donderdag 26 april 2018

En daar lag ik

Dat een ongeluk in een klein hoekje zit, heb ik weer eens aan den lijve ondervonden. Zaterdag 14 april ging ik 's morgens welgemoed op weg naar Amsterdam. Maar dat heb ik die dag niet bereikt. Op station Ede-Wageningen was het kantelpunt en even later belandde ik via de ambulance in het ziekenhuis in Ede.
Een moment van onoplettendheid op de trap van het station of toch net iets te veel haast om twee jonge meiden in te halen? Feit is dat ik struikelde. In een flits zag ik mijn voorland: via een achteroverduik zou ik voor de rest van mijn leven in een karretje belanden. Maar ik had geluk, al liet het zich eerst ernstiger aanzien. Ik klapte voorover op de trap en liep een bloedende hoofdwond op. In het ziekenhuis werd die gehecht.
Wellicht is mijn neus ook gebroken, maar op de röntgenfoto's was dat niet te zien door de enorme zwelling. Nou is aan een gebroken neus doorgaans toch niets te doen, tenzij hij over een tijd vreselijk scheef blijkt te staan. Maar geen hersenschudding of erger, zoals nekletsel, dus uiteindelijk heb ik geweldig veel geluk gehad. Daar ben ik dankbaar voor.
Waar ik minstens zo dankbaar voor ben, waren al die hulpvaardige mensen. Op de eerste plaats de twee jonge meiden van wie er een zorgzaam bij me bleef en doekjes voor het bloeden aanreikte. De ander ging kordaat hulp halen en zorgde dat er snel een ambulance kwam. Dat ze hun trein misten, vonden ze geen enkel probleem.
Dan was er nog het meisje dat me in het voorbijgaan een pakje zakdoekjes aanreikte. De voormalige huisarts die met haar vragen de ernst van de situatie inschatte. Vervolgens nog een passerende huisarts die informeerde of hij iets kon doen, maar de ambulance was al onderweg. En nog enkele voorbijgangers die vroegen of ik hulp nodig had.
Hoezo een onverschillige wereld? Hoezo de mensen hebben geen zorg meer voor elkaar? Mijn ervaring was weer eens hartverwarmend anders.

Al die betrokken en behulpzame passanten bedank ik. In het bijzonder de twee meiden die zorgzaam en daadkrachtig meteen deden wat ze konden. Hartelijk dank!

Naschrift: Na behandeling in het ziekenhuis kon ik 's middags weer naar huis. Het ging al snel heel goed met me, al was me dat niet aan te zien. De afgelopen dagen is mijn gezwollen en gehavend gezicht als een toverbal, - maar geen vrolijke -, telkens van kleur veranderd.
Ik plaats geen foto bij dit blog. Denk aan de klassieke posters tegen vrouwenmishandeling. Zoiets dus. Maar dit gaat wel over.
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten