Maar gisteren pakte dat weer eens omgekeerd uit.
Het fietsrondje was vertrouwd: Binnenveld, Grift, wandelrondje op de Grebbeberg en via de dijk naar Wageningen terug.
Langs de oever van de Grift dook de eerste vraag al op in de vorm van een grote roofvogel die majesteitelijk planeerde, relatief vlak boven mijn hoofd. Vol bewondering stapte ik af. Na een piepende kreet voegde zich er nog een tweede exemplaar bij. Ze zeilden ronde na ronde binnen mijn gezichtsveld. De camera van mijn simpele mobieltje kan zoiets natuurlijk niet aan, maar ze staan er toch op, de twee roofvogels, vermomd als stip.
En daar dienden zich de vragen al aan en ook de site met vogelwaarnemingen in de regio gaf achteraf geen sluitend antwoord.
Was het de rode wouw (categorie: zeldzaam)? Was het de slangenarend (categorie: zeer zeldzaam)? Of toch gewoon een buizerd (geluid van gemiauw van een kat, las ik ergens. Maar ik hoorde hoogstens één miauw)? En een buizerd was gisteren toch blijkbaar niet gesignaleerd door de vogelaars?
Een uur later toen ik in het centrum van Wageningen bij vrienden was neergestreken voor koffie doken overigens dezelfde (waren het dezelfde?) vogels op, maar de verrekijker kwam te laat.
Onderlangs de Grebbeberg stuitte ik op de volgende vragen. Wat deden die hommels daar op het pad? Werd ik ongewild voyeur van hun liefdesspel? Of was er een aan het sjorren aan een dood paard/dode hommel? Waarom was die ander zo bewegingloos?
De hamvraag was weer: waarom heb ik toch zo'n behoefte om de natuur van naametiketten te voorzien? En de hamhamvraag: waarom doe ik dan zo weinig moeite om me er eens echt in te verdiepen?
Kortom: ik kwam weer eens met meer vragen thuis dan met antwoorden.
Eerder weblog: Etiketjes
Eerder weblog: Stedeling ontdekt natuur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten