Met Valentijnsdag heb ik een haat-liefdeverhouding. De liefde verklaren, al dan niet anoniem, aan iemand op wie je al lang in stilte verliefd bent, dat bevalt mijn romantische inslag wel.
Maar minder goed verdraag ik het commerciële circus dat zich uit in een topomzet voor rozenkwekers, chocolaterieën en winkels met lingerie en frivolités.
Over de dramatische kant hebben we het liever niet. Van dat ene kind in de klas dat géén valentijnscadeau krijgt. Nog sneuer: kinderen die een valentijnskaart krijgen die ze zelf hebben verstuurd. Of trots een ontvangen cadeautje tonen, dat ze stiekem zelf hebben gekocht.
En van wie is die anonieme kaart? Speurend kijk je rond in de kennissenkring, van hem misschien. Of van hem? Toch hopelijk niet van hem?
En de ander, die had gehoopt dat eindelijk het signaal duidelijk zou zijn, blijft vergeefs wachten op een 'Ik ook van jou.'
Hoeveel harten worden er vandaag in het strand getekend? Hoeveel slotjes opgehangen op de Boulevard in Egmond aan Zee en op andere idyllische plekken in de wereld?
Zo'n slotje, - samen ophangen, sleutel weggooien en voor altijd verbonden - ik weet het niet. Liefde is niet vastkluisteren en verstarren in schijnzekerheid. Zeker, het is mooi wanneer het voor altijd is.
Maar een hart in het zand, of een teer hartvormig schelpje, spreekt mij meer aan. Realistischer ook, lijkt me. Het leven spoelt over de liefde heen, geeft er een andere vorm aan en zelfs als de liefde voorbij gaat, blijft er een zoete afdruk achter in je hart.
Eerdere blogs over Valentijnsdag:
Wachten op post
Een man voor Juf
Valentijn
Geen opmerkingen:
Een reactie posten