus begeleiden de tentoonstelling.

Voor kinderen heeft Abdelkader Benali een aansprekend boek geschreven: Mijn naam is Leo.
Over de zoektocht van een Ivoriaanse topvoetballer naar zijn vader. In een vlot leesbaar verhaal belicht hij de recente geschiedenis van Ivoorkust zoals de burgeroorlog, maar ook de rol van maskers.
En wat leuk om weer even met Benali mee te reizen naar plaatsen als Ferkessédougou en Yamoussoukro.

De tentoonstelling Magisch Afrika in de Nieuwe Kerk is nog te zien tot en met 15 februari.


donderdag 8 januari 2015

Pen als wapen

 
Woorden



Woorden kunnen gevaarlijk zijn.
Ze kunnen liegen
bedriegen
verraden
vonnissen,
maar ook aanklagen
en aan de kaak stellen
tot gevaar voor eigen leven toe.

Niet overal spreekt vrijheid vanzelf
maar wordt zij opgesloten
in eenzaamheid, honger en
verlies van waardigheid.
Een hoge prijs
die slechts een enkeling wil betalen.
De dwaze dapperen
die durven dromen
dat het kan:
een betere wereld.

Wat zou ík doen?
Met mijn woorden aanklagen,
rechtelozen en woordelozen
een stem geven.
Mijn pen inzetten als wapen
tot gevaar voor eigen leven toe?

Ik durf
mijn hand
er niet voor
in het vuur te steken.


Dit gedicht schreef ik voor de Schrijfmarathon in Weert van Amnesty International op 10 dec. 2014
 

zaterdag 3 januari 2015

Een goed jaar


2014 -->2015 

Heb je alle jaaroverzichten gehad, komt Van Gansewinkel ook nog eens. Zelf kon ik geen jaaroverzicht meer zien en voorspellingen? We merken het vanzelf wel, meestal loopt het toch anders.
Maar ik wil 2014 niet zomaar laten gaan, want het was een goed jaar, voor mij althans.
Geen dag ziek geweest, steeds het besef dat warme familie en een rijke vriendenkring me omringen. Wat wil een mens nog meer?
Vervullend werk.
En ook dat was in ruime mate voorhanden. Ik heb met plezier veel bedrijfstrainingen schriftelijke communicatie gegeven voor Schouten & Nelissen en als schrijfster trad ik op in scholen en bibliotheken. Ik schreef gedichten voor de tentoonstellingen SUB en Componisten en Kunst, in combinatie met beeldende kunst en muziek. Voor het dansproject Dreambody van InMotion werd ik geïnterviewd over mijn relatie tot de Rijn.
In twee uitgaven van het Limburgse Platbook staan teksten in mijn moedertaal, het dialect van Weert.
Ik schreef de praktisch bruikbare korte toneeltekst Hiephiep voor juf voor Kinderpodium.
Voor Libelle Academy ontwikkelde ik de workshop Reisverhalen schrijven.
Ook verscheen er een nieuw boek: Vreemdgaan in de serie Thuisfront van Uitg. Eenvoudig Communiceren, Makkelijk Lezen-boeken voor jongeren.
Een 'gewoon' 12+-boek rondde ik af en ik ben nog in afwachting van het oordeel van de uitgever. Altijd spannend.
Een gevuld, rijk jaar met zoveel mooie dingen van het leven: natuur, film, muziek, beeldende kunst, Oerol, filosofieweek bij ISVW, schrijfweek in 'mijn' Egmond aan Zee, en natuurlijk boeken.

Zie dat maar eens te overtreffen in een nieuw jaar. Toch zijn de voortekenen beloftevol. Voldoende werk in bedrijfstrainingen en cursussen en het zal daarbij een kunst zijn om ruim tijd vrij te maken voor het schrijven, toch nog altijd mijn core business.
In 2015 komen maar liefst twee nieuwe boeken uit: een 9+-boek bij uitg. De Eenhoorn en een nieuw 12+ Makkelijk lezen boek. Daarover trompetter ik binnenkort ongetwijfeld trots via social media.
Ook een prachtig vooruitzicht voor dit jaar: het gloedvolle project Schrijversharten waarin ik op ontdekking ga samen met mijn collega-schrijvers Martijn Adelmund en Laurens van der Zee.
Het nieuwe jaar, ik heb er zin in.

Ik wens jullie, cursisten en lezers van dit blog, - al dan niet schrijvend, met of zonder schrijfcursus, - een goed jaar!

zaterdag 27 december 2014

Mode - toekomst

De toekomst van de mode is al begonnen. De modetentoonstelling in Museum Boijmans in Rotterdam zegt dat niet alleen in de titel: The Future of Fashion is Now.
Toen ik er dinsdag was, werd ik me weer eens bewust dat we in een spannende tijd leven, met onzekerheden. Maar ook een leuk spannende tijd, met veel mogelijkheden.
Mooi dat mode me er weer bewust van maakte hoe verlammend angst kan zijn en hoe nieuwsgierigheid juist vitaliserend werkt.
Ik kan bijna niet wachten tot ik mijn geschetste creaties uit mijn eigen 3D-printer zie rollen.
Boijmans heeft zo'n vijftig ontwerpers bijeengebracht in een levendige, goed gedocumenteerde tentoonstelling. Bekende namen als Iris van Herpen en Viktor & Rolf, maar ook ongetwijfeld de grote namen van de toekomst.
Ontwerpers die de mogelijkheden verkennen van de techniek, duurzaamheid, maar ook de verbinding tussen mode en samenleving zoeken.
Iris van Herpen liet zich bijvoorbeeld inspireren door de deeltjesversneller van CERN.
Jum Nakao
Ontwerper Helen Storey illustreert de vluchtigheid van mode, of misschien zelfs de vergankelijkheid van het leven, met een jurkje dat in een mum van tijd oplost, zodra het in contact komt met water. In een takelinstallatie hangt het kledingstuk boven een dreigende bak water.
Si Chan
Er is de papieren jurk van Jum Nakao. Eerdere creaties waar 700 uur werk in zat, werden na de show op de catwalk, tot ontsteltenis van het publiek, in luttele minuten verscheurd door de mannequins.
Mode als statement of grap, zoals werk van Si Chan uit de Hug Me-collectie.
Soms raakt juist de eenvoud me, zoals de Structural Mode ontwerpen van Rejina Pyo. Is het omdat ze me deden denken aan de simpele kerstengeltjes die ik vroeger vouwde uit een papieren cirkel?
Rejina Pyo
Is het mode, is het beeldende kunst? Het antwoord op die vraag doet er niet toe.
Waartoe dient mode? Ook hier is geen eenduidig antwoord. In de vroegste culturen al waar leven dagelijks een strijd van leven op dood was, was toch ook ruimte voor decoratie. Schoonheid maakt het leven draaglijk.
Het is goed als mode voeling houdt met de realiteit en dat laat deze tentoonstelling zien.
Zijn de woorden van Julia Krantz aan de wand een constatering of ook een waarschuwing? Bij gebrek aan idealen verheerlijken wij geconstrueerde identiteiten als eigentijdse iconen.

Een andere begeleidende wandtekst refereert aan het tactiele van mode. Dat beaam ik volmondig. Shoppen is geen liefhebberij van mij, maar áls ik in een modewinkel ben, gebruik ik mijn handen. Hoe de stof aanvoelt, bepaalt in belangrijke mate mijn interesse voor een kledingstuk.
Jammer dus dat je bij deze expositie niets mag aanraken.

En dan moet me nog iets anders van het hart. De film van de show van Viktor & Rolf was een verademing. Meer dans dan modeshow, meer choreografie dan afgezaagde passen op de catwalk. De ontwerpers die met aandacht de modellen en hun creaties stileren in hun Zen Garden.

Waarom lijken de meeste mannequins al jaren zo op elkaar? Ze bewegen zich voort als steltvogels. Uit dezelfde mal gegoten van schriel, ongenaakbaar en gedeprimeerd. Moet een afstandelijk en koel gezicht de aandacht van het model geleiden naar de kleding, waar het allemaal om draait?
Bij mij leidt het juist af, want ik blijf me vragen stellen. Waaraan lijden die vrouwen zo? Ze lopen immers vaak in de fraaiste of kostbaarste creaties.
Is mode dan zo serieus en vreugdeloos?
Gelukkig toont de expositie in Boijmans de mode ook in haar lichtheid en optimisme voor de toekomst.

Website Boijmans - The Future of Fashion is Now  - nog te zien t/m18 jan. 2015

Blog: Mode - verleden