zondag 8 maart 2015

Tot op het bot

Marthe
En weer raakte het werk van Berlinde De Bruyckere me tot op het bot, gisteren in het Gemeentemuseum Den Haag. Zoals ik tien jaar geleden getroffen werd door haar werk in museum De Pont in Tilburg.
De Bruyckere maakt geen aaibare, geruststellende kunst. Maar wie heeft gezegd dat kunst gerust moet stellen? Integendeel, haar werk verontrust me, confronteert me met het kwetsbare, sterfelijke. Het stoot soms zelfs af en tóch blijf ik kijken, keer terug en huiver.
Elie
Vrouwen, soms gehuld in dekens die de kilte alleen maar lijken te benadrukken, paarden, afgekloven botten.



Ik las dat haar vader slager was en dat speelt vermoedelijk een rol bij het vrijmoedig omgaan met vleselijke en uitgebeende wezens.




Toen ik langs haar werk liep, kwam ineens een gedicht boven uit mijn dichtbundel Lichaam



versteend strand

blote voeten roffelen over mortel
lopen vast in gewapend beton
van messen en mosselschelpen
donker als de nacht.
weke delen stollen
aaibaar wordt karkas.
sterfelijkheid omspoelt alles,
wikkelt het leven in lijkwaden.
  
 
Actaeon III
Aaibaar wordt karkas. Uitgebeend. Aders. De was van dodenmaskers. Allerlei associaties roept het op, metaforen voor naakte sterfelijkheid.

De tentoonstelling van Berlinde De Bruyckere is nog tot en met 31 mei te zien.

Gemeentemuseum Den Haag - tentoonstelling Berlinde De Bruyckere

Berlinde De Bruyckere - wikipedia 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten