zondag 9 juni 2013

Rondje natuur

Vanmorgen heb ik weer eens mijn vertrouwde zondagse fietsrondje langs de rand van Wageningen gemaakt, maar wel andersom, dus toch geheel anders. Route: Grebbedijk (ooievaarsnest bewoond), Grift, Binnenveld.
Het hoog water in de Blauwe Kamer reikte tot aan de Grebbedijk. Tussen het geboomte door zag ik veel meer vogels dan anders, lepelaars dacht ik onder meer te zien.
Hadden de vogels hun toevlucht genomen tot het extra rustige gebied nu de vogelobservatiehut van de Blauwe Kamer niet bereikbaar was. De brug stond immers onder water.
Ondanks of misschien dankzij de kou van de afgelopen tijd waren er veel verschillende veldbloemen te zien. De distel bijvoorbeeld en de lisdodde, de sigaar nog gehuld in zaadpluis.

In de berm van de Veensteeg trok een rood bordje mijn aandacht. Voor wetenschappelijk onderzoek van Wageningen Universiteit veronderstelde ik. Eind=Begin, of Begin=Eind?
En was dit slechts één bordje in een hele reeks? Waar stonden dan 6-1-A/B of 8-1-A/B? Of was de opeenvolging 7-2-C/D? Ik dreigde te raken aan een wiskunde-puist van mijn middelbare-schooljaren. Afblijven dus.

[Maar een beetje nieuwsgierig ben ik wel. Dus wie weet waar dit bordje voor dient? #dtv]

zaterdag 8 juni 2013

Logeerbeer gaat naar China

Logeerbeer gaat naar China!


Gisteren hoorde ik van uitgeverij De Eenhoorn dat zij de rechten heeft verkocht aan Petrel Publishing House.
Ik ben heel blij dat mijn prentenboek met de prachtige tekeningen van Elisah De Bruycker de wijde wereld in gaat.

Wanneer het precies uitkomt, is nog niet bekend. Eind augustus is de Beijing Book Fair. Het zou mooi zijn als de Chinese Logeerbeer daar al te zien is.




Eerdere blogs over Logeerbeer, het liedje, de kamishibai, in de cloud en de postkaart

vrijdag 7 juni 2013

Bblthk in cadeauverpakking

De jarige stad, vandaag en morgen,
gedragen door de poëzie, de taal

Onder dat motto pakt de bblthk in Wageningen uit, of beter gezegd: pakt de bibliotheek zichzelf in. De komende weken gaat de eerste verdieping schuil achter teksten van schrijvers die iets met Wageningen hebben. 
Louise Fresco








Mijn eigen tekst
Hun gedichten, oneliners en wensen voor de 750-jarige stad krijgen alle ruimte op groot zeildoek.
Toen ik vanmiddag passeerde, was de bekleding van de glaswanden nog in volle gang. Maar het werk van de volgende schrijvers en dichters hing er al: Hans Dorrestijn, Louise Fresco, Wijnand Steemers, Klaas de Vries en Merijn Schippers. 
En ja, ook mijn bijdrage is uitgekozen.

De poëzie, de taal, ze hebben het gebouw een heel ander aanzien gegeven. De kunstenaar Christo lijkt de bblthk even te hebben aangeraakt.
Een feest voor het oog: de bblthk in cadeauverpakking

Website bblthk  

donderdag 6 juni 2013

Reizen in Platbook 10

Zojuist verschenen: Platbook 10. Reisverhalen en -gedichten vormen de inhoud van dit jubileumboek dat Toos Schoenmakers-Visschers heeft samengesteld.

Van 56 Limburgse schrijvers is werk opgenomen waardoor het veel dialecten van Noord- tot Zuidlimburg bestrijkt.
De bundel laat ook een grote inhoudelijke verscheidenheid zien: realistische reizen, maar ook reizen in de verbeelding en metaforische reizen door het leven.
Naast de - gelukkig - nieuwe namen zijn er bijdragen van gekende dialectschrijvers als Har Sniekers, Marleen Schmitz, Maria Scheres, Ed Gubbels en Colla Bemelmans. Het doet me deugd dat er deze keer ook bijdragen in staan van andere Weertenaren: Hub Bukkems en Ton Bijsterveld-Claessens.

Mijn gedicht heet: 'Bestömming bereiktj' en gaat over de gang door het leven.
Fragment:
(...)
Ich hónkel
ich strónkel
struuëkel
raap mien eige op
scher de stökke beejein
schravel wieter.
Wi-j wieët esj nog?
(...)

Platbook 10 is onder meer verkrijgbaar in de betere Limburgse boekhandels en via de webshop van uitgeverij TIC   

woensdag 5 juni 2013

Beperking en vrijheid

Gisteren was een dag van contrasten. Eerst was er de schoonheid van kunst in Museum Belvédère in Oranjewoud en ademde ik de schone lucht en de ruimte in van het Friese land.
Enkele uren later stond ik in een gevangeniscel waar de frustratie, woede, angst, verveling en uitzichtsloosheid nog voelbaar was. Vanuit de kleine luchtkooi reikhalsde ik bijna naar de blauwe lucht en het frisse groen van de bomen. Locatie: de voormalige strafgevangenis De Rode Pannen in Veenhuizen.
Het was niet mijn eerste bezoek aan dit gevangenisdorp waar nog steeds penitentiaire inrichtingen in gebruik zijn. Ik blijf het een fascinerend oord vinden waar beperking en vrijheid zo dicht bij elkaar liggen.
Op een steenworp afstand van de vriendelijke theetuin en een smakelijke lunch in hotel-restaurant Bitter en Zoet zitten nog steeds mensen hun straf uit.
Sinds 2008 is de inrichting De Rode Pannen - de strafafdeling van de gevangenis, met een zwaar regime, - niet meer in gebruik en tegenwoordig kunnen bezoekers van het Gevangenismuseum er een rondleiding krijgen.
Hoewel ik al veel vaker gevangenissen heb bezocht (zie blog 'Op zaterdag in de bak'), maakte deze inrichting toch weer indruk op me.
De 'fiets'

De cellenring, twee verdiepingen met aan weerszijden cellen, gordijntjes, boeiluiken en uiteraard degelijk hang- en sluitwerk. Er was de isoleercel en de cel met de 'fiets' waar een extreem weerspannige gedetineerde als uiterste maatregel tijdelijk op wordt vastgebonden, en de kleine luchtplaats. Nooit schijnt er iemand ontsnapt te zijn uit De Rode Pannen en menige 'illustere' gedetineerde heeft er verbleven.
Veenhuizen is doordesemd van de aanwezigheid van inrichtingen, aanvankelijk heropvoedingskampen voor landlopers en 'asociale' gezinnen en daarna gevangenissen. Ooit waren er het Eerste, Tweede (nu museum) en Derde Gesticht, tegenwoordig zijn er nog vijf gevangenissen in gebruik.
De inwoners van Veenhuizen waren meestal in dienst van de inrichtingen en zo leefden gevangenen en inwoners min of meer samen op die oorspronkelijk godverlaten plek in Drenthe.
Gisteren bezocht ik ook het zogenoemde Vierde Gesticht zoals de begraafplaats in de volksmond heet, waar gevangenen en inwoners gebroederlijk bij elkaar begraven liggen. Er zijn meer dan 100 rijksmonumenten in het dorp, woonhuizen bijvoorbeeld met stichtelijke spreuken op de gevel als Rust Roest, Arbeid is Zegen, Orde en Tucht.
Pas in 1983 werd het dorp opengesteld voor buitenstaanders. Sindsdien ontwikkelt Veenhuizen zich beetje bij beetje tot een toeristische trekpleister, wat toch ook iets wrangs in zich heeft.
Op een zonnige dag als gisteren is het een lieflijke plek, maar daardoorheen speelt immers steeds het besef dat Veenhuizen ook bestaat dankzij de lelijke kanten van het menselijke bestaan.

http://www.gevangenismuseum.nl/

dinsdag 4 juni 2013

Museum Belvédère

Portret van een oude vrouw
Paula Modersohn-Becker
 
werk Jan Mankes

Al jaren van plan en vandaag kwam het er eindelijk van: een bezoek aan Museum Belvédère in Oranjewoud, het museum voor moderne en hedendaagse kunst in Friesland.
Nog net op tijd om de bijzondere tentoonstellingen (t/m 9 juni) te zien van Jan Mankes en Paula Modersohn-Becker. Een grote rijkdom aan gevarieerd werk van deze schilders die beiden nauwelijks 30 jaar werden. In hun korte levens lijken ze intensief hun vakmanschap en artistieke vermogens te hebben verkend.
werk Jan Mankes
Verstilling, bijzonder kleurgebruik, experimenten met perspectief en ontregelende beelden in (zelf)portretten en landschappen.


Maar dit museum, geopend in 2004, is ook een parel in het Friese landschap, waar het geweldig mee combineert en contrasteert.
Een impressie van het museumpark



Website Museum Belvédère

zaterdag 1 juni 2013

Leeg nest

Hoe vaak ik de afgelopen weken de mezen in mijn tuin observeerde, merk ik pas nu ze er niet meer zijn. Geen vliegbewegingen doorkruisen meer de kaarsrechte zichtlijn tussen mijn achterraam en het nestkastje.
Verlaten of ongebruikt merelnestje

Ongeveer een week geleden moeten de voedselvluchten van het ouderpaar zijn gestopt. Te vroeg misschien, want bij een vriendin lieten de mezenkinderen zich nog volop voeden. Daaruit kwam de gedachte op dat 'mijn' jonge mezen misschien wel dood waren. Ik had te doen met de ouders die zo onvermoeibaar, en vergeefs, de afgelopen weken voor hun nakomelingen hadden gezorgd.
Onderzoek op internet leerde echter dat de ouders soms ook een nest in de steek laten als er naar hun zin te weinig jonkies zijn. Dan beginnen ze vrolijk ergens anders een nieuw nest.
Ik maakte me al een voorstelling van welk drama er zich in het nestkastje had afgespeeld en vooral wat voor afschuwelijke aanblik dat zou geven. De groene vlieg die ik enkele dagen later in de buurt van het kastje zag, stelde me niet geruster.
Was ik maar wat minder zelfstandig en geëmancipeerd, dan zou ik mijn handjes hulpeloos ten hemel heffen. Bewonderend zou ik opkijken naar de stoere kerel die bromde: 'Ach, wijfie, laat mij dat klusje maar effe voor jou fiksen.'
Alles uitgevlogen of een slagveld? Ik was het aan mijn stand verplicht zelf de harde realiteit recht in de ogen te kijken.
Vanmiddag opende ik daarom eindelijk het nestkastje. Op de bodem een keurig en gaaf nestje met daarbovenop een onbestemd hoopje met wat vage veren. Ik besloot dat hoogstens een of twee jonkies het niet gehaald hadden en dat de rest uitgevlogen moest zijn. Gelukkig maar.

Bij het nest dat de merels weken geleden in de klimop hadden gemaakt, zag ik al veel langer geen activiteit meer. Vermoedelijk zijn er zelfs helemaal geen voederacties geweest. Het nestje ziet er gaaf, maar ongebruikt uit. Een onbeslapen bed. Misschien toch afgekeurd vanwege de veiligheid, want het zat wel erg laag. Hopelijk hebben de merels elders een betere plek gevonden om hun jongen groot te brengen.

Aan het gekwetter te horen resteert nu nog een nest in mijn tuin: de mussen. Maar ook dat lijkt me nog maar een kwestie van dagen.
Zo gaat dat. Jongen vliegen uit en dat is goed.

Blog 'Natuurlijk' 20 mei 2013