donderdag 1 maart 2012

Anti-crisis

Voor wie het nog niet wist: we zitten in een crisis, een diepe crisis. Onze economie groeit niet meer en stilstand schijnt achteruitgang.
Juist goed om eens even stil te staan en te kijken naar waar die groei ons heeft gebracht.


Natuurlijk, er zijn - ook in Nederland - mensen die niets meer in te leveren hebben. Daar heb ik het hier niet over.
Maar waarom willen we toch altijd meer? Ook ik. Waarom bijvoorbeeld doe ik soms mee aan een loterij? Ik heb toch genoeg om van te leven.
Angst, denk ik, angst voor slechtere tijden, appeltjes voor de dorst verzamelen. Ik heb financieel betere tijden gekend dan nu, én financieel slechtere tijden. Toch kan ik me niet herinneren dat meer of minder geld ook maar enige invloed op mijn geluk had.
De wereld lijkt op de rand van de afgrond te staan met een paar procent minder groei, terwijl ik me soms afvraag hoeveel goeds ons die voortdurende groei heeft gebracht. Bekeken met een benauwde westerse blik bovendien, want er zijn veel economieën in de wereld die wel groeien en zelfs met groeicijfers waar westerse cijferaars hun vingers bij zouden aflikken.
Een beetje minder onze stand ophouden geeft ook ruimte voor creativiteit, rust en ontspannen. Onbetaalbaar.

Dat betekent de angst afschudden. Paul Weelen, zanger in het Kerkraads, stuurde gisteren zijn anti-crisislied 'Floepsjieser' rond. Dat betekent zoveel als bange schijterd en hij pleit voor lef en gewoon de dingen te doen waarbij je je goed voelt.
Dat is me uit het hart gegrepen. Als schrijver voel ik me soms belaagd door sombere berichten en voorspellingen over de verpletterende overmacht van het e-book op het papieren boek, de ontlezing, uitgevers die vooral nog zouden kiezen voor risicoloze uitgaven, bezuinigingen op bibliotheken, enz. Hoe kan ik daar nog tegenin schrijven?
Maar gelukkig ben ik te eigenwijs om weg te glijden in schijtlijster-gedrag en in een hoekje de klappen af te wachten.
Ik zie mezelf meer als een vogel die soms knalhard tegen de ruit met dreigende teksten aanvliegt, voor dood neerstort, versuft opkrabbelt en toch weer met een eigen lied verder vliegt.

Het wordt tijd dat de creacratie terrein verovert op de plutocratie. In de klassieke oudheid vertegenwoordigde een 'talent' een grote geldwaarde.
Een prachtig symbool van een voorhoede-overwinning staat al zeker twintig jaar ingelijst in mijn werkkamer. Het oude Franse 50 francs-biljet met 'Le petit prince' van Saint-Exupéry vond ik destijds al de terechte bekroning van de verbeeldingskracht.

Website Paul Weelen, met liedje Floepsjieser

Geen opmerkingen:

Een reactie posten