Alle vragen die Coen Verbraak stelt, stel ik mezelf in de huiskamer ook. Hoe heb ik gereageerd in mijn werk als journalist of hoe zou ik reageren?
Van 1981-1984 deed ik de opleiding aan de Academie voor de Journalistiek in Tilburg, toen nog drie jaar. Een goede opleiding vind ik nog steeds, waarvoor ik o.m. een stage deed bij Radio Nederland Wereldomroep, specialiseerde in schrijvende pers en afstudeerde op jongerenjournalistiek bij kranten. Zo kwam ik in mijn eerste krantenbaan terecht, Het Nieuwsblad (van het Zuiden) in Tilburg. In de 9 jaar daarna werkte ik daar op uiteenlopende redacties. Uiteindelijk werkte ik 13 jaar in de journalistiek tot ik in 1997 volledig koos voor het schrijversbestaan.
Met veel plezier werkte ik als journalist, hoewel de waan van de dag me toch wat ging tegenstaan. De journalist in mij is echter nog steeds niet helemaal verschrompeld, al lees ik dan geen vijf kranten per dag meer.
Tijdens de opleiding was er veel tijd en aandacht voor reflectie op het vak, iets wat journalisten van tijd tot tijd zouden moeten inbouwen. Wat wilde je ooit met je werk, waar loop je tegenaan en kun je er iets aan veranderen? Met collega's met je voeten op de papierbak achterover leunen en dagdromen over het vak. Waar haal je die ruimte vandaan als je de krant met steeds minder mensen moet maken in een tijd waarin de papieren krant per definitie achter het harde nieuws aanholt?
Slotwoord reflectie AvdJ |
Daarom is 'Kijken in de ziel' zeker voor nog actieve journalisten van belang. Reflectie, toetsing van je eigen waarden aan die uit de dagelijkse praktijk.
Ik vis mijn ethische reflectie uit mijn archief: 'Een korreltje zand'. In dertig pagina's maak ik duidelijk dat ik mijn vermogen als journalist niet overschat. Maar wel wil ik in mijn werk laten zien dat niets vanzelfsprekend is.
Dat ik een weerbarstige praktijk voorzie, blijkt wel uit een hoofdstuk over nevelige grenzen. Het was goed geweest als ik daarna met mezelf jaargesprekken had gehouden met die reflectie als basis. Misschien toch nog eens aardige leesstof zoveel jaren later.
In de eerste uitzending stelde Coen Verbraak de vraag wat de taak is van een journalist. Antwoorden waren: duiden en meer zijn dan een doorgeefluik, selecteren, onrecht aan de kaak stellen. Dat laatste antwoord had ik dertig jaar geleden ook zeker gegeven. Iets daarvan hoorde ik in een reactie van Clairy Polak: 'Journalistiek is overwonnen woede'. Ze lichtte toe dat het gaat om het kanaliseren van eigen emotie over wat er gebeurt in de wereld.
Herkenning hoorde ik in een antwoord van Step Vaessen over je rol als journalist. Als journalist durfde ik ook veel meer dan als privé-persoon.
Grappig dat ik op de middelbare school nauwelijks durfde te denken aan een toekomst als journalist, want dat waren in mijn ogen hondsbrutale types en zelf was ik een verlegen meisje. Pas tien jaar later, na een loopbaan in het onderwijs, voelde ik me stevig genoeg me aan te melden voor de opleiding.
Nieuwsgierigheid blijkt uit de interviews is ook een drijfveer. Nieuwshonger zat altijd al in me. Vanaf mijn dertiende kocht ik elke zaterdag twee kranten: de Volkskrant en De Tijd (10 cent), naast De Limburger (Maas-en Roerbode in die tijd) die bij ons thuis kwam.
Tijdens mijn tijd als journalist gold het adagium: journalist ben je 24 uur per dag.
En misschien geldt wel dat je je hele leven toch iets van de journalist blijft houden. Ik blijf nieuwsgierig, wil blijven ontdekken en in mijn boeken wil ik ook nog steeds laten zien dat niets vanzelfsprekend is.
Voor journalisten en voor ieder die nieuwsgierig is naar het vak en zijn keuzes: Kijken in de ziel - elke maandagavond tot en met 25 aug. - Ned. 2
Website Kijken in de ziel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten