zondag 31 augustus 2014

Eigenzinnig hotel Schier

Het is al weer 10 jaar geleden dat ik voor het laatst bij Hotel van der Werff op Schiermonnikoog was. Toch durf ik met vrij grote zekerheid te beweren dat er op het eerste gezicht sindsdien niet al te veel veranderd is. Daar stond hoteleigenaar Jan Fischer hoogstpersoonlijk garant voor.
Vandaag las ik dat hij is overleden op 74-jarige leeftijd.
Het NOS-bericht haalt zijn motto aan: Modernisering is een gebrek aan zelfbeheersing.
Fischer, ooit ober bij Van der Werff, kocht het hotel uit 1726 nadat de legendarische Juffrouw Dien was overleden. Ik zag hem voor het eerst toen ik in de jaren 90 op Schiermonnikoog was. In de gelagkamer met het dominante biljart stond Jan Fischer naast de tapkast opgesteld. Ogenschijnlijk verzonken in zijn eigen wereld, maar ik neem aan dat hij alles in de gaten hield, want anders houd je zo'n hotel niet draaiend.
Hij maakte op mij niet de indruk van een warmhartige gastheer, maar vermoedelijk kreeg hij juist fans door zijn 'authentieke uitstraling'. Hij liet zich de kop niet gek maken, zou je zo zeggen en de gasten kwamen toch wel. Het hotel had randstedelijke faam, waarschijnlijk ook doordat het zo eigenzinnig was.

Toen ik in februari 2004 samen met drie andere sara's ons kroonjaar zou vieren op Schier, wilde ik graag eens in dat roemruchte hotel overnachten.
Geen eigentijdse of buitensporige luxe en daar ging het ook niet om.
Dat in het beleid van de eigenaar geen fratsen pasten, bleek wel weer na het diner toen ik argeloos cappuccino bestelde. 'Wij hebben alleen koffie,' was het zelfbewuste antwoord. En een uitgebreide theekist kwam natuurlijk ook niet ter tafel.
Het heeft wel wat, een verademing soms zelfs, als er niets te kiezen valt.

Voor hotelgasten was er de speciale antieke Van der Werffbus die het vervoer naar de veerboot verzorgde. Fischer bestuurde die zelf en toen ik hem bij het instappen complimenteerde met de fraaie, glimmende bus, zei hij: 'En de bus is ook van mij.' Bijna kinderlijk opgetogen klonk het.

Ik lees in het NOS-bericht dat zijn dochter de laatste tijd al veel taken overgenomen had. Benieuwd of en hoe Hotel van der Werff verandert. Hoe dan ook, het hotel zal zonder zijn eigenzinnige baas niet meer hetzelfde zijn.



Website Hotel van der Werff

zaterdag 23 augustus 2014

Waartoe leef ik?

Waartoe leef ik? - Met die vraag heb ik me de afgelopen week beziggehouden tijdens een filosofieweek bij ISVW. Het was de vierde keer dat ik een zomerweek doorbracht bij de Internationale School voor Wijsbegeerte, die Frederik van Eeden bijna 100 jaar geleden stichtte in de bossen bij Leusden.
En natuurlijk heb ik geen antwoord gevonden op die vraag. Zoals bij filosofie te verwachten valt, kwam ik daarentegen met meer vragen dan antwoorden thuis.

Maar het was een geweldige week. Een plezierige groep deelnemers van zeer uiteenlopende leeftijden, met Karim Benammar als deskundig en bevlogen docent, een prachtige omgeving en heerlijke maaltijden. Een weldaad voor lichaam en geest.
Naast theorie was er ook uitwisseling van persoonlijke ideeën en ervaringen en dat alles in een rustige en ontspannen sfeer waarin natuurlijk ook gelachen kon worden. Ook kwam componist Merlijn Twaalfhoven vertellen over zijn muziekprojecten en bronnen.
Het is ondoenlijk om in een blog de week inhoudelijk samen te vatten. Aan de orde kwamen zes elementen om je leven vorm te geven: surplus, vrijheid, betekenis, gemeenschap, projecten, schoonheid. Daarbij bekeken we het gedachtegoed van filosofen als Nietzsche, Bataille, Sartre, Camus, Foucault.

Kiezen, dat is voor mij de kern uit de afgelopen dagen. Hoewel ik het al wist, is niet kiezen ook kiezen. Bovendien besef ik sterker wat voor weelde het is om te kunnen kiezen.
Dat had gisteren een grappig effect toen ik naar de stapels papieren in mijn werkkamer keek. Voor vertrek naar Leusden had ik steeds het idee: die moet ik nog opruimen. Gisteren bij terugkeer dacht ik: ik kán ze opruimen. Ik kan het ook niet doen.
Vreemd dat dat toch anders voelde. Zelfbedrog misschien, maar het voelt vrijer, geeft ruimte.

Naast de grote vragen van het leven bleef ook een andere prangende vraag onbeantwoord: waar is de derde biljartbal gebleven? Meteen bij aankomst zag ik tot mijn grote vreugde dat het biljart nog steeds in het hotel staat. Wat mij betreft een van de USP's van deze accommodatie.
Maar toen ik beter keek, bleek een witte bal te ontbreken. De medewerkers hadden ook geen idee waarom en waar. Maar er kómt een nieuwe bal, werd mij verzekerd, al had ik daar zelf deze keer niets meer aan. Ik kom er graag weer voor terug (en voor de inhoud, uiteraard).

Blog Hotel der Verbeelding, zomerweek ISVW 2011

http://www.isvw.nl/

zaterdag 16 augustus 2014

Schrijf, schrijver, schrijfst

Houd je van schrijven, wil je het leren, heb je vragen, wil je geïnspireerd worden door bekende schrijvers? Kom dan op zondag 7 september naar de grote schrijfdag in Maastricht: Schrijf, schrijver, schrijfst.
Interviews, workshops, optredens, een informatiemarkt en schrijfadviezen. Ook is er een kinderprogramma.

Zelf geef ik van 13.30-15.00 een workshop Kinderverhalen waarvoor je je tevoren kunt aanmelden bij de organisatie.

Hieronder lees je meer over de dag:

Schrijf, schrijver, schrijfst 2014

Op zondag 7 september, in de Week van het Schrijven 2014, vindt in Centre Céramique Maastricht ‘Schrijf, schrijver, schrijfst’ plaats. Dé dag om je te laten inspireren door schrijvers, uitgevers en andere kenners van het geschreven woord! Iedereen die graag schrijft en/of leest is van harte welkom.

Volg bijvoorbeeld een schrijfworkshop, leer de puntjes op de ‘i’ zetten of kom luisteren naar mensen die alles weten over het schrijfproces en hoe jouw boek een succes kan worden. Ook als je zelf geen schrijfambities hebt, kun je genieten van diverse boeiende optredens en interviews. Voor de kinderen hebben we een speciaal programma met Limburgse kinderboekenschrijvers en een schrijfworkshop. Bovendien is er een informatiemarkt met véél boeken, informatie over schrijfcursussen en meer!

‘Schrijf, schrijver, schrijfst’ duurt van 11.30 tot 17.00 uur. Stel je eigen programma samen uit de verschillende ingrediënten: interviews, optredens, schrijfworkshops, een live leesclub, een schrijfconsult en een kinderprogramma. Je mag de hele dag blijven, maar even binnenlopen om bij dat ene interview of optreden te zijn is ook prima. Aanmelden is alleen nodig voor de schrijfworkshops, de voorproefjes, het schrijfconsult en de live leesclub. Dat doe je via www.hklimburg.nl/schrijversdag. De dag is gratis; alleen voor de schrijfworkshops van 1,5 uur betaal je 5 euro per persoon (per workshop).

Deze tweede editie van ‘Schrijf, schrijver, schrijfst’ wordt georganiseerd door het Huis voor de Kunsten Limburg in samenwerking met Centre Céramique en het Letterkundig Centrum Limburg.


woensdag 6 augustus 2014

Een jongensleven

Wat maakt de film Boyhood toch zo onweerstaanbaar? In bijna drie uur film geen spectaculaire gebeurtenissen, geen spanning, geen enge ziektes, er gaat niet eens iemand dood. En dat tijdens 12 jaar mensenleven. Kom daar in het echt eens om.
En toch is de film als het leven zelf. Blijdschap, onbekommerd dromen, verdriet om wat verloren gaat: vrienden, een liefde, een huis, jeugdigheid.
Het jongensleven van Mason wordt geportretteerd en dat van zijn familie. Een fictief verhaal, maar de leeftijden van de personages zijn echt. Twaalf jaar lang heeft regisseur Richard Linklater enkele weken per jaar dezelfde personages laten spelen. De acteurs worden ouder mét hun personages. Mason groeit op van levendig jongetje via slungelige puber naar een jonge man.
Natuurlijk zijn grimeurs bijzonder goed in staat om mensen stapjes ouder te schminken, maar hier geloof ik als kijker onmiddellijk in het verstrijken van de jaren.
Alleen al vanwege zijn geduld, - niet de haast om voortijdig de publiciteit te zoeken en te kiezen voor het snelle scoren – verdient de regisseur alle lof. Daarnaast zie ik er aan af dat de film liefdevol en met aandacht is gemaakt.
Een aantal scènes vond ik regelrechte pareltjes, bijvoorbeeld waarin kinderen doorkrijgen dat hun ouders het ook allemaal niet zo weten. Mason realiseert zich op zijn 17e dat zijn moeder er ook soms een rommeltje van maakt. Ze valt bijvoorbeeld op de verkeerde mannen. Volgens zijn vader van wie zij scheidde, zijn relaties ook een kwestie van timing: Ik ben nu de saaie man die je moeder 20 jaar geleden van me wilde maken.
In deze film wordt ook weer eens zichtbaar hoe vaak ouders met hun gestruikel door het leven telkens weer hun kinderen meeslepen in een volgend avontuur. Nieuwe partner, verhuizen en school en vriendjes achterlaten, en er vervolgens snel achterkomen dat het een verkeerde beslissing was. Dus weg maar weer. Het wordt subtiel uitgedrukt in het nuchtere gesprek van Mason met een klasgenootje, dat nog nóóit verhuisd blijkt te zijn.
Gelukkig zijn de meeste kinderen ongelooflijk veerkrachtig.


Het is geen zwart-wit film met goeien en slechteriken. De meeste personages doen aandoenlijk hun best iets van het leven te maken.
Ik was blij dat de film geen wensvervullend einde had, want zo is het leven ook niet. Oké, Mason slaagt voor de middelbare school en gaat naar de universiteit. Zijn vader en moeder zijn inmiddels on speaking terms en waarderen elkaar zelfs. Mason treft meteen aardige studiegenoten, maar als kijker weet je dat zijn leven voortaan niet opgaat in een roze wolk. Het gaat gewoon verder. Met voor- en tegenspoed. Zoals het echte leven.

zaterdag 2 augustus 2014

Käthe Kollwitz

Vanmorgen toen ik weer over de oorlogsellende las in de krant - komt het door de neergeschoten MH17 dat het allemaal toch dichterbij lijkt te komen? - kwam het werk van Käthe Kollwitz (1867-1945) sterk in me op.

Haar hartekreet 'Nie wieder Krieg', de houtskoolportretten van arme sloebers en de beelden van moeders die hun kinderen beschermen tegen de oorlog. Ze staan met scherpe lijnen in mijn geheugen gegrift.
Ruim 30 jaar geleden was ik al gefascineerd door haar werk toen ik als student journalistiek een werkstuk over haar maakte. Ik richtte me op haar cyclus Oorlog. Opvallend aan die serie was dat ze niet rechtstreeks de oorlog verbeeldde, maar juist de angst en de gevolgen. 
Een citaat. In 1918 schreef Käthe Kollwitz: 'Es ist genug gestorben! Keiner darf mehr fallen! (...) Saatfrüchte  sollen nicht vermahlen werden'.
Ze had het aan den lijve ervaren. Haar jongste zoon Peter van 18 was meteen in 1914 al gesneuveld in België. Voor zijn graf in Vladsloo maakte ze later de indringende beelden De vader en De moeder. 
Haar laatste litho, uit 1942 heet: 'Saatfrüchte sollen nicht vermahlen werden'.
Enkele maanden voor de bevrijding stierf ze. 

Nie wieder Krieg, de kreet van Kollwitz in 1924 heeft in de wereldgeschiedenis geen gehoor gevonden. Is de wereld sindsdien ooit één dag zonder oorlog geweest? Misschien ergens een Kerstbestandje dat vermoedelijk niet eens 24 uur standhield.
Ondertussen blijven al die moeders en vaders proberen hun kinderen te voeden, te kleden, te beschermen en groot te brengen.
Maar hoe vaak lift in de opvoeding niet wantrouwen en haat van vorige generaties mee? Hoe komt de mensheid daar ooit uit?

Leer je kinderen: je kunt beter slaan voordat ze jou slaan?
Of: als ze jou slaan, mag je terugslaan?
Of zeg je: als ze je slaan, keer dan de andere wang toe?
Maar je wilt toch niet dat ze je kind slaan, want dan komen ze aan jou.
Wat leer je ze, in hemelsnaam?
Mijn wieg stond toevallig in Nederland en ik realiseer me heel goed wat een voorrecht dat is.
Is het vreemd dat mensen voor hun kinderen een beter heenkomen zoeken? Inmiddels zijn al miljoenen mensen op drift geraakt.
In alle rust leven, met de mensen die je lief zijn. Is dat zoveel gevraagd?


Blijkbaar wel. Het maakt me machteloos. En soms merk ik deze weken dat ik over de oorlogsberichten heenzweef. Nu-even-niet.
Maar dat kunnen de mensen in die oorlogsgebieden niet zeggen: nu-even-niet. Dus zucht ik en dwing ik mezelf het wel te lezen. Dat is het minste wat ik kan doen. Ik kan niet zeggen: ik heb het niet geweten.
En dat maakt het allemaal nog erger. Dankzij alle media kunnen we het van minuut tot minuut weten. Het gebeurt, we staan erbij en kijken ernaar.
Käthe Kollwitz had haar tekengerei en houtskool en etste de beelden voor altijd in mijn hoofd. Ik heb louter schamele woorden die vervluchtigen in het wereldwijde web.


Afbeeldingen uit: Kollwitz - Rowohlt Verlag 1981


Käthe Kollwitz Museum, Berlijn

maandag 28 juli 2014

Kijken in de ziel - Journalisten

'Kijken in de ziel', het onvolprezen interviewprogramma van Coen Verbraak is vorige week maandag met een nieuwe serie gestart: journalisten. Na series met o.m. artsen, politici, ondernemers en psychiaters boeit me deze lopende serie extra.
Alle vragen die Coen Verbraak stelt, stel ik mezelf in de huiskamer ook. Hoe heb ik gereageerd in mijn werk als journalist of hoe zou ik reageren?

Van 1981-1984 deed ik de opleiding aan de Academie voor de Journalistiek in Tilburg, toen nog drie jaar. Een goede opleiding vind ik nog steeds, waarvoor ik o.m. een stage deed bij Radio Nederland Wereldomroep, specialiseerde in schrijvende pers en afstudeerde op jongerenjournalistiek bij kranten. Zo kwam ik in mijn eerste krantenbaan terecht, Het Nieuwsblad (van het Zuiden) in Tilburg. In de 9 jaar daarna werkte ik daar op uiteenlopende redacties. Uiteindelijk werkte ik 13 jaar in de journalistiek tot ik in 1997 volledig koos voor het schrijversbestaan.
Met veel plezier werkte ik als journalist, hoewel de waan van de dag me toch wat ging tegenstaan. De journalist in mij is echter nog steeds niet helemaal verschrompeld, al lees ik dan geen vijf kranten per dag meer.

Tijdens de opleiding was er veel tijd en aandacht voor reflectie op het vak, iets wat journalisten van tijd tot tijd zouden moeten inbouwen. Wat wilde je ooit met je werk, waar loop je tegenaan en kun je er iets aan veranderen? Met collega's met je voeten op de papierbak achterover leunen en dagdromen over het vak. Waar haal je die ruimte vandaan als je de krant met steeds minder mensen moet maken in een tijd waarin de papieren krant per definitie achter het harde nieuws aanholt?
Slotwoord reflectie AvdJ

Daarom is 'Kijken in de ziel' zeker voor nog actieve journalisten van belang. Reflectie, toetsing van je eigen waarden aan die uit de dagelijkse praktijk.
Ik vis mijn ethische reflectie uit mijn archief: 'Een korreltje zand'. In dertig pagina's maak ik duidelijk dat ik mijn vermogen als journalist niet overschat. Maar wel wil ik in mijn werk laten zien dat niets vanzelfsprekend is.
Dat ik een weerbarstige praktijk voorzie, blijkt wel uit een hoofdstuk over nevelige grenzen. Het was goed geweest als ik daarna met mezelf jaargesprekken had gehouden met die reflectie als basis. Misschien toch nog eens aardige leesstof zoveel jaren later.

In de eerste uitzending stelde Coen Verbraak de vraag wat de taak is van een journalist. Antwoorden waren: duiden en meer zijn dan een doorgeefluik, selecteren, onrecht aan de kaak stellen. Dat laatste antwoord had ik dertig jaar geleden ook zeker gegeven. Iets daarvan hoorde ik in een reactie van Clairy Polak: 'Journalistiek is overwonnen woede'. Ze lichtte toe dat het gaat om het kanaliseren van eigen emotie over wat er gebeurt in de wereld. 
Herkenning hoorde ik in een antwoord van Step Vaessen over je rol als journalist. Als journalist durfde ik ook veel meer dan als privé-persoon.
Grappig dat ik op de middelbare school nauwelijks durfde te denken aan een toekomst als journalist, want dat waren in mijn ogen hondsbrutale types en zelf was ik een verlegen meisje. Pas tien jaar later, na een loopbaan in het onderwijs, voelde ik me stevig genoeg me aan te melden voor de opleiding.
Nieuwsgierigheid blijkt uit de interviews is ook een drijfveer. Nieuwshonger zat altijd al in me. Vanaf mijn dertiende kocht ik elke zaterdag twee kranten: de Volkskrant en De Tijd (10 cent), naast De Limburger (Maas-en Roerbode in die tijd) die bij ons thuis kwam.
Tijdens mijn tijd als journalist gold het adagium: journalist ben je 24 uur per dag.
En misschien geldt wel dat je je hele leven toch iets van de journalist blijft houden. Ik blijf nieuwsgierig, wil blijven ontdekken en in mijn boeken wil ik ook nog steeds laten zien dat niets vanzelfsprekend is.

Voor journalisten en voor ieder die nieuwsgierig is naar het vak en zijn keuzes: Kijken in de ziel - elke maandagavond tot en met 25 aug. - Ned. 2

Website Kijken in de ziel

zondag 27 juli 2014

Paradijsje van een thuisblijver

Fraaie vergezichten, zon, rust. Ik hoef niet ver en lang weg om er even helemaal uit te zijn. Vanmorgen was ik weer eens in de achtertuin van Wageningen, de uiterwaarden van de Bovenste Polder langs de Neder-Rijn.
In elk seizoen is het er anders, van jaar tot jaar ook trouwens. Paden duiken op en verdwijnen weer, zoals de fuut die vanmorgen kiekeboe speelde in de nevengeul.

Wat is natuur in dit gebied, waar de mens zijn stempel stevig drukt? Er wordt gemaaid, gesnoeid en andere sporen worden getrokken. Maar vervolgens gaat de natuur er lekker weer zelf mee op de loop. Daardoor is het elke keer een verrassing hoe ik het gebied aantref.

Je zou toch zeggen dat veel mensen hier op een fraaie zondagmorgen te vinden zijn. Maar het was er stil, op de kerkklokken van 11 uur na. Geen hond te zien, nou goed één, en een handvol mensen, tijdens een uur wandelen.
Af en toe het geluid van een vogel, een plonzende kikker of een krekel. Een weelde aan zomerbloeiers: munt, moerasvergeet-me-niet, jacobskruiskruid, lisdodden en kaardebollen. Het kon niet op.


De bramen in verschillende stadia van rijpen brachten me tot de mijmerende vergelijking met het menselijk bestaan: wat maakt dat de een,  - onder vergelijkbare omstandigheden -, tot volle wasdom en smaak komt, terwijl de ander in de knop breekt of verpietert?
Niet te lang stil staan bij deze treurig stemmende vraag waarop ik toch geen antwoord weet.




Wel weet ik hoe weldadig het is om in een goed huis terug te komen, waar de passiebloem vanaf de gevel een uitbundig welkom roept.
Veel meer heeft een mens niet nodig.