woensdag 29 februari 2012

Scharrelkinderen

Woensdagmiddag.
In mijn straat is in de verste verte geen spelend kind te zien. Ze zijn uitgestorven, de scharrelkinderen.

Tot vandaag had ik die term nog nooit gehoord, Koos Dijksterhuis haalt hem aan in zijn Natuurdagboek in dagblad Trouw. Hij schrijft over pogingen om kinderen via computers en games vertrouwd te maken met de natuur.
Op internet zie ik dat scharrelkinderen overigens al een aantal jaren figureren in de media.

Vroeger was er buiten altijd wat te beleven. In de tuin bouwden we tenten en hingen aan de rekstok of ringen. Met de kinderen in de buurt organiseerden we songfestival of circus. Ook gingen we op woensdagmiddag met onze moeder naar natuurgebied de Tungelerwallen of naar de Ijzeren Man in Weert.
Het lijkt wel of met de toename van de woonerven het buitenspelen evenredig is afgenomen. Wellicht een idee voor gedegen onderzoek?
Zelf was ik een leeskind dat niet bijster sportief was en graag binnenzat. Lezen is belangrijk en heilzaam, maar minstens zo belangrijk is buiten spelen en zelf het spel bedenken in plaats van rondhangen bij prefab-speeltoestellen als een wipkip.
Spelen is jezelf, de ander en de wereld ontdekken. Maar alles lijkt al ontdekt, in kaart gebracht en met waarschuwingsbordjes en disclaimers afgetimmerd.

Buiten spelen, bewegen, wie had ooit gedacht dat ik nog eens de hartenkreet zou slaken: geef scharrelkinderen de ruimte!


Een mooi filmpje op YouTube: De ontdekking van het laatste scharrelkind

Schrikkelkinderen

Twitblog:
Vierwerf hoera voor alle schrikkelkinderen! # of twaalfwerf? # vroeger al hekel aan redactiesommen. Veel geluk gewenst voor de komende levensjaren.

vrijdag 24 februari 2012

Kuil in de kin

Zoals ik eergisteren al schreef, word ik in de douche overvallen door allerlei lumineuze ideeën. Ze spelen soms een belangrijke rol in mijn werk, maar vaak zijn het diepe of onzinnige overpeinzingen over Het Leven.
Ook duiken er leuke, maar in wezen nutteloze vragen op in het genre: Wie weet waar Willem Wever woont?

'Lex', Tilburg 1972

Zo hield me onlangs de vraag bezig: sterven de mensen met een kuil in hun kin uit? Verdwijnt die eigenschap langzamerhand uit de menselijke genen of valt het me in de dagelijkse omgang niet meer zo op?
Vroeger steeg een jongen of man voor mij hemelhoog op de aantrekkelijkheidsladder als hij een kuil in zijn kin had.
Ik moest toch nog ergens een tekening hebben. Dus graaf ik in mijn dagboekverleden en daar heb ik hem, hoewel ik hém nooit echt heb gehad. Het conterfeitsel dateert uit de tijd dat ik nog oefende in verliefd zijn en het bleef dus platonisch. De jongen heeft het zelfs vermoedelijk nooit vermoed, als hij mijn bestaan überhaupt al heeft opgemerkt.
In mijn herinnering heeft mijn verliefdheid wel een jaar geduurd, maar de keiharde data in mijn dagboek blijken nu die roze periode te beperken tot hoogstens een half jaar.
Voor mij was hij een van de leukste jongens van de dansles in Weert, hoewel ik zijn schoenen beter kende dan zijn gezicht. Toen ik hem ruim een jaar later in de mensa in Tilburg terugzag, sloeg de vlam in de pan. Elke dag waren er de prangende vragen: is hij er, kijkt hij, zegt hij iets, zal ik de eerste stap zetten?
Ik wilde hem zo vaak mogelijk zien en probeerde een collegeschema te ontdekken in zijn lunchtijden. Studeerde hij aan de universiteit of aan de hts? Mijn dagboek getuigt van sporadisch zelfinzicht, maar vooral van vertederend postpuberaal gedrag. Gedichten en dromerijen over 'Lex', zoals ik hem noemde, omdat de kuil in zijn kin me deed denken aan de acteur Lex van Delden.
En dan is er die tekening, terwijl ik helemaal niet kan tekenen. Hij lijkt ook nergens op, maar de kuil in zijn kin springt er wel uit. Die mooie kuil die helaas al snel schuil zou gaan onder een baard.

Op internet heb ik trouwens geen antwoord gevonden op mijn vraag of er tegenwoordig minder mensen zijn met een kuil in hun kin. Wel blijkt er een speciale website te zijn. Met foto's van bekende kuilen-in-kinnen, de zeven schoonheden waar de kuil deel van uitmaakt en informatie over hoe je een kuil kunt laten verdwijnen. Daar sta ik wel het meest van te kijken: wie vindt een kuil in de kin nou lelijk en wie haalt het in zijn hoofd om er moedwillig afstand van te doen?
Maar anderzijds schijn je tegenwoordig ook een kuil in je kin te kunnen kopen door een chirurgische ingreep.
Het was volgens mij cabaretier Frans Halsema die vroeger het grapje maakte dat zijn kuil was ontstaan doordat hij met zijn kin op de punt van de accordeon was gevallen.
Nu staat hier nog mijn accordeon, die ik veel te weinig gebruik.

(Zelf hoef ik er geen, een kuil in een vrouwenkin doet me niets.)

http://www.kuiltjeinkin.nl/

woensdag 22 februari 2012

Klemtoon


Twitblog:

in de categorie Bommelding: veekerend.
N.B. paarden, goed lezen! # heerlijke wandeling Planken Wambuis

Personal coach

Als je tegenwoordig iets voorstelt of wilt voorstellen, ben je toch wel een sukkel als je nog geen personal coach hebt.
Nou, ik heb er sinds enkele maanden ook een: een douchecoach. Douchen kan ik heel goed alleen, dat was het probleem niet. Voor welk probleem stonden mijn coach en ik dan wel?
Ik douche dagelijks en te lang, en wellicht ook te warm. Slecht voor het milieu en a-sociaal gedrag binnen de waterhuishouding op mondiaal niveau. Ik heb gezien in Afrika hoeveel moeite het mensen vaak kost om een beetje water te krijgen. Hoe dankbaar ben ik na zo'n reis als er thuis onmiddellijk water uit de kraan komt, maar dat besef ebt vaak snel weer weg.
Daarom heb ik een douchecoach aangeschaft, bij Oxfam/Novib, een win-winsituatie dus. In feite is het een zandloper met een zuignap, die ik op de tegelwand van mijn douche heb bevestigd. Vijf minuten tijd krijg ik van mijn coach en dat is zo kort dat ik in het begin zelfs heb geklokt of het wel echt vijf minuten waren.
Natuurlijk is dat voldoende voor het effectieve wassen, maar ik heb ontdekt dat douchen veel meer is dan wassen. Mijn goede en vaak beste ideeën krijg ik 's morgens onder de douche. Dan stromen de ingevingen, staat mijn geest open en vergeet ik de tijd ...
Plot voor een verhaal, sleutelzin van een gedicht, afloop van een boek, idee voor een nieuwe schrijfcursus of een weblog, ze kwamen tot mij onder de douche.
Overigens werkt dat bij meer schrijvers zo. Vorige maand wijdde Marcel van Driel er een weblog aan en vorige week nog columnist Rob Schouten in dagblad Trouw.
Het mag duidelijk zijn dat ik volop in de weerstand zit en op gespannen voet sta met mijn douchecoach. Op sommige ochtenden ben ik tevreden als ik me houd aan zijn limiet, op andere dagen negeer ik hem straal. Daar zitten ook geen sancties op, behalve een licht schuldgevoel.
Als ik moet kiezen tussen een gouden idee en 35 liter verspild water weet ik het wel.
Bovendien, wanneer ik elke dag strikt mijn coach gehoorzaam, ontstaat misschien wel het Vrouwtje Vertel-maar effect. De kern van het verhalenboek uit mijn jeugd (Lea Smulders, 1960) is me bijgebleven. Vrouwtje Vertel-maar kon zo prachtig vertellen dat haar publiek uitgroeide van de buurtkinderen tot nationale omvang. Ze zou uiteindelijk op tv komen, heel modern toen, en werd opgedoft en kreeg een fraai jakje aan in plaats van het wat versleten jasje. Alle kindertjes zaten klaar voor de tv, maar er kwam geen verhaal. Het geheim zat in haar oude jasje, ofwel in de oude setting.
Welke les haal ik hieruit? Never change a winning team. Mijn douche en mij, daar komt geen coach meer tussen.


Weblog Marcel van Driel over douche-ideeën

maandag 20 februari 2012

Stappen (2)


Galloway runderen met kalfjes
Het zal in de jaren 90 zijn geweest dat ik aan een excursie meedeed naar natuurgebied de Blauwe Kamer bij Wageningen. Sindsdien kom ik er een aantal keren per jaar, want in elk seizoen is dit rivieroevergebied anders.
Zaterdag besloot ik weer eens aan een excursie mee te doen, ook om de actuele natuurontwikkeling in een kader te krijgen.

De natuur die terugkomt of haar gang kan gaan dóór ingrijpen van de mens, ik blijf het een lastige paradox vinden. Maar vaak leidt het tot een prachtige uitkomst zoals in de Blauwe Kamer.


De boswachter bij een
200 jaar oude beuk
Zondag leidde boswachter Frans Duermeijer (Gelders Landschap) een geïnteresseerde groep wandelaars rond in het bosgebied bij Oosterbeek.

De Italiaanse weg met beuken

We passeerden onder meer de Zilverberg, Hoog Oorsprong, Duno en de Seelbeek. Ook bereikten we het hoogste punt van de gemeente Renkum (met 60/70 m. niet echt als mijn broodnodige hoogtetraining te beschouwen).

Een schat aan informatie kreeg ons gezelschap, waarvan me jammer genoeg al weer veel ontschoten is. Maar de natuurbeleving wordt er niet minder mooi van.
Doolhofzwam met ijslaagje


Brug bij Duno      

Nu woon ik al 19 jaar in Wageningen en is de regio Oosterbeek naast de deur en toch was ik nog nooit op het uitzichtpunt Hunenschans geweest. Een weids uitzicht over rivier, Betuwe en tot aan de Duitse grens toe. Er blijft nog zoveel vanuit de achterdeur te ontdekken.
                                                           
Zicht naar het zuiden
 vanaf de Hunenschans


Stappen (1)

Geen carnaval gevierd, maar toch flink gestapt. Het weekeinde stond in het teken van wandelen. Vaak wandel ik alleen, maar nu was ik steeds in gezelschap. Vrijdag met een goede vriend en bijbehorende mooie gesprekken, zaterdag en zondag natuurexcursies met telkens onbekende medewandelaars en deskundige begeleiding.
Vrijdag was ik weer eens in Park Sonsbeek in Arnhem. Ik blijf het een parel vinden van afwisselende natuur, nou ja cultuur, midden in de stad. Elke keer ontdek ik er weer iets nieuws. Zoals een kunstwerk van stenen bij een bank met de tekst: De natuur geeft, de natuur neemt. De betekenis van beide heb ik nog niet ontdekt, maar het gaat er misschien alleen maar om wat je er zelf in ziet.
Ik zag wel meteen iets in de voet van een boom, namelijk een gezicht dat leunt tegen een steen.

Ook zie ik in het park voor het eerst de plaquette met het prachtige gedicht van Rutger Kopland 'Een lege plek'. Voor mij staat dat gedicht symbool voor de weldadige rust die een goede vriend biedt: een lege plek om te blijven.