Oud worden in Wageningen - zo luidt de titel van mijn column in het zojuist verschenen maartnummer van Oud Wageningen. De historische vereniging van Wageningen bestaat 50 jaar en in dit jubileumjaar mag ik columnist zijn.
Ook in de volgende drie kwartaalnummers komt een column van mij. In 2016 leverde ik als gastcolumnist al een keer een bijdrage.
Voor mijn eerste column van dit jubileumjaar stond ik stil bij mijn eigen jubileum: dit jaar woon ik 30 jaar in Wageningen, de woonplaats waar ik het langste heb gewoond. Geboren en getogen in Weert dat voor altijd mijn thuisthuis blijft. Daarna heb ik tijdens studie en werk 22 jaar met veel plezier in Tilburg gewoond. In 1993 verhuisde ik naar Wageningen waar ik inmiddels op mijn vierde adres woon.
Al heel snel voelde ik me thuis in deze kleine eigenzinnige stad met een open en internationale blik. Zoals het er nu uitziet, wil ik hier oud worden (en ik wil graag 98 worden, roep ik soms stoer).
In mijn column beschrijf ik hoe ik Wageningen aantrof toen ik er kwam wonen, de veranderingen daarna, vanzelfsprekend.
En wat er nog beter kan, zoals de wat kille, stenige omgeving bij het busstation, toch de plek waar mensen van buiten hun eerste indruk krijgen. Die komt niet overeen met de hartverwarmende gastvrijheid die de inwoners in het algemeen ten toon spreiden en de weldadig groene omgeving.
In dit maartnummer onder meer een artikel over het ontstaan van Oud Wageningen. Maar ook een familieverhaal over de bom op het Rode Dorp, deze maand 80 jaar geleden waarbij 28 mensen omkwamen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten