Posts tonen met het label Proust. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Proust. Alle posts tonen

dinsdag 6 december 2022

Dikke boeken

Ik hou niet zo van dikke boeken, vooral als ze te dik zijn. En dat vind ik nogal eens. Dat geldt voor dunnere boeken trouwens ook.
Bij veel boeken kan er volgens mij vaak een kwart uit. Daar wordt een boek alleen maar sterker van.
Schrijvers lijken soms zo dol te zijn op al hun darlings, dat ze niet eens over killen willen nadenken. Details kunnen heel goed werken. Maar als een schrijver zich verliest in nodeloze details is hij mij snel kwijt.

Al meer dan 30 jaar schrijf ik boeken en bij mijn schrijven heb ik me juist leren concentreren op details. Zintuiglijke details: wat laat je de personages en daarmee ook de lezer zien, horen, ruiken, voelen en proeven. Dan krijgen de personages en hun omgeving meer vorm, ten dienste van het verhaal, de toon en de sfeer.
In de vele revisies zet ik daar dan weer vraagtekens bij. Voegt het echt iets toe of is het uiteindelijk slechts vulling? In dat geval: streep erdoor.
Ik heb veel geleerd van het schrijven voor kinderen die moeite hebben met lezen. Het is de kunst om dan de kern, maar ook emotie en sfeer toch over te brengen. Ook gedichten schrijven is leerzaam: daar telt elk woord, en elk stukje wit minstens zozeer.

Toen ik ooit een manuscript opstuurde naar een uitgever, weigerde die ernaar te kijken, louter omdat het te weinig woorden telde. Ik was stomverbaasd over die minimumeis. Op basis van argumenten ben ik altijd bereid kritisch naar mijn eigen werk te kijken en te reviseren. Maar ik ga er niet zomaar 20.000 woorden bijschrijven, alleen om bij een uitgeverij binnen te komen.

Dat klinkt allemaal stoer en overtuigd. Maar van sommige dikke boeken houd ik enorm. Alle 7 kloeke delen van Het Bureau van Voskuil las ik in een mum van tijd. En de dikke pillen van Op zoek naar de Verloren tijd door Marcel Proust, ik geniet intens van de eindeloze beschrijvingen van robes, uiterlijkheden, zeegezichten, overpeinzingen, beuzelarijen. Jammer dat hij te vroeg dood ging – precies 100 jaar geleden - om meer dan die 7 delen te schrijven.

Wie weet schrijf ik zelf ook nog wel eens een superdik boek. Maar laat het dan wel krachtig zijn!

Dit blog publiceerde ik op 5 december 2022 op Hebban.nl


vrijdag 18 november 2022

Marcel Proust nog altijd levend

Honderd jaar geleden overleed Marcel Proust, op 18 november 2022, 51 jaar oud. Maar voor mij en andere literatuurliefhebbers leeft hij nog steeds. Ver voor mijn pensioen in 2010 begon ik zijn boeken te lezen, hoewel ik dat had gepland voor na mijn pensioen, want meer tijd. Hahaha, weet ik nu.
Tijdens en na mijn studie Frans had ik me verre gehouden van zijn werk. Te langdradig, hopeloos ouderwets, dacht ik. Maar zijn observaties van mensen en hun relatie is nog altijd actueel. En die langdradigheid en breedsprakigheid, ik geniet ervan en kom in een staat van meditatief lezen.
Proust is geen allemansvriend, noem hem gerust elitair. Maar als je 100 jaar na je dood nog gelezen wordt, dan ben je een groot schrijver.

Eerder al schreef ik blogs over mijn leeservaringen met Proust, zoals Met Proust in de hangmat en Met Proust op de sofa Ik heb mijn boeken van en over Proust maar eens uitgestald op mijn sofa. En ik krijg meteen zin om weer verder te lezen in zijn oeuvre 'Op zoek naar de verloren tijd'. Zeven boeken telt het.
Ik heb de eerste drie kloeke delen van die cyclus gelezen. Maar zijn honderdste sterfdag is een mooie aanleiding om verder te lezen, Sodom en Gomorra is het vierde deel. En wie weet ga ik tijdens de kerstrust in een moeite door met deel vijf, De gevangene. Hoewel ik ze ook niet achter elkaar wil lezen, want dan heb ik al zijn werk te snel uit.

In 2015 deed ik in mijn blog Op zoek naar Marcel Proust een oproep aan uitgeverij De Bezige Bij. Na een prachtige heruitgave in 2009 van deel 1 Een liefde van Swann kwam er geen vervolg meer. En dat terwijl de steengoede vertaalster Thérèse Cornips de vertaling van de andere zes boeken al klaar had.
Mooi dat de Bezige Bij in 2018 de volledige cyclus opnieuw uitgaf, betaalbaar én in de vertaling van Cornips.

Ik zie dat de uitgeverij voor december 2022 Terug naar de verloren tijd van Proust aankondigt in een uitgave van 175 euro. Als paperback, staat op de site. Niet in een band, neem ik aan, want het gaat om duizenden bladzijden. Voor die prijs verwacht je minstens goud op snee en met 10 leeslinten. Wellicht is het een heel andere uitgave, voor de ware liefhebber in elk geval.
Betaalbaar, nou nee, maar wel een bewijs dat het werk van Proust nog altijd leeft.

donderdag 23 maart 2017

Verboden vruchten


Verboden vruchten - in de verleiding komen om te doen wat niet goed is voor jezelf of voor een ander. Laten we het er eens over hebben, het eerlijke verhaal.
Nou, bij schrijvers weet je dat nooit.

Toch lichten we met Schrijversharten in de Boekenweek onder het gelijknamige thema eventjes op wat verborgen bleef, raken we aan openhartigheid en genieten we stiekem van 'beter van niet'.
Op 29 maart houden we in de bblthk van Wageningen een avond onder het motto 'Stiekem genieten'.
Met Schrijversharten (Martijn Adelmund, Laurens van der Zee en ik) delen we op poëtische en prozaïsche wijze onze geheimen met het publiek. We lezen voor uit eigen werk over de zoete pijnen van het leven en de verboden vruchten die daar verlichting aan bieden: de fles, de fruitautomaat, de buurvrouw, The Sound of Music.
Maar het publiek krijgt ook een rol in het ondervragen, soms met pijnlijk borende vragen, vagelijk gebaseerd op de beroemde vragenlijst van Marcel Proust.
En er is muziek, als verboden vruchten en over verboden vruchten. Schrijversharten draaien foute plaatjes enzo.

In de voorbereidingen hebben we al veel plezier beleefd aan wat we - onschuldiger - guilty pleasures noemen. En Laurens was druk met het vernuftig bricoleren van het decor en de bewegende delen.
Gisteren hadden we de eerste doorloop, liever gezegd: doordraai. Maar we lassen nog een extra repetitie in, al moeten we het ook niet doodrepeteren. (Gevleugelde uitdrukking tijdens mijn korte amateurtoneelcarrière. Soms synoniem voor: god zegene de greep.)

Meer tippen van de sluier licht ik niet op. Kom zelf kijken en geniet stiekem mee. De avond begint om 20 uur en de toegang is gratis.



Stiekem genieten in de bblthk

http://www.boekenweek.nl/ 

zaterdag 8 augustus 2015

Op zoek naar Marcel Proust

mijn verzameling Proust-boeken - een bij elkaar geraapt zootje
Proust lezen, ik zou het misschien ooit nog eens doen, na mijn pensioen. Maar toen ik in in 2010 bij toeval in een Proust-leesclub terechtkwam, kreeg ik er onverwacht veel plezier in. Ik lees zijn boeken anders, slow reading is het, bijna meditatief.
Wat hielp, was zeker de prachtige uitgave (2009) van het eerste boek 'De kant van Swann' door De Bezige Bij. In een soepele vertaling van Thérèse Cornips en een prettige inleiding en annotatie van Ieme van der Poel.
De uitgeverij stelde de heruitgave van de volgende zes delen van 'Op zoek naar de verloren tijd' in het vooruitzicht. Maar deel 2 kwam nooit.
Toch las ik door, al strandde de leesclub na een vliegende start. De afgelopen jaren las ik boek 2 en 3, in oudere uitgaven, duidelijk het prettigst leesbaar in vertalingen van Thérèse Cornips. Die oude uitgaves van de Bezige Bij zijn met moeite op de tweedehandsmarkt te vinden. Van boek 2 'In de schaduw van de bloeiende meisjes' lukte dat niet bij het derde deel en dat heb ik dus maar in het Frans gelezen. Door mijn studie Frans lang geleden ben ik daartoe wel in staat, maar ik mis toch de nuances en enig leesgemak.
Boek 4 'Sodome et Gomorrhe' heb ik al enige tijd in huis, maar dus alleen in het Frans, bijna 600 bladzijden. Ik aarzel nog om eraan te beginnen. Misschien lukt het me om een Nederlandse vertaling te bemachtigen zonder er een kapitaal voor te betalen.
In afwachting daarvan lees ik om Proust heen. Momenteel in het boekje 'Een zomer met Proust' waarin Proustdeskundigen hun bevlogenheid illustreren aan de hand van fragmenten en thema's.
Deze week las ik het lezenswaardige boek van Guus Middag die zijn gesprekken optekende met Thérèse Cornips voor wie de vertaling van Proust welhaast een levenswerk was. De titel 'Met een bevroren jas en een geleend tientje' geeft al aan dat vertaalwerk geen vetpot is. Bovendien blijf je als vertaler vaak onvermeld.

Naar mijn idee is Thérèse Cornips zwaar ondergewaardeerd, ook door haar uitgeverij De Bezige Bij. Wat was het een mooi gebaar van waardering geweest als De Bezige Bij na de vernieuwde uitgave in 2009 alle andere boeken van Proust opnieuw zo prachtig had uitgebracht. De vertalingen van Thérèse Cornips waren immers klaar.
Afgezien daarvan zouden de Proustliefhebbers daar ook geweldig blij mee zijn, ik in elk geval wel. Eindelijk de kans om dat bij elkaar geraapt zootje boeken te vervangen door goede uitgaven in een prettige vertaling.
 
Dit voorjaar verscheen er een nieuwe Proust, maar opnieuw een vertaling van boek 1. 'Swanns kant op' vertaald door Martin de Haan en Rokus Hofstede voor uitgeverij Athenaeum. Ik zat er niet op te wachten. Even had ik nog de hoop dat de overige delen misschien ook volgen. Maar ik hoorde dat het een op zichzelf staande uitgave is in een serie uiteenlopende klassiekers.

Ik wil graag door met de volgende delen. Daarom een oprechte vraag aan De Bezige Bij:
de vertalingen van Thérèse Cornips liggen er al, uitgeverijen werken voor minder courante titels vaak al met printing on demand. Waarom brengt u niet de boeken opnieuw uit in een doorlopende serie, desnoods als paperback?
De toegewijde vertaalster Thérèse Cornips verdient het en liefhebbers van Proust zoals ik zijn u dankbaar.

Een van mijn eerdere blogs over Proust: Met Proust in de hangmat

woensdag 29 april 2015

Schrijversharten Culturele Ronde - terugblik

Betrokken publiek dat doorvroeg, aangename sfeer van gastvrijheid en ontspanning, weer meer kennis over elkaars werk en dat van onszelf. Dat is voor mij samengevat de rijke opbrengst van een weekend Culturele Ronde met Schrijversharten.
Het programma was vol. Op vrijdag begon het met de logistieke voorbereidingen. Stoelen en attributen vervoeren - stijlvol in de antieke Dodge van Laurens van der Zee - naar de garage aan het Spijk in Wageningen waar we onze Proust-sessies zouden houden.

We zouden ook af en toe aanschuiven bij de kleine Tafel van W die Robbert Kamphuis iets verderop bij het Spijk organiseerde. Koffie, thee, lekkers en muzikale optredens van onder meer Jitze Kopinga, gitariste Anna Kluen, Anneke Rot en Laurens van der Zee. Bezoekers bekeken beeldend werk van Robbert, maar ze konden zich ook laten knippen door mensen van kapper Bubbles.
Verder was er nog Josefien Vliegmachien en op energiefietsen konden mensen ervaren hoeveel ze moesten trappen om een lamp brandend te krijgen of een föhn.
Met Schrijversharten hebben we verschillende optredens gedaan, in de podiumcaravan Tante Bertha, bij de Tafel van W, maar net zo makkelijk binnen tijdens een regenbui. Improvisatie en ongedwongenheid vierden hoogtij.
In totaal vier keer hielden we Proust-sessies en de garage werd een zowel intieme als uitnodigende ruimte. Het publiek bepaalde met een dobbelsteen welke vragen aan de orde kwamen, vragen over persoonlijke zaken en over het schrijven. Beurtelings namen de drie schrijvers van Schrijversharten - Laurens van der Zee, Martijn Adelmund en ik - plaats in de stoel om zich te onderwerpen aan de vragen. Bij lastige of extra indringende vragen werd de tandartsboor in werking gezet. Alleen al bij het geluid gingen je haren overeind staan.
We hadden vragen gekozen uit de lijst die de Franse schrijver Marcel Proust heeft samengesteld op basis van wat hij in de 19e eeuw als een Engels gezelschapsspel leerde kennen. Literatuurprogrammamaker Bernard Pivot maakte er zijn eigen variant op. In Nederland legde HP/De Tijd jarenlang de lijst van Proust voor aan bekende Nederlanders.

Er passeerde heel wat de revue in die garage aan het Spijk. Vragen als: heb je ooit een mystieke ervaring gehad, wat is voor jou de definitie van geluk, waarover schaam je je, van wie heb je het meeste geleerd?
Het publiek schroomde niet om dieper door te vragen en samen met onze open opstelling ontstond er een bijzondere sfeer. De vragen prikkelen ons de komende tijd ons zelfonderzoek voort te zetten, vast gestimuleerd en geprovoceerd door de collega's van Schrijversharten.
Tot slot was er in de bibliotheek nog een openbare sessie. Daarin bespraken we fragmenten uit de beeldopnamen van het interview door Frénk van der Linden in het Schrijversharten Café van 18 april. We diepten dat verder uit en illustreerden onze uitspraken met citaten uit ons werk. Ook hier troffen we een belangstellend publiek.

Onze deelname van Schrijversharten aan de Culturele Ronde was een vreugdevolle en zinvolle ervaring. Enige nadeel: als je zelf meedoet, zie je niets van die andere 80 kunstenaars die hun atelier openzetten.
We waren blij dat zoveel mensen geïnteresseerd waren in ons 'atelier'. Ons motto deze dagen was immers: Mijn hoofd is mijn atelier.



Reportage met veel aandacht voor Schrijversharten bij CR op RTV Rijnstreek  

http://www.schrijversharten.nl/
Schrijversharten op facebook 
http://www.cultureleronde.nl/ 

dinsdag 15 oktober 2013

Proust en social media

Proust en social media, dat lijkt vloeken in de kerk, of op z'n minst: bien étonnés de se trouver ensemble.
De boeken van Marcel Proust worden gesavoureerd in slow reading, de uitingen in social media zijn doorgaans snel en vluchtig.
En toch moest ik aan ze denken bij het lezen van het derde boek uit zijn magistrale oeuvre 'Op zoek naar de verloren tijd'. Voor de volgende bijeenkomst van de Proust-leeskring, lezen we 'De kant van Guermantes'. We hebben de afspraak uitgesteld en over het jaar heengetild, maar ik heb het zondag al uitgelezen.
Ik hoef niet bang te zijn dat ik in januari niet meer weet wat er in de ruim 600 bladzijden van het boek gebeurt. Zoveel gebeurt er namelijk niet. Het gaat niet om wat, maar om hoe en ook waarom. Slow reading, ik zei het al.
In dit derde deel schrijft Proust vooral over het Parijse leven van de haute volée, en wat daartoe wil behoren. Een leven van salons, ontvangsten, introductie, inviteren en geïnviteerd worden.
En kijk, daar raken we, als door een tijdmachine geflitst, ineens aan de social media. Wie je kent, is welhaast belangrijker dan wie je bent. En daarom wil je laten zien wie je kent en vooral wie jou kent.
Je probeert vrienden te worden met mensen tegen wie je opziet of van wie je iets gedaan denkt te krijgen. Daardoor stijg je in de achting van anderen.
Vrienden van vrienden nodigen je uit, en omgekeerd. Zo presenteer je een beeld van jezelf in de hoop je status en prestige te verhogen.
Bij netwerkbijeenkomsten verspreid je visitekaartjes zoals mensen in het salonmilieu van Proust hun kaartje komen deponeren bij de lui tot wier kring ze geïnviteerd willen worden. Niets menselijks is mij vreemd.
Namedropping, window dressing, begrippen avant la lettre die al welig tierden in de tijd van Proust.
Social media, in feite niets nieuws onder de zon.

Blog: Met Proust op de sofa
Blog: Met Proust in de hangmat

Proust op Twitter

dinsdag 20 augustus 2013

Levensdrift

Het lezen van Marcel Proust (deel 3 De kant van Guermantes) heb ik even onderbroken, omdat de bijeenkomst van die leeskring een poosje is uitgesteld. Dat gaf me de gelegenheid om op mijn gemak de twee boeken te lezen voor mijn andere leesclub begin september.
Twee totaal verschillende boeken, alleen al het leeftijdsverschil van 113 jaar.
'De vlucht' van Jesús Carrasco dat dit jaar verscheen en 'Langs lijnen van geleidelijkheid' van Louis Couperus uit 1900. Dat koos de leesclub vanwege het 150e geboortejaar van Couperus.


Couperus schrijft meanderend en verfijnd over een vrouw in de societywereld, Carrasco over het keiharde leven van een jongen in een ongenaakbaar Spaans landschap, die meedogenloze mensen tegenkomt. Beide boeken maakten indruk op me, om heel verschillende redenen.
Van Proust naar Couperus is geen grote stap. Hun schrijfstijl is verwant, hun personages brengen hun leven door met ja, waarmee? Diners, soirées, salons, achterklap en indruk maken.
Maar het hoofdpersonage van Couperus' boek Cornélie de Retz van Loo wil meer van het leven. Na de teleurstelling van haar mislukte huwelijk gaat ze naar Italië en denkt ze vervulling te vinden in de feministische strijd (eerste golf feminisme). Ze vindt echter de liefde op haar weg en met Duco van der Staal ontdekt ze andere waarden, zoals de kunst en desnoods eenvoudig leven. Maar ze komen erachter dat je van liefde alleen niet in leven kunt blijven. Toch lijdt hun liefde aanvankelijk niet onder de armoede. Cornélie moet haar gedachten, gevoelens en principes herzien wanneer het verleden niet uit te wissen valt.

Hoofdpersoon in De Vlucht is een naamloze jongen van onbestemde leeftijd. In een heet, dor landschap is hij op de vlucht voor zijn verleden. Enerzijds kinderlijk, anderzijds wantrouwend en dat laatste is ook niet verwonderlijk. Veel goeds heeft hij niet ondervonden in zijn leven.
Mijn geest verzette zich meer dan eens om door te lezen over die wereld van louter hardheid, genadeloze natuur en erger nog: gewetenloze mensen.
Het boek is gruwelijk en goed, zintuiglijk en op de huid geschreven. Het gaat hier om de basis van de piramide van Maslow: eten, drinken, slapen en veiligheid. En aan al die basisbehoeften is gebrek.
Het gaat over doodsangst, maar ook over levensdrift, en die overwint. Dat is dan toch een lichtpuntje in het boek.
In die woestenij die leven heet, trof me des te harder een passage over iets wat je moreel besef kunt noemen. De herder die zich toch lijkt te bekommeren om het lot van de jongen dringt er bij hem op aan dat hij de lijken van twee boosaardige mannen begraaft. De grond is hard en er is geen schop of houweel, werpt de jongen tegen. (p. 190)
'Als je ze niet begraaft, zullen de vogels ze opeten.'
'Wat maakt dat nu nog uit?'
'Dat maakt wél wat uit.'
'Die mannen verdienen het niet.'
'Daarom moet je het doen.'

Die laatste zin, daar zit alles in.

Het wordt even wennen als ik me nu weer met Proust in de wereld van de Parijse salons begeef.

maandag 22 juli 2013

Tuinplezier

Mijn tuin brengt me veel plezier, niet eens zozeer het tuinieren als wel het passieve genieten van plant en dier.

Gisteren was het weer uitermate geschikt om mijn hangmat van zolder te halen. Deel 3 'De kant van Guermantes' van 'Op zoek naar de verloren tijd' van Marcel Proust lag al enige tijd te wachten op rust en stilte. Eind augustus bespreken we dit deel met de Proust-leeskring.
Ruim 600 bladzijden telt dit boek en ik ben geen uitgesproken liefhebber van dikke boeken. Maar Proust onttrekt zich aan meer zelfbedachte voorkeursprincipes. In zijn boeken gebeurt bijvoorbeeld nagenoeg niets en toch/juist vind ik ze oneindig boeiend. In die zin lijken ze wel op Het bureau van J. Voskuil, die voor mijn gevoel ook spotte met alle regels die ik aan mijn schrijfcursisten meedeel.

Proust lezen is woord en betekenis savoureren, slow reading ten top.
Maar in mijn hangmat kan ik ook heel goed niets doen. Een beetje naar de lucht kijken, een vlinder of vogel voorbij zien komen. In de lach schieten als ik het duet volg tussen twee duiven die elkaar van een afstand toezingen. Als twee gestopte trompetten, en nog vermoeid ook.
Luieren in mijn tuin, waar ik zaterdag toch enkele uren actief was geweest. Snoeien, onkruid wieden en de vijver uitbaggeren. Er werd weer water zichtbaar tussen de planten, en daar verscheen zelfs mijn spiegelbeeld. Oh Narcissus...


Gisteravond laat manifesteerde zich het potentiële gevaar dat ook kan schuilgaan in de tuin. Ik vermoed tenminste dat het daar ergens gebeurd moet zijn. Net voor het slapen gaan ontdekte ik een teek, althans, het zou een teek kunnen zijn. Maar zo klein? Ik bestudeerde het donkere puntje, zette er een megasterke leesbril voor op, maar ik kwam er niet uit. En was er niet nog een restantje blijven zitten op de plek waar ik met veraf-bril en spiegel niet goed zicht op kreeg?
In het duister van de nacht ben ik extra goed in het bedenken van noodlotscenario's en dus zag ik me voor de wekker afliep, al tot levenslange invaliditeit veroordeeld door de heftigste vorm van de ziekte van Lyme.
Ik nam de opgeplakte teekachtige mee naar de huisarts. Ja, het was een teek, maar waarschijnlijk had hij/zij de tanden (?) nog niet in mijn vlees kunnen zetten. Door een gelukkige speling van het lot had ik het monster net op tijd, en in zijn geheel, verwijderd.
Tuinplezier, maar het gevaar loert, niet groter dan een speldenknop.

Eerder blog: Met Proust in de hangmat

donderdag 16 augustus 2012

La douce France

Ik ben weer terug van weg. Echt helemaal weg. Niet eens ver of lang of spectaculair, maar precies waar ik aan toe was. Acht dagen Vendée in Frankrijk, in goed gezelschap, met prachtig weer en zonder agenda.

Vanuit de achtertuin zicht op de campagne, de pasgemaaide graanvelden, oude molen in de verte, vogelgezang, overvliegende ibissen. Alleen jammer dat de hop zich net deze dagen niet liet zien of horen. Ik wil dat beest nou onderhand wel eens spotten.
De tuin, zo ver het oog reikte, waar ik al snel de lommerrijke punt had ontdekt als ideaal Proust-plekje. Voor eind van de maand 'moet' ik immers voor de Proust-leeskring deel 2 hebben gelezen: In de schaduw van de bloeiende meisjes. Meditatief lezen was het, de verloren tijd leek gevonden.
Op loopafstand was er het oer-Frans dorp: kerk, bar, épicerie, mairie, met zondag de apotheose van een tikkeltje bizar evenement, de Marais Express. Teams van wandelaars hadden enkele dagen door de regio getrokken, waarbij een van hen een klein varken torste, met sokjes aan. Ik heb nog niet achterhaald wat de diepere betekenis is van dit ritueel. Wellicht alleen maar een traditionele mascotte. In elk geval had ik niet zozeer te doen met de sportievelingen die tropische temperaturen hadden doorstaan als wel met de aangeklede varkentjes. Rare jongens toch soms, die Fransen.

En er was de zee, elke dag weer, op fietsafstand. Soms glad blauw als de Mediterranée, maar gisteren bijvoorbeeld met pittige golfslag. In combinatie met een bewolkte ochtend leverde dat een heerlijk verlaten strand op.
Anderzijds was het ook leuk om op een zomers strand te zien hoe de zee van iedereen is. Maatschappelijke status of achtergrond, het lijkt allemaal geen rol te spelen. Het strand is van iedereen.

Maar vooral van de spelende mens. Spelevaren, zeilen, surfen, paddle boarden, taartjes en kastelen bakken.
Ik denk aan het gedicht dat ik ooit schreef:

Het kind in de man


Onvermoeibaar verplaatst hij
urenlang zandkorrels,
een werkje zonder nut of status.
Dat heeft hij over voor zijn kinderen.
Maar straks is híj het meest
teleurgesteld als de vloed
het zandkasteel overspoelt.

Zo is hij mij het liefst:
de man in wit T-shirt.
Graaft met een schepje
en hervindt zijn onschuld.

zondag 3 juli 2011

Late ontdekking

Dankzij de Proust-leesclub waar ik sinds vorig jaar in zit, heb ik nu - toegegeven, het werd tijd - Madame Bovary van Flaubert ontdekt.
Dat zit zo. Wij kunnen even niet meer vooruit in onze leeskring, nu uitgeverij De Bezige Bij nog steeds talmt met het uitbrengen van de tweede band van het lijvige oeuvre van Marcel Proust 'Op zoek naar de verloren tijd'. De eerste band 'De kant van Swann' hebben we in enkele sessies uitgebreid besproken. De uitgeverij had de verwachting gewekt dat de volgende delen, die grotendeels schijnen klaar te liggen, snel na elkaar zouden verschijnen. Uitgeverijen hebben het blijkbaar niet makkelijk tegenwoordig, dus wellicht vormt het uitbrengen van een serie dikke pillen voor een kleine doelgroep een te groot risico. Maar hoe lang wachten wij nog, voordat we onze toevlucht nemen tot de oudere versies op de tweedehandsmarkt?

Voorshands houden wij ons onledig met klassiekers en Madame Bovary was de eerste. Tijdens mijn studie Frans had ik niet veel zin om eraan te beginnen. Sindsdien had ik ergens in mijn hoofd opgeslagen dat het een traag dramatisch boek was en dat er 25 bladzijden lang werd gezeverd over de bruidstaart.
Maar sinds Proust smul ik van dergelijke uitweidingen, mits goed geschreven. [In werkelijkheid blijkt Flaubert slechts luttele regels te wijden aan de taart. Zulke spelletjes speelt het geheugen blijkbaar om je in je weerstand te bevestigen.]
Ik had nog een oude Franse Folio-pocket (doorleefd uiterlijk, maar ongelezen), en ik vond dat ik het dus maar in de originele versie moest lezen.
Bijna 450 pagina's vertellen het relaas over madame Bovary die in haar jeugd romantische verhalen absorbeert en zich zo ook het ware leven voorstelt. Haar huwelijk met de sullige, saaie plattelandsarts Charles maakt al gauw dat ze zich levend begraven voelt. Ze vindt dat ze in haar zware leven recht heeft op een beetje liefde en ze zoekt dat buiten de deur. Het overspel met de bleue Léon en de doortrapte Rodolphe maakt haar overigens ook niet gelukkig, evenmin als de aankopen in cadeaus en kleding waarmee ze de leegte in haar leven tracht te vullen. Haar spilzucht brengt haar steeds meer in de macht van haar schuldeiser en dan ziet ze geen andere uitweg meer dan uit het leven te stappen. Flaubert speelt een mooi spel met realisme en romantiek.
Het boek heeft me op alle fronten verrast. Het las als een trein, was na 150 jaar nog actueel, beeldend geschreven, met psychologisch inzicht en vooral onverwacht veel humor.

Proust-leeskring

dinsdag 12 april 2011

Losgeslagen

Dat we heel uiteenlopende boeken lezen met onze leesclub is juist een van de charmes. Dat we dat combineren met genoeglijke brunches, is een ander pluspunt. Een aantal van ons spant zich telkens in om smakelijke gerechten te bereiden bij de boeken die we lezen.
Tijdens onze laatste bijeenkomst bespraken we 'Axolotl Roadkill' van de jonge Duitse schrijfster Helene Hegemann. In dit boek verhaalt een losgeslagen postpuber over haar leven van spuiten, slikken en ander onmatig gedrag. Tussen een overkill aan scabreuze taal en laconieke beschouwingen over abject burgerlijk leven, in de ogen van het hoofdpersonage althans, wordt haar tragedie pijnlijk duidelijk.
Zij is als de axolotl, een dier dat niet volwassen wordt.
Het boek van Helene Hegemann verscheen toen ze 17 was en op zo'n jonge leeftijd schrijft ze al, jaloersmakend, goed. Toch vond ik het boek door zijn associatieve inslag en een overdaad aan eigentijdse sample-taal soms vermoeiend en lastig te lezen, inspannender welhaast dan het werk van Marcel Proust waarin ik me de laatste tijd verdiep (andere leesclub).

Ook deze keer was er weer smakelijk voedsel bedacht en een van ons had wel heel toepasselijk zijn inkopen gedaan. Daardoor viel er op de eerzame brunchtafel een opvallend stilleven te aanschouwen.

Voor de eerstvolgende bijeenkomst lezen we 'Het grote huis' van Nicole Krauss, other stuff.


http://www.arbeiderspers.nl/web/Auteurs/Boek-5.htm?dbid=29553&typeofpage=94280 

zaterdag 12 februari 2011

Boek uit

Mijn stapel nog te lezen boeken groeit weer en de laatste dagen zelfs onrustbarend. Gisteren kocht ik er drie, vandaag heb ik er een besteld. Dat helpt natuurlijk niet echt. En tijd en rust om te lezen, ho maar.

Toch kan ik nu niet meer vooruit met lezen, althans niet met  'Op zoek naar de verloren tijd' van Marcel Proust. Eergisteren bespraken we met onze Proust-leeskring het derde deel ('Plaatsnamen: de naam') van de eerste band 'De kant van Swann'.
Die band bracht uitgeverij De Bezige Bij uit in 2009 met de aankondiging dat de volgende delen snel zouden volgen. Er zijn wel oude vertalingen in omloop, maar de nieuwe uitgave is een herziene vertaling en met een uitgebreid notenapparaat.
Nu hebben we de drie delen van boek 1 uit en achtereenvolgens besproken, terwijl boek 2 nog niet in aantocht is. Daar wachten we met smart op, Bezige Bij.
Gelukkig zijn we niet uitgepraat over het eerste boek en ook valt er volop secundair werk te bestuderen, zoals de hoorcolleges van Maarten van Buuren.
Het lijkt wel een echt studieobject, maar ik kan er soms van genieten om bij het lezen weer eens mijn tandjes ergens in te zetten. Daar komt bij dat het lezen van Proust vaak ook iets meditatiefs heeft, volkomen in het moment en afgesloten van een roerige buitenwereld.

Cattleya. Bron: Engelse wikipedia

Proust blijft mij trouwens verrassen. Naast de verfijnde tekeningen van situaties en personages zitten er ook modern-directe en lompe kwalificaties in.
In deel 2  'Een liefde van Swann' bijvoorbeeld hebben Swann en zijn geliefde Odette het verhullend over 'cattleya doen' als zij het bed delen. Het voorspel daartoe is de zoektocht van Swann naar de corsage van cattleya die Odette draagt in haar décolleté.
Maar anderzijds laat Proust een personage van stand zeggen: 'Daar lig je liever mee in bed dan met de koude koorts.'
Zijn gasten van soirées lijken af en toe op soapfiguren voorzien van bijbehorende roddelpraat.

Het is dus niet alleen iets van tegenwoordig, de mix van high culture en low culture die exemplarisch zou zijn voor deze tijd. De filosofen Rob Wijnberg en Stine Jensen schrijven daarover in 'Dus ik ben'. Zowel eten in een sterrenrestaurant als bij McDo, zowel doorwrochte documentaires waarderen als Boer zoekt Vrouw. Vroeger waren activiteiten veel meer aan bepaalde klassen voorbehouden.
Tegenwoordig mag je er bovendien voor uitkomen.
Ja dus, ook ik kijk Boer zoekt vrouw, vanaf de eerste serie. In het kader van nog meer bekentenissen: ik hou ook van smartlappen. Dat ik zelfs lid was van een smartlappenkoor valt niet in de categorie jeugdzonde, ik had de jaren des onderscheids allang bereikt.

Van Marcel Proust tot André Hazes, niets menselijks is mij vreemd.

http://annievangansewinkel.blogspot.com/2010/12/met-proust-op-de-sofa.html

woensdag 22 december 2010

Met Proust op de sofa

Sinds een paar maanden ben ik lid van een Proust-leeskring. De komende jaren willen we het oeuvre van Marcel Proust 'Op zoek naar de verloren tijd' lezen en bespreken.
Las ik deze zomer in de hangmat het eerste boek 'Combray', deze winter savoureer ik Proust op een andere plek, de sofa.
Wellicht is 'chaise longue' een passender benaming voor het meubelstuk dat onlangs mijn huis werd binnengedragen.
Ik stel me personages van ruim een eeuw geleden voor uit het werk van Proust die het zo druk hadden met het doorbrengen van hun dagen in ledigheid, bijvoorbeeld kwijnend of smachtend op hun chaise longue.
Maar met deze karikatuur doe ik Proust en zijn personages tekort. Hij geeft een mooi tijdsbeeld van de hogere kringen in Frankrijk en tegelijkertijd zijn de thema's tijdloos: vergankelijkheid, schoonheid, verliefdheid, jaloezie.
De schrijver observeert meesterlijk en heeft verrassend veel gevoel voor humor en ironie, waardoor zijn boek soms ook iets van een soap heeft. Gevoegd bij een uitzonderlijke taalrijkdom is het een genot om te lezen.

Ik heb inmiddels ook het tweede boek uit, 'Een liefde van Swann', waarin Proust het pijnlijke proces van aantrekken en afstoten beschrijft tussen Swann en Odette. Swann is in zijn verliefdheid obsessief, naïef en soms ook herkenbaar.
Een voorbeeld: Voor een uitstapje zegt Swann te hopen dat hij Odette niet tegenkomt. Ondertussen blijft hij wel naar haar speuren. "(...) alsof hij zocht wat hij zei te willen ontlopen en trouwens zou ontlopen zodra hij het had gevonden, want als hij het groepje was tegengekomen zou hij ostentatief een andere kant uit zijn gegaan, tevreden dat hij Odette had gezien en zij hem had gezien, vooral dat ze zag hoe weinig hij zich van haar aantrok."


Ik moest denken aan een prozaïscher uitdrukking die in Tilburg vroeger geciteerd werd van iemand die een oogje had op een ander (de spelling is waarschijnlijk niet correct): kèk of t-ie kèkt en as t-ie kèkt, nie kèke.

Filosofie, psychologie, spiegelen en zelfkennis, er valt nog veel te leren en uit te wisselen over Proust.


http://annievangansewinkel.blogspot.com/2010/08/met-proust-in-de-hangmat.html

woensdag 11 augustus 2010

Met Proust in de hangmat


Voor als ik ooit nog eens tijd over heb, - na mijn pensionering wellicht -, had ik de grote Russen gepland, eindelijk Tolstoj en Dostojevski lezen. Maar ook Marcel Proust zat nog in mijn wachtkamer, de Franse schrijver uit begin vorige eeuw van wie ik in mijn studie alleen maar fragmenten had gelezen. In mijn cursussen creatief schrijven citeer ik graag de passage waarin Proust zijn madeleine-ervaring beschrijft. Door de combinatie van het madeleine-koekje gesopt in thee komt een levendige herinnering boven aan een gelukkige episode in zijn leven. Een mooie illustratie van hoe krachtig geur en smaak zijn bij het opslaan en weer oproepen van herinneringen.
Uiteindelijk zou ik ooit zijn 'A la recherche du temps perdu' lezen, zeven vuistdikke delen. Eerst moest ik op zoek naar tijd.
Maar soms komt er ineens iets op je pad wat je niet kunt weerstaan. Een oproep om mee te doen aan een Proust-leeskring en de komende jaren onze leeservaringen uit te wisselen.
Nu komt de eerste bijeenkomst al razendsnel dichterbij en ik 'moet' het eerste deel 'Combray' nog lezen uit de eerste band 'De kant van Swann'.
Proust doe je niet even, die savoureer je, slow reading. Vanmiddag heb ik dus een paar uur met Proust doorgebracht in mijn hangmat. Regel voor regel proeven, en genieten.
Als secundaire literatuur lees ik van Alain de Botton 'Hoe Proust je leven kan veranderen'.
Al weet ik nog zo net niet of ik dat wel wil. Vanmiddag niet in elk geval. Liggend in mijn hangmat in gezelschap van mooie taal, onder een dak van groen en een wolkenhemel als het decor van dit weblog. Hoe volmaakter wil ik het hebben?