vrijdag 29 juli 2011

Quattro stagioni (2)

Deze dagen word ik heen en weer geslingerd tussen zonnebrand en kachel. Zat ik zondag met thermosokken en de verwarming aan een dik boek te lezen, maandag lag ik met een nog dikker boek in de hangmat in mijn tuin.

Vanmorgen viel de eerste reisbrochure al in de bus met kerst- en nieuwjaarsreizen.
Wageningen biedt zijn vertrouwde zomerse aanblik: weinig jong volk te zien nu de meeste studenten elders vertoeven, er is trouwens helemaal weinig volk te zien. In onze stad oogt het zomers opvallend rustig, om niet te zeggen een tikkeltje desolaat.
Hoewel mijn verstand zegt dat paddenstoelen het hele jaar door kunnen voorkomen, was ik toch lichtelijk geschokt toen ik woensdagavond langs de Diedenweg deze grote elfenbanken zag. Ze zijn prachtig, maar augustus moet nog beginnen!
Tegelijkertijd heb ik elke ochtend een soort lentegevoel: benieuwd naar wat de nieuwe dag weer brengen zal. Mijn agenda is immers helemaal leeg. Niets moet, alles mag. Nog tien dagen om van die ongekende luxe te genieten...

Weblog 26 november 2010 quattro stagioni

vrijdag 22 juli 2011

Een zee van tijd (1)

Ik had vandaag in Kumasi kunnen zijn, maar ik ben gewoon thuis in Wageningen. Na een veelbewogen half jaar besloot ik uiteindelijk om mijn droomreis door West-Afrika uit te stellen.

Nu liggen er twee weken vakantie voor me met een bijzondere invulling: helemaal niets.
Mijn agenda heb ik bewust leeg gehouden. Ik hoef niets en ik mag alles.
Fietsen, wandelen, museum, ontmoetingen, shoppen desnoods, lezen, schrijven zelfs, wie weet, een blogje of twee, of een geheel nieuwe activiteit of gewoon niets, niets, niets. En dient zich te elfder ure een onweerstaanbare bestemming aan, dan pak ik alsnog mijn tas. Ik leef bij de dag en bekijk telkens wat ik het liefste doe.
Van de 'to do'-lijstjes van vroeger ben ik gelukkig al lang afgekickt, maar ik blijf een mens van de klok en de agenda. Ik verken deze zomer dan ook volledig onbekend terrein. Nog nooit eerder beleefde ik twee weken zonder enige invulling. Misschien ga ik me na enkele dagen hangmatten in mijn tuin wel schromelijk vervelen. Da's ook niet erg, verveling schijnt een ferme impuls tot creativiteit te zijn.

Een zee van tijd ligt voor me. Nu maar afwachten of ik niet verzuip.

donderdag 21 juli 2011

Smartlap (2)

Vooruit, in de serie Bekentenissen doen we er nog een: ik hou van de accordeon, ik bespeel hem zelfs.
Smartlap en accordeon gaan hand in hand, maar dit prachtige instrument kan ook klassiek en andere genres aan.
De liefde voor de accordeon is mij met de paplepel ingegeven. De eerste tien maanden van mijn leven, - jaren 50 woningnood - woonden mijn ouders in bij de familie van mijn vader. Er woonden nog twee jongere broers en een zus van hem thuis, dus Annieke kreeg veel aandacht. Het verhaal gaat dat ik steevast 's avonds om tien uur begon te blèren en dan werd ik in de gezelligheid van de huiskamer onthaald. Begeleid door een oom op de accordeon werd ik de kamer rond gedragen.
Zo vreemd is het dus niet dat ik het leven van huis uit meestal als een feestje beschouw. Muziek waar een accordeon in zit, raakt meteen bij mij al een gevoelige snaar.

Na een weinig geslaagde leerperiode op de gitaar begon ik op latere leeftijd accordeon te spelen. Een talent ben ik zeker niet: geen gevoel voor ritme, een matige ooghandcoördinatie en mijn gevoel voor links en rechts is slecht ontwikkeld.
Mijn accordeonlerares had jarenlang een engelengeduld en mijn eigen enthousiasme maakte veel goed. Mijn ambities waren ook niet groot. Gekscherend zei ik bij aanvang dat ik hoogstens later in het bejaardentehuis accordeon wilde kunnen spelen om de polonaise te begeleiden. (Dat wordt trouwens nog flink oefenen!)

Slechts één keer heb ik opgetreden, op het verrassingsfeest voor een vriend die veertig werd. Op het moment dat hij de voordeur opende, zou ik 'Schön ist die Jugend' spelen als begeleiding bij uitbundig gezang van de rest en ik had tevoren driftig geoefend.
Een verrassing werd het zeker. Op het moment suprême bleek niemand het nummer te kennen, te jong nog of te weinig smartlapliefhebbers en daar stond ik in het donker wanhopig het C-akkoord te zoeken. De vriend verzekerde me dat hij die aanblik zijn leven lang niet meer zou vergeten.
Sindsdien speel ik alleen nog voor eigen gebruik en ik geniet er geweldig van. Het ontspant me, ook doordat ik onder het spelen volkomen in het moment ben. Daar kan ik bijna niet tegenop mediteren.

dinsdag 19 juli 2011

Smartlap (1)

Zoals ik in mijn vorige blog al schreef, ben ik nooit vies geweest van smartlappen. Mijn muzieksmaak kan ik als breed omschrijven, van smartlap tot klassiek.

In de serie Bekentenissen: toen ik klein was, woonde Johnny Hoes met zijn gezin naast ons in Weert. Hij had daar een muziekwinkel en ik herinner me nog de gitaren die zomers achter zonwerend plastic in de etalage hingen. Zijn grootste successen moesten nog komen.
In de vervolgserie Bekentenissen: toen ik in Tilburg woonde, ben ik lid geweest van een smartlappenkoor en ik heb zelfs ooit een smartlap geschreven, én gezongen.
Duo Jammer en Helaas
Smartlappenfestival 2001
 Maar dat was al in Wageningen, waar ik in 2001 samen met een vriendin meedeed aan het Smartlappenfestival. In de voorronde in een goed gevuld H41 werden we vierde, net niet genoeg om door te gaan naar de finale. Maar wij waren al zeer verguld met die vierde plaats en we hebben er veel plezier aan beleefd.
Zij speelde meeslepend accordeon en ik zong larmoyant 'Het sleutelkind'. In een sneue uitdossing traden we op als het duo Jammer en Helaas.

Voor wie ons wil boeken: het was wereldpremière en eenmalig optreden ineen. Jammer en helaas dus.

Website Johnny Hoes

maandag 18 juli 2011

Graven (2)

Toen ik zaterdag op het kerkhof van Stramproy was voor het graf van mijn grootouders, wilde ik natuurlijk ook het graf bezoeken van de Zangeres zonder Naam. Haar graf getuigt er zeker van dat nabestaanden en fans haar op hun eigen wijze willen herdenken en eren.
Zo kan naast een christelijke afbeelding best een boeddhabeeld staan.

Een goede smartlap is nooit weg, roep ik vaak. Het is me ook met de paplepel ingegeven en ik heb er nooit op gespuugd. Tegenwoordig is het trouwens bijna salonfähig om te zeggen dat je van smartlappen houdt.

Toen ik klein was, zong mijn moeder soms. Geen veiliger en fijner gevoel dan mam die zong.
Een van die liedjes was Witte rozen, van de Zangeres zonder Naam. Dat ging over kleine Jantje, 'enigst kindje teer verwend'. Op een dag hoort hij dat hij er een broertje of een zusje bij krijgt. Het ventje belooft dan zijn spaarpot open te maken en witte rozen voor het schatteboutje te kopen. Zijn moesje houdt daar immers ook zoveel van. De slechte afloop laat zich raden.
De herinnering aan mijn zingende moeder zal een rol spelen, maar ik vind dit een van de mooiste smartlappen.

Witte rozen, Zangeres zonder Naam

zondag 17 juli 2011

Graven (1)

Het was een roerend beeld gisteren, het hartje dat kleinkinderen met kiezelsteentjes hebben gelegd op het graf van onze ouders.

Veel meer dan in mijn jeugd kunnen nabestaanden op hun eigen wijze de doden gedenken. Dat verschil werd me ook duidelijk toen we gisteren het graf van mijn grootouders van moederskant bezochten in Stramproy.
Ik was al tientallen jaren niet meer bij het graf van opa en oma Hendriks geweest. Maar ook vroeger heb ik er nooit eigen herinneringstekens op gelegd. Het is een sober graf van natuursteen en de inscriptie is na meer dan veertig jaar vervaagd.
En daar stonden we dan te rekenen. Dat oma vier jaar ouder was dan opa en dat ze hem vier jaar overleefde. Dat ze 75 en 83 werden en dat dat voor die generatie best oud was. Dat oma gisteren, op een dag na, precies 38 jaar dood was. Ze was de laatste van mijn grootouders die overleed.
Ik weet nog dat ik helaas niet bij haar begrafenis kon zijn, ik was au pair in Frankrijk. Voor mijn vertrek had ik al afscheid genomen, want ik wist vrijwel zeker dat ik haar niet meer zou zien. Oma Antje was niet ziek, ze doofde langzaam uit. Een milde dood.
Ze was mijn peetoma en ze had gewild dat ik haar naam kreeg. Mijn moeder verzette zich daar echter tegen en het werd Annie, zoals zijzelf.
Een tijdlang heb ik trouwens liever Antje geheten. Die wens heb ik gesublimeerd door mijn hoofdpersoon in 'Pretpark' dan maar Antje te noemen.
Oma Antje was ook eigenzinnig, hield van lezen en was klein (en dik, maar daar houdt onze overeenkomst op).
Bij het graf werd ik me weer extra bewust van de mensen die voorbijgaan. Het graf van oma en opa is eeuwig, maar bijna al hun kinderen zijn inmiddels overleden. Het is nu aan de kleinkinderen om zich over hun nagedachtenis te ontfermen.

Scharrelooievaars

Het Binnenveld lag er ook vandaag weer prachtig bij. Een hele tijd heb ik staan kijken naar drie ooievaars die in een weiland scharrelden. Ze gingen rustig hun gang tussen andere fouragerende vogels.
Na een heerlijke week weg is het ook weer goed thuis te zijn, realiseerde ik me toen ik een fietsrondje maakte aan de rand van Wageningen.

Een week geleden stond ik op de Grebbedijk geboeid naar een ooievaarswiel te kijken met drie ooievaars. Ik kreeg sterk de indruk dat een jonkie vliegles kreeg. De twee andere ooievaars sloofden zich uit in vleugelslag en stegen een metertje op. Kijk, vliegen doe je zo. Ik heb niet meer kunnen aanschouwen dat het jong triomfantelijk riep: Papa, mama, ik kan vliegen. Maar misschien zat junior er vandaag wel bij in het weiland.

Ineens dacht ik aan al die vaders en moeders die in deze tijd hun kinderen zien uitvliegen. Voor het eerst 'alleen' op vakantie en daarna wellicht op kamers in een grote stad.
Ik kan me zo voorstellen dat Wageningen dan een heel beschutte studentenstad is, klein en overzichtelijk.
Was dat niet ooit een van de redenen om dik negentig jaar geleden hier een universiteit, toen nog Landbouwhogeschool, te vestigen? In het gemoedelijke stadje zouden de landbouwstudenten minder aan de verleidingen van de grote, boze wereld blootstaan. En ja, natuurlijk ook vanwege het feit dat Wageningen maar liefst drie grondsoorten bestreek: zand, klei en veen. Handig voor het veldonderzoek.

Waarnemingen vogelwerkgroep Wageningen