Je haalt je vliegbrevet, bouwt zelf een vliegtuigje en vliegt ermee naar Afrika. Misschien dromen sommigen daarvan, Joost Conijn deed het.
Onbezonnen avonturier of een doener die weloverwogen risico's neemt? Ik neig naar het laatste na het lezen van 'Piloot van goed en kwaad' waarin hij die vliegreis beschrijft. Ik vind het een fascinerend boek.
Bij toeval kwam ik het begin deze maand tegen in museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam. Daar is nog tot en met 6 mei een film van Joost Conijn te zien: 'Good evening to the people living in the camp'. Geboeid keek ik naar de geheime opnamen die hij maakte in vluchtelingenkampen. Anders dan de meer bekende opnamen uit de nieuwsrubrieken. Puur registrerend hoe het dagelijks leven in die kampen zich afspeelt, zonder oordeel.
In de museumwinkel van Boijmans stuitte ik op het boek dat ik niet kende, al wist ik wel dat Conijn zelf vliegtuigen bouwde.
De onderneming van deze vlieger-kunstenaar deed me denken aan de vaak aangehaalde uitspraak van Pippi Langkous: Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.
Maar ook aan de woorden van Nelson Mandela die Griet Op de Beeck citeert in 'Gezien de feiten', haar boekenweekgeschenk: May your choices reflect your hopes, not your fears.
Nog te vaak laat ik me leiden door angst en door noodlotscenario's van wat er zou kúnnen gebeuren. Roekeloosheid is dom, maar niets is immers zeker in het leven. Dat is een groeiend besef naarmate ik ouder word.
Denk je beter veilig thuis te kunnen blijven, vliegt er een vrachtwagen uit de bocht en knalt uitgerekend jouw woonkamer binnen. Zulke bizarre dingen gebeuren immers.
Joost Conijn documenteert zijn reisverslag met nuchtere feiten als vlieghoogten, weersomstandigheden, brandstofperikelen, technische mankementen en contact met vliegvelden, als dat tenminste lukt. Hij vliegt over de Sahara. Hij landt op plekken waarvoor hij geen toestemming heeft en ook in de niet meest comfortabele landen van Afrika zoals Tsjaad, Zuid-Soedan en de Centraal-Afrikaanse republiek. Vaak wordt hij verrassend goed ontvangen, maar ook belandt hij in een gevangenis. Ik krijg de indruk dat het personeel van vliegveldjes soms ook blij lijkt te zijn dat hun dagelijkse sleur en verveling doorbroken wordt als er ineens zo'n rare snuiter uit Nederland landt. Ze helpen hem ondanks dat hij wel eens niet de goede stempels of formulieren heeft.
Op de landingsplaatsen is er soms ook dringend herstelwerk nodig aan het vliegtuig. 'Sleutelen aan een vliegtuig is denken aan de dood.' Zo'n fijne observatie, die getuigt van realiteitszin.
En nog zo'n nuchtere oneliner: 'De benzine mag nooit opraken want dan val je uit de lucht.'
Joost Conijn kent wel degelijk angsten en daar schrijft hij ook over. Maar hij weegt ze af tegen de drang om te ontdekken.
In de lucht is hij voortdurend bezig, maar zijn zicht op de soms chaotische of gevaarlijke wereld onder hem relativeert waarschijnlijk ook waar wij ons in ons goedgeregelde leven in Nederland, vaak zo onnodig of zinloos, druk om maken.
Onder het lezen moest ik vaak denken aan de boeken van Antoine de Saint-Exupéry. De schrijver van mijn favoriete 'Le petit prince'. Maar hij schreef veel meer boeken, vaak vanuit zijn ervaring als piloot. Bijvoorbeeld 'Vol de nuit' en ook het prachtige 'Terre des hommes'. Ook bij hem zie ik een bepaalde wijze om de mens en het leven te beschouwen, wellicht door het werk als piloot met het voortdurende besef van de kwetsbaarheid van het leven.
Bij het bladeren in het boek van Joost Conijn was ik al meteen gewonnen bij de zin: 'Toen ik 13 was kocht ik een lasapparaat, vanaf toen kon ik alles maken.'
Website Joost Conijn
Werk van Joost Conijn in museum Boijmans - tot en met 6 mei 2018
Geen opmerkingen:
Een reactie posten