
Studenten en docenten hadden alles uit de kast gehaald om
een tongstrelend diner voor te zetten met allerlei ingrediënten die bij oogst
en herfst horen. Een greep: pompoen, zuurkool, spekjes, walnoot en peren.

Tafelgesprekken en muziek werden afgewisseld door verhalen en
gedichten van Schrijversharten: Laurens van der Zee, Martijn Adelmund en
ikzelf.
Het smaakfeest begon voor mij al met een subtiel vleugje
hutspot tijdens de amuse. Ik las een persoonlijke overweging voor over wat de
stamppot van mijn moeder zo onvolprezen maakte.
Daarna las ik mijn verhaal voor met de titel 'Ik haat koken'.
Voor dit feest schreef ik het volgende gedicht
oogstgedicht
wanneer de zomer
moe
ter aarde stort
de vruchten op
kleur zijn
en loslaten
vergeten valappels
gisten en de geur
van vergankelijkheid
een moment
verhullen.
laten we dan bij
elkaar zitten
ons nog even warmen
aan het moois dat
was
moeder aarde danken
en het leven
vieren.
We hebben het met Schrijversharten dit jaar druk gehad met de
organisatie van alle publieksactiviteiten, maar we kijken voldaan terug.
De komende tijd gaan we meer in de luwte en onderling
verder met ons proces, de zoektocht naar het wezen en de drijfveren van ons
schrijven. Herfst en winter lenen zich immers uitstekend voor ingekeerdheid en
reflectie.
Toch staan er dit jaar nog enkele optredens van Schrijversharten op stapel. U hoort ongetwijfeld weer van ons.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten