zaterdag 31 augustus 2013

De eerste ...

Vandaag begint de Week van het Schrijven met schrijfactiviteiten in het hele land. Elke dag schrijf ik een blog over mijn schrijfervaringen. Met tips.
Week van het Schrijven (1)


De omstandigheden zijn ideaal: kamer met uitzicht, papier lelieblank en de pen in de aanslag. En dan ... niets.
De eerste zin, de eerste bladzijde, die moeten de lezer grijpen en niet meer loslaten tot de laatste bladzijde van het verhaal. Maar ineens is de pen in de aanslag volkomen verslagen door het zwaard van Damocles.
De druk van die eerste zin sloeg me ooit lam toen ik een verhaal wilde schrijven en geen flauwe notie had waarover.Tot ik een list verzon. 'Als die eerste zin me niet bevalt, gooi ik hem toch gewoon weg.'
Dat werd de eerste zin. Maar hij mocht blijven en werd het begin van een verhaal over een schrijfster in een strandhuisje.

Martin was veranderd.
'Ze zingen!' riep het kind.
Wat dacht je van een waterketel?

Driemaal een eerste zin, tamelijk willekeurig uit mijn boekenkast geplukt, weliswaar van de afdeling favoriete boeken.*) Geen slechte zinnen, maar ik had toch niet met zekerheid durven voorspellen dat ik me zou laten meeslepen in het verhaal dat volgde.
Voor de eerste bladzijde geldt hetzelfde. Meermalen heb ik me als lezer door een stroef begin heen geworsteld, soms zelfs door tientallen bladzijden, maar werd ik uiteindelijk ruimschoots beloond.
Als schrijver moet je je ook afvragen of je je werk als gemaksvoedsel wil opdienen, wat overigens best mag. Als ik een jeugdboek voor moeilijke lezers schrijf, doe ik dat ook, al is dat iets anders dan oppervlakkig zijn.
Als schrijver heb ik wel eens moeite om in het verhaal te komen. Ik ken mijn personages nog niet, weet niet waar ze wonen en soms evenmin waar ze naar toe gaan. Die verkenningen zijn prima, maar daar moet ik mijn lezer niet mee lastigvallen.
Dat betekent dat ik bij de revisie soms rigoureus in het begin ga schrappen en dat het verhaal pas later begint.
Het sterkst gebeurde dat bij 'Vriend of dealer?', mijn eerste (jeugd)thriller uit 1999. Ik liet de eerste vijf hoofdstukken aan mijn uitgever lezen, maar die vond het nog niet spannend. 'Nee,' wierp ik tegen, 'ik bouw het langzaam op en pas bij het zesde hoofdstuk wordt het spannend.' Hij maakte me duidelijk dat dat zo niet werkt bij thrillers en dat je je lezer bij hoofdstuk zes dan al lang bent kwijtgeraakt. Mijn oplossing: het verhaal begon met hoofdstuk 6 en hoofdstuk 1 tot en met 5 belandden in de prullenbak, met uitzondering van enkele fragmenten die het nog tot flashback wisten te brengen.

Heb jij moeite met die eerste zin, die eerste bladzijde? Of heb je tips? Reageer dan op dit blog.

Tips
* kijk bij de revisie of je het verhaal later kunt laten beginnen. Schrap alles wat jij als schrijver nodig had om in het verhaal te raken.
* als je moeite hebt met de eerste zin, begin dan met de tweede.
* vrijdag 6 september houd ik als Schrijfdokter digitaal spreekuur. Je kunt de eerste bladzijde van een verhaal aan me voorleggen.

De Week van het Schrijven duurt van 31 augustus tot 8 september. Over alle schrijfactiviteiten in het land lees je op: http://www.weekvanhetschrijven.nl

----------------------

*) resp. Stefan Brijs 'Post voor mevrouw Bromley', Rascha Peper 'Vingers van porselein' en Jonathan Safran Foer 'Extreem luid en ongelooflijk dichtbij'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten