Het is groeizaam weer, constateerde ik vanmiddag opnieuw in mijn achtertuin. Het tintelfrisse groen is bijna oogverblindend. Na de stevige buien vandaag moet ik goed opletten dat ik niet een kikker verpletter.
Ze hebben het blijkbaar naar hun zin in mijn tuin. Vorige week telde ik er maar liefst zeven in mijn bescheiden vijver. Soms ontwaar ik net op tijd aandoenlijke kleintjes, de twee prachtige, stevige exemplaren van zojuist kon ik niet over het hoofd zien.
Toen deze sprong, meende ik aan zijn knietjes te zien dat het een kikker was. Maar zoals hij zich plomp stilhield voor de foto, had hij toch ook wel wat van een pad. Maakt niet uit, ik heb er geen behoefte aan om uit te testen of er een prins onder schuilgaat.
Ik trof een ander natuurverschijnsel aan. Nou ja, natuurverschijnsel, eigenlijk meer een brevet van onvermogen als deugdelijke huisvrouw. De doornatte kokosmat bij de achterdeur blijkt een ideaal kweekmatje. Welkom!
Als de nieuwsgierigheid het blijft winnen van de schaamte, wacht ik af welke plantjes hier ontluiken. Misschien groeien er in de toekomst wel berkenbomen uit. De naburige berk heeft immers de afgelopen weken ontelbare zaadjes uitgestort.
Ik zie hier op mijn erf weer hoe onvoorstelbaar sterk de natuur is. Wij maken er als mens dan toch wel een enorme zooi van dat we het voor elkaar krijgen dat planten en dieren uitsterven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten