Vandaag heb ik eindelijk weer de zee gezien na een ongekend lange tijd van bijna zeven maanden. Het kwam ook nog eens ongepland, dankzij het noodlottig ongeval bij Veenendaal waardoor de trein naar Utrecht gestremd was. Daardoor moest ik de auto nemen naar mijn zakelijke afspraak over een bedrijfstraining in de kop van Noord-Holland.
Na het gesprek was het weer zo opgeklaard dat ik de roep van de zee, op slechts luttele autokilometers, niet kon weerstaan. Zo stond ik om vier uur op 'mijn' strand van Egmond, maar totaal overdressed: strak in het pak, voor mijn doen althans, en op pumps.
Gelukkig heb ik altijd mijn oeroude laarzen (maar liefst 38 jaar lang doen die al trouwe dienst, tel ik net even uit) in de auto liggen. Dat ze standaard in de kofferbak liggen, dateert uit mijn tijd als prille journalist toen ik eens op naaldhakken door een archeologische opgraving strompelde. Ze kwamen later meermalen van pas als ik weer eens met mijn poten in het bluswater stond, zoals een ijverig journalist betaamt.
Groeten uit Egmond aan Zee |
Afgezien van een plagerig buitje was het aangenaam wandelweer. De westenwind had geen strandstralende kracht meer, maar blies goedmoedig golven over het helmgras: een wave voor moeder natuur.
Wonderlijk hoe een paar uurtjes strand en zeezicht alle bekommernissen uit mijn hoofd kunnen blazen.
Rust en energie zijn er voor in de plaats gekomen.
Ik heb de zee bij het afscheid beloofd dat ik dit jaar nog eens terugkom.
Daar zit ik nou mooi aan vast.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten