Park Sonsbeek, Arnhem plaquette gedicht Een lege plek |
'Ach', zei ik vanmorgen hardop, toen ik las dat Rutger Kopland is overleden op 77-jarige leeftijd. Hij is een van mijn lievelingsdichters. Toen ik hem in 2009 zag optreden in Oosterbeek was hij een broze man geworden, en toch was hij sterk.
Ik haal uit mijn boekenkast vier van zijn dichtbundels en 'Het mechaniek van de ontroering' waarin hij het geheim van de esthetische ervaring probeert te ontsluieren.
Ik blader, sta stil en laat mijn ogen over zijn gedichten gaan, waarmee ik kennismaakte tijdens mijn studie Nederlands. Ik weet nog dat ik 'Het orgeltje van yesterday' op de boekenlijst voor mijn examen moderne letterkunde had gezet. Daarin staat bijvoorbeeld het gedicht 'Zijn jas' (citaat: '... hoe dood hij was en hoe ver weg mijn jeugd'), maar ook 'Weggaan' ('Weggaan kun je beschrijven als een soort van blijven').
Een van mijn favoriete gedichten blijft 'Gedicht over de Drentse A'. Telkens heb ik het herlezen en vaak las ik er iets anders in. Nooit heb ik het echt kunnen doorgronden en daarom bleef het me waarschijnlijk ook fascineren. Ik ging zelfs op zoek naar het landschap en het café dat erin voorkomt. Later las ik pas in een interview met Kopland dat hij er het fijne ook niet van begreep. Het staat in de bundel 'Wie wat vindt heeft slecht gezocht'. Rutger Kopland was een zoekend dichter, iemand die mij als lezer meeenam in die zoektocht, bijvoorbeeld in het gedicht 'Wat is geluk.'
Jonge tarwe, o.i.d. Binnenveld Wageningen |
En vanmorgen fietsend in het Binnenveld bij Wageningen kwam dat gedicht weer boven toen ik de tere aanplant zag van jonge tarwe (of ander graan of groen, want zoveel kijk heb ik er niet op).
Rutger Kopland laat een lege plek achter in het dichterslandschap, maar gelukkig blijven zijn prachtige gedichten.
Overlijden van Rutger Kopland op website Literatuurplein
Geen opmerkingen:
Een reactie posten