Posts tonen met het label limburgs. Alle posts tonen
Posts tonen met het label limburgs. Alle posts tonen

woensdag 12 maart 2025

Boekenweek: mien modertaal

Vandaag 12 maart begint de Boekenweek en die duurt tot 23 maart. Feestelijk evenement voor lezers en schrijvers. Ik ben erg blij met het thema van dit jaar: je moerstaal. Hoewel ik de meeste boeken in het Nederlands schrijf, is mijn moedertaal het dialect van Weert in Limburg.
De eerste vier jaar van mijn leven heb ik alleen Weerts gehoord en gesproken. En nog altijd spreek ik het, al ben ik meer dan 50 jaar weg uit mijn geboortestad. Ik ben dankbaar voor mijn tweetaligheid die me bindt aan mijn familie, cultuur en geboortegrond. Al tientallen jaren ben ik lid van de Limburgse dialectvereniging Veldeke.


Ook in mijn moedertaal heb ik veel geschreven. Uiteenlopend werk, realiseerde ik me weer toen ik zojuist een aantal boeken uitstalde waaraan ik meewerkte. Verhalen en gedichten in bundels met Weertse en andere Limburgse bijdragen. 
Bijvoorbeeld 'Lèste wäörd', afscheidsteksten voor uitvaarten en 'D'r Her God versjteet óch plat' (Onze Lieve Heer verstaat ook plat). Maar ook mijn puberboek 'Droumers en drammers' (1999) en de monoloog 'Stillaeve' die ik in 2001/2002 tien maal speelde tijdens een theaterfestival in Limburgse zalen.
Grote pleitbezorgers voor schrijven in het dialect zijn Paul Weelen en Luiz Oliveira van uitgeverij TIC en dialectvereniging Veldeke, zeker ook de afdeling Weert. Zij stimuleerden mij om mezelf literair te blijven uiten in mijn moedertaal. Een kroon op mijn werk was in 2013 de Veldeke Literatuurprijs.
Ik vind het moeilijk te definiëren hoe anders ik schrijf in dialect en in Nederlands. Ooit zei ik in een interview spontaan: Nederlands schrijf ik met mijn verstand, dialect met mijn hart.
Daar schuilt wel een waarheid in, denk ik nog altijd.

Deze Boekenweek zijn in het hele land uiteenlopende activiteiten. Laten we bij moedertaal niet alleen denken aan Nederlands. Ons land is nog rijker door al die andere moedertalen. Voor mij betekent mijn tweetaligheid het beste van twee werelden, die niet zonder elkaar kunnen. 


Website Boekenweek 2025

maandag 21 februari 2022

Gruuëts op mien modertaal


Ich bin gruuëts op mien modertaal. Ik ben trots op mijn moedertaal.

De taal, - het dialect van mijn geboortestad Weert in Limburg -, die mijn ouders me met de paplepel hebben ingegeven. Daar ben ik ze nog altijd dankbaar voor. Mijn moedertaal is belangrijk in mijn leven en werk. Ik schrijf zowel in het Nederlands als in het Weerts.

Vandaag 21 februari is de Internationale Dag van de Moedertaal. Unesco wil met deze dag  de taalkundige en culturele diversiteit onder de aandacht brengen en het belang van meertaligheid.

Ouders en leerkrachten dachten vroeger – en nog steeds soms, helaas – dat onderwijsresultaten eronder lijden als een kind naast het Nederlands ook de moedertaal (bijvoorbeeld een dialect of de thuistaal van migranten) spreekt.
Uit onderzoeken is echter al jaren duidelijk dat het beheersen van de moedertaal naast het Nederlands een verrijking is voor het taalgevoel. De meeste kleine kinderen kunnen moeiteloos schakelen.
Jammer genoeg loopt het aantal dialectsprekende kinderen vanaf de peuterspeelzaal terug. Taalonderzoeker en hoogleraar Leonie Cornips is een warm pleitbezorger voor het stimuleren van tweetaligheid bij jonge kinderen.

Vorig jaar schreef ik bij het verschijnen van Platbook 25 met mijn tekst ‘’t Zuide uut’: je kunt het meisje wel uit het zuiden halen, maar het zuiden niet uit het meisje. Limburg waar ik al 50 jaar niet meer woon, maar waarvan ik de wortels en de taal koester.
Taal is al mijn hele leven de rode draad in mijn werk. Ik ben me zeer bewust van de kracht van de moedertaal die verbindend werkt en de rijkdom van culturen onderstreept. Vanuit zo'n zelfbewustzijn kun je je juist openstellen voor andere culturen en die van anderen net zo waardevol vinden.

Daarom prijs ik me gelukkig dat ik de eerste vier jaar van mijn leven alleen mijn moedertaal hoorde en sprak. En nog altijd spreek ik het zodra het kan.
Verwevenheid met je wortels en een goede hechting zijn van onschatbare waarde. 

Website Huis voor de Kunsten Limburg over Moedertaaldag

Website Veldeke Wieërt

Website Veldeke Limburg

donderdag 25 november 2021

Platbook 25 - Oet 't zuje

Zojuist verschenen: Platbook 25, een bundel met verhalen en gedichten in de uiteenlopende dialecten die Limburg rijk is.
Het 25e Platbook, een respectabel aantal voor een serie, maar jammer dat dit wel het laatste is. Aan het aanbod van mooi werk in dialect ligt het niet. Integendeel, er waren liefst 160 inzendingen terwijl er maar voor 60 plaats was in deze toch al dikkere uitgave. Kwestie van financiën.


Oet 't zuje (Uit het zuiden) is de titel en een aantal schrijvers nam dat ook als thema voor hun bijdrage. Maar er komen ook heel andere onderwerpen aan bod. Ook deze keer is er werk van bekende Limburgse schrijvers als Colla Bemelmans, Ed Gubbels, Wim Heijmans, Marleen Schmitz, Annie Schreuders-Derks en Har Sniekers.
Maar gelukkig is er ook veel nieuw talent en die aanwas houdt de geschreven taal levend.
Zelf heb ik aan een aantal eerdere Platbook's meegewerkt. Van Platbook 7 Springlaevendj (verhalen en gedichten voor kinderen) was ik de samensteller.

Voor dit laatste Platbook schreef ik in mijn moedertaal, het Weerts, de tekst: 't Zuide uut. Samengevat: je kunt het meisje wel uit het zuiden halen, maar het zuiden niet uit het meisje. Limburg waar ik al 50 jaar niet meer woon, maar waarvan ik de wortels en de taal koester.
De slotzin: 'In of uut 't zuide, met eder woeërd in 't plat det ich kal of schrief richt ich mien thoes in.'

Alle 25 delen van Platbooks zijn nog verkrijgbaar in de betere boekwinkels in Limburg en via de webshop van uitgeverij TIC.

Website Veldeke Limburg over laatste Platbook



vrijdag 13 november 2020

Met veurlaeze begintj 't

Met veurlaeze begintj 't - met voorlezen begint het. Aandacht voor de taal, liefde voor de taal, zin om zelf te leren lezen. En daarbij is het ook nog eens goed voor de persoonlijke ontwikkeling.
Allemaal rationele argumenten. Maar voorlezen en voorgelezen worden is vooral fijn!
De meeste voorleesboeken zijn in het Nederlands, maar gelukkig verschijnt er nu een voorleesboek in verschillende Limburgse moedertalen, zoals in het Weerts, mijn eigen moedertaal. Het heet 'Verhäölkes in ós Limburgs plat'.
Uit onderzoeken is al jaren duidelijk dat het beheersen van de moedertaal naast het Nederlands een verrijking is voor het taalgevoel. De meeste kleine kinderen kunnen moeiteloos schakelen. Jammer genoeg loopt het aantal dialectsprekende kinderen vanaf de peuterspeelzaal terug.
 Taalonderzoeker en hoogleraar Leonie Cornips is een warm pleitbezorger voor het stimuleren van tweetaligheid bij jonge kinderen.

'Verhäölkes in ós Limburgs plat' reikt materiaal aan om kinderen in het dialect voor te lezen. In dit boek hebben Limburgse schrijvers in hun eigen dialect een verhaal voor jonge kinderen geschreven. Het is kleurrijk geïllustreerd.
Ik schreef in het Weerts 'Lekker nao d'n Iêzere Mân'.
In de verhalen zijn ook veel andere dialecten uit Limburg vertegenwoordigd. 





Een aantal Veldeke dialectkringen heeft een eigen uitgave waarin alle verhalen in het eigen dialect vertaald zijn. Zo is er een verhalenbundel van de kring Weert, Roermond, Echt, Valkenburg, Venray en Sittard.

Meer informatie op de speciale facebookpagina van het voorleesboek

 

 


 


woensdag 23 januari 2019

Festival Sjiek

Festival Sjiek beleeft zondag 27 januari zijn tweede editie. ECI Cultuurfabriek in Roermond zal dan gevuld zijn met muziek, theater, film en literatuur. In het Nederlands maar ook in de vele dialecten die Limburg rijk is.
Zelf treed ik 's middags op in de grote filmzaal tijdens het programma voor kinderen met onder meer jeugdboekenschrijvers Jacques Vriens en Tim Gladdines. Ik lees voor uit mijn boeken in het Nederlands maar ook teksten in mijn moedertaal, het Weerts.

's Ochtends zijn er uiteenlopende workshops. Ook wordt die dag de Sjiek Literatuurprijs 2019 uitgereikt, dit jaar voor een boek in het Limburgs.
De toegang tot Festival Sjiek is gratis.

Meer informatie: Website Festival Sjiek 

 

vrijdag 2 maart 2018

Poseren


Je kunt als schrijver nog zoiets vreemds bedenken, de werkelijkheid is vaak bizarder. Vandaag raakten verbeelding en werkelijkheid elkaar wel heel frappant.
Bijna twintig jaar geleden schreef ik de tekst 'Stilleven'. Die gaat over Laura Vroemen, een vrouw van 64 die in een atelier als model gaat poseren voor een schildersgroep.
Enkele jaren later heb ik die tekst vertaald in mijn moedertaal, het Limburgs dialect van Weert, en bewerkt tot een monoloog. Die verscheen in 2002 in de bundel 'Alles theater'. Drie stukken daarvan werden uitgekozen voor een avondvullend theaterprogramma. Ook mijn 'Stillaeve'.
De organisatie, uitgeverij TIC, ging naarstig op zoek naar iemand die de 64-jarige Laura Vroemen kon spelen, mét het juiste dialect. Die zoektocht leverde niets op en toen kwam de onvermijdelijke vraag of ik dan zelf die rol wilde spelen.
Ik had vooral vertrouwen in de regisseur en die geloofde in het project, ondanks mijn beperkte toneelervaring. Een intensief repetitieproces volgde. Première in oktober 2002 in Maastricht en begin 2003 voorstellingen in 9 andere theaters door heel Limburg. Een spannend avontuur, zeker om een half uur alleen op toneel te staan.

Door Joke Peters
Vandaag dus, zoveel later - en inmiddels 64 jaar -, poseerde ik als portretmodel voor de schilder- en tekengroep in het atelier van beeldend kunstenaar Riekje Offerhaus in Wageningen. Ineens vielen fictie en werkelijkheid samen. Weliswaar waren er enkele belangrijke verschillen: mijn personage Laura Vroemen ging poseren als naaktmodel én ze was nogal verzuurd. Teleurgesteld was ze in het leven en ze durfde niet meer te geloven in de liefde.
Door Riekje Offerhaus

Ik kreeg te horen dat ik goed kan stilzitten, twee uur maar liefst, praten mocht gelukkig wel.
Het was een bijzondere, intense sfeer. Ieder was op eigen wijze aan het werk en toch was er verbondenheid. Op sommige momenten viel alleen het geluid van potloden en krijt te horen.
Door Joke Peters
De negen mensen werkten met uiteenlopende technieken zoals potlood, houtskool en verf. Ik besef terdege dat iedereen kijkt met zijn of haar eigen ogen en nog verraste het me hoe verschillend al die portretten zijn geworden. Toch, geflatteerd of niet, ik ben het allemaal.

Binnenkort ga ik mijn monoloog maar eens herlezen. Wie weet zijn daarvan de afgelopen twintig jaar nog meer verzinsels uitgekomen.
Met het poseren van vandaag is voor mijn gevoel de cirkel rond.
    

Mijn Nederlandstalige monoloog 'Stilleven' is te vinden via de site Theaterteksten van de Auteursbond. Daar is ook een fragment te lezen.

Toneel en ik 

'Stillaeve' in bundel 'Alles theater' 

vrijdag 19 juni 2015

Platbook 14 - Grenzen

Grenzen, dat is het thema van Platbook 14 dat deze week verscheen. In 'Grenze' staan verhalen, gedichten en beschouwingen van dialectschrijvers in Limburg. Senator en oud-europarlementariër Ria Oomen-Ruijten selecteerde 36 bijdragen uit de liefst 100 inzendingen. Zij schreef zelf het voorwoord, in haar eigen dialect, weliswaar een mengeling van dialecten zoals ze zelf verklaart door haar geboorteplaats en moeders taal.
Ze woonde vlakbij de Duitse grens en vlakbij de Belgische en daaruit ontstond bij haar al vroeg een bewustzijn van grenzen. Grenzen en het respect voor elkaar stipt ze aan, maar ook die in levensfasen en tussen leven en dood.
In dit Platbook komen uiteenlopende grenzen aan bod zoals je eigen grenzen stellen, de Nieuwstraat in Kerkrade, smokkel, lijnen op een landkaart.
Bekende namen van dialectschrijvers, bijvoorbeeld Karel Ruiten, Leonne Cramers, Loek van de Weijer en Toos Schoenmakers-Visschers, maar gelukkig duiken er ook elke keer in Platbook nieuwe namen op. Dat houdt de dialecten jong en levend.
Zelf schreef ik voor Platbook een bespiegeling over de provinciegrenzen die ik zelf in mijn leven overstak. Dat bracht me op de gedachte aan bootvluchtelingen op de Middellandse Zee die op zoek zijn naar Ein hempelke gelök (een handvol geluk).
De wereld is van iedereen, heeft in wezen geen grenzen. Wij hebben ze zelf gemaakt.


Platbook 14 is een uitgave van Huis voor de Kunsten Limburg en verkrijgbaar in veel Limburgse boekhandels of via www.uitgeverijtic.nl

Eerdere blogs over Platbook

woensdag 18 februari 2015

Carnaval met mij (2)

Bleef carnaval in het verleden voor mij vaak beperkt tot de optocht in Weert, dit jaar heb ik het narrenfeest intensief meebeleefd.
De optocht in Wageningen zaterdag als voorproefje en zondag en maandag twee lange dagen in mijn moederstad Weert. En als bonus een katerig gevoel na. Net echt, alcohol had ik immers niet gedronken.
De napret overtreft de malheur trouwens royaal.
Van 's middags voor twee uur op de been om de optochten te zien tot tegen tien uur 's avonds op straat en in de kroeg(en). Dan was de pijp wel leeg.
Leuk gezelschap, prachtig weer en de goede carnavaleske stemming. Heerlijk om alleen al te genieten van ontspannen mensen die oprecht plezier hebben. Geen spoortje wrevel, laat staan ruzie.
Het dialect maakt het extra makkelijk om met mensen in gesprek te raken.
En wat grappig om in een gesprek 50 jaar terug te worden getijdmachiend. 'Bestich Annie?' Ja, maar wie was zij, die fraai uitgedoste indianenvrouw?
Haar naam zei me niks, maar de namen van klasgenoten die ze noemde, kende ik allemaal wel. Vandaag met de klassefoto erbij herken ik haar alsnog. In het feestgedruis had ik haar voornaam niet goed verstaan.

Nu is de vastentijd begonnen. Op zich wel slim aangepakt van de katholieke kerk vroeger. Wilde je mensen stimuleren tot soberheid, dan was dit het meest gunstige moment: wanneer ze schoon genoeg hadden van het feesten, waaraan een kater hen pijnlijk herinnerde.
Uit mijn jeugd herinner ik me nog levendig het vastentrommeltje. Veertig dagen snoep en koekjes bewaren, hoewel de voorraad zelden onaangeroerd Pasen haalde. Maar de intenties waren goed.
Tijdens de paasdagen volgde dan de inhaalslag met snoepen. En in een mum van tijd waren alle goede intenties verdwenen.

Ook in 2015 zijn er varianten op het vasten. Zo lees ik vandaag in dagblad Trouw een interview met een jonge vrouw die afziet van snoep en luxe etenswaren. Columnist Jean-Jacques Suurmond schreef gisteren dat hij in de vastentijd zijn lievelingslekkernij chocola afzweert.
En #vasten is dan wel geen trending topic op Twitter, maar er wordt toch over getweet.

Blog: Carnaval met mij (1)

zaterdag 14 februari 2015

Carnaval met mij (1)

Het moest er maar eens van komen. Al 22 jaar wonen in Wageningen en nog nooit de carnavalsoptocht hebben gezien? Onbegrijpelijk.
Ik wist wel dat het geen grote stoet was en het grootste deel van carnaval speelt zich ook binnenshuis af bij de carnavalsverenigingen.
Maar vanmiddag toog ik naar de stad. En inderdaad de optocht was klein. Maar dapper.
Ook hier hebben de mensen plezier en getuigen deelnemers van een carnavaleske instelling. Ik merkte dat ik met een glimlach stond te kijken.


Beweging, dans, een grap, interactie met het publiek en fraaie uitdossingen.
Er waren zelfs twee dweilorkesten, weliswaar ingevlogen uit Dodewaard en Angeren, maar toch. Ze verhoogden duidelijk de feestvreugde. In de Hoogstraat stonden verrassend veel mensen te kijken. Wageningen heeft het carnaval ingeluid en heet de komende dagen Jolleberg.
 
De afgelopen jaren schreef ik - geboren en getogen in Limburg waar ik vastelaovendj met de paplepel kreeg ingegeven - enkele blogs onder de titel Carnaval zonder mij
Dit jaar sloegen de kriebels wel toe en de optocht van Wageningen was de amuse. Ik verheug me op het hoofdgerecht!

vrijdag 21 november 2014

Platbook 13: Geld

Er is net een nieuwe uitgave verschenen in de levendige Limburgse boekenreeks Platbook. In deze dertiende publicatie is het thema: Geld.
Ruim 30 uiteenlopende verhalen en gedichten staan in dit Platbook, in de vele dialecten die Limburg rijk is.
Gelukkig zie ik ook weer nieuwe namen tussen oude bekenden als Colla Bemelmans, Els Diederen, Ton Bijsterveld (ook uit Weert), Jeanne Alsters-van der Hor, Leonne Cramers en Wim Kuipers. Nieuwe aanwas van dialectschrijvers houdt de Limburgse dialecten levend.
Een mooie staalkaart van taal en opvattingen over geld.

Van mijzelf is het gedicht Goudzeukers, in mijn moedertaal, het Weerts.

(...) Danse rónd 't gouwe kaof
oppe rand van de vulkaan.
Weem hieëf, wiltj mier,
weem niks, wiltj eine krumel
of twieë. (...)

Voor dit Platbook was de redactie in handen van Fernand Jadoul, in het verleden directeur Public Affairs APG en nu honorair consul van Luxemburg en voorzitter Externe Provinciale Adviescommissie Cultuur.
Platbook 13 is een uitgave van Huis voor de Kunsten Limburg en verkrijgbaar in veel Limburgse boekhandels of via www.uitgeverijtic.nl

Eerdere blogs over Platbook  

vrijdag 30 mei 2014

Platbook: 12

Twelf (twaalf) is het thema van Platbook, inderdaad, nr. 12.
Na thema's als eten, reizen, planten en carnaval staat 12 centraal in het nieuwste Platbook, een serie uitgaven verhalen en gedichten in de uiteenlopende dialecten die Limburg rijk is.
Journalist Hans Op de Coul deed de selectie voor deze uitgave van het Huis voor de Kunsten Limburg.
Zo divers als de dialecten van Limburg zijn, zo gevarieerd is ook deze bundel. Autobiografische bijdragen, fantasieën over spoken en geesten, humoristische verhalen en bespiegelingen over het leven.
Fijn om te merken dat Platbook ook nieuwe namen dialectschrijvers voortbrengt, naast bekende namen als Har Sniekers, Colla Bemelmans, Marleen Schmitz, Leonne Cramers, Maria Scheres en Toos Schoenmakers- Visschers. 
Het thema prikkelde mij en ik stuurde een verhaal in mijn dialect van Weert over de dag van een jonge moeder. In 'Bel mich' lijkt ze zich, zoals Assepoester, even te ontpoppen tot prinses van de avond met een romantische toekomst voor zich. Het zal niet echt een spoiler zijn als ik de laatste zin citeer: Merge bieëzemtj 't de illusie van ein sprookje weg.

Voor Platbook 7 'Springlaevendj' deed ik de selectie van verhalen en gedichten voor kinderen. 

Andere delen van Platbook waaraan ik een bijdrage leverde. Platbook 6, 8 en 10.

Platbook is te koop in boekhandels in Limburg en via Uitgeverij TIC

zaterdag 3 mei 2014

Een zoon van Limburg

Onlangs verscheen het prozadebuut van dichter Chrétien Breukers Een zoon van Limburg. Hij is geboren en opgegroeid in Leveroy, niet ver van mijn geboortestad Weert, waar hij naar dezelfde middelbare school ging als ik. Hoewel ik 11 jaar ouder ben dan hij komen onder het lezen soms vergelijkbare herinneringen boven.
Ook hij verliet zijn geboortestreek na de middelbare school en kwam er niet meer terug.
Als emigrant voel ik me schatplichtig aan mijn wortels, opvoeding, familie, sociale context en cultuur, en die schat ik op waarde. Tegelijkertijd is er ook de afstand waardoor ik soms denk helderder de ware aard van mijn geboortegrond te zien. En als resultante is er die mix van constante heimwee en vervreemding. Daar kom ik nooit uit en dat hoeft ook niet.
Interessant aan Een zoon van Limburg is de zoektocht naar de ware aard van Limburg en de Limburgers, de invloed op Breukers zelf. Waarschijnlijk is het psychologie van de koude grond als ik schrijf dat Breukers uit zijn boek zelf ook naar voren komt als het prototype van de Limburger dat hij schetst: trappen naar de autoriteiten vanuit een minderwaardigheidsgevoel.
Het boek riep een sterke reactie bij me op (Breukers wil ook overdrijven en provoceren, dus daarin is hij geslaagd) en ik las met de pen, dus de marges staan vol vragen en opmerkingen.
Hij vraagt zich af wat een Limburgse schrijver is en haalt daarbij het Limburgs Literatuur Lexicon aan van Adri Gorissen. In de opvatting van Breukers horen daar veel schrijvers niet in thuis, omdat ze niet in het Limburgs schrijven of omdat ze geen literatuur scheppen. Bij mijn weten heeft hij niet in het dialect geschreven. Zelf mag ik er dus wel in staan omdat ik ook in het Limburgs dialect schrijf. Mij is niet duidelijk wat Breukers wil zeggen met dit hoofdstuk. Wil hij soms de vraag: wat is wel/geen literatuur afstoffen? 
Chrétien Breukers schrijft dat hij niet in staat is om een roman te schrijven, omdat hij geen structuur kan aanbrengen. Bovendien houdt hij zelf vooral van fragmentarisch geschreven teksten. Dat is te merken.
Het is een verzameling losse stukken, soms eerder gepubliceerd, met een autobiografische inslag. Het gaat bijvoorbeeld om jeugdherinneringen, zijn leeservaringen, een biootje van Joop Zoetemelk, biljarten en snookeren (ik ben gek op biljarten, maar 30 pagina's vind ik buiten proporties), recepten voor vlaai en zoervleis. En hij probeert Limburg en de Limburgers en zichzelf te doorgronden. Dat is veel voor één boek, te veel, en het wekt daardoor een rommelige indruk.
Breukers schrijft in een losse stijl, maar die wordt bij tijd en wijle flodderig. Daar komen nog eens grammaticale fouten en slordigheden bij. Op de achterflap bijvoorbeeld: condition limbourgeois, zonder e.
Naar mijn idee had er veel meer in gezeten, want Breukers heeft mooi materiaal in handen, zeker over zijn Limburgse jeugd en zijn lees- en smaakontwikkeling. Het boek had aan kwaliteit gewonnen door duidelijker keuzes, extra revisie, (persoonlijke) research en door te schrappen. Als dichter moet Breukers dat toch gewend zijn.
Particuliere ergenissen en flauwe opmerkingen over bijvoorbeeld Connie Palmen en Wiel Kusters, dat heeft Breukers toch niet nodig.
Wat ik waardeer, is dat hij zichzelf ook niet spaart, al lijkt hij soms ook te koketteren met zijn zwakke plekken.
Tot slot: wat een prachtig gedicht Begraaf mijn hart in Limburg

Weblog Chrétien Breukers 
 

woensdag 16 april 2014

Verhaole van vreuger

Foto rechts: Limburgs Museum
Verhaole van vreuger/Verhalen van vroeger, dat was toch iets van oude mensen? Maar ook ik krijg steeds meer vroeger en daarvan is wat ik schrijf soms een weerslag.
Op de website Weert Actueel staan deze weken regelmatig verhalen en gedichten van mij, de eerste weken in elk geval in het Weerts, het dialect dat mijn moedertaal is.
Ik merkte pas dat mijn bijdragen praktisch allemaal over vroeger gingen, toen de redactie ze de kop 'Verhalen van vroeger' meegaf.
Tot nu toe verschenen:

Ongerwieëg nao de bewaarschoeël - over de gevaren op weg naar de kleuterschool, van enge jongetjes die dreigden, en nooit iets deden

Boorin waere - heel kort, welgeteld één dag, had ik de ambitie boerin te worden. Een dramatische gebeurtenis maakte een eind aan die kortstondige droom.

De komende weken verschijnen nog meer bijdragen. Ze zijn via de zoekfunctie (Annie van Gansewinkel) te vinden.

dinsdag 18 februari 2014

Rouwboek

18 februari 2014 - de dag dat een tante overlijdt. Een mooie leeftijd, maar toch een groot gemis voor de familie en weer een stuk geschiedenis dat wegvalt. Zij heeft me gezien toen ik nog maar net geboren was. Zij kende mijn ouders langer dan ik ze heb gekend.
18 februari 2014 - de dag dat Anne, een jeugdvriendin, 60 zou zijn geworden, maar ze haalde de 50 zelfs niet. Ongeneeslijk ziek, wrede dood van een moeder met twee nog jonge zoons.

Een uitgelezen dag om het Rouwboek er weer eens bij te pakken. Deze maand presenteerde de commissie Volkscultuur van Veldeke Limburg dit boek. De titel is: Lèste wäörd. Tekste in 't Limburgs bie begrafenis en crematie.
Vaak is dialect, anders dan het Nederlands, de taal voor emoties. Ik zie steeds vaker dat in Limburg teksten van rouwadvertenties en uitvaarten in het Limburgs zijn. Dit boek zal zeker aan die toenemende behoefte voldoen.

Van dialectschrijvers uit de hele provincie staan er gedichten in rond dood en gemis. De gedichten raken vaak door hun eenvoud, door de taal die rechtstreeks naar het hart gaat, maar ook door beeld- en klankrijke taal.
Daarnaast zijn liedteksten van Limburgse artiesten als Neet oet Lottum, Gé Reinders, Paul van Loo, Sjef Diederen en Rowwen Hèze opgenomen. Ook besteedt Annie Schreuders-Derks aandacht aan volksgebruiken en volksgeloof rond de dood.
De teksten mogen - met bronvermelding - worden gebruikt bij uitvaarten en daardoor maakt dit boek mogelijk dat mensen in hun moedertaal hun doden gedenken.
Van mijzelf staat er ook een gedicht in: Livven hieër over het missen van ouders, van mijn ouders. Dit gedicht (evenals de Nederlandse vertaling) plaatste ik al eerder op dit weblog.


Website Veldeke 
Webshop Huis voor de Kunsten Limburg - hier is het boek te bestellen voor 10 euro, excl. verzendkosten

zondag 9 februari 2014

Nogmaals: Veldeke Literatuurprijs 2013

Tweemaal feest. Op 17 november was het feest in Thorn: ik ontving de Veldeke Literatuurpries 2013. Uit handen van député Noël Lebens van Cultuur kreeg ik een mooi geldbedrag. Ook mocht ik alvast het wasmodel vasthouden waarmee kunstenares Jenny Roost uiteindelijk de trofee zou maken.


Eergisteren was het dan zover en kreeg ik het bronzen kunstwerk overhandigd. Dat gebeurde tijdens een Veldeke-bijeenkomst in de volle Ridderzaal van Kasteel Doenrade. Zo werd voor mij de prijsuitreiking in twee etappes dubbel feest.

Diezelfde avond presenteerde Veldeke ook twee boeken. Het Veldeke Jaarboek 2013 met o.m. verslagen van onderzoek naar Limburgse dialecten, maar ook literaire teksten en royaal aandacht voor schrijver Colla Bemelmans. Het andere boek is Lèste Wäörd. Tekste in 't Limburgs bie begrafenis en crematie, dat zijn weg zeker zal vinden bij afscheidsrituelen.

Het was fijn om tijdens de Veldekebijeenkomst zoveel bekenden te zien, al dan niet lid van Veldeke, en zoals altijd was het er weer Limburgs goed van vlaaien en drinken.
Mijn dankwoord gold Veldeke, mijn hechte familie en - in dankbare gedachtenis - 'pap en mam, di-j mich 't dialect, 't Wieërts, met de paplieëpel hebbe ingegaeve.'
Onnodig te zeggen hoe blij ik ben met de Veldekeprijs, zeker ook met het kunstwerk van Jenny Roost. Arno Gubbels, voorzitter van Veldeke Literair karakteriseerde haar werk met de woorden: symboliek en eenvoud.

Haar bronzen werk straalt dat ook uit.
Jenny Roost - Veldeke Trofee   - Foto: Hans Simons
In de basis geeft beweging de V uit het logo van Veldeke weer. De letters VELDEKE komen prominent uit, evenals aan de rechterkant typisch Limburgse lettercombinaties: sj-, ao, en -ke, waar Lei Heijenrath me op wees.
Onderaan dartelen en tuimelen de andere letters van het alfabet. Samen vormen die 26 letters immers het instrumentarium van de schrijver.

Tussen de letters dansen woorden uit uiteenlopende dialecten, zoals kollebloom, brônke, pesjoenkele en vreigele. Zelf mocht ik een Weerts woord aandragen. Maar vraag een schrijver niet ter plekke een mooi woord te noemen, dus gelukkig fluisterde iemand van mijn familie in: snuffeltèr. Vlinder in het Weerts, hij pronkt nu ook in het bronsgroen.

Een prachtig aandenken aan het winnen van de Veldeke Literatuurprijs waar ik heel gruëts op ben.




Website Jenny Roost
WebsiteVeldeke Limburg
Eerder blog over Veldeke Literatuurprijs 2013




zaterdag 11 januari 2014

Hemel op aarde

Het was een kwestie van geduld *) voor Nederland, maar eergisteren is de film dan toch landelijk in première gegaan: Hemel op aarde. Na een succesvolle lancering in Limburg op 19 december is de film van regisseur Pieter Kuijpers en scenarioschrijver Edward Stelder nu ook in 'Holland' te zien.

Vorige week zag ik de film al in Limburg, in mijn geboortestad Weert, waar de film volle zalen trok, evenals in andere Limburgse bioscopen waar hij draaide. In enkele weken behaalde de film de status 'Gouden vlaai', 20.000 bezoekers.
Ik gun heel Nederland deze intense, liefdevol gemaakte film, want hoewel hij zich afspeelt in Limburg gaat het over universele thema's als vriendschap, opgroeien, eerlijkheid, de eerste verliefdheid, verlies en buitenstaander zijn.
In de film worden Limburgse dialecten gesproken (NL ondertiteld) in een katholieke context. Wie bv. Brabander is (de vader), Belg (de familie van Moniek) of niet-kerkelijk hoort er niet helemaal bij.
Maar ook Bart, de hoofdpersoon, is in zekere zin een buitenstaander. Zijn vriendjes zijn net als hij misdienaar, maar zijn veel aardser. Anderzijds doet de bleue Bart wel de sekservaring op waar de vriendjes alleen maar stoer over kunnen dromen.
De jonge debuterende Bram van Schie zet een prachtige hoofdrol neer, naast bekende acteurs als Lies Visschedijk (moeder), Jeroen van Koningsbrugge (vader) en Huub Stapel (oom, pastoor).
Bram speelt als Bart de sterren van de hemel. Hij heeft het beste met de wereld voor en wil alle goeds voor de mensen om hem heen. Maar hij is God niet.
En zelfs God is niet almachtig, beseft hij op een dag als Moniek, het meisje dat hem de liefde leert kennen, niet meer beter kan worden.
Aandoenlijk, onbeholpen, maar ook standvastig trotseert hij uiteindelijk wat-de-mensen-ervan-vinden, dogma's, wetten en zelfs de werkelijkheid.

Als toeschouwer sluit ik de jongen in mijn hart en wil ik even terug naar de kindertijd, wanneer alles nog mogelijk lijkt.
Het leven verliest gaandeweg zijn onschuld als je onherroepelijk te maken krijgt met tegenslagen als ziekte, onbegrip, oneerlijkheid, dood en ander verlies.
Het opgroeien van Bart staat voor het opgroeien van ons allemaal en hoe we onze weg proberen te vinden in het leven. Dat liefde en warmte van mensen om ons heen daarvoor van levensbelang zijn, laat de film goed zien.
'Hemel op aarde' is door het spel van Bram van Schie des te intenser, maar ook doordat er, letterlijk vaak, op de huid gefilmd is.
Pieter Kuijpers en Edward Stelder hebben geput uit hun eigen Limburgse jeugdherinneringen. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat eind jaren 70 nog kinderen op hun knieën voor het slapengaan baden. Zelfs tien jaar eerder was dat in ons katholieke gezin al niet meer gebruikelijk. Maar Barts moeder is zeer godvruchtig en voor mij mag Bart op zijn blote knietjes bidden. Het past in de film.
Scenarist Edward Stelder zegt in Plot, het blad voor scenarioschrijvers: "Als mensen mij vragen of het autobiografisch is, antwoord ik: 'Ja, maar het is niet zo gebeurd'". (...) de film is vooral een metafoor voor volwassen worden, voor afscheid nemen van je jeugd en van wat je hebt meegekregen van je ouders en cultuur.

*) dixit Rowwen Hèze, de band maakte ook de titelsong 'Hemel op aarde' 

website film 'Hemel op aarde' 
trailer 'Hemel op aarde'
clip Rowwen Hèze 'Hemel op aarde'
L1 - The making of 'Hemel op aarde'

maandag 18 november 2013

Veldeke Literatuurprijs 2013

Na drie eerdere nominaties is het me gelukt om nu de prijs zelf in de wacht te slepen: de Veldeke Literatuurpries 2013.
De jury heeft in haar wijsheid besloten dat zij mijn bijdrage het beste vond van de ruim 30 inzendingen van proza en poëzie uit Nederlands en Belgisch Limburg.


Gisteren was de feestelijke prijsuitreiking door de gedeputeerde voor Cultuur Noël Lebens in kasteelhoeve de Grote Hegge in Thorn. De prijs bestaat uit een geldbedrag en een kunstwerk van Jenny Roost.
Mijn verhaal 'Aoje kroaom' heb ik geschreven in mijn moedertaal, het dialect van de stad Weert waar ik geboren en getogen ben. Ik woon er  ruim veertig jaar niet meer, al kom ik er vaak omdat mijn familie er nog woont. Veel mensen vroegen me of het dat niet extra lastig maakt om in het Weerts te schrijven. Maar het is mijn moedertaal, een betere uitleg heb ik nauwelijks. Bovendien maak ik als emigrant een bewuste overstap van de ene taal naar de andere. Dat maakt wel dat mijn Weerts wellicht soms een wat archaïsche indruk maakt. Ik wil zeker geen museum maken van mijn verhalen waar fraaie dode woorden in een vitrine pronken. In mijn hoofd zijn ze nog levend, al kennen jongeren ze vaak passief al niet meer.
De prijsuitreiking voelde als een warm bad, de familie om me heen versterkte dat nog. Er waren veel felicitaties, van bekenden en onbekenden. Interviews voor Limburgse krant en radio, zelfs de Vlaamse. Websites in Limburg besteedden er aandacht aan, het nieuws twitterde zich verder.
Vandaag is de dag na ... En de felicitaties en lovende woorden gaan door. Zo fijn te ervaren dat mensen me die prijs gunnen.
Ik heb het deze week erg druk met werkklussen, maar door de drukte heen blijft een roezig gevoel van blijheid en trots.

Verslag prijsuitreiking op website Veldeke
L1 radio - kort interview 
Nieuwssite Weert de gekste
Dagblad De Limburger

maandag 1 juli 2013

Zoeë kalle vae

Zoeë kalle vae, en dao zeen vae gruuëts op.

(Zo praten wij, en daar zijn we trots op)
Dat geluid voerde gistermiddag de boventoon tijdens de presentatie in Weert van de nieuwe Weertse woordenlijst: Zoeë kalle vae.
Het is een lijvig boek geworden van bijna 500 pagina's, dat Jan Feijen, met hulp van dialectkenners en -sprekers, tot stand heeft gebracht.
Er was behoefte aan een nieuwe woordenlijst die zoveel mogelijk aansluit bij het courante dialectgebruik in de 21e eeuw en de officiële Veldeke-spelling voor het Limburgs.
Veldeke Krînk Wieërt, die dit jaar het 35-jarig bestaan viert, heeft het boek uitgebracht en in de voorintekening werden er al honderden boeken besteld. De foyer in De Munt in Weert was gisteren dan ook goed gevuld. Meermalen kwam ter sprake dat de dialectvereniging graag meer jongeren wil aanspreken. Toen ik lang geleden lid werd, was ik een van de jongsten en ook nu hoor ik nog lang niet bij de oudsten.
Toch waren er gelukkig ook jongeren aanwezig. Ik raakte in gesprek met twee jonge mannen die beiden hun bestelde boek kwamen ophalen. Wat ik al eerder had gehoord, bevestigden zij: de jeugd sms't, mailt en whatsappt in het dialect. Dat is mooi, zo blijft onze moedertaal levend én jong.
Natuurlijk zal dat niet allemaal volgens de spellingregels gaan en natuurlijk ontstaan er soms vernederlandste dialectwoorden. Maar dat is nu eenmaal taalontwikkeling.
Wanneer we krampachtig proberen de oude woorden te conserveren, worden ze museumstukken en verliezen we ze juist. Toch ben ik blij dat de smaerling (merel), rienastel (schoenveter) en het muuëletêntje (lieveheersbeestje) ook nog in de nieuwe woordenlijst staan.
Veldeke Weert heeft een mooie traditie in boekuitgaven. Naast taalboeken met bijvoorbeeld uitdrukkingen en gezegden kwamen er ook boeken met (kinder)verhalen en gedichten uit.

Zoeë kalle vae heeft al twee voorlopers gehad, die beide snel uitverkocht waren: in 1983 het losbladige Weertlands Woordenboek en in 1998 De Weertlandse dialecten.
Ze laten de enorme rijkdom zien van de dialecten van Weert en omstreken. Maar met al zijn extra klanken en tweeklanken is het ook geen gemakkelijke taal om te lezen en te schrijven. Veldeke Weert organiseert daarom al jaren met succes cursussen Laeze en schriêve. Dit najaar krijgt de 100e deelnemer het certificaat.
De succesvolle declamatiewedstrijden voor de jeugd waar we gisteren ook mooie staaltjes van zagen en hoorden, zijn Weertlands hoop voor de toekomst.

Veldeke - kring Weert

maandag 24 juni 2013

Literatuur in Limburg

Schrijvers, lezers, leesbevorderaars, boekverkopers, critici en anderen die het boek een warm hart toedragen, verzamelden zich vrijdag in Roermond.

Daar was de Limburgse Literaire Lunch, georganiseerd door Het Huis voor de Kunsten Limburg en het Letterkundig Centrum Limburg.
Informeren, stimuleren en verbinden, daar kwam het op neer, en daarnaast waren er natuurlijk ook aangename kennismakingen en hartelijk weerzien.
Boeiende sprekers waren er ook. Zo liet Gabriele Gellings zien wat de bibliotheek Kerkrade allemaal uit de kast haalt om bezoekers en lezers te prikkelen.
Ik schrok van haar opmerking dat de laaggeletterdheid zelfs toeneemt in ons welvarende land. Zij verruimde het begrip tot digitale laaggeletterdheid. Steeds meer mensen verliezen de aansluiting met de digitale communicatiemiddelen, ook door vorderende leeftijd (al zijn er natuurlijk gelukkig ook steeds meer ouderen die nog aardig bijblijven).
Zij toonde ook cijfers over de passieve woordenschat die baby's verwerven. Grofweg gezegd hoort een kind van ouders met weinig opleiding 600 woorden per uur, met een gemiddelde opleiding 1200 woorden en van hoger opgeleiden 2100 per uur.
Even doemde in mijn geest het beeld op van zo'n rijkbedeeld babytje dat wanhopig zijn oren dichtstopt voor die eindeloze woordenstroom: 'Kunnen jullie nu even je mond houden?' Opleiding van ouders zegt niet alles. Kinderen leven niet van woorden alleen, maar vooral van echte aandacht en ouderliefde. Maar feit is wel dat een taalachterstand in die eerste jaren moeilijk in te halen is.
Hanneke Koene, eigenaar van kinderboekwinkel De Boekenwurm in Maastricht hield een bevlogen verhaal. Zij legt haar hoofd niet in de schoot bij de malaise in boekenland, maar gaat met nieuw elan door met leesbevordering. Zo lanceert ze in september een (online) tijdschrift Het Boekenwurmblad. Dat is goed nieuws nadat onlangs ook het kinderboekentijdschrift Leesgoed verdween.
Tessa de Boer van Kobo, producent van e-readers en e-books, liet de mogelijkheden zien voor lezen, schrijven en leeservaringen delen via de digitale weg.
Lezing Marjolein van Herten
Marjolein van Herten promoveert dit jaar bij de Open Universiteit op een onderzoek naar leesclubs in Nederland. Zij gaf een voorproefje van de resultaten van haar onderzoek onder georganiseerde leesclubs (bv. vanuit bibliotheken of Senia) en 'wilde' leesgroepen.
Zelf ben ik lid van twee (wilde) leesclubs en beide zijn niet representatief. In de ene club lezen we slechts werk van één schrijver, namelijk Marcel Proust.
In de andere varieert de leeftijd tussen eind twintig en 70+, met jonge vijftigers als dwarsdoorsnede. Het gemiddelde leesclublid in Nederland is 65 jaar en vrouw. Wij hebben 3 mannen op de 8 leden. Aan het onderzoek deden 166 vrouwenleesclubs mee, 43 gemengde en 2 mannenleesclubs.
Ondanks die overdaad aan vrouwen hebben de clubs geen specifieke voorkeur voor vrouwelijke auteurs. Er worden vooral recente boeken gelezen en 57 % is van oorsprong Nederlandstalig.
De onderzoekster constateerde dat er een brede keuze in boektitels was. Van de 1200 titels die clubs noemden, bleek 'De eenzaamheid van de priemgetallen' met 40 vermeldingen bovenaan te staan. Niet eens zoveel dus.

Mooi om zo weer eens bijgepraat te worden over de stand van zaken in boekenland. Vooral fijn om te voelen in wat voor heerlijke sector we werken en dat er, ondanks de crisis, veel mensen positief en creatief met hun vak en passie bezig zijn.

donderdag 6 juni 2013

Reizen in Platbook 10

Zojuist verschenen: Platbook 10. Reisverhalen en -gedichten vormen de inhoud van dit jubileumboek dat Toos Schoenmakers-Visschers heeft samengesteld.

Van 56 Limburgse schrijvers is werk opgenomen waardoor het veel dialecten van Noord- tot Zuidlimburg bestrijkt.
De bundel laat ook een grote inhoudelijke verscheidenheid zien: realistische reizen, maar ook reizen in de verbeelding en metaforische reizen door het leven.
Naast de - gelukkig - nieuwe namen zijn er bijdragen van gekende dialectschrijvers als Har Sniekers, Marleen Schmitz, Maria Scheres, Ed Gubbels en Colla Bemelmans. Het doet me deugd dat er deze keer ook bijdragen in staan van andere Weertenaren: Hub Bukkems en Ton Bijsterveld-Claessens.

Mijn gedicht heet: 'Bestömming bereiktj' en gaat over de gang door het leven.
Fragment:
(...)
Ich hónkel
ich strónkel
struuëkel
raap mien eige op
scher de stökke beejein
schravel wieter.
Wi-j wieët esj nog?
(...)

Platbook 10 is onder meer verkrijgbaar in de betere Limburgse boekhandels en via de webshop van uitgeverij TIC