zaterdag 19 maart 2011

Landgoed ontdekt

Hoewel ik al achttien jaar in Wageningen woon en er ook meermalen langs wandelde of fietste, heb ik vandaag pas voor het eerst ONO bezocht. Zo heet in de volksmond het landgoed en de zorginstelling Oranje Nassau's Oord.
Aan de bosrand tussen Wageningen en Renkum kun je het imposante gebouw niet missen, waarvan de oorsprong teruggaat tot de tijd van koningin Emma en koning Willem III. Na zijn functie van sanatorium vangt het nu uiteenlopende groepen zorgbehoevenden op.

Omdat ik te vroeg was voor de open dag, zocht ik een bank op met zicht op het hertenkamp en in de verte het Renkums Beekdal. Hoe zou het zijn om hier over een jaar of 20/30 mijn oude dag te slijten, zat ik even te mijmeren.
Maar daar wil ik nog helemaal niet aan denken, al zijn er naargeestiger oorden denkbaar. Sterker nog, Oranje Nassau's Oord ligt er prachtig bij, zeker op deze zonnige dag en ook binnen oogt het ruim en licht. Het heeft bovendien een menselijke maat.

Ik deed nog enkele ontdekkingen. ONO valt sinds 16 maart onder de gemeente Wageningen en dus niet meer onder Renkum. Hebben 'we' er heel stilletjes een prachtig landgoed bijgekregen.

Koning Willem III had als hobby houtbewerken en in het gebouw wordt zijn gereedschap nog bewaard, evenals een servies van koningin Emma. Ik wist al wel dat ze op het landgoed ook een theetuin had. Overigens kwam ze niet vaak op haar buiten in onze regio.

En voor het eerst zag ik dat er op het terrein een ijskelder is. Vreemd dat ik die nooit eerder spotte. Ging die altijd verscholen in het struweel? In elk geval lagen vlakbij indrukwekkende stapels gekapte boomstammen.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Oranje_Nassau%E2%80%99s_Oord

vrijdag 18 maart 2011

Daar doe je het voor

Heel sporadisch kan ik bevangen worden door existentiële twijfel aan mijn bestaan als schrijver. Maar in contact met lezers verdwijnt daarvan gelukkig elk spoor.
Zoals deze week toen ik weer een middelbare school bezocht. Ik kwam in drie klassen met pubers en voor veel van hen is lezen een hele opgave.
Samen met docenten hadden ze zich voorbereid op mijn komst, er was voorgelezen uit mijn boeken en sommigen hadden zelf ook iets gelezen.
Ik werd geraakt door de openheid van enkele leerlingen die vertelden over hun leeservaring.
Eén was gegrepen door 'Liedje van verdriet' dat gaat over Esther wier oudere zusje Judith is verongelukt. De leerling had een broer verloren door een ongeluk. Uiteraard vond hij het een confronterend boek, maar hij vond het wel fijn om het te lezen.

Mijn laatste boek 'Zat' - over Roos die een moeder heeft met een drankprobleem-, had bij meer leerlingen indruk gemaakt. Een jongen die moeite heeft met lezen zei trots dat hij het in een uur uit had. Een ander had het zelfs voor de tweede keer gelezen.
Mijn boek is vooral ook bedoeld voor jongeren die moeite hebben met lezen. Van zulke leeservaringen kan ik dan ook blij worden.
Voor kinderen in een vergelijkbare situatie kunnen zulke boeken steun en herkenning geven.
'Maar ook als je zoiets niet zelf hebt meegemaakt, is het goed om zo'n boek te lezen,' zei een leerling. 'Je begrijpt dan beter wat anderen uit je klas meemaken.'

Zulke reacties geven mij veel voldoening, daar doe je het voor. Tegelijkertijd vind ik het schrijnend te weten dat de situaties die ik bedenk voor mijn boeken, harde werkelijkheid zijn voor kinderen. Zij dragen te jong een zware last op hun schouders en moeten zorgen voor hun ouders, terwijl ze zelf nog zo kwetsbaar zijn.

http://www.annievangansewinkel.nl/boeken/liedje_van_verdriet.cfm
http://annievangansewinkel.blogspot.com/2010/08/zat.html

Moedertaal (3)

Ik ben mijn ouders dankbaar dat ze mij het Weerts dialect met de paplepel hebben ingegeven. Tot ik naar groep 1 ging (voorheen kleuterschool, en in mijn tijd bewaarschool) sprak ik alleen maar plat.
De meeste kinderen halen die 'achterstand' in het Nederlands gauw in.
Onderzoeken hebben uitgewezen dat dialect spreken eerder taalverrijking is dan verarming. Kinderen zijn op jonge leeftijd heel gevoelig voor een tweetalige opvoeding.
Toch staan ook de Limburgse dialecten onder druk. Bij elke volgende generatie vermindert het aantal dialectsprekers. Anderzijds schijnt de jeugd weer wel juist het dialect te gebruiken bij sms'en en chatten. Bovendien bloeit de dialectmuziek volop en trekt bijvoorbeeld Gé Reinders met zijn liedjes in het Roermonds volle zalen boven 'de grote riolen' (dixit Gé).

Om kinderen in Limburg bewust te maken van het dialect dat ze spreken of om zich heen horen, is het lespakket 'Dien eigen taal' ontwikkeld. Voor middelbare scholen is er het vervolg 'Wiejer in dien taal'.
Het wil leerlingen bewust maken van verschillen tussen dialect en Nederlands, het gebruik van dialect en er staan verhaaltjes, gedichten, moppen en uitdrukkingen in. Voor niet-dialectsprekers is er uitleg in het Nederlands.
Er zijn versies in verschillende dialecten, zoals het Roermonds, Maastrichts, Geleens, Sittards, Weerts en Venloos.
Ik ben er trots op dat een verhaalfragment van mij figureert in al die uitgaven. Het begin van 'De club van weggeloupe wichter' is vertaald voor het dialect van elke versie. Zo maken kinderen in heel Limburg kennis met de belevenissen van mijn eigenwijze personage Apekuëtel.
Scholen in Limburg kunnen dit lesmateriaal gratis gebruiken. Informatie is te krijgen bij de streektaalfunctionaris.
http://www.hklimburg.nl/sjablonen/dialecten/pagina.asp?subsite=176&onderwerp=896

http://www.hklimburg.nl/sjablonen/dialecten/pagina.asp?subsite=176&onderwerp=901

donderdag 17 maart 2011

Moedertaal (2)

linksboven het werk
 van Jantine Bindels
Voor de dialectbundel 'Sjrief plat' (uitgeverij TIC, 2005)schreef ik gedichten bij enkele kunstwerken. Het gedicht dat ik wilde schrijven bij een driedimensionaal werk van Jantine Bindels begon ik per ongeluk in het Nederlands te schrijven. Dat is de taal waarin ik ook het meest schrijf.


Teer
op het scherpst van de snede
zacht
tot op het bot
in een ritme
van geven en nemen
vervloeid
tot broze kracht,
vrijheid.

Het gedicht in deze vorm kon overigens enkele dagen later wel zo zijn première beleven tijdens de 24 uurs Gedichtenmarathon in de bibliotheek van Wageningen op 4 mei 2005.
Maar voor de Limburgse bundel had ik er niets aan. Het bleek geen kwestie van even vertalen, volkomen anders werd het. De beleving is volgens mij intenser, raakt merg en been. En dan is er nog dat slotwoord dat vanzelf anders werd.

Weîk
op 't scherpst van de sneej,
zaocht
tot oppe schînk,
uut gaeve en neme
gewasse,
braekbaar stérk,
ein wécht.

Het woord 'vrijheid' was getransformeerd tot 'kind'.
Ratio versus emotio?

http://www.uitgeverijtic.nl/Sjrief-plat-LiLiLi-51.php

Moedertaal (1)

Zondag was ik te gast in Salon Remunj, de literaire salon van Roermond die voor deze aflevering Dialeksalon was. De Limburgse dialecten voerden die middag de boventoon.
Pierre Bakkes interviewde me en ik las onder meer het verhaal voor waarmee ik in 2010 genomineerd was voor de Veldeke Literatuurprijs.
Pierre Bakkes is wetenschapper en kenner van Limburgse dialecten en hij was de eerste streektaalfunctionaris van de provincie. Hij heeft bijvoorbeeld aan de wieg gestaan van een lesmethode die scholen kunnen gebruiken om de leerlingen bewuster te maken van de Limburgse dialecten.

Met Pierre had ik het uiteraard over het verschil tussen schrijven in het Weerts, mijn moedertaal, en het Nederlands. Zelf heb ik er bij een interview ooit uitgeflapt: "Nederlands schrijf ik met mijn verstand, dialect met mijn hart."
Dat spontaan bedachte theorietje leek in de praktijk nog te kloppen ook. Over sommige gevoelige onderwerpen kon ik namelijk eerder schrijven in het dialect. Anderzijds kostte het me meer moeite om bij een emotionele gebeurtenis in het dialect voor te lezen dan in het Nederlands. Dat schiep vanzelf wat meer afstand, zodat ik mijn tekst beter kon brengen.
In de coulissen zei Pierre Bakkes dat mijn theorie lijkt te kloppen, ómdat het mijn moedertaal is. Was het Nederlands mijn moedertaal geweest, dan zou het omgekeerd zijn geweest.
Pierre is een van de grootste promotors van dialectgebruik in Limburg, dus ik was verrast door zijn relativerende zienswijze.

Ik ben benieuwd of dialectsprekers, al dan niet 'native speakers', zich in een van beide theorieën herkennen.


http://www.salonremunj.nl/

Mijn inzending 'De peddemoeëk op 't wit paerd' is nog te lezen op de site van Veldeke: http://www.teliz.nl/VeldekeN/CMS/literatuurpries2010.htm

maandag 14 maart 2011

Schrijf je portret

DEZE WORKSHOP ZIT INMIDDELS VOL.

Schrijf je portret.
Begin er maar aan! Hoe selecteer je uit al die personen en gebeurtenissen, hoe zat het echt, hoe kom je op het spoor van je herinneringen en hoe schrijf je dat beeldend op?
De bibliotheek in Wageningen viert dit jaar de Boekenweek met maar liefst drie schrijfworkshops komend weekeinde.
Op zaterdagmiddag 19 maart van 14.30-17.00 uur begeleid ik de workshop Schrijf je portret.
Bij het opslaan en terughalen van herinneringen spelen onze zintuigen een belangrijke rol. Ik geef prikkelende oefeningen, maar ook schrijftechnische onderwerpen als perspectief en vorm komen aan de orde.

Ervaring is niet nodig en deelname is gratis, maar het aantal deelnemers is beperkt. Vandaag hoorde ik dat de aanmeldingen goed lopen, dus wacht niet te lang met aanmelden: info@bblthk.nl

http://www.bblthk.nl/agenda/963/boekenweek-workshopweekend/

zaterdag 12 maart 2011

Ontmoetingen in Afrika

Eerder al was ik onder de indruk van hun Rwanda-project dat scholieren van Pantarijn in Wageningen presenteerden. Maar nu ik het boek 'Een vlinder in Afrika' heb gelezen ben ik er nog meer van overtuigd dat dit soort directe projecten wérken.
Het boek is een verslag met onder meer foto's en dagboekfragmenten. Scholieren en voetbalmeiden uit Wageningen en Kigali ontmoetten elkaar de afgelopen jaren op de King David Academy, een middelbare school voor weeskinderen.
Wat veel van die kinderen in de genocide van de jaren 90 is overkomen, kun je je nog niet voorstellen als ergste nachtmerrie.
Dat de scholieren uit het beschermde Wageningen de ervaringen van hun leeftijdgenoten als een schok hebben ervaren, is begrijpelijk.
Totaal verschillende werelden en toch zoveel wat hen bindt: dans, toneel, sport, uitgaan en plezier maken.

Wat me vooral raakt, is de enorm levenskracht die de jongeren in Kigali bezitten en soms ook het begrip en zelfs de vergeving voor de plegers van de gruweldaden.
Zoals Pacific (p. 92): Jullie moeten niet de indruk krijgen dat ik Hutu's haat. Velen zijn tegenwoordig goede vrienden van me. We eten en slapen samen en delen wat we hebben. In het begin was dat wel moeilijk voor me, maar ik heb geleerd ze te vergeven. Ik heb geen andere keus als ik verder wil met mijn leven.

Gelukkig zijn er nog steeds mensen die vanuit Wageningen leerlingen van de King David Academy steunen voor wie niemand het schoolgeld kan betalen. Uiteenlopende acties de afgelopen jaren, maar ook structurele giften zorgen ervoor dat deze jongeren toch een goede basis krijgen en zelfs zicht op een universitaire studie. Met die kansen kunnen zij later de leefomstandigheden voor zichzelf en hun familie verbeteren, en heel indirect ook voor hun land.


Een vlinder in Afrika, Hans Bronswijk, 2011 Uitgeverij Blauwdruk. Ook de opbrengst van het boek is bestemd voor het project.
http://www.uitgeverijblauwdruk.nl/boe/rwanda.html