zondag 25 september 2011

Groene universiteit

Vanmorgen zat ik al bijtijds op de fiets onder het motto: 'Melk den dag', zoals Felix Timmermans zijn held Pallieter liet zeggen.
Na een, vertrouwd maar nooit saai, rondje Binnenveld, Grift en Grebbedijk besloot ik de expositie 7 even 7 te bezoeken. De samenwerkingsprojecten van 7 dichters en 7 beeldend kunstenaars zijn nog tot en met woensdag 28 sept. te zien in het Forum-gebouw van Wageningen Universiteit. Toen ik dat gebouw aan de achterkant via de Bornsesteeg benaderde, werd ik getroffen door het beeld dat me herinnerde aan Ivoorkust, eind december 1995.
Daar in Yamoussoukro vormden de grazende runderen en geiten een merkwaardig contrast met de pracht en praal van de basiliek Notre Dame de la Paix.
Hier graast een kudde schapen vlakbij het imposante Forum-gebouw. Maar Wageningen doet zijn naam als groene universiteit daarmee ook wel weer eer aan.
Aan de voorkant kreeg mijn positieve inkleuring echter een knauw toen ik het sculptuur zag voor de ingang. De Wageningse boom moet de samenwerking verbeelden van universiteit, onderzoeksinstellingen en Van Hall Larenstein. Kil aluminium, ontbladerde vorm. Voor mij heft de boom veeleer kil en doods zijn armen ten hemel als een laatste smeekbede om hulp.


Nee, dan die boom op de begraafplaats Leeuwerenk waar ik weer eens een rondje maakte langs 'mijn' doden. Tien jaar geleden was ik er nog nooit geweest, kende ik er niemand.

Toen ik naar de uitgang liep, dacht ik na over ouder worden, verlies, dood, verder leven. De boom verliest zijn bladeren, gaat in rust, maar loopt volgend jaar weer uit. Ten afscheid troost hij nu met zijn prachtige kleuren.




De Wageningse Boom

De helft van de route, mijn boek over Ivoorkust 

Gelderlander 14-10: Schapen nog tot dinsdag op de campus

Op de kermis

Gisteren was ik in Weert op de kermis, een mooie traditie van gastvrijheid in onze familie. Vroeger kwamen familieleden van buiten Weert 'op de kermis', waar ze onthaald werden op vlaai en knapkoek. Hoewel mijn moeder de laatste jaren niet meer zelf kon bakken, was er wel vlaai in huis. Ook vorig jaar nog hebben mijn ouders een rondje over de kermis gemaakt.

'Magic circus' aan de voet van
de Martinus kerk
 Dit jaar zijn ze er voor het eerst allebei niet meer bij en het voelt extra verweesd.
De kermis hoorde er van jongsafaan zo bij. We memoreerden gisteren nog dat het meestal net zo mooi weer was als dit jaar en dat we dan liepen te puffen in onze nieuwe winterjassen. Die hadden we net voor de kermis gekregen en wilden we natuurlijk trots aan, hoe warm het ook was.
Als jonge tieners mochten mijn iets jongere zus en ik alleen naar de kermis. Ik werd misselijk in alles wat draaide en voor de snelle dingen ontbrak me de durf. (Ik was 50+ toen ik pas mijn debuut maakte in achtbanen, ik heb iets gemist). De 'rups' vond ik al spannend genoeg.

De carrousel ontgroeid bleven voor mij dan vooral de goktentjes over. Mijn zus had een vaste, en dus?, gelukkige hand van gokken, maar ik als twijfelaar heb volgens mij nooit iets gewonnen. Met mijn aangeboren optimisme wist ik wel zeker dat ik het volgende rondje meer geluk zou hebben.
Het kermisgeld hadden we er dan ook in een mum van tijd doorgedraaid, maar gelukkig lieten onze ouders zich vermurwen om ons voor de laatste keer nog eens 50 cent en daarna voor de állerlaatste keer weer 50 cent mee te geven.
De prijzen liggen nu wel hoger, maar de kermis in Weert heeft zijn succes ook te danken aan de bescheiden gehouden prijzen. Na de kermis van Tilburg is die van Weert de grootste van Nederland.
Ik heb gisteren geen gokje meer gewaagd, maar de vlaai was erg lekker.


Website kermis Weert

vrijdag 23 september 2011

Vitaliteit

Op deze eerste dag van de herfst tonen de zonnebloemen in mijn tuin een onvermoede vitaliteit.
Het begon allemaal met tien zaadjes die ik in het voorjaar als presentje kreeg bij de open dag in zorgcentrum Oranje Nassau's Oord in Wageningen. Ik ben niet zo'n nauwkeurige tuinier, dus de zaadjes gingen al veel te laat de pot in.
Toen ze toch opkwamen, heb ik er enkele verstekt in de volle grond, de andere zouden volgen. Dat is er nooit van gekomen.
In de mossige potgrond zijn wonderwel zonnebloemen opgekomen, waarvan eentje al een tijdje met zijn bloem staat te pronken. De andere zitten in knop, dus wie weet, als de herfst niet snel genadeloos toeslaat.

Een stekje in de volle grond had er zin in en schoot met enthousiasme de hoogte in. Maar die jeugdige overmoed werd wreed gestopt door een stormwind enkele weken geleden. Geknakt, ongeveer tien centimeter boven de grond, terwijl er al een flinke knop zichtbaar was.
Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om hem af te voeren naar de groenbak. Dat was een combinatie van deernis, laksheid en hoop.
Sindsdien hield de plant zich met moeite staande tegen het schuurtje en nog wat collegiaal ondersteund door andere planten.


En zie daar, deze week is de zonnebloem gaan bloeien en bekroont zo glorieus zijn vitaliteit.

zondag 18 september 2011

De dingen, die voorbijgaan

'Wat voor weer zou het zijn in Den Haag?' zongen we Conny Stuart donderdag na, terwijl we het antwoord wisten. We wáren immers in Den Haag en het was prachtig nazomerweer.
'Op de Dennenweg ruikt het nu vaag/naar Couperus en ook naar saté.' Voorbij, voorbij, voorgoed voorbij, om maar een andere klassieker van Conny Stuart te citeren.
Couperus, Stuart zelf, modezaak Meddens, ooit iconen, ze zijn niet meer.
Het was al weer een tijd geleden dat ik Den Haag bezocht en de rustige statigheid die ik me van het centrum herinnerde, was onveranderd gebleven. Ook staat er bij het Binnenhof nog steeds die telefooncel uit lang vervlogen tijden.
Pop up boek 'Mommy'
Was het toeval dat korte tijd later mijn oog eerder bleef haken aan de telefooncel dan aan de superman?
Toen waren we al gearriveerd in het Museum Meermanno voor de tentoonstelling van pop up boeken. Van eeuwenoude beweegbare boeken tot multimedia boeken op I-pads. Snoezige sprookjes, stichtelijke verhalen, educatieve boekwerken en zelfs de Kama Sutra als pop up.
Terwijl politiek Den Haag zich op dat moment vermoedelijk bezighield met de Miljoenennota die op een knullige manier was uitgelekt, namen wij de tram naar het Scheveningse strand. Een van de pluspunten van deze stad is voor mij toch de zee als achtertuin.
Eten op het strand, in goed gezelschap, uitkijken over de zee, de zon die dimt en tijdloos mijmeren over de mensen, de dingen, die voorbijgaan.


Louis Couperus - Van oude menschen, de dingen, die voorbij gaan

Museum Meermanno - Pop up!

maandag 12 september 2011

Springlaevendj

Platbook 6 is nog maar net verschenen, of Platbook 7 staat al te trappelen. Dat komt helemaal overeen met de titel van de Limburgse bundel: 'Springlaevendj'.
Gedichten en verhalen van en voor kinderen tonen de rijkdom van uiteenlopende dialecten. Ik mocht de redactie doen voor deze bundel die op 6 november in Heerlen tijdens de LiLiLi-daag wordt gepresenteerd.
Springlevend is de toon van de bijdragen, maar de bundel laat ook zien hoe springlevend de dialecten in Limburg zijn.

Dat komt bijvoorbeeld sterk tot uiting in de jaarlijkse declamatiewedstrijden voor de jeugd in de hele provincie. Veel teksten uit Platbook 7 worden daar al met succes op het podium gebracht of staan binnenkort te trappelen in de coulissen.


Uitgeverij TIC Platbook 7

Platbook 6 Moereratsj

zondag 11 september 2011

Voet tussen de deur

De laatste dagen open ik mijn achterdeur met enige voorzichtigheid. Meermalen deze week heb ik namelijk al een kikker aangetroffen op de deurmat. Ook vanavond zat er een, wat klein uitgevallen, exemplaar.
Het brutaaltje zat zelfs op de dorpel, had al zowat een voet tussen de deur. Wellicht solliciteert hij naar een warme overwinteringsplek, maar ik denk dat hij toch beter gebouwd is op de modder van mijn vijver.
Afgezien van wat beter is voor het diertje: kikkers in mijn vijver heerlijk, in mijn tuin prima, maar mijn huis, daar blijven ze uit.
Heel even overwoog ik de kusproef, want stel dat het toch de prins was op het witte paard.
Maar wat moet ik nou met een paard?


Blog oktober 2010 - vlinder op drempel voordeur

zaterdag 10 september 2011

Steenovenvolk

Open Monumentendag bood me de kans eindelijk steenfabriek Plasserwaard in Wageningen te bezoeken, waar ik al zo vaak voorbijfietste, terwijl ik me nieuwsgierig afvroeg hoe het daar was.
Vanuit -stoffig - raam op zolder
uitzicht op de rivier
Eigenaar Henri de Jonge leidde er vandaag belangstellenden rond. Wat bezielt je om in de jaren '80 met enkele vrienden een oude steenfabriek te kopen? Het plan om er zelf klussend woonruimte in te maken kan ik nog volgen. De fabriek ligt per slot van rekening in een prachtig natuurgebied. Maar als een jarenlange gang door de instituties (overheid, Rijkswaterstaat, milieubeweging, monumentenzorg) nodig blijkt, hoe blijf je dan nog enthousiast om door te gaan? In elk geval de gedrevenheid om een industrieel monument te behouden en een nieuwe functie te geven.

Kapconstructie en ovens aan de rivierzijde

De steenfabriek werd rond 1930 gebouwd en heeft nog tot 1980 gefunctioneerd. In barre omstandigheden werkte er 'steenovenvolk', zoals het personeel denigrerend werd genoemd. Volgens De Jonge was ooit de inzet van een staking om niet een oven in te hoeven als de temperatuur boven de 70 graden was. De staking werd met harde hand neergeslagen.
Als alles volgens plan verloopt, woont er binnen enkele jaren heel ander steenovenvolk. De 26 vlamovens en de immense zolder worden verbouwd tot acht ruim bemeten luxe en energiezuinige woningen. 
Immense zolder (met te spaarzaam
 licht voor mijn mobieltje)


Mooi dat dit monument behouden blijft en een nieuw leven krijgt door een combinatie van eigenwijsheid, doorzettingsvermogen en vooral het lef om te durven dromen.
Op de website van Plasserwaard staat informatie over de geschiedenis, het restauratieproces en de bouwplannen voor de nieuwe woningen.

http://www.plasserwaard.nl/